Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 7 DECEMBER 1929
No. 2740
T
II
r l
De Rijkspostspaarbank en de
nalatigheid van den Staat
door M. C. M. de Groot
DEZE Hai i k is haar arbeid hcgoutien in
Xa 21 jaren was een legoed v*-rkregen
van 100 millioen, 11 jaar later van 200 en weer 7
jaar later van 300 millioen. Einde September l.l.
was het tegoed geklommen tot 343 en het aantal
boekjes in ontloop tot 2.1 millioen, dat is gemid
deld per gezin 1.5 boekje en ?245. ?
Zij maakte op onbeduidende afwijkingen nu
«teeds bedrijfswinst, die regelmatig steeg en in
1928 5.8 millioen beliep. Met de \vaardewijxigiug
van haar beleggingen is het lang /oo regelmatig
niet gegaan. Daarop had natuurlijk de wisseling
in den rentestand een groot en invloed. De* waaide.
steeg eerst, daalde later aanzienlijk, vooral in en
kort- na den oorlogstijd, om ten slotte weer sterk te
stijgen. Het gevolg van een en ander was een balans
van 1020 met een nadeelig saldo van 48 millioen,
nu omgeslagen in een voordeelig van 43 millioen.
Over de taak der Postspaarbank bestaat geen
verschil van gevoelen. Zij moet voor onze kleine
burgerij zijn bovenal een veilige, vervolgens een
vruchtdragende bewaarplaats haver spaarpen
ningen. Dit niet alleen xiit overwegingen van stof
felijke welvaart. Meer nog omdat bevordering
van sparen is bevordering van overleg, van toe
komst-zorg, van zelfstandigheid.
Ten aanzien van de veiligheid is ongetwijfeld
de volmaaktheid dicht genaderd. Men weet dat
de Staat hoofdsom en rente zonder eenig voorbe
houd waarborgt. Maar op het tweede punt blijft
veel te wenschen. Zij betaalt aan hare inleggers,
nu al 48 jaar lang, 2.04 pCt. rente. Of de normale
rente 3 of 6 pCt bedroeg, zij bleef onbewogen.
Hier ligt een fundamenteele fout. Geeft zij meer
dan normaal, dan haalt zij gelden naar zich toe,
die naar de best beschikbare aanwijzing die
van het vrije verkeer elders nuttiger zijn. Geeft
zij minder, dan stoot zij gelden af, die naar den
zelfden maatstaf bij haar behooren en elders slech
ter praktisch gesproken meestal onveiliger
zijn geplaatst. Te veel heeft zij nog nooit gegeven.
Te weinig echter reeds vele jaren. Ik geloof, dat
balanstekorten of overschotten niet zoo heel
belangrijk zijn. Maar ik wil toegeven dat een debet
sluitpost op de balans,- ten laste van den Staat der
Nederlanden, van 48 millioen, zooals in 1920,
niet fraai staat. Doch sedert die post is omgeslagen,
in 1925, in een reserve had de bank een redelijke.
rente behooren te betalen, d.w.z. hetgeen ze zelf
na aftrek der kosten maakt. Nu doet zij haar
2.1 millioen vrienden te kort.
Ze is kortzichtig bovendien. De rente is de
rochtsstreeksche beloonirig voor het sparen ; de ? rente
bevordert het sparen en des te sterker naarmate
aij hooger Is. :
Terwijl de Postspaarbank dus geroepen is, het
sparen te bevorderen, houdt zij het tegen. En dat
in een tijd van schaarschte van kapitaal, die de
ontginning van gronden, de uitvoering van groote
werken, de rationalisatie der ny verheid belemmert.
Kapitaalvorming is het middel tegen werkloos
heid. Elke bespaarde gulden, om het populair uit
te. drukken, zoekt zijn man om lieru productief
te maken.
Men keurt algemeen het koopen op afbetaling
af, tenzij dan van productiemiddelen. Xu bestrijdt
men het kwade nooit grondiger dan door het goede,
dus het koopen op de pof, door het sparen. Men
voert een voort durenden strijd tegen den woeker
en ondervindt daarbij de grootste moeilijkheden.
Do principieele vijand van den woeker is het
sparen. De Stivat kan dit bevorderen door
renteverhooging.
Sociaal-economen breken zich het hoofd, hot*
«lo schrille tegenstelling van overmatige rijkdom
en nijpende armoede te verzachten. Do Staat
kan door de bewuste verhooging den toestand van
2.1 millioen kleine burgers versterken. Hier nadert
men de vraag der welvoegelijkheid. De Staat
heeft willen zorgen voor de veiligheid en de pro
ductiviteit van de spaarpenningen der kleine
lieden. Is het geoorloofd, terwijl hij zelf jaar in
jaar uit groote en stijgende bedrijfswinsten maakt,
deze lieden met 2.04 pCt. naar huis te sturen?
Ik weet: niemand wordt gedwongen naar de bank
te gaan, ieder kan onmiddellijk zijn geld terug
krijgen en déwinst wordt, althans voorlóopig,
niet door den Staat verteerd doch gereserveerd.
Is het nog wel noodig, het onvoldoende dezer
tegenwerpingen aan te toonen? De Staat heeft
eenmaal deze taak op zich genomen. Hij moet d"ie
redelijk volbrengen en niet onder de markt
betalen, vooral niet in het verkeer met eenvoudige,
spaarzame lieden. Hij doet hun te kort.
Het is ieder wel overkomen, dat hem door kleine
spaarders raad omtrent belegging werd gevraagd.
Hij dacht natuurlijk het eerst aan de Postspaar
bank, maar zal dadelijk het bezwaar harer te lage
rente hebben .ondervonden. Deze weert de
menschcn, die dan vaak in handen vallen van minder
nauwgezette financiers, met de verliezen en de
ellende,, die daaruit dikwijls voortvloeien. Men
denkt onwillekeurig aan de nog versche beurscrisis.
De lage rente der Bank is Bondgenoot e dier finan
ciers. Was zij in 1925, toen het balanstekort ver
dwenen was, op een redelijk peil gebracht, dan
zouden tientallen millioenen meer in de Bank zijn
belegd en voor verlies behoed. Met n pennestreek
.kan dit gevaar voor de toekomst .worden vermeden.
? '. ' ' ? * * - '
Of er dan tegen rent e verhooging geen enkel
bezwaar bestaat? Het zou wel een wonder zijn;
welke zaak heeft niet hare keerzijde?
1. De groote toevloed van gelden zal dikwijls
slechts een verplaatsing zijn, geen vermeerdering
van gespaard geld.
In deze tegenwerping ligt de erkenning opge
sloten dat er toch ook vermeerdering zal zijn. En
voor zoover er verplaatsing is, moeten de spaarders
er voordeel in zien, anders zouden zij niet over
brengen. Verplaatsing komt aan de veiligheid ten
BRANDBLUSSCHER
HOLLANDIA"
SPANJAARD «.CS
FABRIEK ESPANA.
UTRECHT
goede, want naar aller erkentenis staat de Bank in
dit opzicht bovenaan. Een deel zal zeker bestaan
uit verplaatsing van creditsaldi naar do bank bij
minderwaardige instituten; hier dus een zeer gioot
voordeel. Zeker, er kan ook geld uit goede parti
culiere banken (Nutsspaarbanken e.d.) vloeien. f)«
vrees is wel uitgesproken, dat zij onder
renteveihooging der Uank zouden lijden. Die vrees is onge
grond. Uit de jaarcijfers blijkt dat zij aanzienlijk
minder kosten hebben dan de Bank: in 1021 0.45
pCt. van het verschuldigde tegoed tegen de Bank
J.llpCt. (Jaarcijfers 1922 bldz. 125).
2. Er '/uilen deposito's vloeien naai1 de Bank en
voor deze is zij niet opgericht.
Deze beweging kan nooit van eenig belang worden,
omdat de Bank rente vergoedt uitsluitend be
ginnende den l en en 15en der maand en geen
rente boven ? 1200 (vereenigingen 2400). En mocht
het eens voorkomen, zou dat zoo verschrikkelijk
zijn? Indien een kruidenier of bouwer of koopman
tijdelijk wat bedrijfskapitaal over heeft, waarom
zou hij dan niet eens nut mogen trekken van de
Bank ? Hij is toch ook staatsburger en in zulk een be
legging is toch ook een element van sparen; vrucht
dragend ter zijde leggen voor een latere behoefte ?
Bovendien is een grootere post voor de Bank
vootdeelig, daar zij betrekkelijkrminder administratie
kost.
3. Er zal veel geld stroomen naar du Bank eu
dit levert groote beleggingsmoeilrjkheid op.
Inderdaad, beleid en inzicht zijn noodig. Maar
wie tot aller tevredenheid 300 mülioen weet te
beleggen, zou die terugdeinzen voor nog 100 of
200 millioen, terwijl aan kapitaal zoo dringende
behoefte is? Hij zou voor een moediger mensen
moeten plaats maken.
Is het te veel gezegd, dat de bezwaren tegen
yerhooging verstuiven als kaf voor den storm?
Ik sprak van redelijke rente. Hoe groot is die?
Er is een Doodeenvoudige maatstaf: hetgeen de
Bank betalen kan na delging van al hare kosten.
Zij had in 1928 een bedrijfswinst van 5.8 op een
verschuldigd tegoed van 341 millioen dat is 1.7 pCt,
Zij betaalt 2.04, zou dus kunnen betalen 4.34.
Men ronde dit af op 4 pCt, een om haar eenvoud
sprekend cijfer. Dan zou nog jaarlijks 1.1 muloen
overblijven; bij een reserve van 50 millioen meer
dan. voldoende.
Een mogelijk misverstand zünog even wegge
nomen. Ik pleit niet voor verhooging, omdat ik
in. het algemeen een hoogen rentestand i nuttig
acht. Integendeel. De maatschappelijke pro
ductie wordt verdeeld tusschen arbeid en kapitaal.
Weet het kapitaal meer te krijgen, dan blijft
voor den arbeid minder over. Het kunstmatig laag
houden der rente echter, zelfs door een machtig
lichaam als de Bank, heeft geen invloed op de
rentemarkt: de bewijzen liggen overal om ons heen.
Maar dat laag houden belemmert de kapitaal
vorming, dus de rentedaling. De taktiek der Bank
gaat in tegen de natuurlijke genezing der
kapitaalduurte.
Den Haag
MAATSCHAPPIJ
Gunstige polisvoorwaarden H O KI LI ET lul
Zeer billijke premicn.
f
N.V. DE HAARLEMSCHE
HYPOTHEEKBANK
Leden der Directie: ^$B=T?S&' Mr. A. S. MIEDEMA,
'? P. H. CRAANDIJK en A. E. THIERRY DE BYE DOLLEMAN
T* XL i t »* nni £j* Pandbrietren f 5o.890.300.
Hypotheken f 36.001.6*2.- Re,erre. . . f
1.005.087.4\ en 5 pCt. P ANDBRIE VEN tegen LAATSTEN AMSTERD. BEURSKOERS
Nederlandsche
Handel-Maatschappij, N. v.
AMSTERDAM.
AGENTSCHAPPEN te ROTORDAM eo VGRAVENHAGB
Vestigingen in Nederlandsch-Indië, Straits-Settlements,
Britsch-Indic, China» Japan en Arabië*~
ALLE BANKZAKEN
SAFE-DEPOSIT. KOFFERKLUIS.
No. 2740
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 7 DECEMBER 1929
BEURSSPIEGEL
Donderdag 5 December
WAT ons ook aan suprises ten deel zal vallen;
de beurs heeft daarvoor op den
traditioneelen rtag-der-verrassingen niet gezorgd. Integen
deel de fondsenmarkt blijft merkwaardig onbewe
gelijk, de omzetten zijn nog steeds heel gering, en
de fluctuaties zijn heel klein. Maar toch mag de
beursman niet ontevreden zijn, het publiek zit niet
heelemaal bij de pakken neer, en toont af en toe
toch nog wel eens neiging om een stukje op te pik
ken. Van een afbrokkelen door geleidelijk af wikkelen
van posities en bij gebrek aan belangstelling van
de zijde der koopers is tot nu toe althans nog
geen sprake geweest. Maar.... wij varen nog trouw
in het kielzog van Wallstreet en welke krachten
daar het schip voortstuwen weten wij niet.
* *
Hoe zal het bedrijfsleven zich in de komende
maanden ontwikkelen? Dat is op het oogenblik
nog niet te overzien.
Ik heb mijn meening over de conjunctuur
voor het geval niet werd getracht door gezamen
lijke actie der groote ondernemingen het gewone
verloop tekeer te gaan al voldoende uiteengezet.
De vraag of de depressie gesust" zal kunnen wor
den, of de scherpe kantjes eraf geslepen kunnen
worden, is nu nog niet te^beantwoorden. In Amerika
blijven de berichten uit het bedrijf sloven-ongunstig;
de bezette capaciteit der staalfabrieken; de
wagonverladingen, de groothandelsprijzen. Alle wijzen
op een teruggang. En van samenwerking met nuttig
effect waarop de hoop gebouwd was, hoort men nog
niet veel. Bombastische uitwassen van de idee
der anti-depressie-psychologie, als extra-dividen
den e.d. zijn er te óver, maar daarvan moet men
het nu juist niet hebben. En of men met de politiek
van verhpoging der loonen, die door enkele bedrij
ven met Ford aan de spits wordt toegepast, de
spijker op den kop slaat is ook zeer de vraag.Want
de moeilijkheid zit juist niet in het stokken van
den afzet van arbeiders-consumptiegoederen. Dat
het een juiste analyse is geweest het zwaartepunt
van den conjunctuur-ommekeer te zoeken o.m.
in de automobielindustrie is nu wel gebleken.
De laatste berichten uit Amerika spreken van een
plan om door de voornaamste producenten het
productieprogramma voor 1930 met niet minder
dan 20pCt, zegge mét een vy f de deel, in te krimpen.
Overigens is dit veeleer een symptoom van den
beroerden toestand dan een remedie. Hoogstens
kan men het een voordeel! noemen, dat men,
inziende dat de afzet minder vlot gaat, niet een
politiek van ,,cut-throat-competition" gaat toe
passen, om aldus door de prijzen omlaag te gooien
den verkregen afzet te behouden, doch de consequen
tie aanvaardt en dan tenminste voor de wagens
die men nog wel kan vér koopen de winstmarge
behoudt (afgezien van de relatieve stijging der
constante kosten). Maar overigens is er van doel
bewuste conjunctuur-bestrijding nog niet heel veel
te bemerken. Dat de meeste spoorweg- en public
utility-maatschappijen als zoete kinderen aan
papa Hoover precies hebben opgegeven wat zij
het volgend jaar wel allemaal zullen uitgeven,
geeft wel den indruk van wat te veel naïveteit.
Bijna geen enkele maatschappij heeft erbij opge
geven wat dit jaar werd uitgegeven, zoodat niet
eens na te gaan valt of het uitgaaf plan voor 1930
een voor- of een achteruitgang beteekent. Maar
... .afwachten of niet een betere basis van samen
werking wordt gevonden.
'. * *
Ken onzer dagbladen heeft in ons land een enquête
' ingesteld naar den stand van het zakenleven. De
binnengekomen antwoorden zeggen over het
algemeen niet veel. De globale indruk is dat van
een duidelijk merkbare vermindering der omzetten
of daUng van prijzen en winsten in het tweede half
jaar 1929 geen sprake is. Maar had iemand dat
wel verwacht? In Amerika is in de typische con
junctuurindustrieën in Augustus ongeveer een ver-,
slapping ingetreden. De algemeene terugslag volgt
dan pas meerdere maanden later. En, ik merkte
dat vroeger reeds op, in ons land zijn maar weinig
typische conjunctuurindustrieën. Op de eerste
plaats staat Philips, en het zou al erg toevallig zijn
wanneer in de radioindustrie de reactie juist gelijk
kwam met die bij de automobielen, al wijzen vele
symptomen (reclamecampagnes, prijsverlaging, af
betalingsaanbieding door de poducenten,
voorraadvorming bij den handel) erop dat ook daar het ver
zadigingspunt zeer nabij kan zijn. En tenslotte
is ons land toch veel te klein en te weinig geïsoleerd
dan dat er sprake zou zijn van een eigen scherp
afgeteekende conjunctuur. Op dat gebied zijn wij
veeleer epigonen. Wil men een indruk krijgen van
de bedrijvigheid hier te lande dan moet men over
een maand of vijf zes eens rondkijken. Een con
junctuurprognose op basis van het achter ons
liggende kwartaal is praematuur.
* *
Intusschen wordt er van alle kanten ook in de
grondstofindustrieën gewerkt aan samenwer
king om de prijzen op peil te houden en een over
productie" te weren. Op de laatste bijeenkomst
van de olienijveren in Chicago is ook het woord
coöperatie niet van de lucht geweest. Vooral onze
Dr. Deterding heeft zich voor die gedachte op de
bres gesteld. Het oude paradepaardje: spaart,
en verkwist nimmer," ook geen olie, is weer van
stal gehaald. Maar de Association of Coöperation
voor welker oprichting de heer Deterding het
plan ontvouwde, zou nie't alleen ten doel hebbeu
de olievoorraden te conserveeren. De critiek op
dthuidige organisatie van de olieindustrie strekte
zich dit keer verder uit dan tot den roofbouw,
de competitieve drilling. In zijn speech héft Dr.
Deterding de aandacht gevestigd op de verkwistende
dubbelinvesteering, duplication" zooals hij het
heeft genoemd, in het distributieapparaat. Door de
scherpe concurrentie, aldus zijn betoog, wordt dit
apparaat veel sterker uitgebouwd dan noodig zou
zijn om den consument zoo goed mogelijk te be
dienen. Laten wïj ook hier de handen ineensl&an;
in plaats van elkaar met die handen op het gezicht
te slaan.
Inderdaad valt het niet te ontkennen d^ niet
alleen de overproductie en daarmee samenhan
gende voorraad vorming en prijsdruk de olienij ver
heid verliezen bezorgt. De distributie (vervoer en
verkoop) kost veel meer dan noodig zou z,ju>
wanneer niet om den afzet werd gevochten. Maar
of hieraan spoedig een eind zal komen? Zal de
Standard Oil óók 100 pCt. gewillig zjjn tot eou
samenwerking? Of is niet veeleer de samenwerking
met de I. G. Farben een eerste stap naar heftiger
concurrentie. De Standard Oil schijnt zich daar
van veel voor te stellen. Een der moeilijkheden, dio
N*V* Nederlandsche
= Grondbrief bank =
van 1906
STELT VERKRIJGBAAR
5O/ Obligaties
/O
AMSTERDAM-C
=HEERENGRACHT 495
bij het tot nu toe gevolgde cracking-systeem werden
ondervonden was, een afzet te vinden voor de
overblijvende zware olie. Wanneer nu het nieuwe
procédéde winning van een veel grooter contingent
benzine en. lichte olie toestaat is de verhouding
tusschen de verschillende producten veel meer in
overeenstemming tot de vraag naar die producten
gekomen. Intusschen moet het ook den Ameri
kanen niet anders dan aangenaam zijn om de
ruwolie-productie binnen de perken te houden.
Op dat punt is samenwerking in het belang van
alle partijen, en de concurrentie om den afzet
hoeft daardoor niet gehandicapt te worden. Als
het niet tot ruw-olierestrictie komt dan zal de
oorzaak daarvan veeleer zijn dat het groote aantal
onafhankelijke producenten niet wil meegaan.
Maar wat betreft de coöperatie bij de distributie
de bestrijding van duplicating" zal ook de
heer Deterding zich voorloopig van de medewer
king der Standard Oil wel niet veel voorstellen.
Intusschen gaan de beide groote concerns voort
eikaars gebied te bestoken; Europa wordt met
Esso overstroomd, en de Shell-Union pompt
New-York vol benzine.
In de kunstzijdeindustrièvlot het met de
samenwerking heelemaal niet. De Italianen zijn
geen gemakkelijke heeren om mee te praten, en nu
dreigt zelfs de zoo moeizaam verkregen overeen
komst AKU?I.G. Farben weer uiteen te zullen
vallen. De voornaamste moeilijkheid zal wel zijn,
dat men het niet over de contingenteering eens
kan worden. Ieder concern zal zijn nieuwbouw
daarbij willen meerekenen, n juist al die nieuwe
fabrieken vormen het gevaar voor de markt.
Zoolang de zaak niet in kruiken en kanhen is en
dus de kunstzij demarkt in ongunstige positie
blijft verkeeren, voelt niemand veel voor
kunstzijaandeelen, al is iedereen overtuigd dat zij binnen
een jaar of vier wel aanzienlijk hooger zullen staan.
Maarintusschenkaner nog heel wat met de koersen
gebeuren. En voor de AKU komt daarbij nog dat
de 22 millioen aandeelen, die naar het heet de
maatschappij voor verreweg het grootste deel
weer van het consortium heef t teruggekregen boven
de markt hangen, ook al merkt men van aanbod
van die zjrjde weinig of niets. Eén troost is dat ze
in geen geval beneden de 100 pCt. gespuid kunnen
worden.
De HolL Voorschotbank
HAARLEM, KRUISWEG 70,
De Bank verstrekt gelden tot elk bedrag
met eea minimum van f 1000.?op
zakeUjk onderpand en onder borgtocht, met
in pandseving eener polls Van
levensvertekering van gelijk bedrag, en verkoopt
5 % schuldbrieven in stokken van (1000.?,
' 500.- en f 100.- tegen Beurskoers.
S TANDAAR D
HYPOTHEEKBANK
tt ROTTERDAM
l Directie t
^r. H> H. C. CASTBNDIJii en
/. MOSSELMAN
De Bank geeft onder controle van het
Algem. Administratie* en Tnutkantoor
5 en 4l%Pandbr.tegen beonkoer* of*.
N. V. Rotterd. Hypotheekbank
voor Nederland
Opgericht in 1864
Maatschappelijk Kapitaal f 10.000.000,
waarvan geplaatst f 6.000.000
Verstrekt geld op eerste hypotheek.
Voor inlichtingen wende men zich tot
het kantoor der Bank, Schiedamsche
Singel 41 te R' lam of tot hare Agenten.
De Directie i
Mr, Tb. Reepmaker, Mr. N. P. C v. Wflk,
Mr. B. van Rosacm.
DE QROBNB AMSTERDAMMER
Weekblad voor Nederland
kost slechts ? 2.50 per kwartaal of
fio,P*r jaar hij voonatbttaKng
DEM5TÉKDWI5CHE
Ook voor UW DOCHTER
l ? . ,' , - .
wilt ge een schoone toekomst scheppen. ??Wees dan
toch zoo verstandig^ om de lasten, die, wellicht voor
n of voor weinige jaren te zwaar zouden zijn, te
verdeelen over een lange periode en verschaf U daardoor
tevens de zekerheid/ dat, ook als gij mocht overlijden
Uw plannen kunnen worden verwezenlijkt.
Wend U daarvoor tot de
AMSTERDAMSCHE.
Amsterdam, N, Spiegelstraat 17.
! i ,
l l
5.1