De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1929 21 december pagina 10

21 december 1929 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

18 Kerstnummer rvan jongsaf, xooals anderen ademhalen en niet leven kunnen zonder voedsel. * * * Heb je zooveel verdriet gehad, old chap? Misschien niet zooveel als jij.... Dat is geen antwoord. Ben je daarom uit Frankrijk weggegaan? Was je zóó wanhopig? Zij vroeg hem en vroeg opnieuw. Jean antwoordde, eerst aarzelend. Maar naarmate zij vroeg werd haar stem zachter en milder, het was Maar laat ik hier 't verhaal beëindigen, zei Jean. Wat doet alsof zijn moeder sprak, maar een moeder die je vuriger, onstuimiger, het er ook toe wie of zij was? Je weet hoe of het gaat in dit schijnlichamelijker beminnen kon. Haar woorden zoemden een warmte heilige milieu. Een meisje dat durft luisteren naar 't kloppen van om hem heen, en hij vertelde heel zijn jeugd, en er kwamen zelfs haar eigen hart, wordt uitgebannen naar een doodsche stilte, waar tranen in zijn oogen die hij liever verbergen wilde. 'Daarom bukte geen menschenstem meer wordt gehoord. Slechts weinigen zijn hij zich, als om zijn schoen vast te maken. Maar voordat hij zijn sterk genoeg om zooals Marga weg te gaan, een ander werelddeel hoofd had opgeheven, gaf zij hem een kus op zijn haren. te zoeken waar liefde niet verstikt wordt, en 't leven niet moedwillig Jean kneep zijn handen samen. Dan keek hij haar recht in de oogen, wordt beroofd van elke bloem. Zij ging met haar zuster naar Mexico, het binnenland in, en zij leefden onder de Indianen, zooals zij later leefde op de plantage. Toen stond hij op en drukte haar tegen zich aan en zei: Marga, De Indianen vroegen niets, verwonderden zich eerst, dan hebben Marga, ik houd van je ! En zij antwoordde zachter dan anders: Ik zij hen misschien aanbeden-als godinnen. Ik weet het niet; ze zullen zei je immers al dat ik ook van je hield. vandaag over haar spreken als over een legende. Ze zaten lang zwijgend bij elkander, zonder iets anders te zeggen De zuster is gestorven toen zij een kind kreeg, en Marga heeft i en zij zag hem ook aan, kalm, alleen met iets lichters, iets fonkelends in haar blik. dan die steeds opnieuw gesta melde woorden welke de ge smoorde kreten zijn van een hart dat zich voelt verzinken in de vloedgolf van het leven. Dan, nadat zij even van ver moeienis haar oogen gesloten had, zei Jean: Marga, wil je mijn vrouw worden? Een flauw glimlachje kwam om haar mond; het was eigen-, lijk de eerste maal dat hij haar zag glimlachen, en zonder de oogen te openen zei ze: Ik be hoor mij zelve niet toe. Wie dan? vroeg Jean auto matisch, maar opeens dacht hij weer aan het telkens noemen van haar naam in de bungalow, en aan de boekhouder die gisteren zoo traag het pad afliep, van haar vandaan. En hij vroeg niets meer, stond alleen op, kuste haar hand en ging haastig heen. Na enkele dagen kwam Jean terug, en daarna nog vaak, maar niet kort achtereen, want Marga had gezegd: Bij na i ieder van de jongens heeft evenveel verdriet gekend als jij, en bijna ieder heeft even groote behoefte aan liefde, 't Is vreemd dat menschen het nooit aan elkander durven bekennen. En het leven vraagt zeker, ook een zakelijke practijk; ik verlang naar je/onophoudelijk, en ik verlang naar hen allen. Kom over veertien dagen terug. '.'?'? En ria weinig weken wis't Jean met i zekerheid dat het hun allen precies ging zooals hem, dat zij een nacht lang de liefste, de teederste zuster voor hen was. Dat haar geheele ziel en haar geheele zelf open stond voor hen, voor al hun groot verlangen en al hun kleine ver drietjes; dat al hun hunkeren en verwachten steeds door haar gestild werd, en allen altijd weer naar haar terugkeerden omdat nooit n het raadsel kon ontdekken wie zij was en waarom of een vrouw zóó rijk kon zijn en zooveel geven kon, zonder te vragen. Een avond dat zij zeer vertrouwelijk was met Jean, had hij gevraagd: Hou je van allen evenveel ? Even dacht ze na, terwijl zij z'n handen vasthield. Toen zei ze: Neen; ons hart is zonder maat. Soms gaat het plotseling zoo hard slaan dat het klopt tot in mijn keel. Ik weet het wel wanneer, zei Jean, en trok haar naar zich toe.' Het was dien nacht dat zij hem ook met weinig woorden ging vertellen wie zij was: een meisje dat beminde en beminnen moest Nu kreeg hij ds wind van voren de kleine, het kind van de stam, opgevoed tot het drie jaar was. Maar die kampen zijn on gezond, het kind stierf, en een mensch die uit een andere wereld komt, kan het daar toch ook niet altijd harden. Niemand. Daarom is Marga toen naar de plantage gegaan. Ik weet niet of je begrijpen kunt hoe goed ze voor me was, en hoe mooi ... Ik zou het je niet verteld hebben als je niet zoo jong was. En om dat je uit eigen ervaring reeds weet hoe het daar zijn kan. Tien jaar is ze op de plan tage geweest, toen stierf ze plotseling aan een vergiftiging. Dat seizoen is er voor het eerst met verlies gewerkt, en bij de volgende campagne was er niemand meer van het oude personeel. De laatsten van de opzichters die bleven, waren een Schot en ik. Hoe hij het uithield weet ik niet, en ik bleef omdat hij bleef, want hij had een portret van haar geteekend dat weinig leek, maar daaronder had hij geschreven: Wereldkind. En hij had het in de eetzaal vastgeprikt. Toen het op een mor gen ook spoorloos verdwenen was, zijn wij beiden ingerukt, zonder dat wij 't van elkander wisten. En nu zit je in Parijs tusschen duizende vrouwen-maskers en treurt, zei ik. -^ Ik treur niet, antwoordde Jean. Wie gezien heeft dat de liefde wel eens mensch wordt, treurt niet meer. Maar ik word razend als ik mij omringd zie door die spookachtige wezens die men dames noemt, die zich verkoopen aan fatsoen, aan'geldzucht, aan métjier. 't Is alles even erg. Ik weet teveel mijn jongen, ik weet teveel. Ik houd het hier niet uit. CADILLAC Het lelt dat de Cadillac dikwijls voor veel duurder wordt gehouden, dan ze In werkelijkheid l», pleit wel zeer sterk voor de hooge plaats,die de CADILLAC In de algemeene achting Inneemt K. LAND E W EER UTRECHT AMSTERDAM Blltttraat74 ~~ Singel 430-432 MEUBELEN i \r\ P AOK5TO A AT IU DE N MAAG : V ; i. f ij '

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl