De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1929 30 november pagina 8

30 november 1929 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

12 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 30 NOVEMBER 1929 No. 2739 SGHILDERKUNSTKRONIEK amm A. 8. B. Tentoonstelling, Gemeente Museum* AuiHtcrdam Er is een eigenaardig tesaamstooten, liever teg«n elkander botsen van twee persoonlijkheden op deze tentoonstelling; in n zaaltje i och hingen de werken van Wiegersma en Willing. Het werk van Willing, dat onder de nieuwe zaaklgkheid wordt gerangschikt (een t oo ver naam zonder bezwerende kracht 1) is een werk vol figuur en vol ijver. Het is feitelijk een werk, dat, in al zijn vertoon van (uiter lijke) kunde, geen persoonlijkheid verbergt, noch door zijn voorstellingen een persoonlijkheid open baart. Het is zeer akademisch in de voorstelling; het is misschien het akademisme der befaamde nieuwe zaaklijkheid, maar het is een akademisme en zóó vol herinneringen aan te voor ook ge schilderde voorstellingen, dat de persoonlijkheid van Willing problematisch wordt. Het werk van Willing hoort meer thuis in Duitschland dan bij ons (dit is een qualificatie), en het is niet zonder reden daarom, dat de twee meest eenvoudiggebleven voorstellingen, die van het gele huis en die van den rozentuin van een Duitscher konden wezen. Het werk van Wie<jer8»ia is hier moeilijk te zien, dat is zeker. Dit houdt rechtstreeks ver band met de verlichting, waaronder het geschil derd werd. Toch zijn van de tien ingezonden stuk ken er vier, die Wiegersma op zijn best vertegen woordigden, van welke vier er drie zeer typeerend 7AJn voor Wiegersma's wezen. Deze werken zijn de bekoring van St. Antonius, waar de bekoring een nieuwe geestelijke schakeering verkreeg; het Deurnsche landschap, ten tweede, waar het land schap het hoofdbestanddeel vormt van de voor stelling, en waar, hoewel stemmings-vol, een dag'getij gevonden wordt, dat in de figuurstukken niet steeds wordt gezocht; 3e het portret van Mevrouw Wiegersma?Daniels, voor mij persoon lijker dan het andere portret (128) door de ver tolking van figuur en van kleur; ten vierde reken ik hiertoe den man met den ooglap (131) een zelf portret, dat meer lyrisch ondervonden dan de genoemde, minder psychologische diepten bevat; dat vlotter gemodelleerd minder kantig is. Daar ik niet lang geleden den aard van Wiegersma in zijn werk heb trachten te karakteriseeren, en «Iders dat eveneens moest doen, zal ik deze dingen niet herhalen; dat ik vele en velerlei verwachtingen van dezen schilder heb, herhaal ik echter gaarne. Ook van Valentijn van Uytvanck moet ik een uit voeriger portret schrijven", terwijl ik pas naar aanleiding van zijn tentoonstelling in de Bron" (den Haag) mijn meeningen over hem uitte. ? Twee soorten zijner geteekende portretten (waarom kleurt hij sommige niet zachtzinnig met waterverf als overgang naar het weer schilderen van beelte nissen?) hebben mijn voorkeur: die waar de lijn het strakst gespannen zich voortbeweegt over het papier en die waar een dieper zwart (van haar of baard of anderszins) de teekening een grooter, dragender kracht gaf. Van Hynckes blijven de zwarte en roode stillevens (64 en 58) vooral het eerste mij als de geslaagdsten bij; van Charley Toorop het zelfportret met kinderen, een kind en een klein meisjesportret n daarvan vertoonde in de kleur een zachtheid, die haar niet gewoon is in haar sterk-modelleerende, bits-bepalende kracht. Het werk van déoverigen geeft mij geen aan leiding tot wijziging van oordeel (alleen: Alma wordt levendiger l) want van der Leek schemati seert voort, en de geïntróduceerden brengen ons geen waarden, waardoor' wij verrijkt verder gaan. Eén hoofdfout van deze verzameling is niemand ontgaan: dat is het gebrek aan eenheid dezer tentoonstelling: realisten van velerlei soort (inner lijke en uiterlijke) werden onder n dak gebracht met^abstracten^en schematiseerenden, tot een Zeist als Woonplaats* BO U WTJBBBEIH TE KOOP in bet centrum van Zeist, aan den verkeersweg Utrecht-?, Arnhem, in de onmiddellijke nabijheid van het Raadhuis, de Hotels Hermitage en Flgi en het Slot van Zeist. Prachtig opgaand geboomte, stofvrije wegen, vooral en van rloieering, gas. Water en electrlciteit. Nadere gegevens, worden verstrekt door de K.V. PAUK KER8BERGEN, Blontanbanstraat 4, Zeist. ? niet willig en elkander niet zeer waardeerend ge zelschap. Ten minste dit vrees ik. En zoo'n tehoop-loopen kan op een andersgeaavde tentoon stelling niet verwonderen, hier verwondert zij wel; het verwt-kt evenmin den indruk va,n een gewild en daarom gewekt contrast: het geeft den indruk van een niet scherpe leiding, waar die toch in d'een of andere richting scherp kon zijn, en moest zijn; 't zij in de richting der architectuur-sierende kunst, of daarmee verwant, 't zjj in de richting der hoe ook geaarde maar wezentlijke en persoonlijke rea listen. ... Door dit alles hangt de verzameling der nieuwe architektuur als. een aangezette staart wat bizar, te bungelen aan het overig deel dezer tentoonstelling. (De tentoonstelling is tot 2 December a.s. geopend). A. PLASSCIIAERT LI tbographlfn van Odlllon Kedon bij Santee Liamlweer, Heerengracht 39G, Amsterdam. In a soi-mème" vertelt Bedon van een jongen Engelscnman, die de zee was overgestoken om hem te vragen hoe zijn werken ontstaan waren en die zich als eenig antwoord met een glimlach had moeten tevreden stellen. En wat verder schrijft hij la véritéest qu'on ne peut rien dire de soi, quant a ce qui nait sous la inain, a l'heure soucieuse ou passionnée de la gestat ion. C'est bien souvent , surprise; on a depasséson but, voila tout. A quoi bon l'analyse de ce phénomène." In een brief aan zijn A*riend Mellerio zegt hij het nog duidelijker: toutes les raisons, que je vous donnerais sur la contexture de mes albums, vous paiaitraient insignifiantes et puériles: cllca leur enlèveraietit Ie prestige qu'ils doivent ttvoir. Encore une fois, il est bon d'entourer toute genese d'un mystère." Bekijk uit de hommage a G-oya" een litho als la fleur de marécage?de moerasbjoem en ge erkent de beteekenis der aangehaalde en gecursi veerde woorden. Elke ontleding van JLeze sugges tieve prent (aan een bloemstengel, die uit een duis tere watervlakte oprijst hangt een, door n eenig bloemblad omsloten, weemoedig turend, licht gevend gelaat) zou haar effect bederven, zou haar het prestige ontnemen waar zij niet buiten kan." Redon's phanthasie uit zich moeilijk en munt noch uit door haar plastische scheppings kracht, noch door haar vindingrijkheid. Zij is het tegenbeeld van die van Bresdin, Redon's leer meester. In diens prenten valt ge over den overvloed van gedaanten. Zijn verbeelding is hem steeds vooruit. Met de anatomie van wezens die hij fin geert heeft hij niet de minste moeite. Aan de bevolktheid" van zijn scheppingen offert hij desnoods de duidelijkheid op. Redon is steeds bang dat ge om den vorm den inhoud, om de veel heid de eenheid vergeten zult. Zijn bovenmenschelijke taak is het ideeën, begrippen, sensaties, ab stracties in schoonheid te verwerkelijken. Als hij een portret lithographeert omschrijft hij de uiter lijke gelijkenis zoo zuiver, maar zoo bescheiden mogelijk. Uit alles blijkt dat het hem om de ziel" te doen is. De stoffelijke verschijning is een nood zakelijke materialisatie van de innerlijke per soonlijkheid. Daar alleen komt het op aan. Van daar de groote plaats die het oog in zijn menschelijke verbeeldingen inneemt. Voor hem is hét met recht een spiegel. Hij teekent n visioen van een oog dat in de ruimte zweeft omgeven door een stralenkrans. Hij teekent gezichten, die niet veel anders zijn dan droevig starende oogen. De duivel, die den heiligen Anthonius verleidt heeft een wereld van weemoed in zijn blik. Voor wat Redon te zeggen heeft is de lijn misschien ? een onvermijdelijk maar zeker een onvoldoende uit drukkingsmiddel. Zijn contouren zijn expressief, maar uiterst sober. De verdeeling, de schakeering, de intensiteit van het zwart en wit zijn de eigen lijke wapenen van zijn kunst. Als hij een speler t vrij primitief afbeeldt door een man die een dob belsteen torst redt hij de voorstelling door de . suggestieve kracht van het. omringende landschap, waarin duister en licht hun symboliseerende taak vervullen. Alle sensaties van de meest hemelsche tot de meest duivelsch'e vertolkt hij door het mysterie van een tegenstelling of , een opvolging van toonwaarden. Men kan zich een blad van hem voorstellen, waarin alleen nuanceeringen van zwart en wit zijn gevoelens vertolken. Wie dit bedenkt begrijpt zijn beroep op het ondoorgron delijke geboorteraadsel van een kunstwerk. Zijn kunst is diep uit het- onderbewustzijn opgeweld en haar schepper zelf in veel opzichten een mysterie. II^^^Bn^ll^^DBIinilDlinilll ^A^^V HBIIIIIIUIIIIUIIIIIIIIHIIIIIUIIIIWHHIH^H J. B. BENNER & ZOON | DTATMOMAlMFiPT QKV»»TIOD 'm t i/\l^l V-/JnLr\lN UCiLj HOFLKVKKANCIKK» DEN HAAG 97 NOORDEINDB Biuumimiuunrniiiiiuiiuiunmnuiuuniu Voor een natuur als deze is de Hthographische steen het aangewezen uitdrukkingsmiddel. Geen kunstenaar heeft haar met zulk een koesterende liefde bewerkt, beschreven, doorploegd, en zich in al haar expressie-mogeUjkheden zoo volledig verdiept. Dat geeft aan zyn lithographieën een dubbele waarde. Zij zijn niet alleen de suggestieve openbaringen van de meest teedere en de huivering wekkendste sensaties, zij zijn tegelijkertijd niet te overtreffen producten van een zich volledig gevend werkmanschap. En met de volmaaktheid daarvan hangt 'zelfs de innerlijke waarde van zijn prenten nauwer samen dan men zou denken. Redon moest een vocabulair vinden voor het uitspvekelijke. De Heer Santee Landweer heeft naast ver schillende complete series, uitmuntende afzonder lijke drukken samengebracht. Wie zich in de fac tuur dezer wonderlijke prenten verdiept, heeft den zekersten weg ingeslagen om ze te leeren waardeeren. HENNUS Tentoonstellingen A. S. B., Stedelijk Museum. Architectuur, Schil derijen hen Beeldhouwwerken. Tot 2 December, Galerij voor Moderne Kunst, W. H. Hofstee Deelman, Vondelstraat 10, Amsterdam. Werken van Leo Gestel. Tot 5 December. Amsterdamsche Ateliers voor Binnenhuiskünst Westeinde 25, Tentoonstelling van werken door J. Bübine. Tot 9 December. Militiezaal", Singel 423. Amsterdam. Najaars tentoonstelling van De Onafhankeüjken". Tot 11 December. Huize van Hasselt, Rotterdam. Werken door 11. Voskuil. Tot (J December. Schilderijen en gra fiek van Gezina Boevé. Tot 11 December. De Bron, Zoutmanstraat 036, den Haag, Ten toonstelling Lebeau-glas. Tot 14 December. D. G. Santee Landweer, Heerengracht 390, Amsterdam.. Tentoonstelling van een uitgebreide verzameling lithografieën door Odillon Redon. Tot 14 December. N.V. De Kunsthandel," Keizersgracht 516, Amsterdam. Schilderijen en grafisch werk van Louis Sclmkkel. Tot 15 December. Kunstzalen d'Audretsch, Den Haag. Tentoon stelling bloemstukken van moderne schilders. Tot 15 December. Vereeniging Voor de Kunst," Nobelstraat 2, Utrecht. Schilderijen van Radda en R. Martinez. Tot 15 December. -Kunstzaal De Bron" den Haag. Poppen, M ivionetten en Maskers van Harry van Tussen broek. Tot 18 December. J. H. de Bois, Kruisweg 68, Haarlem. Tentoon stelling van schilderijen door Madelle L. Gorjot. Tot 18 December. Kunstzaal van Lier, Amsterdam. Schilderijen van Epi v. d. Velde?van Brussel. Tot 21 December. Artibus Sacrum, Arnhem. Schilderijen en gra fieken van J. M. Graadt van Roggen. Tot 23 December. ' Toonkamers Bij den Dom." Utrecht, Korte Nieuwstraat S. Schilderijen en Teekeningen van Joh. D. Hendriks. Tot 25 December. Van Gorkum & Co, Assen. Schilderwerk en , hfuitsneden vauL. A. Kortenhorst. Tot l Januari. Vereenigingagebouw 's Hertogenbosch. Schilde rgen van Frans Slager. Tot l Januari. F.W. Goupil & Co.. Heerengracht 437. Schilderijen en beeldhouwwerk van de Florentijnen, Professor Cipriamno Mannucci en Valmore Gemignani. Tot l Januari. Kunstzaal Willém Brok. Hilversum. Werken .van Marie Ketting. Beeldhouwwerk van P.Böhncke. Tot l Januari. POLROGER&C1L LE CHAMPAGNE ENVOGUE JAGEP-GEPLIhGS HAARLEM No. 2739 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 30 NOVEMBER 1929 CYRIEL BUYSSE door Prof, Dr. J. Prinsen J.Ln. IK kom wat laat rmet mijn kort woord van hulde en dank aan Cyriel Buysse, nu hij zeven tig jaar werd, maar het kan nog net; zijn huldiging i* over een langen termijn verdeeld en in Vlaan deren zelf gaat men ook thans nog weer een nieuwfestijn te zijner eere aanrichten. Men heeft vroeger wel eens beweerd, dat deze sti-uische, stoere^- Vlaming zoo goed als Hagenaar geworden was, \dat hij alleen maar in den zomer weer eens naar zijn geboortestreek trok om nieuw materiaal voor zijn werk op te doen en zich in de sfeer van zijn helden opnieuw te inspireeren. In ?de laatste weken hebben wij kunnen zien, als het nog noodig was, hoe_Vlaanderen hem geheel al» zijn particulier eigendom en litteraire glorie beschouwt, en terecht; hij is innig zuiver Vlaamsch gebleven van inborst en in zijn werk. Daar worden we wel diep van doordrongen, als we het "voor treffelijke boekje lezen, dat Herman van Puymbrouck over zijn leven en werk uitgaf. 1) En toch <lezezelfde Vlaming moet verklaren: Van den beschaafden Hollander heeft hij deze echte verfijning in woord en gebaar overgenomen, die den .Noord-Nederlander zoo zeer van ons, Vlamingen, onderscheidt. Hij is een van die zeer weinige menschen, die de natuur van het Zuiden hebben gaaf .gehouden en die zich de cultuur van het Noorden totaal hebben eigen gemaakt." Wij mogen er trotsch op zijn ten minste eenig aandeel te hebben in de vorming van deze forsche figuur in de zuidelijke schare van strijders voor schoonheid en recht. Wat in Buysse vooral treft, is zijn groote on bevangenheid en natuurlijkheid als kunstenaar. Hij heeft voor zijn werk geen diepgaande studie uit boeken noodig; hij tracht zich niet met ijver te scharen onder een of andere banier. Hij gaat tot het leven in zijn vollen rijkdom en afwisseling, dat is zijn studieboek. Hij geniet van den wellust van het leven en wordt geslagen met weemoed t*n somberheid door de ellende en verdrukking van zijn volk. Hij geeft zich over aan zijn natuurlijken drang om te fabuleeren, fabuleeren met een diepen zin en strekking, fabuleeren, maar gebaseerd op het leven en de werkelijkheid. En hij gaat tot die werkelijkheid van zijn léven niet in de hoog hartige pose van den artist onder zijn modellen; hij gaat met de toewijding, de trouw, de liefde van een die de samenhoorigheid voelt, die mee lijdt, die mee strijdt en hij wordt er ontvangen in ver trouwelijke gemoedelijkheid door de eenvoudigen van geest en hart. Van zijn leven zal ik hier maar niet veel herhalen. Men vindt dit alles in het mooie boekje van Van Puymbrouck. Hoe hij begon als jongen niet komische, satirieke gemeenteraadsverslagen van zijn dorp tot verontwaardiging van zijn vader. toen deze wist, dat ze door zijn zoon geschreven waren, tot vreugde van zijn tante Virginie, Love1 in g, die den toekomstigen schrijver in hem ont dekte en hem jaren onder haar bescherming hield. Van zijn verblijf in Amerika, dat hem zijn boeren land in Vlaanderen eerst recht leerde liefhebben, fiem het besef gaf van het onrecht, waaronder de Vlaamsche geest gedrukt ging. Dan komt de kennismaking met Zöla en De Maupassant. maai bij bewaart zijn persoonlijkheid; hij bond zich aan geen theorie of systeem. Hij zocht naar geen effec ten ; hij zocht en vond de zuiverheid, de waarheid, het echte reëele leven van zijn land. HU zag d<? Vlaamsche ziel, den Vlaamschen boer, den parvenu, den Franskiljonschen kasteelheer in hun eigenheid, hun zuivere sfeer, hun natuurlijke omgeving. Het was alles buitenstudie, trouw genomen naar wat hij zag en voelde; nooit duf atelierwerk. Daar ligt xijn groote kracht. Toen er al tal van schetsen en novellen van hem verschenen waren, kwam hij in 1890 met zijn Biezenstekker voor het eerst in De Nieuwe Gids en in 1893 stichtte hij mee Van Nu en Straks. Treffend teekent Van Puymbrouck in een paar halen de diepe verwording, de beestélijke ontaar ding, de smadelijke verdrukking als onder middeleeuwsch regiem, waarin de lijdende en lijdzame Vlaamsche* boer verkeerde om 1900 nog. Dat heeft Buysse aangegrepen, dat heeft hij geschilderd in sombere, rake kleuren, naar de volle werkelijkMerkwaardige overeenkomst HEE&ENHMODE Oorspronkelijke annonce in Illustration", ontworpen door het atelier B.B. te Parijs heid. Daar lag zijn maatschappelijke roeping. En te gelijkertijd tiert de idylle, klinkt de leutige lach. Buysse was idealist. Het is niet doenlijk hier zijn zeer uitvoerige oeuvre in al zijn rijke scha keeringen in de weinige regels, die ik aan hem wij den kan, te overzien en te karakteriseeren. Daartoe leze men de studie van Van Puynibrouck. Als ik deze lange reeks werken van zoo echt Vlaamsch leven, met zulk een diepe leering, met zulk een feilen drang tot verheffing overzie, dan voel ik hem voor Vlaanderen als een nieuwen Conscience met een zelfde sociale zending, op een hooger, ruimer plan met vrijer, nobeler inzicht in al het menschelijke, met een bewuster streven. Niet dat Conscience zelf in verhouding tot zijn tijd zijn mindere was. Maar de wereld is gegroeid sedert Conscience en, Buysse wortelde in een ruime re, vrijere aarde. Daardoor kon hij veelzijdiger en dieper zijn, een rijker weelde vertoonen, maar weelde, die gedragen wordt in eenvoud en natuur lijkheid, in groote, machtige aandoenlijke liefde voor zijn land en volk. gedragen in rustige be wustheid van zichzelf en zijn kracht. De tachtigjarige oorlog van het Zuiden, die met Willems en Conscience begon, loopt ten einde. In de jaren van na den oorlog ziet hij. en teekent hij in zijn werk de ontwaking en de krachtige herleving. MUZIEK door Constant van Wessem 1) Bij Van Hotkema en Warendorf's Uitg. Mij. ie Amsterdam en V. Reaaeler te Antwerpen* 1929. Advent" VOOR zijn tweede lustrum had de Vrijz. Chr. _ Jongerenbond een soort. lèekenspel", het scenisch oratorium Advent" gekozen, waarvoor M. H... K. Franken den tekst en Robert de Roos de muziek schreven. Het idee, ons de Jozef-figuur te laten zien. overgaande Van wachtende tot mede strijder voor den komenden Christus, wiens ge boorte op komst is, heeft Franken in den tekst uitgedrukt door ontleeningen aan plaatsen uit den Bijbel: de verwachting van Christus' geboorte door Maria en Jozef, aangevuld met sombere en in den toon gehouden uitweidingen en bespiege lingen; De geest van dit spel vraajft een muziek, die den componist geen eenvoudige taak geeft. Wat voor een muziek moet men bij een dergelijken tekst en een dergelijk gegeven schrijven? De regie en de aankleeding door Abraham van der Vies vond voor het scenischo gedeelte een juiste uitdrukking in de Verstrakking van al het hande lende tot massale groepen, onderscheiden in kleur, doch waarin het individu als zoodanig dopr een POLAK VAN DEVENTER LÉIDSCHÊST&AAT8O AMSTERDAM Plogioat-teekening als dagblad-annonce y door J. A. van Reeken te '$-Gravenhage uniformsgewijze gewaad is opgelost tot deelnemer aau een plastische groepen-uitdrukking, en ook de solistisch optredenden kregen eenzelfde strak heid en.soberheid, die alle ..spel" terugbrengt tot enkele plastisch-sclvëmatische gebaren. In deze opvatting werd, volgens den indruk dien ik er van kreeg, ook de muziek van Robert de Roos ontworpen. Het voor den opzet van dit Advent"-spel aanverwante Oedipus Rex" van Strawinsky vermeed hij in zijn conceptie geheel. Sobere, strakke thema's, waar de muziek op den voorgrond komt. 'stillere, vagere stemmingsvolle klanken, waar deze slechts begeleidende achter grond voor den tekst bleef. Een fuga op een gedragen en rustig voortschrijdend thema voor trompetten en trombones opent het spel. Dit thema, een van de beste, is, tevens typeerend voorden geheelen geest van deze muziek, zoowel in den zin van wat zij goeds als wat zij minder geslaagds had: ^tegenover de soberheid, waartoe zij zich moest bepalen hadden de thema's op zichzelf praegnanter kunnen wezen. Ten slotte liet deze muziek onbe vredigd, niettegenstaande knappe vondsten en goedo bewerking. Ik heb trouwens bij dit geheele spel het gevoelen niet kwijt kunnen worden, dat juist in de praegnantheid, in het fanatieke, dat massale overtuiging nu eenmaal altijd, over zich krijgt wanneer zij zich demonstreert, de uitdrukking te kort schoot: iets half slacht i gs blijft zulk een in scène gezet idee toch steeds behouden-voor den toeschouwer^ die de innerlijkheid van een gedachte ten slotte uit de demonstratie zelf moet ervaren. Niet alleen uit de woorden, die gesproken worden. Dit neemt niet weg, dat het experiment boeiend was als poging om tot een leekenspel als gemeen schapskunst te geraken en er was genoeg dat» ondanks zijn onvoldragenheid, door zijn ernst een zekere stemming wist op te wekken. Maar ik kan me begrijpen, dat muzikaal gesproken het gegeven een componist niet gemakkelijk tot zijn gelukkigste invallen vermocht te inspireeren en de Roos hield zich misschien ook wat al te strak aan de strakheid, die hem ter wille van het geheet werd opgelegd, en die zijn muzikale expansiviteit. bond. BRANDBLUSSCHER .HOLLANDIA SPANJAARD &C FABRIEK ESPANA UTRECHT

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl