Historisch Archief 1877-1940
16
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 14 DECEMBER 1929
No. 2741
Vóór het Inzeepen
Als gij U moeilijk scheert omdat Uw huid gauw
stuk gaat en pijn doet, dan kunt gij dit geheel
voorkomen, indien gij vóór het inzeepen de
huid even inwrijft met slechts een weinig
PUROL
TOEGEPASTE KUNST
K. \V. P. de Vrie» Jr on de
Kunstnijverheid
Deze maand is liet laatste nummer van
Elsevier's Maandschrift" verschenen onder kunstre
dactie van II. W. P. de Vries Jr., die op l Januari
1930 zal aftreden als mede-redactuer van Herman
Robbers.
Met het beëindigen zijner werkzaamheden in liet
belang van dit blad, na bijna een kwart eeuw zijne
beste krachten daaraan te hebben gewijd, wordt
voor de Vries eene periode afgesloten waarin hij
heel wat heeft kunnen doen en heel wat onder
oogen gehad !
De taak van kunstredacteur is voorzeker niet
gemakkelijk: men moet het kaf van het koren weten
te scheiden: men moet wat oud en nieuw in den tijd
staat evenzeer weten te waardeeren; men dient,
vaak met terzijde stelling van eigen voorkeur,
zonder partij te kiezen als voor- of tegenstander
van bepaalde kunstrichtingen steeds voor oogen
te houden dat de belangstelling der lezers van het
blad dat men redigeert naar zeer verschillende
zijden georiënteerd is, doch vóór alles zijn eerlijkheid
en onpartijdigheid daarbij onmisbare factoren en
deze karaktereigenschappen nu heeft de Vries
bewezen ten volle te bezitten.
Steeds heeft hij zich open gesteld voor de nieuwe
stroomingen in de Kunst; niet alleen in zijne uit
voerige en steeds keurig verzorgde (niet in het minst
en steeds keurig verzorgde (niet in het minst ook
wat de keuze der bijbehoorende afbeeldingen
bctoeft)* hoofdartikelen, doch ook in zijne kortere
kroniek-bijdragen heeftjhij zich doen kennen als
een kundig beoordeelaar van talrijke kunstuitingen
waarbij hem in zijn ciïtisch vermogen de zoozeer
onmisbare objectiviteit nimmer verliet.
Vooral voor de toegepaste kunst heeft de Vries
veel kunnen doen, inzonderheid voor het wekken
van meerdere belangstelling voor het artistieke
reclame-biljet. OTTO VAN TUSSENBROEK
?M
liiiiuiiiinOiiiiiiiiiilüiiiHBQIBBDIM
f J. B. BENNËR 8 ZOON |
? PIANOHANDEL *,££££,£ S
l DEN HAAG 97 NOORDBINDB l
?iiiitmiimimtnittniiiiiiiiriiiiiuiiiiirniiiii|iini;iiiinii»nr|[^iinmf^niqnTnmipHimniiiJ
'erstmis
Columbia brengt dit jaar een schitterende collectie kerst
platen, o.a. van het gemengde kwartet Jo Vincent, Theod.
Versteegh, Evert Miedema en Willem Ravel'li. Zorg tijdig
de nummers in huis te hebben. Ze geven sfeer en wijding
aan de feestdagen.
25 cM. dubbelzijdig
f2.Nltuw Procéd
Gemengd kwartet.
O 9878 De H«rdert|e» lagen bij nachte.
Waarheen Pelgrim»,
? waarheen gaat gij 7
D 93EO Kerstnacht.
Daar kwam een rifife groeien.
D 9943 Stille Nacht. Heilige Nacht.
Da» Wlegenlled der Hlrten.
D 10046 Eere zij God.
O kindje klein.
D10047 O. welk een macht
Scheepje onder ]«zus' hoede.
D 10048 Er rulicht langs de wolken.
Uren. dagen, maanden, jaren.
25 cM dubbelzijdig f
2.Nieuw Procéd
D 9955 Stille Nacht. He liqc Nacht.
Avondtang der Bloemen.
Meisjeskoor o I. v. Cath v. Rennes.
30 cM. dubbelzijdig
f3.Nleuw Procéd
9048 Adeste Fidele».
John Peel.
Mannenkoor (850 stemmen).
D 17211 Ave Maria (Gounod).
Largo (Handel).
Jo Vincent, sopraan.
30 cM. dubbelzijdig f 4.50
Nieuw Procéd
D 15839 N oei Provencal. ,
Qel. aer et vent ?'
Mevr. Noordewier-Reddinglus.
Vraagt catalogus aan, met Kerst-supple
ment, bevattende uitsluitend Electrische
opnamen.
In plaatsen waar niet verkrijgbaar wende
men zich tot den alleenvertegenwoordiger
A. H. A, BAKKER, Leliegracht 20, A'dam
theater de uitkijk"
prinsengracht bij de
leidschestraat, ? amsterdam '
i
eerste mechanische concert
van
deschijvendraaiers"
vereeniging van liefhebbers
der grammofoon, op zondag
15 december a.s., des mid
dags 12 uur
krontjongliedjes
gamelanmuziek jazz?strawinsky
-- moissi tauber enz.
toegangsprijs 15 oents
incl. sted. bel.
N.V.ZUIDER
HYPOTHEEKBANK
5 % P andbrie ven
a 1001%
41 % Pandbrieven
Dlrecttet
Mr.AUG. L. HEIJBROEK
Mr. K. A. NEDERLOF
Abonneert U op
De Groene Amster*
dammer* Weekblad
voor Nederland
Prijb per jaar '
fr. p.p. f 10.
No. ,2741
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 14 DECEMBER 1929
Radio en Grammofoon
Nieuwe platen
door Lou Lichtveld
I>e opera in huift
W TE da geregelde waschlijsttm dor
nieuwe grammofoon-productie
naziet, komt alras tot do ontdekking
dat er in haast geen genre zooveel
aan de markt komt als in dat der
opera-muziek. In allerlei arrange
menten en bezettingen vindt men
het bekende opera-repertoire, en ten
behoeve van de Opera-in-huis zijn er
zelfs complete opera-edities in twintig
<m meer platen te krijgen, terwijl
andere maatschappijen weer hun heil
hebben gezocht in verkorte edities,
zoodat men nu Freischütz of Trou
badour als ,,kurzoper" kan hooren
in een viertal platen met een apart
tekstboek, dat natuurlijk niet veel
meer dan alleen de schlagers uit deze
werken behelst.
Dit lot is het gevolg van het wezen
van de opera zelve, die haar bestaan
ontleent aan een monsterverbond
van in laatste instantie elkander eer
der vijandige dan bevorderende kun
sten. En ook het publiek waaraan de
opera in den regel haar bestaan te
danken heeft, is dusdanig georiën
teerd, dat het tegen een dergelijk
transigeeren geen bezwaren kan heb
ben.
? * . *
De opera als kunstvorm en de opera
in haar huidige uitvoeringspractijk
zijn gericht naar het balcon en het
tweede amphitheater. Applaus en
bisgeroep komen daarvandaan. Wie het
niet gelooft mag zijn Zondag
verdeelen tusschcn het Concertgebouw
en de Italiaansche opera; hij zal beter
leeren zien dat de muzikale minder
waardigheid van die opera-uitvoerin
gen het aan populariteit wint van de
meest geperfectioneerde
symphonische concerten, dan dit uit persver
slagen of subsidie-toekenningen te
construeeren valt.
En aangezien de grammofoon-con
cerns niet in de eerste plaats (zelfs
niet in de tiende plaats) idealistische
instellingen zyn, die ' op welke wijze
dan ook het muziekleven wenschen
te beïnvloeden, maar die integendeel
zoo zuiver mogelijk willen beantwoor
den aan den status quo, vindt men
dan ook tegenover een naar verhou
ding gering aantal goede en volwaar
dige symphonische opnamen een vrij
groot aantal opera-platen.
Zelfs afgezien van potpourri's en
instrumentale uittreksels is hun
aantal nog groot, te meer waar er.
toch al veel en veel meer vocale dan
zuiver instrumentale platen zijn.
.'i*'*
! ' * .' ?
- / . l
De opera in huis schijnt dus te
bloeien, en wanneer wij daarbij nog
rekening , houden met het feit dat
over het algemeen op onze W
stEuropeesche radio-programma's ook
al haast geen uur de opera van de
lucht is, dan komen wij tot de con
clusie dat het atavisme van de
opera, die vandaag toch stellig een
volkomen' kunst-amalgaam en een
muzikaal minderwaardige schepping
is, zich heviger doet gelden dan wij
ons gewoonlijk durven bekennen.
Luisterend naar de beste nieuwe
operaplaten, staat ge eigenlijk perplex
dat er zoo weinig compositorische
waarde, zoo weinig echte muzika
liteit in het gezongene steekt. Men
schijnt aan de technische perfectie
van de uitvoeringen, aan de opper
vlakkigste khxnkkwaliteitoii van de
plaat meer dan genoeg te hebben.
.En aan zuiver materieele
klankschoonheid laten ze dikwijls ook niets
te wenschen over.
Daar hebt ge bijvoorbeeld de
opnamen van de onlangs gestorven
primadonna Met a Seinemeyer, waar
van Parlophone zoo juist een aantal
als de artistieke nalatenschap van
een anders maar al te gauw vergeten
figuur gebracht heeft. Ge bewondert
de prachtige, glanzende hoogte van
haar stem, de knapheid van klank
vorming en de groote zuiverheid van
het geluid. Maar daarmee is dan ook
eigenlijk alles gezegd. Als zij Butterfly
zingt (Parlophone E 10805) of samen
met Tino Pattiera het groote1 duet
uit Aïda (Parlophone E 10005) ofwel
de twee bekendste fragmenten- uit
Tosea brengt (E 10851), is het alles
gelijk wat zij zingt, want'er is maar
n ding dat de aandacht vraagt,
namelijk de klank om zichzelf. Het
zou dan ook precies hetzelfde effect
hebben, wanneer Meta Seinemeyer op
gelijke wijze een paar toonladders
gezongen had. Niemand ontkomt aan
de bekoring van een mooie stem';
maar het heeft bijna evenveel met
dierkunde als met muziek te maken.
* *
Natuurlijk kan ei- nog iets anders.
iets waardevollers bijkomen. Maar
hoe dikwijls gebeurt dat in de opera 't
Een enkele maal hoort ge wel op
vallende verschillen. Zoo brengt
Odeon twee opera-opnamen van Lotte
Lehmann (O-8736), die een Boh
mefragment zingt en het gebed uit
Tosca dafo ook door Meta Seinemeyer
voor de grammofoon gezongen werd.
De grootere gevoeligheid van Lotte
Lehmann's voordracht bij een toch
eenigszins kleinere klankkwaliteit
merkt men onmiddellijk op.
Door haar dood zijn de opnamen
van Meta Seinemeyer intusschen tot
document geworden. Wie weet hoe
zij de muziekwetenschap nog eens
zullen dienen; men kan zich dat het
beste voorstellen door eens te be
denken van hoeveel belang het zou
geweest zijn voor de kennis van
de achttiende-eeuwsche muziekpractijk
en het muzikaal denken van dien tijd
bijvoorbeeld, wanneer wij eens opna
men hadden gehad van Mozart's viool
spel, of van de orkestüitvoeringen dei
Mannheimers.
En het .vermoeden is gewettigd
dat wij dan ook een ander inzicht
zouden hebben in Mozart's opera-op*
vattingen, die weinig of niets hadden
uit te staan met de corrupte roman
tische verwarring waarin Verdi's
of Puccini's meesterwerken zijn ont
staan. Zelfs een hedendaagsche op
name leert ons dat al min, of meer, en
het is een ware verkwikking om naast
de gangbare opera-nummers eens een
Mozartsche aria te hooren, die ale
opéra-fragment potsierlijk, maar als
zuiver-muzikale compositie uit dat
pijnlijke verband gelicht, gaaf en
wunderbaar-rijk wordt. Daar is bij
voorbeeld de aria uit II re pastore"
i?, een opera die zelfs de meest
smakolooze theater-directeur niet meer
durft vertoonen welke Helene Cals
De onbekende vriend
door Zostschenko
Vertaling Dr. M. Nakron
ER waron eens een man en een vrouw,
Peter Petrowitz en Katherina
Wassilewna. Zij woonden in de kleine
Ockta l ).HvJ was welgesteld, had rijk
dommen, huishoudelijke artikelen,
kleeren en koffers vol met rommel.
Zelfs twee samowars had hij en strijk
ijzers, ontelbare, minstens 15 stuks.
En ondanks al die rijkdom was zijn
bestaan vrij vervelend. Hy zat by zijn
rijkdommen, sloeg met welgevallen zijn
echtgenoote gade en liet zich nergens
zien. Hij durfde zijn huis niet alleen te
laten. Gij weet toch zelf, hoe in dezen
tijd gestolen wordt. Zelfs naar de
bioscoop ging hij niet.
Nu, op zekeren dag kreeg Peter
Petrowitz een brief. Deze brief was
geheimzinnig zonder onderteekening.
Iemand schreef:
Hallo, oude kerel, pantoffelheid,
je leeft met je jonge vrouw, en ziet
heelemaal niet, wat er om je h^en
gebeurt. Je vrouw, oude domkop,
heeft kennis aangeknoopt met een
, burger. Daar ik je onbekende vriend
ben, enz., bericht ik je, dat wanneer jij,
oude domkop, Zaterdag den 29en Juli
om 7 uur 's avonds in den tuin
deiarbeiders komt, dat je je dan met je
eigen oogen kunt overtuigen, wat
een fijn dametje je vrouw is. Wrijf
toch je oogen eens uit!
Met de meeste hoogachting
Een onbekende vriend."
Peter Petrowitz las de brief ten
«?inde en was als verstijfd, begon na
te denken hoe en wat. En daar
herinnerde hij zich: KatLerina Was
silewna had twee brieven gekregen
en van wie zei ze niet. Over het geheel
deed ze in den laatsten tijd verdacht,
'liep telkens naar haar moeder en
vroeg zakgeld.
,.O wee." denkt Peter Petrowitz.
.,ik heb een slang aan mijn hart ge
koesterd. Ik zal niet toelaten dat men
mij voor den gek houdt. Ik zal er wel
achter komen, haar een pak slaag
geven en dan is het uit."
Zaterdag, den 29sten, verklaarde
Peter Petrowitz zich ziek, ging op
den divan liggen en sloeg zijn vrouw
gade.
Deze was als gewoonlijk in de huis
houding bezig. Maar 's avonds zei ze:
,,Peter Petrowitz, ik moet naar mijn
moeder toe. Mijn moeder is ernstig
ziek geworden," poederde de neus,
zette haar hoed op, en weg was ze.
Peter Petrowitz kleedde zich vlug
aan, nam in de linkerhand een stok,
stak zijn voeten in zijn overschoenen
en liep zijn vrouw achterna.
Hij kwam in den tuin der arbeiders,
sloeg zijn kraag op, opdat men hem
niet fcou herkennen, en wandelde door
de lanen. ' ,
Plotseling zag hij bij de fontein
zijn vrouw zitten, turend in de verte.
Hij kwam naar' haar toe.
Hé," zei hy, goeienavond. Wacht
je op j« vriend? Zoo. Je verdient,
Katherina Wassilewna. dat ik je. een
pak slaap geef."
Ach," zoi '/M in tranen uitbarstend,
,, Peter Petrowitz, je moet niets slechts
van mij denken.... Ik wilde het je
heelemaal niet vertellen, maar nu kan
het niet anders !" En met deze woor
den neemt zij uit haar mouw een brief
en in den brief staat op treurigen toon
geschreven, dat zij Katherina Wassi
lewna, de eenige is, die een mensch,
die aan den rand van den afgrond staat,
kan redden. En deze man smeekt
Katherina Wassilewna of zij Zaterdag,
den 29en Juli om' 7 uur 's avonds in
den tuin der arbeiders wil komen.
Peter Petiowitz las den brief door.
..Vreemd." zei hij, wie kan hef
geschreven hebben ?''
,,Ik weet het niet," zei Katherina
Wassilewna. ,,ik had medelijden met
hem en ben gekomen."
,,Zoo," zei Peter Petrowitz, ,.je
bent hierheen gekomen, Xu, als je
hier gekomen bent, dan moet je
daar ook maar blijven zitten zonder
je te verroeren. Ik zal," zei hij, mij
achter de fontein verbergen. Ik wil
eens zien wat dat voor iemand is.
Hij zal van mij wel iets merken."
Peter Petrowitz verstopte zich achter
de fontein en wachtte. Zijn vrouw,
tegenover hem was bleek en ademde
nauwelijks.
Een uur verloopt.... niemand.
nog een uur verloopt.... weer nie-'
mand. Dan komt Peter Petrowitz van
achter de fontein te voorschijn.
..Xu," zegt hij. ,,huil niet Katherina
Wassilewna. Ongetwijfeld heef t iemand
ons voor den gek gehouden. Zullen
wij niet naar huis gaan? .... Wij
zijn lang genoeg uit geweest. Is dat
niet die deugniet van een broer van
jou, die die grap heeft uitgehaald?"
Katherina Wassilewna schudde het.
hoofd. ..Nee," zei ze. hier is iets
ernstigs. Misschien is de onbekende
bang geworden en is niet gekomen."
Peter Petrowitz, gaf zijn vrouw
een arm en, ging.
Nu kwam het echtpaar thuis. En
thuis lag alles overhoop; koffers,
schuifladen, kasten opengebroken, de
strijkijzers -uit elkaar gehaald, van
désamowars was niets meer te zien.
:' Diefstal! -^ En aan den muur
hing een briefje.'
Jullie duivels kan men op geen
enkele manier uit huis lokken'. Jullie
zit er als uilen.... En je pakken,
oude domkop, passen me heelemaal
niet. Je bent klein en akelig. Dat vind
ik gemeen van je. En aan je vrouw
mijn vriendelijke, groeten."
Het echtpaar las het briefje, zuchtte,
ging op de planken zitten en huilde
als kinderen.
1) Een straat in Leningrad.
voor Odeon gezongen heef t(AA 178010).
Dat is geen Opera-in-huis meer, waar
bij ge u nog het naargeestige tooneel
moet denken dat in het theater de
aandacht van ' de minderwaardige
muziek, een weinig moet afleiden, maar
een zelfstandige en onvergankelijk
scboone muziek, die aan haar eigen
'vorm en inhoud alle waarde ontleent.
De vertolking van Hélèno (Cals ia
heel goed, alleen de obligate
vioolbegeleiding van John Helden laat
aan zuiverheid nog iets te wenschen
over. De keerzijde van deze plaat
brengt onbegrijpelijk ! een heel
alledaagsch Napolitaansch liedje, dat
een betere .achterzijde voor Puccini
dan voor Alozart zou zijn.
*
P