Historisch Archief 1877-1940
12
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 14 DECEMBER 1929
No. 2741
Kunstzaal
Rokin 126
van Lier
Amsterdam*
Oostartche 6 Europeesohs antiquiteiten
Oude en Modarne schilderijen en plastieken
Negerkunst A Ethnographloa
MUZIEK
door Constant van Wessem
Yehutlt Afenuhin, het Wonder
H KT is merkwaardig, dat ons modern we
tenschappelijk" verstand steeds de neiging
vertoont om zich zelf wijs te maken, dat iets .zoo
wonderbaarlijk niet is als het zich voordoet.
Maar is leven" minder wonderbaarlijk, omdat.
men weet hoe iets tot leven komt?
Bij het dertien-jarige violistje Yeluidi Menuhin
ook: de ciïtiek constateert, dat zijn spel nog niet
,,rijp" is, dat or technisch nog volmaaktere dingen
yjjn te doen, onz. Dit bewijst alleen, dat men of
niet kan luisteren, want wanneer men naar dit
spel luistert is het onmogelijk iets anders te hooren
dan dezen toon (lieusch niet alleen den toon van zijn
prachtigen Stradivarius !), deze gave reinheid van
onbezwaarden, gelukkigen klank, zingend zooals
in onze verbeelding alleen jenseits von f i ut und
Böse" gezongen kan worden, op de engelen
schilderijen van-van Eyck, bij v.., óf zich opzettelijk
tegen zijn aandoeningen te weer stelt, omdat deze
muziek toch door een mensch wordt voortge
bracht en volgens ons logisch begrip een mensch op
dertienjarigen leeftijd niet rijp kun zijn. Men
noemt dan namen als rasals, Kreisler.... mannen !
4 Best ! Maar is rijpheid een criterium voor
schoonheid? Natuurlijk niet. Het jonge bezit iets,
dat het volwassene nooit meer behoudt; aan elkaar
getoetst missen zij allebei iets. Men kan hier zijn
voorkeur laten spreken: ik persoonlijk voel meer
voor dat wat door allo menschelijke leed heen weer
tot het goddelijke poogt terug te' koeren, maar dat
toch de stigmata er van behoudt: dat staat mij,
volwassen mensch,, die ook door het menschelijke
leed is gegaan, nader. Maar men kan ook zeggen:
ik verlang naar het goddelijke, dat nog niet door de
aarde is aangeraakt, dat een toon bezit, die op de
aarde niet kan blijven bestaan, omdat met de
ontwikkeling als mensch den zuiveren nog harmo
nisch n' gebleven kern van het kind zich gaat ?
splijten en eerst door een innerlijk proces weer tot
een nieuwe eenheid kan komen, zij het dan nooit
meer de eenheid van het kind: een stoffelijke
vitaliteits-kwestie, die een nieuwe bewuste hanteering
der materie met zich mee brengt.
Doch dit blijft alles bespiegeling, theorie.
Xet men den argwaan van het verstand op zij
en luistert men naar het spel van het kind Menuhin,
dan blijft alleen het Wonder over, tout court.
Dit spelen is een wonder, niet om het onverklaar
bare bij zulk een jeudig kind, want dit wonder
is juist door dit jeugdige verklaard, maar omdat
het zich volmaakt handhaaft in een eigen kring,
zijn eigen plan, zijn eigen wereld, en daarin ook
volmaakt is. In dezen eigen kring, op dit eigen plan,
in deze eigen wereld is difc spelen rijp, en hier kan
men niet vergelijkenderwijs spreken door een ander
soort rijpheid, zooals die van een Casals, een Kreis
ler er tegenover te stellen. Het is het wonder der
schoonheid, die in een eigen harmonie rust,, wat
ons in het spel van Menuhin zoo ontroert, niet het
wonderbaarlijke geval" of het wonderkind,
dat hier speelt. Daarom ook: het heef t de techniek
die hét hebben moet en de uitdrukking, die aan deze
eigen harmonie toebehoort, onafhankelijk ervan
of daarmee Beethoven, Bach, Dvorak, Wieniawski
wordt uitgedrukt. Dat is de zeldzame sensatie, die
van dit spelen van een, kind uitging.
Ik heb geprobeerd mijn indrukken te
analy
N.V. J. S.
Qroolat* keuz
EUWSEN'S
. . . STCTSONS
seeren. Gemakkelijk was het niet. Gingen wij niet
al met argwaan naar dit concert, wij, die zoo vaak
al door de trucs der reclame\ bedrogen werden
en over het geval" Menuhin al het noodige in de
kranten hadden vernomen. Ook nieuwsgierigheid,
Honsatielust vereenigde ons rondom het podium,
waar deze vermaardheid zou optreden, Een kind
gelukkig nog niet afgebeuld op concerten
hoeft op dat podium gestaan, eon meer door het
menschelijk applaus dan door zijn spelen op dat
podium geïntimideerd, onbedorven kind, frisch in
zijn argeloozen eenvoud, ondanks het gedoe en het
vertoon van zijn managers, en wij hebben een onge
stoord geluk aan dit spel beleefd. Dat was ten
slotte het voornaamste. De rest: of het onbegrijpe
lijk was, of dit technisch-virtuoos gemak (bijv.
waarmee die fuga uit Bach's c-dur sonate gespeeld
werd !) onverklaarbaar was bij zoo'n jong kind,
het raakt ons niet. Luisterend bobben wij alleen
gehoord. Laten wij muziek nog maar gerust eens
een koor als een wonder aanvaarden, evenals het
genie. Verder moeten wij maar niet denken.
En of dit spel verliesen'z&l, wanneer Menuhin een
volwassen mensch is geworden? Wij moeten er
maar niet over denken, het doet er niet toe of dit
geluk wellicht voor onze ooi-en nooit weerkeert...
SCHILDERKUNST
door A. Plasschaert
Hollandsche portretkunst in A r,t i
De voortreffelijkheid der portretkunst tusschen
andere uitingen der schilderkunst behoeft hier niet
meer bewezen te worden. Haar waarde is be
vestigd; haar belangrijkheid niet te ontkennen. Zij
zocht toch, wat ons nooit kan laten onverschillig:
zij moet menschen geven, en weergeven. Zóó wou ik
het ten slotte stellen; zij moet menschen geven.
die wij als menschen mogelijk kunnen achten, zij
moet ons mogelijke menschen geven, en zij moet
afzonderlijk bepaaldo monschon weergeven, zij
moet weergeven, die voor den schilder zaten. Zij
kan dus een dubbele daad zijn; een noodzakelijke
daad van den schilder, wiens wezen wij in het werk
kunnen lezen" (dat geeft schakeering, verrassing,
oplettendheid), en zij kan deze drie dingen geven
in de bepaling- van afzonderlijke psychische indivi
duen; zij kan dus psychologisch zijn, niet andere
woorden, ook ten opzichte van wie voor den
schilder zat. Hieruit volgt van allerlei. Ken portret
kan zijn de uiting van een schilder, getroffen door
de kleur van de menschelijke verschijning; zoo'n
portret is een openbaring van het wezen van den
schilder. Het portret kan een modelleeren van een
mensch zijn naar zijn innerlijken aard (de vorm
bepaalt ten slotte den psyclüschen inhoud van den
afgebeelde). Deze dingen kunnen dus gescheiden
voorkomen; zij kunnen vereend gevonden worden
op «n portret, en zij erkennen zulke portretten
als déhoogste; zij zijn de verwachte twee-énheid
van schilder en afgebeelde. Nog op andere wijze
kunnen de portretten worden bepaald: als de
romantische (in den hoogsten zin van dit woord)
on zij geven de figuur dan als deel van een groote
algemeenheid, en als realistische, dus als werken
waarin de afzónderlijkheid, in ieder opzicht, wordt
gevoeld, en waar de kleuren van zelf in verscheiden
heid zullen optreden. Om voorbeelden te noemen,
van zulke portretten: romantisch zijn die van
Rembrandt's grootste periode, meest grootsche
periode (er is als een diepe zeewoeling in ze);
naturalistisch tot het verbetene toe zijn die der
Middeleeuwers, en die b.v. van Moro van Dashorst,
met zijn niet loslatende, nurksche psychologie.
Maar hoe zij ook ay'n: xnodéléof kleurwemeling, of
kleurenvreugdègeslaagd behooren de portretten
tqfc de minst betwistbare onzer geestelijke bezit
tingen.
Het was dus een verheugend verzinsel in Arti
een lustrum te vieren met de tentoonstelling van
portretten. Het is een tentoonstelling, die pok mij
een lust was, en nog is al zou de mijne de laatren
bij voorkeur hebben doen zien iets wat evenzeer
op Arti's weg ligt, als het genootschap zyn hon
derdste jaar zal vieren. En het aardige van zulk
overzicht, als hier gegeven wordt, is behalve ver
rassingen, dat wij aan wat zooveel jaren als het
beste schiepen ons kunnen toetsen, en kunnen
vergelijken of en wat wij wonnen, en of en wat
wellicht w|j verloren. Er zijn ook'portretten, die
doen betreuren, dat de maker zich niét meer
getrokken heeft gevoeld tot het maken van beelte
nissen; het geeft een gevoel van gemis en gemist...
E NTOON STELLING'
l RUSSISCHE KUNST
BI LI B l NE
EÖDAMSCME ATELIERS VOOR
BINNENHUISKUNST
JWE5TEINDE25
?l AMSTCBDAM. TELBP. S/6a5
ir
Wanneer wij wilden zeggen welke twee por
tretten van deze tentoonstelling ons de meest
(jrootachc bleken, dan zijn dat: het portret van
Mevrouw Afann?Boutvnteester door Breitner (een
zwaar en hartstochtelijk realisme) en zeker niet
minder het portret van Dr. F. L. Rutgers door
Jozef Israels (een groote. innerlijke, romantische
beeltenis).
Deze portretten zijn van de inzendingen de
bijblijvende, ook tegenover de andere werken van
dezelfde schilders, hier te vinden. Natuurlijk is het
portret van Boelofs door Israëls een der belangrijk
ste, zooals Breitner's zelfportret (haast laatdunkend
van zelfbewustzijn) dat ook is, maar de
eerstge, noemde twee overtreffen toch de twee daarna ge
noemde. Het portret van Breitner van Mevr. de
Mann?Bouwmeester (in het wit vóór het levend
zwart der piano, en staande op het klsed met het
altijd-versche rood) is een werk, dat in 't eigen
tijdvak en naar d'eigen aard in Europa mij niet,
lijkt overtroffen. Het is een kleur-verrukking,
die op iedere plek de groote drift verraadt, neen,
niet verraadt, maar vertoont van een zeldzaam
natuurlijken schilder, voor wien de waereld kleur
was. kleur tt-n eerste, kleurverscheidenheid ten
eerste, en die. als schilder, bezield werd door de
tooneelspeelster. zijn model, zonder daarom in
zulk eon drift te vervallen tot toomeloösheid.
Breitner's schilderij is een meesterwerk in den
vollen en in den sterken, uitbundigen zin van zulk
woord. Maar even gewis is een meesterwerk het
portret van Prof. Dr. Rttff/ers door Jozef Israëls.
TTet is eveneens van een haast tastbare kracht;
het psychologische, dat dit werk met een
onverdelgbaar merk heeft gemerkt, is van een resolute
felheid, die ook deze beeltenis, waar ze mocht
harigeh, tot een der opmerkelijkste zou maken.
Het heeft een eigenschap, die niet tot de meest
voorkomende behoort bij Jozef Israëls, iets wat ik
een gesloten spanning wou noemen;een
levenaintcnsiteit niet de lippen-toe. De andere portretten zijn
guller (als dat van den ouden Roelofs) of meer
handelend (als dat met de gebarende handen),
maar hier is een dieper leven, een grenzeloozer open
baring van een menschenleven. Het is de zeldzaam
ste verwezenlijking, die ik ken, van Israëls; een zeer
groot schilder maakte een mensch groot voor
altijd; gaf het oogen, die, beteekenisyol zullen blijven,
onder kleeren een lijf; dat n is met den kop en
dat de kleêren zelf bezielt; gaf het hoofd een tand
die een bekontenis'Van een leven is, een bekentenis
«lic de mond (door¥den~'vorrn)Therhaalt.
N.V. VAN DER HOOP'S
Meubelbewaring en Transport Mij.
Verhuizingen en Bewaarplaats
voor inboedels
AMSTERDAM _ AMSTELDIJK
Tel. 22195 ~ (na 6 u. SOStl)
Nieuwe Uitgqyen
Avonturen in Ambië. onder de Bedouïneh,
Drusen. Dansende Derwishen en Yezidee
DuivelAanbidders, dooi- W. B. Seabrook, bewerkt door
('.'arnhiri Verhuist,, Servire Den Haag
, Verspreide Opstellen, van Dr. A .Kluyver, J. B.
Wolters?Groningen. ,
De Thibauli's, door Roger Martin du Gard, De
Spieghel, Amsterdam. , '
POL ROGER &C^
LE CHAMPAGNE EN VOGUE
JAGER GERLINGS HAARLEM
HET
l
1929
KERSTNUMMER
VAN DE GROENE AMSTERDAMMER1
is ter perse en bevat bijdragen van
Barbarossa, Hoe word ik minister;
R. Feenstra, Wintersport; Albert Hei
man, Wereldkind; A. M. de Jong,
Stroopersdrama; Emmy van Lokhorst,
De Parijsche carrière; Top Naeff,
Een Kerstsprookje; C, P. Gunning,
Vredefeest; Herman ** Salomonson,
Geluk in Zaken; Anton Thiry, De
Vlieger; Augusta de Wit, Ballingen.
Losse platen en teekeningen in den
tekst door: Else Berg, Joh.
Braakensiek, Charles Eyck, Eelco ten Harin
gen van der Beek, Raoul Hynckes,
L. J. Jordaan, Toon Kelder, Is. van
Mens, W. Oepts, S. L. Schwarz, Karel
van Seben, Jan Sluytérs, Valentijn
Edgar van Uytvanck, B. van Vlijmen.
Muziek van: Wiilem Pijper.
De prijs van dit uitstekende nummer
bedraagt f i.-. Zij, die zich thans met
i Januari a.s., tegen den abonnements
prijs van f io.?per jaar abonneëren,
ontvangen dit Kerstnummer en het in
1929 nog te verschijnen
Oudejaarsnummer gratis.
Wanneer Gij lezer van De Groene
Amsterdammer" burten abonnement
zijt, abonneer U dan nog heden Gij
zijt dan verzekerd iedere week, des
Zaterdags, de Groene te ontvangen,
Bovendien wordt U kosteloos in het be
zit gesteld van ons Kerstnummer 1929.
Schrijf een briefkaart aan de admini
stratie van de Groene Amsterdammer"
Keizersgracht 333, Amsterdam (giro
nummers Rijks 72880 en Gemeente
Amsterdam G 1000) of bel op: 37964.
ABONNEER U OP DIT WEEKBLAD