De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1929 7 december pagina 2

7 december 1929 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

s f roene oor Nederland Sinds zneer dan vijftig /aar aan de apita der weekbladen . . . ." ONDER HOOFDREDACTIE VAN A. C. JOSEPHÜS JITTA Redacteuren: H. BRUGMANS, L. J. JORDAAN, M. KANN EN TOP NAEFF. Secretaris der Redactie: C. F. VAN DAM KEIZERSGRACHT 333» AMSTERDAM C. Sfoliditeit ongeëvenaard OPGERICHT IN 1877 No. 2740 ZATERDAG 7 DECEMBER 1929 Het Stadhuis van Amsterdam staat ....op den Dam er VOOR de zooveelste maal in de laatste_halve eeuw staan de burgerij en do gemeenteraad ?van Amsterdam voor do vraag : moet er een nieuw .?stadhuis worden gebouwd?' De geweldige ont wikkeling, die de stad in de laatste 25 jaar heeft doorgemaakt niet het minst op. stedebouwkun dig en architectonisch gebied eischt op steeds dringender wijvse een oplossing van het stadhuis vraagstuk, waarmede men gedurende langen tijd ti-vreden zal kunnen zijn. De verbouwing van het Prinsenhof, die enkele jaren geleden werd voltooid, heeft een verbetering gebracht, die dringend noodzakelijk was, doch die slechts als een tijdelijke oplossing is bedoeld en kau worden aanvaard. Het voorstel van MT. U. van den Bergh om met de regeering in overleg te treden, ten einde het paleis op den Dam weder aan zijn" oorspronkelijke bestemming terug te geven, wacht op een praeadvies van B. en W. Over de rechtsvraag, of het paleis het eigendom is van do gemeente of van het .Rijk?- winnen B. en W. het advies in van juristen. .Dat advies zal nog in deze maind wordon uitgebracht. L)e brand van het Paleis voor Volksvlijt heeft het vraagstuk acuut doen worden, omdat de geiiv.'untevav.l -vermoedelijk zal besluiten het terrein, wairop dat Paleis stond, te koopen eti omdat naar beweerd wordt bij een aantal raadsleden het voor-, nemen beslaat, dat terrein voor den bouw van een nieuw' stadhuis te b,-*steruni"n. Zelfs verluidt, dat voor die bestemming reeds 'meerderheid -in den zou b£stain. Ik acht dat echter hoogst on waarschijnlijk. ' U -t komt.iirj' voor, dat ervoor het stadhuisvra.4;rstufc slechts n oplossing is, die verre 4e voorkeur verdient boven alle ande re plannen, en dat is: liet palcl* o/> den .Dtt-ni <ian zijn otidt'. beste tnminster u;/ te r/cven c H^ het te ncbriiikcn o/,s rcpre8cn~ Iftticf stad hui*, wanr de zvtcl vanjint f/etticenlebcstuur i x rfuvcutiffd, icatir de </emMiitera<irt 'verf/adert f,i\ waar de ntitrnnyfften door hel tti!niccntcbc&tuur__.pldnl8 vinden. Tevens zou de Koningin hetzelfde gebouw kunnen gebruiken voor haaixjaarlijksche ontvang sten." Heb 7.011 dus zijn bestemming als woonhuis voor &< Koninklijke familie verliezen. En men zou elders in de"7 stad een nieuwe woning voor de Koninklijke familie moeten, bouwen.?Die woning zou echter niet zoo groot-behoeven te zijn, dat daar ook groote recepties en diners zouden kunnen worden gegeven. Óp. die wijze zoude dubbele traditie, die aan liet gebouw op den Dam verbonden is, zijn be stemming als stadhuis met de daarmede samen hangende herinneringen aan den grooten tijd -uit het verleden «n het gebruik van_hot gebouw als paleis bij de jaarlyksche bezoeken van de Konink lijke familie behouden T>lijven. Natuurlijk zal slechts een deel van de .secretarie in dat gebouw kunnen worden ondergebracht. Het overige deel kan blijven in het Prinaenhof dat in de onmiddelijke nabijheid is gelegen en dat door een bijzondere telefooninstallatie feitelijk tot een bijgebouw van het stadhuis op den Dam kan worden gemaakt. Is het stadhuis op den Dam voor die bestemming geschikt ? Reeds jaren geleden hebben deskundigen gege vens bijeengebracht, teneinde op die vraag een goed gedocumenteerd antwoord te kunnen geven. Een globaal onderzoek is indertijd ingesteld door een kleine commissie, waarin o.a. Dr. P. J. H. Cuypers en mijn vader zitting hadden. Ik herinner mij nog levendig, dat ik als kind een groote vergadering -in het Concertgebouw heb meegemaakt, waarin beide genoemde heeren een warm pleidooi hebben gehouden voor "het herstel van het stadhuis op den Dam in zijn oude bestemming. Bij die gelegen heid werden ook lichtbeelden van het inwendige van het gebouw vertoond*. En de opmerking van een van beide sprekers.dat het_eén schande was, dat men aan déburgerij van Amsterdam het binnenste van haar stadhuis 'in lichtbeelden moest. laten zien, heeft een diepen indruk bij mij achter gelaten. Later heeft een grootere-rommissie, waarin de heeren Dr. P. J. H. Cuypers. Dr. TI. P. Berlage. A. \V; Hos. Prof. Dr. II. Brugmans en t'. Muysken zitting hadden, een nog heel wat uitvoeriger onderzoek-ingesteld. Beide commissies hebben een Zeer pertinent bevestigend antwoord op do. gestelde vraag gegeven. Zij waren van oordeel, dat het stad huis op den Dam als woonhuis totaal ongeschikt is. daarentegen bij uitstek geschikt, om te dienen aFs zetel voor het gemeentebes.tiuir. . V ; ' -'?V* 'I '' Volgt inen-deztuadviezeH op, dan zal een kunst werk van den allereersten vang. hét grootste mo nument iiit on/.e gouden eeinv. aan zijn ware.besteiumuu; worden teruggegeven. Terecht hetinnert de coiumissie-Cuypers eraan. dat. toen dat stad huis .gebouwd werd, allo voorwaarden aanwezig wareii; om. iets wézenlijk grootsch tot stand te brengen. Kr was een regcering, die zich sterk van haar waarde en beteekenis bewust was. Kr~"was een burgorijj, die haar regeering gaarne koninklijk? zag "Handelen. Er waron economische omstandig heden, die den bouw van een Zoo rijk opgevat stadhuis mogelijk maakten. En eindelijk er waren kunstenaars^clio1 de grootsche gedachte op haast onovertroffen wijze vorm wisten te; geven. Ui£ het artikel, dat "prof Brugmans in ditzelfde nummer vah de Groene'aan het stadhuis op den Dam wijdt en aan de 'afbeeldingen,-die daaraan zijn toege voegd, bjijkt dat ten duidelijkste. Thans staat dit gr ootschn monument, dat-'men ? niétten onrechte een wereldwonder heeft genoemd» gedurende het grootste deel van het ja_ar -?ik laat nogmaals de commiïjsie-Cuypers aan het wooj'.d met gesloten luiken alèeen^ sterfhuis op de meest historische plek van Amsterdam." Het Wordt gebruikt als^ wwrihuts. waarvoor het ten -«enen male ongeschikt js.- Het herinnert in zijn huidige bestemming aan een tijdperk van diep veuval,'toen het gemeeritebpstuur van Amsterdam zichzelf, waarschijnlijk terecht, het groote verleden niet waardig achtte. Ons .vaderland en onze hoofdstad maken thans een tijdperk van bloei dóór, dat in vele opzichten aan den glorietijd van de 17e eeuw herinnert. Er bestaat dringend, behoefte -aan een stadhuis. DE GROENE AMSTERDAMMER Prfjn per Jaargang ? 10.?? btj vooruitbetaling. Per No. 28 Cent. Advertentièn ? 0.75 per regel. Postgiro 72880, Oem.-OIro O 1000. '- INHOUD: 1. Mr. A. C. Josephus Jitta, Het Stadhuis staat op den Dam. 2. . Dr Jan. O. Salomonson, Medische verantwoor delijkheid. 3. Dr. E. van Raalte, Vlaamsche Strijd Joh. Brankensiek, Amerika's Vredesboodschap. 4. A. Plasschaert, Schilderkunt. -5. L. J. Jordaan, De hemel beware ons Prof. C. \V. de Vries, Nationaal Gouvernement. 6. Dr. R. Feenstra. Tikblaadjes. 7. Dr. Jac. P. Thijsse, Uit de Natuur. Mr. Frans Coenen, Kroniek. _ 9. Voor Vrouwen. 10?11. Prof. 'Dr. H. Brugmans, Het Stadhuis op den Dam. T2- ? L. J. Jordaan,-Bioscopy Mr. H. O. Koster, 13. Mr. Henrik Scholte, Hemelscht huwelijken. 14, C. M. de Groot, De rente der Rijkspostspaarbank. 15. C. K.r Beursspiegel. 16. J. F. van der Veen» Persoonlijke mu:iekbeo(fening. __ 17. Melis Stoke, lnter\>iew met den He ligen Man. 18. Lou lichtveld. Mechanische-Bioseoopmuziek Melis Stoke, Rijmkronyck. 19. AHda Zevenboom's Croquante Croquetjes. Uit het Kladschrift van Jantje. ^ 20. Cel. .?, Telefoon ClanrOria. Omslag: Spelproblemen. Bijvoegsel: Joh. Braakensiek. De Amsterdams£lictram in de binnenstad. _ , De beschaafde smaak Vraagt Bonbons Let op den naam Zo<uooit.. dan is thans het oogen'blik aangebroken liet paleis aan zijn oorspro'nkelitke bestemming de eenigoT waar liet geschikt v«J«U'-4s''?.terug te geven. - - " . Er ritst een zware verantwoordelijkheid op den genieenteraad van Amsterdam, waaneer hij deze gelegenheidrdie misschien de^-Iaatste zal zijn. laat vtM»rbijgaan. Hoe zou imntêi's de, regeering kunnen handelen', wanneer het gemeentebestuur van Am-' ""sterdam zwijgt ? ., '.-??? De vraag, vïic voor den rechter zijn eigendoms recht op het'-geliomy kan bewijzen -?waaraan B. en W. een overdreven waarde lijken te hechten -J is van ondergeschikte beteekenis., .Evenzeer de vraag. die_ _daarmede tennauwste samenhangt. Wie de kosten van het nieuwe" palejs^ zal moeten, ?lragen. ~ . ? - ? Dat de regeering niet tot overleg bereid zou zijn, acht jk. onaannemelijk. Amsterdam heeft op zijn~ ? stadhuis inoreele en historische aanspraken, die sterker wegen, dan een juridisch bewijs ten over staan \-stn den rechter. Van de regeering zal het initiatief niet licht uitgaanT Dat initiatief behoort uit,te gaan van het gemeentebestuur van Amster dam. Laat de gemeenteraad het verlossende woord spreken! " _ "A. C. JOSEPHÜS JITTA ~ 1 '( ?- - * i l j T I»

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl