Historisch Archief 1877-1940
l. i-i*
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 14 DECEMBER 1929
No. 2741
Fransche boeken
door Joh. Tielrooy
Antholoyie des essay Istes fran
cais contemporain*. Parijs,
A'r«, 1929.
Bijna geen auteur, in deze bloem
lezing, die niet onze gereede, onze
ijverige aandacht, verdient: om zijn
vroegeren arbeid, om het onderwerp
dat hij hier behandelt, om de wijze
waarop hij het doet.
Alain, Benda, Gide, Souday, Suarès,
Thibaudet, Valéry ze behooren tot
de begaafdste essayisten van dezen
tijd. Alain geeft hier eenige beschou
wingen over muziek, over den oorlog
en definieert er meteen, in den
geconcentreerden stijl die hem kenmerkt,
zyn eigen karakter mee. Benda stelt
Pascal tegenover het rationalisme en
de muziek tegenover de schilderkunst,
in zijn sarkastischen betoogtrant.
Gide verhandelt in heldere, vloeiende
zinnen, in buigzame perioden over
litterairen invloed. De betreurde Sou
day had nog even vóór zijn dood een
uitdagende verdediging van den criti
cus geleverd. Suarès draagt een wel
sprekende, treffend juiste lofprijzing
van Europa bij, Thibaudet een luchtig
gehouden, toch diepgaande definitie
van datzelfde begrip Europa. Van
Valéry is er een hoog-gestelde, pure
beschouwing over aesthetica.
Naast hen munten door onderwerp
en wijze van behandeling bijzonder
uit de jongere schrijvers Arland (dich
terlijk), Berl, Drieu la Rochelle (oor
spronkelijk), Lalou (fijn, met iets
vroolijk-aandringends, als steeds).
Maurois (geestig en doordacht: over de
liefde voorheen en thans"),
Montherlant (sarkastisch; in een ander stuk
nobel en pathetisch), Paulhan,
PierreQuint, Jean Prévost (verbeeldingrijk
in n stuk, streng-logisch in een
ander), Rivière (over Rimbaud). Maar
ik noem daar Rivière onder de ,,jon^
gere schrijvers": hij zo u nog jong zijn,
inderdaad. Hij is nu voorgoed Jacques
Rivière, zonder leeftijd, zooals de
eeuwigheid hem in zichzelf heeft
veranderd", naar het woord van
Mallarmé. Men heeft er goed aan
gedaan hem mede op te nemen.
Vermelding verdienen ook Bainville,
Chamson, Crémieux, Fernandez, Gu
henno, , Jaloux, Larbaud, Marcel.
Zij allen zijn ware essayisten. Dat
wil dan zeggen dat zij allen ons, ja
zeker aan zich binden door hun onder
werp, maar tevens en niet minder,
door hun eigen geaardheid. Zonder
stelselmatig philosoof te zijn, toont
de een zich een krachtig en persoonlijk
denker; zonder ifl versmaat te schrij
ven geeft de ander zijn zinnen dich
terlijke vormkracht; zonder in novellen
of romans personen, te scheppen,
beeldt een derde zijn eigen
persoonl ij kheid, weet die buiten zich te stellen
als verschijning die objectieven zin
heeft voor hemzelf en zijn lezers.
Een niet te omvangrijk onderwerp,
maar dat achtergrond heeft, 'zoodanig
te behandelen dat duidelijk blijkt, wie
en wat hijzelf is: ziedaar de kunst
van den essayist. Altijd zoekt hij
naar het essentiëele, naar wat voor
hem essentieel is. Hij is als de bezoeker
die in een gezelschap het woord neemt
(en het iets te lang houdt)? als een
onderwerp hem ter harte gaat; men
hoort een toon, men verneemt zijn
opinie, maar ook zijn bewogenheid,
en is zijn betoog op schrift gesteld,
dan is het ons zelden te lang ! Het
is de verwoording van kennis, van
gevoel, van een actieve intelligentie,
en een verwoording, die altijd dra
matisch is omdat ze den maker
in conflict toont, ten prooi aan zijn
vraagstuk daaraan vroolijk, tri
omfantelijk ten prooi soms, een op
lossing, een overwinning verwachtend;
in andere gevallen er wanhopig aan
onderworpen, er tragisch mee strij
dend. Van deze kunst is Montaigne
de oudste groote beoefenaar (en een
der luchtigst glimlachende) de naam
gever tevens. De Angelsaksers zijn er
te allen tijde meesters in geweest; de
Franschen echter niet minder, al
bedenkt men dat in Nederland mis
schien te weinig; enkele Hollanders
waren het ook. Het is een kunst van
? zeldzame, veelzijdige bekoring en
rijkdom, en een boek dat er voortref
felijke stalen van bijeenbrengt is een
boek van hooge waarde.
Zoo dus ook dit boek. Het bevat mis
schien enkele namen te veel: dien
van den onbetrouwbaren Massis, dien
van Fay, van wien ik hier voor 't
eerst iets ta,melijk aardigs lees; het had,
naar ik meen, de bladzijden van
Siegfried, Romier, en de meeste van
Leroy kunnen ontberen, omdat bij
dezen, hoe voortreffelijke werkers ze
zijn, het onderwerp te zeer domineert,
de persoonlijke geaardheid te weinig
uitkomt. Het ontbeert misschien ten
onrechte bijdragen van Elie Faure,
Jacques Boulenger, Duhamel, Durtain
die toch zeker modern" zijn; had
dit criterium bij de keuze niet voor
gezeten, dan zouden wij tevens het
recht hebben de afwezigheid van
Maeterlinck, Léon Daudet, Maurras,
Léautaud te betreuren.
Niettemin, wat het boek geeft is
voor het allergrootste deel van den
eersten rang, nml. krachtig, sprekend,
doorwerkt, gevoeld, savoureus. Daar-'
bij kent men het tegenwoordige
Frankrijk niet, als men de hier
compareerende schrijvers niet kent. Het
boek moge dus ook in Nederland veel
gelezen worden; het is zijn beide voor
gangers, de Antholoyie des poètes
francais contemporain» en de Antho
logie des prosateurs francais contem
porain» ten volle waardig, l)
STEUNZDLEM
mr OPSTAAHOU»
>
HERSTELT O
.A
LINCOLN
de meest volmaakte wagen
JAN LIMBACH- Haarlem
De plaatjes voor het Album
Onze Nederlandsche leugd
in Nationale dracht
DOOR
D. J. VAN DER VEN
zijn verpakt bij onze artikelen:
Allsen's Custard Powder
Leupen's zelfrijzend Bakmeel'
Leupen's Tarwebluem
Leupen's Maizena
Het receptenboekje wordt
op aanvrage GRATIS en
franco toegezonden.
Wed. J. LEUPEN en ZOON
HAARLEM
1) Hier ter plaatse besproken op
30 Mei 1G25 en 18 Juni J027,
Nieuwe Uitgaven
Bij W. J. Thieme en Cie te Zutphen ia
verschenen:
De Negende Thermidor, ,door M.
Aldanof. Geautoriseerde vertaling uit
het Russisch door Dr. B.
BaptBchinsky.
Tien jaren in Rome, door Etha Fles,
bladzijden uit een dagboek.
Bij den uitgever L, J. Veen, te
Amsterdam is verschenen:
't Hooge Huis, door -Elise Soer, een
roman uit Geklerlands verleden.
Het Huwelijksduel door Jeanne
Reyneke van. Stuwe, een-roman van
den strijd der sexen.
Spoor's
Mosterd
W. A. Spoor Jr., Culcmborcf.
Talen bij
$&$&><>
V 451
b.jjiet Konrt$3pl*>n ? 9U 43286.
f/fz Sehoolof
prospectus.
I DEN
AARTCN
NftJBELE
HStMlKCUKtTtAATl
HVY Meubelmagazijn Eden
MOLSTEEG - AMSTERDAM
BOEKENKASTEN
NICE
HOTEL IIAIE8TIC
De meest luxuèuse en meest comfortabele appartementen
van de Blvtèra. ?
400 Kamers 300 Badkamers*
Alle op het Zuiden met uitzicht op Zee.
Zelfde directie:, Grand jDotel Bagnolés de rorne.
W. J. V. O G E.L J".
JEKERSTRAAT 44
b/d Hoorder Amstollun ,
Begrafenissen
TELEFOON 24747
Crematie
Transporten.
No. 2741
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 14 DECEMBER 1929
In het Arboretum van Tervueren (foto Prof. Bommer)
Een dag in Tervueren
door Dr. Jac. P. Thijsse
EIGENLIJK hebben we Tervueren niet gezien,
noch het kasteel, noch het Museum, noch het
Park. Ons bezoek gold namelijk het Arboretum
van Tervueren, dat nog niet zoo beroemd is als het
behoort te zijn en als het eenmaal stellig zal
worden. Vijfentwintig jaar geleden, terzelfder tijd
dat te Amsterdam onder den drang der gevaren,
die het Naardermeer bedreigden, de Vereeniging
tot Behoud van Natuurmonumenten werd opge
richt, woedde er ook te Brussel een felle strijd over
het behoud van het beroemde Forêt de Soignes, het
Soniënbosch. Het voornemen bestond om een deel
van het woud te kappen, een stuk ter grootte van
125 h.a., om daar een arboretum te stichten. Les
Amis de la Forêt de Soignes kwamen daartegen
in verzet, maar de zaak werd toch zoo geschikt, dat
het arboretum er zou komen en wel op grond van
de vrij eenvoudige overweging dat het begeerde
terrein vry wel in een uithoek lag en dat er van het
ruim vierduizend h.a. grpote woud dan toch nog
wel genoeg zou overschieten. Niemand heeft er
, thans berouw van dat het zoo geloopen is, want
reeds nu, na een kwart eeuw is, dank zij de onver
moeide vlijt van den stichter en directeur, professor
Bommer,, dit arboretum een van de allermooiste
en allerleerzaamste parken, die men zich kan voor
stellen.
Wij reden er heen over Anderghem langs de route
de Wavre, stapten uit bij Notre Dame au Bois,
sloegen rechts af en bevonden ons toen dadelijk
in de Westelijke kuststreek van Noord-Amerika.
Het Arboretum is namelijk aangelegd op
geografischen grondslag en ten gerieve van den bezoeker
zijn overal bordjes aangebracht, die hem vertellen,
waar in de wereld hij op een gegeven oogenblik
zich moet verbeelden rond te kuieren. Zoo
wandeldén wij dan over de Cascade bergen en Mount
Rainier (een beroemd natuurmonument) door
Columbia naar Alaska en dan weer dóór Oregon en
Californiënaar Montana met links het uitzicht op
Indiana en Illinois ,en daar gaan we langs de
Carolina's en New Yersey, Maine
enNewHampshire weer naar de Carrefóur St. Jean om vandaar
langs de Drève (dreef) de Bavenstein naar
QuatreBras (niet dat van 1815) te trekken en daar te
lunchen. De Oude Wereld komt later. ,
Iedereen begrijpt dat een arboretum, op déze
wijze aangelegd veel sterker en aangenamer tot
toninkl. Boomkviekirij Ililnini,"
Charles van Qinneken & Zoon, Zindert, N.Br.
Het van ouds gunstig bekende adres voor:
Dennen, ter bebossching (uitsluitend Inbeemsch zaad)
Exotische Dennen- en Sparrensoorten,
Bosch- en Haagplantsoen,
Boomen en Heesters.
Catalogi op aanvraag gratis en franco.
fel Interc. No. 1. Telcgr.-Adr.: Wllbelmlna.Zundert.
de verbeelding spreekt dan een systematische
groepeering volgens families en geslachten. Boven
dien bestaat de gelegenheid om naast de boomen,
en er onder ook nog de struiken en kruiden
van die streken te planten en zoo te geraken tot
een volledig en daardoor des te bekoorlijker beeld.
De boomgroei van de Westelijke Staten vertoont
overheerschend naaldhout' en daaronder treffen
wij goede kennissen aan, die ook al lang in ons
eigen land burgerrecht hebben verkregen. In de
eerste plaats komt natuurlijk ,de Douglas-spar,
bekend om zijn snellen groei. Wat wij hier in
Tervueren zagen overtreft alles wat bij ons de
Veluwe te aanschouwen geeft. In vijfentwintig jaar
zijn die sparren hief opgeschoten tot over de vijftien
vmeter hoog en op borsthoogte met een omtrek
van meer dan twee meter. Het is geen wonder,
want het Soniënbosch met zijn arboretum staan
op zwaren vruchtbaren grond, overeenkomende
met onze Limburgsche klei. Haast al onze
Xederlandsche bosschen zijn aangelegd op grond die
overschiet, als landbouw en veeteelt eerst hun
bekomst hebben, maar bij het planten op beter grond
kunnen ook wij goede resultaten verwachten.
Ook moeten we niet vergeten, dat de bodem van
dit arboretum al vele jaren lan,g met goed bosch
bezet is geweest dus voor boomgroei in alle bijzon
derheden geschikt is geworden.
Naast de prachtige Douglassparren trekt hier in
de Westelijke Staten een" andere naaldboom onze
aandacht n.l. de Tsuga Mertensiana. De Tsuga's
komen alleen in de Nieuwe Wereld voor; ge ont
moet ze in de litteratuur als Hemlock-trees." Ze
z|jn te kennen aan hun korte naaldjes en kleine
kegeltjes, nog een heel stuk kleiner dan onze
larixkegels. Tsuga Canadensis wordt in ons land
nog al eens aangeplant gevonden, T. Mestensiana
minder. Ze vormden in het Arboretum reeds fraaie
en indrukwekkende groepen. ,
Wie aan Californiëdenkt, ziet in zijn verbeelding
dadelijk de beroemde reuzendennen, de Sequoia's,
honderd meter hoog. Nu, zoo hoog zijn ze in ons
Arbpr,etüm nog niet, maar we vinden er toch al
zeer presentabele op , een der schilderachtigste
plaatsen in het park, waarvan ik u hier, dank zij de
beminnelijkheid van prof. Bommer een afbeelding
kan vertoonen. Het terrein is eenigszins heuvel
achtig en ge moet u voorstellen, dat délaan naar
den achtergrond langzaam oploopt. De donkere
boomen rechts, die u eventjes doen denken aan
Böcklin, en waarvan ge op den achtergrond ook
nog een groep bespeurt zijn Libocedrus decurrens,
in de Amerikaansche boeken bekend als Incense
Cedar. Hij kan tegen de vijftig meter hoog worden
en behoort tot de coniferen met schubvormige
bladeren, staat dus dicht bij de Thuja's en Cypressen.
Deze zeer monumentale boom wordt bij ons nog
maar weinig gezien.
Intusschen hebt ge de Sequoia ook al gevonden;
hij staat links en is dadelijk te kennen aan zijn.
D. G. SANTEE LANDWEER
KUNSTHANDEL Heerengracht 396, AMSTERDAM
Tentoonstelling litho's
O I> I L O N R E I> O N
verlengd tot KI December
KRONIEK
Comenlna-vereering
HET gaat met het gebeente van Comenius
niet naar den Vleesche. Hij blyft twijfelach
tig en wil zich niet doen kennen en 't is een misère.
Eenige eeuwen lang heeft hij rust gehad, de rust
der vergetelheid, in die overigens vrij rumoerige
kazerne. Wat hij geestelijk gewrocht had, zijn ge
dachte, was al lang in de menschelijke ontwikkeling
verwerkt en van zijn schamel overschot trok
niemand zich verder iets aan. Dat leek niet onna
tuurlijk.
Maar toen kwam de wereldoorlog en de politiek.
Een nieuwe natie met versche nationale ijdelheid
herinnerde zich haar groote mannen. En vooral
hun gebeente, dat moest worden opgehaald. Zoo
gebeurde het met wijlen Comenius. Ieder wist wie
en wat hij geweest was, maar toen men weten wou
wat hij nog was, begonnen de zwarigheden. Men
groef een mager geraamte op. Maar was hij 't nu
of was hij 't niet? Minstens drie Hollandsche
geleerden en ten minste n Tsjechoslovakysche
kregen daar gloeiend ruzie over, gelijk het tusschen
deskundigen betaamt. Is-tie 't of is-tie 't niet?
Och, natuurlijk niet. 't Is immers ook een
algemeene vraag: is een lijk de overledene of niet?
Wie beweert of aanneemt van wel, zal toch moeten
toegeven, dat die identiteit op den duur al minder
wordt, tot er eindelijk niets van overblijft. En van
Comenius' ..overschot" mag men aannemen, dat
dit tijdstip al lang voorbij is.
Dan komt de quaestie der identiteit er niks
niemendal meer op aan. Als geraamte kunnen wij
elkaar allen vervangen, dan zijn wij allen de
Onbekende Soldaat, die het teeken kan zijn voor
de massa.. Als men dan per se nog iets stoffelijks
wil eeren.terwille van een gedachte, wel. dan kan
elk geraamte dienen en behoeft men volstrekt niet
naar het vermeend juiste te zoeken. Dat is piet
luttig en onzinnig. En bovendien is het in hooge
mate ridicuul, dat uit beweerde piëteit en vereering
diverse hoog- en mindergeleerden elkaar om wat
beentjes te lijf gaan. Om de historische juistheid
van de beentjes. Wat voor rare wereldconceptie ,
zit daar achter? Of is het bloot ijdelheid en
vliegenaf vangerij ? Intusschen wordt daar met verschillende
stoffelijke en stoffige overschotten maar piëteit
loos gehannesd en zal ten slotte toch niemand meer
gelooven. dat het eindelijk geproduceerde 'sheeren
Comenius authentieke beentjes waren. En men
zal hem, lang na zijn dood. nog wantrouwig aan
zien. Als dat dan heeten moet iemands nagedachte
nis vereeren....
F. C.
stam die bij den grond heel breed begint en kegel
vormig toeloopt. Voor een vijfentwintigjarige is het
al een heel flinke boom. over vierduizend jaar zal
hij de honderd meter ook wel halen.Tusschen de
Sequoia en de achterste groep van Libocedrus ziet
ge een rij van lichtgekleurde coniferen dat is
allemaal Abies concolor. de Silver Fir" of White
Fir" een naaldboom die om zijn decoratief uiterlijk
ook in onze parken en tuinen nog al veel geplant
wórdt. De tamelijk lange, platte, niet talrijke
naalden staan in twee rijen, als een dubbele kam.
De boom wordt tot 70 M. hoog en van dezelfde
taille, sommige iets grooter, andere iets kleiner,
zijn nog een aantal van zijn geslachts- en
landgenooten, die we hier allemaal als veelbelovende
jongelingen vinden: Abies grandis, A.\nobilis, A.
Amabilis, A. magnifica en die hun fiere en fraaie
namen ten volle verdienen. ,
(Wordt vervolgd)
SCHAKEL
' WEIUSEWËG 1M7«AMSTEQDAM
Kleermakerij
Bij ons verkrijgbaar N, R; V. MONTA SCHOENEN
« ' t
H!
? l
i