De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1929 30 november pagina 4

30 november 1929 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 30 NOVEMBER 1929 p i 4t' fli No. 273? ISRAEL'S WEZEN EN WILLEN door Prof. Dr. D. Cohen Het moet DE troebelen in Palestina hebben de belang stelling in de problemen van dat land in sterke mate verhoogd. Vroeger klaagden Zionisten, dat de wereld van sympathie of ook antipathie ten opzichte van hun streven te weinig deed blijken. Thans kunnen zij met evenveel recht over al te groote en ook al te eenzijdige belangstelling klagen. Te veel bezoekers dienen op het oogenblik den vermeenden patiënt van raad, die hem vroeger alleen zijn weg lieten vulden en van zijn omstandigheden daardoor thans bijster slecht op de hoogte zijn. Het typeerende van deze belangstel ling is haar gelijkheid met die van den leek aan het ziekbed: bijna ieder gaat bij zijn beschouwingen van zijn eigen ervaringen of standpunt uit en verplaatst zich niet of nauwelijks in den toestand van den zieke. Professor de Groot, die in een brochure met volle sympathie en veel idealisme Met probleem beschouwt, komt ten slotte terecht op de aanspraken, die ook de Christen op het land heeft; een jong advocaat, die het vraagstuk beschouwt uit het oogpunt van den wereldvrede, ziet er, op grond van gebrekkige gegevens, vrijwel uitsluitend een gevaar voor zijn persoonlijk ideaal in. Ook de pers maakt het in het algemeen niet beter: voor zoover zij orgaan is van een bepaalde partij, wordt haar sympathie of antipathie vóór het Joodsche volk uit den aard in sterke mate met de belangen dezer partij in verband gebracht; voor zoover zij neutraal is, streeft zij er met angstige zorg naar zoo onpartijdig mogelijk te zijn; zij plaatst de berichten van Joodsche en Arabische zijde afkomstig in gelijke mate en geeft als het kan aan de laatste eenige voorkeur, om vooral niet den indruk te wekken, de Joden, die dichter in haar omgeving zijn, te zeer de hand boven het hoofd te houden. . Men kan derhalve althans in Nederland niet klagen,1 dat men niet op de hoogte van den toestand wordt gehouden. Wat echter in alle beschouwingen, zelfs in die omtrent de diepere oorzaken (gelijk Prof. De Groot de zijne betitelt) wordt gemist, is de vraag naar den -toestand van den eigenlijken patiënt, het Joodsche volk. Immers men kan niet ontkennen, dat alle be zoekers en beoordeelaars in een vrij gunstige condi tie verkeeren. Zij hebben het in materieel en intel lectueel opzicht goed. De Christenen, wier lot Prof. de Groot zich aantrekt, hebben vrijen toe gang tot al hun heilige plaatsen; indien daarvan, gelijk Prof. De Groot met vele anderen opmerkt, een openlucht-museum is gemaakt, dan is dit niet de schuld der Joden; en het valt toch moeilijk te gelooven, dat er een .moderne Godfried van Bouillon zou opstaan. De vredes-apostelen dienen hun klachten zeker niet in de eerste plaats op Pale stina te richten: er liggen moeilijker en dieper problemen, ernstiger gevaren voor den wereldvrede dichtbij huis. Zelfs de Arabieren kunnen niet klagen; hun toestand is in Palestina door de Joodsche immigratie in materieel opzicht sterk vooruitgegaan, in geestelijk opzicht niet belemmerd; alleen indien men gelooft Ui het sprookje van de vergiftigde chocolade of de bommen in de OmarMoskee, dat hun bladen verspreiden, kan men eenig gevaar voor hun belangen in Palestina duch ten ; zij hebben zich in de laatste eeuwen nooit zoo sterk om het land bekommerd als thans, nu zij door het Joodsche voorbeeld zien, welke mogelijk heden van exploitatie zij hebben laten voorbij gaan; doch ook nu wordt hun de vrucht van dezen arbeid niet ontzegd, integendeel zij genieten er mede van. De eenige, wiens toestand niet goed is, die, zoo men wil, zelfs onder een bepaalde ziekte lijdt, is de Jood; en over hem spreekt men het minst. Zonder twijfel gaan de meeste beschouwingen uit van een oprechte bewondering voor het Zionistisch ideaal, maar deze bewondering doet dit ideaal meer kwaad dan vijandschap zou vermogen; want zij let schijnbaar op Palestina, maar houdt in waarheid geen rekening met de diepste oorzaken van . . het Joodsche probleem. Het behoeft geen betoog, dat een verstandig Jood de moeilijkheden van het Zionistische vraag stuk even goed ziet als elk buitenstaander. Hij wist en weet, dat Palestina geen leeg land is; de Arabische kwestie heeft de Zionistische pers in de laatste jaren sterk bezig gehouden en haar zelfs in twee kampen verdeeld. Hij weet, dat de Balfour-declaratie, die den Joden een nationale woonplaats in Palestina heeft beloofd, Engeland, de mogendheden en het Joodsche volk zelf naast groote kansen ook groote moeilijkheden brengt. Maar hij ziet al deze vraagstukken van uit een geheel anderen gezichtshoek dan zijn belangstellen de vrienden. Hij is als de patiënt, die om zijn leven worstelt met den dood. En terwijl zijn vrienden welmeenenden raad geven, maar een crisis duchten, sterkt de patiënt zijn wil tot de uiterste krachts inspanning. Want de bezoekers zullen van het ziekbed opstaan en naar huis terugkeeren, rust en vrede tegemoet; maar d»e patiënt worstelt om leven of dood. * * * Dit laatste is niet te sterk uitgedrukt. In een van zijn mooiste geschriften heeft Max Nordau het aldus gezegd: het Joodsche volk zal Zionis tisch zijn of niet zijn." Het moge waar wezen, dat op het oogenblik de vervolgingen minder hevig zijn dan vroeger, de beleedigingen, de ach teruitzetting, de economische moeilijkheden zijn voor het Joodsche volk minstens even groot. Ja; men moet wellicht zeggen, dat zij als voortdurende bedreiging heviger gevaar vormen dan plotselinge en korte uitbarstingen van Jodenhaat. Van zulke uitingen leest men weinig in de couranten, tenzij zij, als aan de Weensche en Praagsche Universiteit, wat grooter vormen aannemen. Doch men behoeft slechts de Joden m Palestina, nu zij in vrijheid wo nen, te vergelijken met de angstige gebogen gedaan ten uit de centra van Oost-Europa, om te weten welk een misdaad tegenover de Joden in balling schap eiken dag wordt gepleegd en hoeveel lijden er geduldig en voortdurend wordt gedragen. Men behoeft ook slechts te weten hoe groote scharen van jonge Joodsche mannen en vrouwen gereed staan, ja hunkeren naar Palestina te vertrekken, om te beseffen welk een nood hen drijft. Waarom gelooft men toch, dat de Zionistische beweging een ideëele is? Zij is geboren uit Joodsche ellende, stof felijke en geestelijke, n wordt voortdurend door haar gevoed. In landen, waar de Joden volkomen met anderen gelijk gesteld zijn, is haar aanhang betrekkelijk gering. Groot is deze in do landen, waar de Joodsche nood groot is. Het Zionisme, het verlangen naar Palestina, is zonder twijfel ideëel, maar d.e Zionistische beweging is geboren uit den drang van een volk, dat zich de rustige omgeving wilde vei-schaffen, waarop elk volk recht heeft, om er zijn gaven tot ontwikkeling te brengen» De bewe ging is gegrondvest op de idee en .ontleent daaraan, «Is tik streven, haar kracht. Maar zij zou niet ontMakelaarJ. D. R.Nienaber TQEZ. maan staan zijn, als niet de omstandigheden haar haddengedwongen de idee in werkelijkheid om te zetten. Het Joodsche volk heeft daarom tegenover alle be zwaren n antwoord: Hei moet. Allen, die over dit vraagstuk hebben geschreven, erkennen, dat de Joodsche arbeid in Palestina onverwachte resul taten heeft opgeleverd. Het Joodsche volk heeft bewezen, dat het niet alleen opbouwen moet, maarook opbouwen kan, beter dan allen, wellicht ook beter dan het zelf had gedacht. Het zal bij dezen arbeid ook verder met moeilijkheden hebben tekampen; het zou den arbeid moeten opgeven r indien het iemand schade zou toebrengen. Dit echter is noch het gevolg van zijn streven, noch zijn wensch. Daarom moet het voortgaan, wil het niet tenietgaan. In de landen, waar het grootstegedeelte der Joden woont, is voor hen geen plaats. In Palestina is plaats en arbeid tot zegen dei wereld. Het zou dwaas ziju en misdadig, indien het Joodsche volk bij deze eerste moeilijkhedenr wier gevolgen ver overschat worden, zou wijken.. Het weet, dat deze troebelen veroorzaakt zijn door een betrekkelijk kleine groep, dat zjj beperkt zijn. tot Palestina en geenszins, gelijk men wel gelooft, sterken weerklank in de Arabische wereld hebben gevonden. De Joden in Palestina hebben tot nu toe het wordt van alle zijden toegegeven in; goede verstandhouding met de Arabieren geleefd. Zij zullen met oprechtheid en beleid de be trekkingen trachten te herstellen en waar het moet concessies doen. Zij zullen eiken raad gaarne aan nemen, maar zij worden, anders dan hun raadge vers, gedreven door den dwang van het lijden. En juist daarom zullen zij de moeilijkheden ge makkelijker te boven komen; op alles hebben zij dit eene antwoord: Het moet. Nieuwe Uitgaven Inte Onsman. Van Rinus de Usbeer tot Arjen de Bouwer. Naarden (Gooi) s.j. D. J. Haverman. Inte Onsman was de schrijver van een aantal socialistisch getinte tooneelstukken, waarondervooral Het licht in den nacht" de aandacht ge trokken heeft. Het was geen werk van hooge artistieke allure, maar het was aantrekkelijk door een zekere ruwe openhartigheid; eerlijke uiting: van een mensch, die ervan overtuigd was dat hij wat te zeggen had. Hij deed het op zijn manier en hij deed het zoo, dat het volk hem begreep, het volk, dat Wel grof is en sentimenteel, maar daarom nog niet bepaald onecht. Het komt hier aan op gradueele verschillen, niet op wezensverschillen. Wie de volkskunst en speciaal het volkstóoneel kent, weet, dat daarbij veel is, dat de artistiek iets. fijner voelende verwerpt; maar evenzeer erkent hij dat er een element in is, dat de grot'besnaarde net zoo beoordeelt als'de geestelijk beter gesitu eerde. Dat element vindt men veel in de Merijntjes. van De Jong; volkskunst bij uitnemendheid. Men vindt het in mindere mate in het werk van Inte Onsman. Ook in dit nagelaten prozawerk. Het is levendig verteld, het typeert aardig allerlei per sonen uit het volk; het is zoo ondiep dat iedereen er bij kan, en dus ook zoo, dat een lezer die graag wat diep wil duiken, te gauw den bodem raakt;. het bevat een aantal tendenzen, die noch nieuw, noch interessant voorgedragen zijn, maar die den man van de straat zullen, bevredigen; een eenigszins geschoold socialist zal ze vervelend vin den. Toch klinkt ook uit dit boek weer de trouw hartigheid op, de wil van den man, die liet goed meende, die geen litteratuur wou geven, maar volksopvoeding. En al is dit geen artistieke kwa liteit, als menschelijke verdienste mag deze eigen schap hier zeker genoemd worden. HERMAN MIDDENDORP Voor allen die Sukkelen met, Verstopping of moeïlijken, tragen en .onregelmatiger! Stoelgang zijn Mijnhardt's Laxeertabletten onmisbaar. Werken vlug zonder kramp oif pijn. Bij Apothekers en Drogisten. Doos 60 et. No. 2739 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 30 NOVEMBER 1929 Medische verant woordelijkheid door Dr. Joh. G. Salomonson I. Onvruchtbaarmaklng der vrouw H ET lijvige rapport, betreffende aanwijzingen en techniek voor de onvruehtbaarmaking der vrouw, dat de heeren Muret en Laffont in dienden op het onlangs te Brussel gehouden congres van de Association des.Gynécologues et Obstétriciens de Langue Frau;aise zal. zelf R in den kleinen kring waarvoor het bestemd was, met gemengde gevoelens ontvangen zijn. Gevoelens van bewondering eenerzijds, voov de volledigheid en de objectiviteit waarmede de Hamenstellers de archieven der gynaecologie hebben doorzocht, maar gevoelens van onbevredigdheid anderzijds, veroorzaakt door de geringe, zelfs eenigszins armelijke plaats, die de ethische zijde van dit vraagstuk is ten deel gevallen. Te meer omdat juist deze zijde voor arts en patiënten zulke verontrustende aspecten kan bieden. Buiten dezen kleinen kring van vakgenoóten is dit rapport zeker niet opgemerkt: zelfs zullen de vraagstukken, die er in behandeld worden, zoo goed als de gedachten, die er aan ten grondslag liggen, of, die bij het lezen er van zul'en rijzen, voor 'de meeste Nederlandsche vrouwen en mannen tevens betrokkenen, men bedenke dit wel '? nieuw, dus ongewoon zijn. Niettemin is er geen medische beslissing denkbaar, waarin de vrouw en niet minder haar man - een zoo volledig medezeggenschap behooren te hebben als juist in de bovengenoemde. Eu, opdat zij zullen weten, waarover zij misschien te eeniger tijd kunnen heb ben te oordeelen, moge hier en, in het volgende nummer van dit weekblad, een korte beschouwing aan dit onderwerp gewijd worden. * * * Welke overwegingen zullen mogen voeren tot een beslissing, waarbij dus al of niet, tijdelijk of voor goed de mogelijkheid wordt weggenomen tot het verkrijgen van progenituur? En zullen die overwegingen zuiver verstandelijk kunnen zijn? Bij de vrouw zullen verstandelijke overwegingen niet in de eerste plaats mogen gelden. De verstan delijke overweging immers behoort in hoofdzaak tot uiting te komen bij den medicus, in de door hem gestelde indicatie, die dus, wil zij inderdaad ver standelijk en niets andei's zijn, min of meer buiten de betrokkenen om moet gesteld worden. Ethische overwegingen, geboren uit gemoed en religieuze of intuïtieve overtuiging, zullen echter ieder geval weer in laatste instantie beheerschen en op de beslissing, voornamelijk wel in negatieven zin, van invloed ziju. In positieve richting in dien zin dus, dat zij een medische aarzeling of weigering zouden kunnen overwinnen zullen^zij slechts bij hooge uitzondering kunnen gelden. Want, zoo goed als het onze plicht is de per soonlijke gevoelens der vrouwen te respecteeren, ook wanneer dit naar ons beste medische inzicht tot haar ondergang zal kunnen leiden, zoo heeft ook de arts het recht te eischen, dat men niet zal meenen hem te kunnen drijven buiten de grenzen van zijn medische geweten. Wij kunnen tien kapitein op het zinkende schip het recht niet betwisten van op zijn commandobrug mede onder te willtn gaan. evenmin als wij de vrouw kun nen dwingen haai- welzijn hooger te stellen dan de idee, die haar liever is. Maar ook zal men van ons. medici, nooit kunnen vorlangeh par complaisance" te'verrichten, wat wij. te rade .gaande bij onze medische overtuiging, niet uit dringende noodzaak kunnen doen. , Een rapport als het bovengenoemde zou niet. zijn samengesteld, wanneer niet zij het ook buiten Nederland een groeiende belangstelling voor dit onderwerp bestdnd, langzamerhand is ongetwijfeld bekend geworden, dat de operatieve steriliseering thans in geeuen deele meer inhojudt,. «lat de vrouw kursimatig en voortijdig zou ge, bracht worden naar het tijdstip, dat voor haar het aanbreken van een nieuwe, minder glanzende levensperiode beteekent. Juist het feit, dat zij zich in niets zal ouderscheiden van hare leoftijdsgeiiiooten, noch aan den lijve, voor zoover zij dat kan waarnemen, noch ook in haar geestelijk of liefdeleven,maakt, dat zij met minder schroom de moge lijkheden, die, haar geboden worden zal overwegen. HET KINDERFEEST Teekening voor »de Groene Amsterdammer" door L. J. Jordaan Kleine Jan (die zijn ouders op heeterdaad betrapt) : 3>Nog altijd het oude spelletje? Bedenk toch wat Horatius zegt:..... Nee lusisse pudet> sed non incidere.ludum!" Ook de Röntgenbestraling, waarvan tegenwoor dig 'in eon groot aantal gevallen gebruik gemaakt wordt, zal haar zoo onschuldig mogelijk schijnen, alhoewel deze juist de vernietiging beoogt van dj edele organen, wier bescherming en conserveering de instandhouding van de jeugd beteekent, terwijl do gevolgen, ten aanzien van haar uiterlijk on innerlijk wezen, er haar telkens weer aan zullen herinneren, dat er iets onnatuurlijks" met haar gebeurd is. ,. Niet minder ook zal voor deze problemen eenige belangstelling gewekt zijn door tle berichten, dio ons af en toe uit het buitenland bereiken omtrent wettelijke bepalingen zooals er dit jaar in Denemar ken, en vroeger reeds in n dcr-Zwitsersche kantons en ook in Amerika hier en daar zijn ingevoerd, behel zende de regeling van het recht der overheid om vrouwen, van wie de maatschappij geen nakome lingschap wenscht, ook de mogelijkheid hiertoe blijvend to ontnemen. Uit dit alles blijkt wel reeds, Welk een netelig en actueel vraagstuk door de heeren 'Muret. en Laffont is ter sprake gebracht en hoe moeilijk het den arts zal vallen het juiste stand-1 punt in te nemen, temidden van het gedrang ? der-eigenende, partijen. Vooral Wanneer aan de verlangens der vrouw nog door den man kracht bijgezet wordt. Om echter tt <t et-n juister begrip van d«zo moeilijkhedin 'tu gi r,.ken is lu-t noodig w;.t nadtr in te gaat) op du technische zijde vu.n het vraagstuk Dit echter een Volgende mual. 'l GALERIJ VAN MODERNE KUNST W. H. HOFSTEE DEELMAN Vondelstraat 10 Amsterdam Werken van LEO GESTEL VERLENGD TOT 5 DECEMBER H

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl