Historisch Archief 1877-1940
sfc»
tv'
»'??
|:
K'1
F
H
H
il .f
Torrès Garcia
Klot
/V Ahntnn'ten. Ori>hiamc.?Geheel
op zichzelf, doch eeidei' aan het
Slavische expressionisme, dan aan
het latijnsche cubisme verwant, staat
het werk van den. reeds meer dan .'5(1
jaren te l'arijs werkenden schilder
Francois Kupka. Niemand minder dan
Guillaume Apollinaire, de grondlegger
der nieuwe fransehe dichtkunst, doopte
dezen serieuzen meester als orphist.
In zijn ..Méditation Ksthétique" (11)12)
wordt het Orphisme. waartoe Apolli
naire ook zijn eigen poësie rekende.
gekarakteriseerd als een
trancendentaal-lyrische, spontane eu aan het
constructief-gesloten cubisme tegen
overgestelde, schilderwijze. Arnould
Grémilly geeft in zijn werk over
Kupka 1) nog de volgende toelichting
betreffende de. benaming ..orphist":
Lors d'une conférence faite avant
la guerre a la Section D'Or," Guillau
me Apollinaire disait que nous
pouvions nous attendre a une peinture
nouvelle, abstraite. entièrement dif
férente du cubisme, ou il y aurait la
couleur, Ie rythme et des analogies
Muurschildering
avec l'oeiivre musicale. 11 conseillait
dt« Tintituler l'Orphisme." Het Or
phisme was dus geen etiquette maar
een trezenf<lH>jJu!in</.
Guillaume Apollinaire, die in 1018
aan de gevolgen der oorlogsellende
bezweek, was niet slechts een fanatiek
verdediger van het cubisme (wel
licht de diepste kenner en begrijper
der nieuwe esthetische ideeën en
methoden !) doch tevens de innigste
/anger eener nieuwe, geestelijke en
mystieke schoonheid. Trouwens voor
deze geheele fransehe kunstenaars
generatie van omstreeks 1010, die
in haar geestesleven en gevoelscul
tuur zou na verwant scheen aan de
grootste katholieke mystici, was
Apollinaire een blijvenden en vasten
steun. Zijn heengaan was voor allen eon
onoverkomenlijk verlies. Apollinaire's
kritische plaatsvervanger Maurice
Kaynal, was van veel geringere af
meting en van nog geringere toewijding
ten opzichte der steeds meer veld
winnende nieuwe kunstgedachtp. Apol
linaire was er zich vr,n bewust, dat
elk Isme"' inplaats van een eti-.
FRAN
De
Richtingen
quette" een wezensbepaling inhield.
Van hem stamt dan ook de benaming
Surrealisme", waaronder echter iets
geheel anders verstaan werd dan
hetgeen de groep rondom het tijd
schrift La Révolution Surréaliste"
er onder verstaat. Kupka is orphist,
kleurenzanger. zonder andere dan
zuiver schilderkunstige bedoelingen.
Evenals Torrès Garcia was Kupka
uit de vaste overtuiging, dat het
klassicisme 'n impasse" is, uit het
kamp der academisten naar de z.g.n.
abstracten overgeloopen.
Tra_ditionali»me wordt eerst recht gevaarlijk,
wanneer het in dogmatisme ontaardt
en hiera-an nu -moesten beiden zich
nog ontworstelen.
Dit zich-ontworstelen aan een leege
en formeele schildertraditie om tot
een zelfstandige uitdrukkingswijze te
komen, eischten van beide schilders
geen geringe offers. Voor ? Torrès
Garcia is het typeerend, dat hij als
professor aan een kunstacademie in
Barcelona, na beëindiging zijner groo
te muurschilderingen in de Paula de la.
Generalitat de Catalunya, tot zijn
leerlingen-zeide: Alle's wat ik u
geleerd heb en wat ik zelf geloofde
, betreffende de missie der schilderkunst
is foutief en leidt slechts tot een
levenlooze herhaling. Het klassicisme en
het naturalisme zijn doodloopende
wegen." Trouwens weten we het ook
van vele fransehe cubisten en van
enkele onzer landgenooten, dat de
z.g.n. abstracte" schilderkunst het
gevolg is van eigen rijpheid. Slechts
een groote eerlijkheid ten opzichte
der eigen ontwikkeling is slechts in
staat geweest om, door alle vroegere
uitingswijzen heen^-de schilderkunst
te brengen tot het niveau eener ver
diepte, geestelijke schoonheidscultuur.
Hierover is men het nu vrijwel eens
geworden en het behoeft daarom ,
geen nadere verklaring, waarom het
klassicisme en realisme geacht worden
met kunst niets meer te maken te
hebben; zij behooren tot het gebied
der observatie en documentatie.
liet Orphisme, waartoe behalve
Kupka, ook Robert Delaunay,
Roussel en Blanc Catti behooren, voerde
het palette orchestrale" in en toonde
.daarmee verwantschap met het ab
stracte, slavische expressionisme van
een Kandinsky.
Neo-Plasticiaine en Ele.mentariame.
Feitelijk lijnrecht tegenovergesteld
aan de lyrische spontaneïteit der
orphist ische schilderkunst ontstond
uit het latijnsche cubisme, het z.g.n.'
neo-plasticisme. Reeds in 1017, voor
het verschijnen van Mondriaan's bro
chure Le Neo-Plasticisme", was deze
richting als nieuwe beelding" in
Holland bekend. Zij ontwikkelde zich
niettemin uit het latijnsche kunst
principe, hetwelk mér dan het
slavisch-germaansche op controle, orde
en. constructie gegrond is. Vaag en
onbewust leef de dit constructieve be
ginsel in het cubisme. J'aime la régie
qui corrige rémotion" zei Braque en
de meer wetenschappelijke cubisten.
als Albert Gleizes" hebben, evenals
de russische suprematisten(Malevitsch)
hun werk op grondige, kunstweten
schappelijke onderzoekingen gebouwd.
Het neó-plasticisme wil hiervan echter
niets weten, het stelt, en terecht, de
intuitie boven het controleerende ver
stand. Het baseert zich op de kunst- .
principes, die zoowel in Holland als
in Frankrijk steeds in eere werden
ILDERKUNST
Schilderkunst en Elastiek
gehouden : die van
een, uit de perfectie
der techniek groei
ende, zuivere schil
derkunst. De her
stelling van de, door
de impressionisten
geheel verwaarloos
de compositie" be
gon met de cubis
ten, doch werd in
het neo-plasticisme
een zeer uitgespro
ken factor. De meest
elementaire con
trastspanning, die
\an horizontaal en
verticaal geeft aan
het schilderij een
uitgesproken con
structief karakter.
Deze schilderkunst
is een uitgesproken
verhoudingsschil
derkunst en niet
een peinture
orthogonale" zooals de
franschen haar wel
betitelen. Wat als
constante waarde
in elk kunstwerk
te gelden heeft berust grootendeels >p
liet beeldende verhoudingsprincij ?-.
doorgevoerd zoowel in de kleur als in
de lijn en vereenigd tot compositi. ."
Het cubisme bracht hierin reeds me-
fdere klaarheid en legde den nadruk
op de rapports quilibrés" en base»
ide zoodoende het kunstwerk op gel-:
ilderkunstige evenwichtigheid.
De neo-plasticist draagt dus l.>-t
onderwerp in zich: schilderkunst u ??.
beeldende evenwichtigheid en k n
zoodoende elk uiterlijk gegeven <»i
tberen. De weerstand, die de
natuialistische schilder in de natuur oml< ;??
vond. bestaat voor den neo-plastie-Nt
slechts in de elkaar dekkende begrip
pen van evenwichtigheid en v. !??
houding»
Zoo men
wil belicht
dit de goe
de zijde
der tradi
tie.
Het
ele
mentarisme daar
entegen
zoekt een
nieuwe
schilder
kunstige
weerstand
Ie vele
sche richting de
kleur geheel anders
begrepen dan by
de cubisten bijv.,
n ml. evenals in de
moderne muziek de
zuivere klank: als
on vermengd, puur
uitdrukkingsmate
riaal. Is de
neoplastische schilder
kunst de kunst van
evenwichtige ver
houding bij uit
nemendheid, de
elementaristische,
waartoe ook
Fernandez,
Vordember^h?, enz. behoo
ren is een contrast
schilderkunst, doch
beide, uit dezelfde
ideeën geboren lie
ten meer dan een
der andere richtin
gen diepe sporen
na in de nieuwe
architectuur en
schilderkunst van
Europa en Amerika.
Purisme.
Mo,,ismen" welke
grootenF. Kupka
met de
omgeving, aangezien de beelden
i
werking van het schilderij steeds VMI
de omgeving (en van het licht)..-
1'hankelijk is. Dit conflict schuilt v--l
voornamelijk in het contrast A-MI
schilderij "en architectonische struc
tuur. Volgens de elementaristische
schilder wordt het schilderij eerst (!?"»
een zelfsstandig en levend"
orgari'*me, wanneer het zich zoowel uit «i«
constructieve gebondenheid der ar
chitectuur, als uit die der natuur,
losmaakt. '
Dit laatste nu kan het slechts do« r
den schuinen stand in décompoRÜi"
te doen domineeren, hetgeen ook reeds
in de beste werken der eerste cubistisch"
'periode (1912), zij het dan ook slechts
onbewust, 'als noodzakelijk gevoeld
werd. Ook wordt in de
elementaristi['??r'- in Parijs ontstonden ook al op
>., usverschillen duiden, dit bewijst
vi Mcens dat het individualisme niet
Ir.'its nog zeer sterk is, doch dat
i't sinds het begin der 20e eeuw
i», heeft toegenomen. Om zich
zooi"! van de cubisten als van de
:-? iit-o-plasticisten af te scheiden.
inimden zich de schilders, die het
:il>ir<tische grauwbruin tot een meer
;?; .ild en meer verpuurd palet wilde
?m.wikkelen puristen." Het ging bij
c/.. ..verpuring" zoowel om den vorm
U ? ui de kleur. Tegelijk met een
? i/ livering der kleur, werden ook de
'?'??tender voorwerpen
geometrisch:; .ig gecontoureerd. Zoodoende ble
ven de
voorwer
pen steeds
intact en
werden
dus nooit,
zooals in
het laatste
stadium
van het
cubisme.
tot een
soort van
arabesque".
De kleur
als direct'
beeldend
.
uitdrukin::smiddel heeft in geen dezer
irinve en nieuwste richtingen nog een
? '.-?i', ie ve oplossing gevonden. De
?«?i si«. cubisten", in het bizonder Picassb
?n l iraquey onthielden zich van elke
vl.-ui-bepaaldheid, zij schiepen grauw
'i s-'t-aüw", om steeds in harmonie
"?t. déomgeving te zijn. Dit
cubisi>i-he palet is het coloriet der w
reldtad. ,,ia palette mcmtmartoise." Wie
tijd in Parijs, voornamelijk
n i ie oude wijken als Montmartre
tjuartier Latin geleefd heeft, zal
in liet bruin, grauw en beige, dat deze
Dijken van alle andere onderscheidt,
M eubistische palet teruggevonden
iebben. De postcubist Charchouhe
lec-t't deze harmonie tot een ziekelijk
fiterste doorgevoerd. De puristen
u wilden met 'dit, door Parijs gedic
teerde palet breken en tot puurheid
zoowel in vorm als kleur komen.
Ozenfant en Jeanneret (als architect
bekend onder den naam Le C'orbussier)
pasten hun puristische ideeën zoowel
in de schilderkunst als ia de architec
tuur toe. In Jiet tijdschrift L'Esprit
nouveau" werd het Purisme uitvoerig
geformuleerd doch ondervond in
Parijs noch aanhangers noch belang
stelling, aangezien de leider dezer
richting, Ozenfant, zich al te gemak
kelijk bij andere richtingen als
neoklassicisme 'en surrealisme aanpaste.
Surrealisme. Het surrealisme
oelicht een dier verborgen gebieden
die eerder tot het gebied der occulte
wetenschappen behoort dan tot dat
der beeldende kunst. Feitelijk berust
de benaming surrealisme" op een
mystificatie en er is in Parijs genoeg
' over gedebateerd en gepolemiseerd
alvorens deze vast aaneengesloten
groep sympathie en belangstelling
voor hun streven mochten _ onder
vinden. In een brief van Guillaume
Apollinaire aan Paul Dermée . uit
1917, komt voor het eerst de naam
surrealisme voor, doch Apollinaire
doelde hier meer op het cubisme en
het orphisme, dan wel op een in de
theorieën van Freud wortelende
gevoelsverbeelding. De basis der surre
alistische schilderkunst, waartoe Miro
Arp, Max Ernst en Chirico gerekend
worden ligt in het onderbewustzijn,
in den droom en de daarmede gepaard
gaande fantastische gevoéldaverbei-ldiny.
Het surrealisme is een abstracte,
half-mystische-romantiek, die feitelijk
slechts zin" heeft i* de letterkunde
en in de jo'-'sie. De fransehe moderne
litteratuur wordt dan - ook grooten
deels door deze richting (die inderdaad
slechts een voortzetting van het
dadaïsme is), gevoed. Ook in de schil
derkunst bemerkt men den invloed
steeds meer en meer. Zelfs gezonde
cubisten als Léger en Survage be
zondigen zich aan surrealistische mo
tieven. Violier en Miro zijn evenwel.
de meest karakteristieke surrealis
tische schilders. De surrealisten maken
van de Kunst geen gewetenszaak- en
staan au fond geheet vijandig aan elke
constructief georiënteerde kunst-uiting.
Hun Werk is visionair eri moet eerder
in de richting van Odillon Redon,
dan in die. van C'ézanne-Qf Matisse
gezocht worden. Het visioen (lat zij
in hun onderbewustzijn van de reëele
wereld behouden hebben, wordt door
hen ..gecalqueerdj" zonder zich
daarbij om samenhang of
proportioneelévormen te bekommeren. Voor
den surrealist bestaat de realiteit
slechts in den droom, in de visionaire
.voorstelling. Het w>zen der voor
werpen drukt' zich in onze ziel af en
dit afdruksel, dit engram" is- even
als in den droom het essentïeele, de
sur-realiteit." Deze verschijnt ons
slechts wanneer wij ons passief houden.
Het scheppen is dan nog slechts een
automatische actie. De beelden die
het passieve onderbewustzijn op
roept zijn steeds volkomen gedefor
meerd., , ge-ontrealiseerd" zou men
kunnen zeggen. (Oorzaak der
a/iatische en Mexicaansche vervormingen
hunner kunstwerken). Het surrealis
tische schilderij is dus: als 't ware een
geopend venster, uitzicht gevende
niet op de natuurlijke realiteit, doch
op de occulte, de sur-realiteit" .van
het onderbewustzijn. Nieuw is dit geens
zins, doch het gaat in de Kunst niet
F. Kupka
zoo zeer om het nieuwe, het nie
dagewesene" dan wel om het juiste.
Reeds in 1914 schilderde men in
Holland visionair", zonder van sur
realisme iets te weten. Ik herinner
hier aan mijn eigen \verk uit dien tijd,
do Mouvement héroique," Meisje
met ranonkelsV' aan van Kuik's schil
derijen uit 1918 Ik die ben" en vele
andere meer. Trouwens, en dit
merkte ik in een lezing over abstracte
schilderkunst te Parijs op, waren
de fantasmagorieën van een Breughel,
Hieronimus Bosch soms niet surrealis
tisch?
Nu is de surrealistische methode"
echter anders, zij richt zich tot de
aziatische passiviteit en de moderne
automatique. Het surrealisme, het
moet erkend, heeft een onovertref
bare, zeer cultureele en geestelijk
verdiepte dichtkunst voortgebracht.
Als schilderkunst is deze automati
sche reactie van het onderbewustzijn
tot plastischen vorm, minder op
haar plaats, aangezien hierbij alle
mogelijke litteraire en symbolische
associaties een rol spelen. Als schilder
Biblioman"
kunst is deze richting m. i. decadent.
wat echter niet wegneemt dat zij zich
in Frankrijk heeft doorgezet; wellicht
omdat in het surrealisme verborgen
gebieden belicht worden, die evenals.
de kunst van krankzinnigen, een
groote suggestie op het publiek uit
oefenen.
Slotbemerkinoen. In deze ar
tikelen is slechts vluchtig van
devoornaamste, levende kunstismen
ge^wag gemaakt. Het stadium
eeneiterugkeer tot conventioneele uitings
wijzen, zooals in Frankrijk (en iu
navolging daarvan ook in
Duitschland: neue Sachlichkeit ) tusscbeu
1918 1921 plaats vond is overwon
nen. Sterker dan ooit leeft het ver
langen naar een geheel zelfstandige.
vrije, scheppende schilderkunst.
THEO VAN DOESBURG
1) Franfois Kupka, par Arnotdif
Grémilly.
'2)P. Mondrinan. LeXeo-Plasticismc*
L. Rosenbery. Parijs 1921.
3) Albcrt Gleizes. Le cabisme et sa?
loisi.
Max Ernst
Zee en vogels