De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1929 30 november pagina 7

30 november 1929 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

sfc» tv' »'?? |: K'1 F H H il .f Torrès Garcia Klot /V Ahntnn'ten. Ori>hiamc.?Geheel op zichzelf, doch eeidei' aan het Slavische expressionisme, dan aan het latijnsche cubisme verwant, staat het werk van den. reeds meer dan .'5(1 jaren te l'arijs werkenden schilder Francois Kupka. Niemand minder dan Guillaume Apollinaire, de grondlegger der nieuwe fransehe dichtkunst, doopte dezen serieuzen meester als orphist. In zijn ..Méditation Ksthétique" (11)12) wordt het Orphisme. waartoe Apolli naire ook zijn eigen poësie rekende. gekarakteriseerd als een trancendentaal-lyrische, spontane eu aan het constructief-gesloten cubisme tegen overgestelde, schilderwijze. Arnould Grémilly geeft in zijn werk over Kupka 1) nog de volgende toelichting betreffende de. benaming ..orphist": Lors d'une conférence faite avant la guerre a la Section D'Or," Guillau me Apollinaire disait que nous pouvions nous attendre a une peinture nouvelle, abstraite. entièrement dif férente du cubisme, ou il y aurait la couleur, Ie rythme et des analogies Muurschildering avec l'oeiivre musicale. 11 conseillait dt« Tintituler l'Orphisme." Het Or phisme was dus geen etiquette maar een trezenf<lH>jJu!in</. Guillaume Apollinaire, die in 1018 aan de gevolgen der oorlogsellende bezweek, was niet slechts een fanatiek verdediger van het cubisme (wel licht de diepste kenner en begrijper der nieuwe esthetische ideeën en methoden !) doch tevens de innigste /anger eener nieuwe, geestelijke en mystieke schoonheid. Trouwens voor deze geheele fransehe kunstenaars generatie van omstreeks 1010, die in haar geestesleven en gevoelscul tuur zou na verwant scheen aan de grootste katholieke mystici, was Apollinaire een blijvenden en vasten steun. Zijn heengaan was voor allen eon onoverkomenlijk verlies. Apollinaire's kritische plaatsvervanger Maurice Kaynal, was van veel geringere af meting en van nog geringere toewijding ten opzichte der steeds meer veld winnende nieuwe kunstgedachtp. Apol linaire was er zich vr,n bewust, dat elk Isme"' inplaats van een eti-. FRAN De Richtingen quette" een wezensbepaling inhield. Van hem stamt dan ook de benaming Surrealisme", waaronder echter iets geheel anders verstaan werd dan hetgeen de groep rondom het tijd schrift La Révolution Surréaliste" er onder verstaat. Kupka is orphist, kleurenzanger. zonder andere dan zuiver schilderkunstige bedoelingen. Evenals Torrès Garcia was Kupka uit de vaste overtuiging, dat het klassicisme 'n impasse" is, uit het kamp der academisten naar de z.g.n. abstracten overgeloopen. Tra_ditionali»me wordt eerst recht gevaarlijk, wanneer het in dogmatisme ontaardt en hiera-an nu -moesten beiden zich nog ontworstelen. Dit zich-ontworstelen aan een leege en formeele schildertraditie om tot een zelfstandige uitdrukkingswijze te komen, eischten van beide schilders geen geringe offers. Voor ? Torrès Garcia is het typeerend, dat hij als professor aan een kunstacademie in Barcelona, na beëindiging zijner groo te muurschilderingen in de Paula de la. Generalitat de Catalunya, tot zijn leerlingen-zeide: Alle's wat ik u geleerd heb en wat ik zelf geloofde , betreffende de missie der schilderkunst is foutief en leidt slechts tot een levenlooze herhaling. Het klassicisme en het naturalisme zijn doodloopende wegen." Trouwens weten we het ook van vele fransehe cubisten en van enkele onzer landgenooten, dat de z.g.n. abstracte" schilderkunst het gevolg is van eigen rijpheid. Slechts een groote eerlijkheid ten opzichte der eigen ontwikkeling is slechts in staat geweest om, door alle vroegere uitingswijzen heen^-de schilderkunst te brengen tot het niveau eener ver diepte, geestelijke schoonheidscultuur. Hierover is men het nu vrijwel eens geworden en het behoeft daarom , geen nadere verklaring, waarom het klassicisme en realisme geacht worden met kunst niets meer te maken te hebben; zij behooren tot het gebied der observatie en documentatie. liet Orphisme, waartoe behalve Kupka, ook Robert Delaunay, Roussel en Blanc Catti behooren, voerde het palette orchestrale" in en toonde .daarmee verwantschap met het ab stracte, slavische expressionisme van een Kandinsky. Neo-Plasticiaine en Ele.mentariame. Feitelijk lijnrecht tegenovergesteld aan de lyrische spontaneïteit der orphist ische schilderkunst ontstond uit het latijnsche cubisme, het z.g.n.' neo-plasticisme. Reeds in 1017, voor het verschijnen van Mondriaan's bro chure Le Neo-Plasticisme", was deze richting als nieuwe beelding" in Holland bekend. Zij ontwikkelde zich niettemin uit het latijnsche kunst principe, hetwelk mér dan het slavisch-germaansche op controle, orde en. constructie gegrond is. Vaag en onbewust leef de dit constructieve be ginsel in het cubisme. J'aime la régie qui corrige rémotion" zei Braque en de meer wetenschappelijke cubisten. als Albert Gleizes" hebben, evenals de russische suprematisten(Malevitsch) hun werk op grondige, kunstweten schappelijke onderzoekingen gebouwd. Het neó-plasticisme wil hiervan echter niets weten, het stelt, en terecht, de intuitie boven het controleerende ver stand. Het baseert zich op de kunst- . principes, die zoowel in Holland als in Frankrijk steeds in eere werden ILDERKUNST Schilderkunst en Elastiek gehouden : die van een, uit de perfectie der techniek groei ende, zuivere schil derkunst. De her stelling van de, door de impressionisten geheel verwaarloos de compositie" be gon met de cubis ten, doch werd in het neo-plasticisme een zeer uitgespro ken factor. De meest elementaire con trastspanning, die \an horizontaal en verticaal geeft aan het schilderij een uitgesproken con structief karakter. Deze schilderkunst is een uitgesproken verhoudingsschil derkunst en niet een peinture orthogonale" zooals de franschen haar wel betitelen. Wat als constante waarde in elk kunstwerk te gelden heeft berust grootendeels >p liet beeldende verhoudingsprincij ?-. doorgevoerd zoowel in de kleur als in de lijn en vereenigd tot compositi. ." Het cubisme bracht hierin reeds me- fdere klaarheid en legde den nadruk op de rapports quilibrés" en base» ide zoodoende het kunstwerk op gel-: ilderkunstige evenwichtigheid. De neo-plasticist draagt dus l.>-t onderwerp in zich: schilderkunst u ??. beeldende evenwichtigheid en k n zoodoende elk uiterlijk gegeven <»i tberen. De weerstand, die de natuialistische schilder in de natuur oml< ;?? vond. bestaat voor den neo-plastie-Nt slechts in de elkaar dekkende begrip pen van evenwichtigheid en v. !?? houding» Zoo men wil belicht dit de goe de zijde der tradi tie. Het ele mentarisme daar entegen zoekt een nieuwe schilder kunstige weerstand Ie vele sche richting de kleur geheel anders begrepen dan by de cubisten bijv., n ml. evenals in de moderne muziek de zuivere klank: als on vermengd, puur uitdrukkingsmate riaal. Is de neoplastische schilder kunst de kunst van evenwichtige ver houding bij uit nemendheid, de elementaristische, waartoe ook Fernandez, Vordember^h?, enz. behoo ren is een contrast schilderkunst, doch beide, uit dezelfde ideeën geboren lie ten meer dan een der andere richtin gen diepe sporen na in de nieuwe architectuur en schilderkunst van Europa en Amerika. Purisme. Mo,,ismen" welke grootenF. Kupka met de omgeving, aangezien de beelden i werking van het schilderij steeds VMI de omgeving (en van het licht)..- 1'hankelijk is. Dit conflict schuilt v--l voornamelijk in het contrast A-MI schilderij "en architectonische struc tuur. Volgens de elementaristische schilder wordt het schilderij eerst (!?"» een zelfsstandig en levend" orgari'*me, wanneer het zich zoowel uit «i« constructieve gebondenheid der ar chitectuur, als uit die der natuur, losmaakt. ' Dit laatste nu kan het slechts do« r den schuinen stand in décompoRÜi" te doen domineeren, hetgeen ook reeds in de beste werken der eerste cubistisch" 'periode (1912), zij het dan ook slechts onbewust, 'als noodzakelijk gevoeld werd. Ook wordt in de elementaristi['??r'- in Parijs ontstonden ook al op >., usverschillen duiden, dit bewijst vi Mcens dat het individualisme niet Ir.'its nog zeer sterk is, doch dat i't sinds het begin der 20e eeuw i», heeft toegenomen. Om zich zooi"! van de cubisten als van de :-? iit-o-plasticisten af te scheiden. inimden zich de schilders, die het :il>ir<tische grauwbruin tot een meer ;?; .ild en meer verpuurd palet wilde ?m.wikkelen puristen." Het ging bij c/.. ..verpuring" zoowel om den vorm U ? ui de kleur. Tegelijk met een ? i/ livering der kleur, werden ook de '?'??tender voorwerpen geometrisch:; .ig gecontoureerd. Zoodoende ble ven de voorwer pen steeds intact en werden dus nooit, zooals in het laatste stadium van het cubisme. tot een soort van arabesque". De kleur als direct' beeldend . uitdrukin::smiddel heeft in geen dezer irinve en nieuwste richtingen nog een ? '.-?i', ie ve oplossing gevonden. De ?«?i si«. cubisten", in het bizonder Picassb ?n l iraquey onthielden zich van elke vl.-ui-bepaaldheid, zij schiepen grauw 'i s-'t-aüw", om steeds in harmonie "?t. déomgeving te zijn. Dit cubisi>i-he palet is het coloriet der w reldtad. ,,ia palette mcmtmartoise." Wie tijd in Parijs, voornamelijk n i ie oude wijken als Montmartre tjuartier Latin geleefd heeft, zal in liet bruin, grauw en beige, dat deze Dijken van alle andere onderscheidt, M eubistische palet teruggevonden iebben. De postcubist Charchouhe lec-t't deze harmonie tot een ziekelijk fiterste doorgevoerd. De puristen u wilden met 'dit, door Parijs gedic teerde palet breken en tot puurheid zoowel in vorm als kleur komen. Ozenfant en Jeanneret (als architect bekend onder den naam Le C'orbussier) pasten hun puristische ideeën zoowel in de schilderkunst als ia de architec tuur toe. In Jiet tijdschrift L'Esprit nouveau" werd het Purisme uitvoerig geformuleerd doch ondervond in Parijs noch aanhangers noch belang stelling, aangezien de leider dezer richting, Ozenfant, zich al te gemak kelijk bij andere richtingen als neoklassicisme 'en surrealisme aanpaste. Surrealisme. Het surrealisme oelicht een dier verborgen gebieden die eerder tot het gebied der occulte wetenschappen behoort dan tot dat der beeldende kunst. Feitelijk berust de benaming surrealisme" op een mystificatie en er is in Parijs genoeg ' over gedebateerd en gepolemiseerd alvorens deze vast aaneengesloten groep sympathie en belangstelling voor hun streven mochten _ onder vinden. In een brief van Guillaume Apollinaire aan Paul Dermée . uit 1917, komt voor het eerst de naam surrealisme voor, doch Apollinaire doelde hier meer op het cubisme en het orphisme, dan wel op een in de theorieën van Freud wortelende gevoelsverbeelding. De basis der surre alistische schilderkunst, waartoe Miro Arp, Max Ernst en Chirico gerekend worden ligt in het onderbewustzijn, in den droom en de daarmede gepaard gaande fantastische gevoéldaverbei-ldiny. Het surrealisme is een abstracte, half-mystische-romantiek, die feitelijk slechts zin" heeft i* de letterkunde en in de jo'-'sie. De fransehe moderne litteratuur wordt dan - ook grooten deels door deze richting (die inderdaad slechts een voortzetting van het dadaïsme is), gevoed. Ook in de schil derkunst bemerkt men den invloed steeds meer en meer. Zelfs gezonde cubisten als Léger en Survage be zondigen zich aan surrealistische mo tieven. Violier en Miro zijn evenwel. de meest karakteristieke surrealis tische schilders. De surrealisten maken van de Kunst geen gewetenszaak- en staan au fond geheet vijandig aan elke constructief georiënteerde kunst-uiting. Hun Werk is visionair eri moet eerder in de richting van Odillon Redon, dan in die. van C'ézanne-Qf Matisse gezocht worden. Het visioen (lat zij in hun onderbewustzijn van de reëele wereld behouden hebben, wordt door hen ..gecalqueerdj" zonder zich daarbij om samenhang of proportioneelévormen te bekommeren. Voor den surrealist bestaat de realiteit slechts in den droom, in de visionaire .voorstelling. Het w>zen der voor werpen drukt' zich in onze ziel af en dit afdruksel, dit engram" is- even als in den droom het essentïeele, de sur-realiteit." Deze verschijnt ons slechts wanneer wij ons passief houden. Het scheppen is dan nog slechts een automatische actie. De beelden die het passieve onderbewustzijn op roept zijn steeds volkomen gedefor meerd., , ge-ontrealiseerd" zou men kunnen zeggen. (Oorzaak der a/iatische en Mexicaansche vervormingen hunner kunstwerken). Het surrealis tische schilderij is dus: als 't ware een geopend venster, uitzicht gevende niet op de natuurlijke realiteit, doch op de occulte, de sur-realiteit" .van het onderbewustzijn. Nieuw is dit geens zins, doch het gaat in de Kunst niet F. Kupka zoo zeer om het nieuwe, het nie dagewesene" dan wel om het juiste. Reeds in 1914 schilderde men in Holland visionair", zonder van sur realisme iets te weten. Ik herinner hier aan mijn eigen \verk uit dien tijd, do Mouvement héroique," Meisje met ranonkelsV' aan van Kuik's schil derijen uit 1918 Ik die ben" en vele andere meer. Trouwens, en dit merkte ik in een lezing over abstracte schilderkunst te Parijs op, waren de fantasmagorieën van een Breughel, Hieronimus Bosch soms niet surrealis tisch? Nu is de surrealistische methode" echter anders, zij richt zich tot de aziatische passiviteit en de moderne automatique. Het surrealisme, het moet erkend, heeft een onovertref bare, zeer cultureele en geestelijk verdiepte dichtkunst voortgebracht. Als schilderkunst is deze automati sche reactie van het onderbewustzijn tot plastischen vorm, minder op haar plaats, aangezien hierbij alle mogelijke litteraire en symbolische associaties een rol spelen. Als schilder Biblioman" kunst is deze richting m. i. decadent. wat echter niet wegneemt dat zij zich in Frankrijk heeft doorgezet; wellicht omdat in het surrealisme verborgen gebieden belicht worden, die evenals. de kunst van krankzinnigen, een groote suggestie op het publiek uit oefenen. Slotbemerkinoen. In deze ar tikelen is slechts vluchtig van devoornaamste, levende kunstismen ge^wag gemaakt. Het stadium eeneiterugkeer tot conventioneele uitings wijzen, zooals in Frankrijk (en iu navolging daarvan ook in Duitschland: neue Sachlichkeit ) tusscbeu 1918 1921 plaats vond is overwon nen. Sterker dan ooit leeft het ver langen naar een geheel zelfstandige. vrije, scheppende schilderkunst. THEO VAN DOESBURG 1) Franfois Kupka, par Arnotdif Grémilly. '2)P. Mondrinan. LeXeo-Plasticismc* L. Rosenbery. Parijs 1921. 3) Albcrt Gleizes. Le cabisme et sa? loisi. Max Ernst Zee en vogels

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl