De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1929 7 december pagina 7

7 december 1929 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

,-^ff l r T '? 1 j. De Zuidelijke Binnenplaats HET is inderdaad, zooa1^ mr. Jitta in zijn hoofdartikel zegt, het stadhuis van Amsterdam staat op den Dam. Hier aan de oude centrale markt van Amsterdam, die nog geens zins haar beteekenis als plein heeft verloren, is der stede huis geweest, zoolang wij iets weten van onze stad. TADHUII OP DEN DA De Oude Paleis-Raadhuis-mstie Opnieuw AOW De Orde door Prof. DrXitRUGMANS VAN STADHUK TOT PALEIS 'wDe Vrede op het Oostelijk frontispice Wat wel gezegd werd van een stad huis in de ' buurt van de Nieuwe Brug, is fantasie gebleken: wij kennen in het oude Amsterdam slechts een stadhuis aan den Dam. Hier ' stond het oude raadhuis, dat in 1421 in de vlammen opging. Hier werd kort daarna een 'nieuw stadhuis ge bouwd, dat in ieder geval in 1424 moet zijn voltooid. Hoe dat stedehuus" er uit zag, weten wij niet: er is geen af beelding van be kend. Ook dit raad huis trof het lot van zooveel oude gebou wen: het is bij den grooten brand van 23 Mei 1452 ver nietigd. Of het toen geheel is herbouwd is onbekend; maar in ieder, geval ken nen wij het sierlijke gothische stadhuis van 1452 gelukkig uit talrijke schilde rijen en prenten; wij weten ook, vrij nauwkeurig, ho« het was ingericht. Het spreekt van zelf, dat een groei ende stad als Amsterdam steeds meer ruimte noodig had voor zijn publieke diensten. In de zeventiende eeuw namen van jaar tot jaar niet alleen de werkzaamheden van alle regeeringscolleges toe, maar ook hun aantal. Voor die alle moest raad worden geschaft en plaats worden gevonden op het stadhuis. Het stadhuis werd dus te klein. Daarbij kwam, dat het fraaie gebouw, hoewel nog geen twee eeuwen oud, reeds op bedenkelijke wijze de gebreken van den ouderdom begon te vertoonen; onze vaderen waren in hun bouwwerken wel eens minder soliede dan men in den regel geneigd is te gelooven. De zaak begon overal te verzakken; de aardige toren moest in 1615 worden afgebro ken. Er kwam waarlijk periculum in mora in den meest letterlijken zin. Vondel heeft dan ook voor het toch aantrekkelijke oude stadhuis geen passender qualificatie dan een rottenest." Zoo is te begrijpen, dat burgemees teren deü28sten Januari 1639 aan de vroedschap mededeeling deden van den benarden toestand van het stad huis; zij voegden er dadelijk de vraag aan toe off men oock zoude konnen goedtvinden in plaets van 't selve stathuys een nieuw te doen maecken." De vroedschap benoemde een com missie om de zaak te onderzoeken. Juist een jaar daarna, 28 Januari 1640 bracht de commissie, rapport uit: aft stelde voor met burgemeeste ren mede te gaan. Van lange discussies :%fm*Mi%^- - : ^ -i-^vr..-» .-- .-. '?/ ? A'-'".-/* fe^tó»-^iË£--:^v; - 'v^« w^^^m^'-'-' m^i^^^^^--'. »A££' :^^^K-""V;"; ? ? Vrijheidsfeest op den Dam op 4 Mac naar J. Kuy\ is niets bekond: de vroedschap noemde nog op denzelfden dag commissie van uitvoering. Na dit besluit v'erloopen eenig Jaren met den aankoop van huize» gronden in de buurt van het oud stadhuis: want dat het nieuwe nu huis veel grooter moest worden la het oude, sprak van zelf: het geh«' blok tusschen Dam en Voorburgwa Gasthuissteeg (Paleisstraat) en Mo/.e en Aaronstraat bleek noodig. lust en de vreugde van het groot* werk klinkt nog door uit de formeele resolutie.s Als burgemeesteren in 1643 aarzelen voort te gaan om de hooge kos ten, stelt de raad kloekmoedig vast, dat men met het voorzegde werl zal voortgaan.... dat men voor om het werk naer eysch met sijn voll beslagh ende eens ter deeghe maecken" nog meer huizen zal n eigenen: terecht overwoog de vro schap, dat zoodaenigh een weri rustig ende niet bekrompen beh< ghemaeckt te worden." Dat is dan ook niet gebeurd: ee»| waarlijk groot en gi-ootsch stadhuis i tot stand gekomen, zooals ieder no kan zien. Den 20 Januari 1648, was in de dagen van den glorieuz i. Gravure van Vinkeles en Vrijdag, Was van Stolk De illustratie zijn ontleené\ en Wéismam Amsterdam. van Munster, werd de eerst* van de fundeering geslagen: \>S 'ix hetzelfde vredesjaar werd Ie «'«'i'ste fondamentsteen'' gelegd, men nog kan zien. Sedert bouw geregeld voort, die alleen erd gestoord door den brand van ft oude stadhuis, dat men voorloopig U olijk had laten staan. Dat was tn ;.-n Juli 1653. In den zomer IKI l ii55 is het stadhuis ingewijd, door Vondel, Huygens, sl<> on vele andere dichters. Men toog na de feestelijke in gebruikstel ling dadelijk aan den ar beid; waavnae yder collegie is gegaen in haer camer om het werck op te nemen," zegt Bonte'i. Maar ook: Nae den midch 7.\jn de heeren in ordre als gecornen waren, ter tafel geplaest lxt-,.rlijck getracteert." Ten slotte Jrzokort Bontemantel, dat de heeren nt negen ueren alle vertrocken seer vrpolijck en soet sijn. |Zeki-r hebben deze mannen, . die een kostbaar gebouw stichtten or hun stad, weinig kunnen ver* dit artikel \' Brugmans \Stadhuisvan f. Emmering moeden, dat huir stadhuis eenmaal voor geheel andere doeleinden zou wor den gebruikt, waar voor het volkomen ongeschikt is. In derdaad was het groote gebouw een stadhuis en dus zetel van het stads bestuur en boven dien dienstgebouw voor de stede lijke administratiën. Daarvoor is het gebouwd en daar voor was ht't ook uitnemend geschikt. Wie zich zorgvul dig realiseert, wat in het oude stad huis was onderge bracht, kan niet andei's dan den logischen opzet .van den geheelen bouw bewonderen. In de ssen opzet krijgt de groote burgerzaal een boteekenis, die zij in onze dagen geheel mist: de cen traio hal van het stadhuis is de zaal der burgerij in al haar geledingen, een zinrijke gedachte der toenmalige re geering, die men van deze regenten misschien niet zou hebben verwacht. Daaromheen groepeerén zich dan de vergaderzalen van colleges en commissies en de verdere dienstvertrekken in logischen samenhang met' den centralen bouw. ** * In 1795 werd de regeeringsvorm van Amsterdam niet onbelangrijk veranderd. Maar nimmer zijn klachten ver nomen over de mindere geschikt heid van het stadhuis voor zyn ge wijzigde bestemming. Er is dan ook geen enkele reden om aan te nemen, dat het ook niet verder aan de behoef ten van den modernen gemeentedienst zou hebben voldaan, ware het niet in 1808 aan zijn oorspronkelijke en klaarblijkelijke bestemming onttrok ken. Wat in Middelburg, in Maastricht, in den Bosch, in Leeuwarden, in Leiden i in Alkmaar en in zoovele andere Nederlandsche steden heeft gekund, waarom zou het onmogelijk zijn gebleken in Amsterdam? De tegenwoordige toestand is zeker voor Amsterdam niet gewenscht en ook niet waardig. Die toestand herinnert bovendien voortdurend aan den tijd van onze diepste vernedering, toen een vreemd monarch het stads bestuur van Amsterdam dwong zijn befaamd stadhuis af te staan. Wordt het eindelijk geen tijd, die smarte lijke herinnering uit te wisschen en tot grooter traditie en grootscher ver leden terug te keeren? De Vroedschapskamer Nieuwe Uitgaven De avonturen van den bravenSoldaat Schtcci"k (jedurendc den Wereldoorlog, door Jai-oslav Hazek; Tsjechisch vertaald door Praag. J. M. Meül.enhoff, dam. uit het S. van Amster ij ??i', De Zuidwestelijke hoek der Vierschaar

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl