De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1929 21 december pagina 24

21 december 1929 – pagina 24

Dit is een ingescande tekst.

CLAUDE GELLEK, GENAAMD LE LORRA1N. DE TEMPEL VAN BACCUUS. 92 110 K.M. BERNARD HOUTHAKKER ROKIN 98 AMSTERDAM OUDE SCHILDERIJEN TEEKENINGEN GRAVURES ETSEN i Kerstnummer 43 gelijk was, begreep ze niet; weliswaar had ze altijd in goede restaurants gegeten, vet l taxis genomen, op de beste plaats in den schouwburg gezeten en wel eens een aardig japonnetje gekocht in de verleidelijke win kels van de Parijsche boulevards. Maar toch.... nu ai door drieduizend francs heen ! Dat was te gek. Ze zouden haar thuis natuurlijk verschrikkelijk uitla chen. Alles liever dan dat. Er moesten maat regelen beraamd worden om een dergelijk echec te vermijden. En Isa begon te peinzen over een systeem, dat haar in staat zou stellen, om de haar restende zeshonderd francs voor verschei den maanden toereikend te doen zijn. Ze had reeds talrijke uitgevers bezocht, maar ontmoedigd was ze telkens naar haar eenzame hotelkamer teruggekeerd, want het leek wel, of in Parijs niemand haar werk ap precieerde. Eén redacteur van een weekblad had haar aan de praat gehouden, haar teekeningen op proef laten maken en haar nu nog in het onzekere gelaten omtrent het resultaat. Op hem was Isa's laatste hoop gevestigd, Intusschen gingen de dagen voorbij en Isa, die in Holland nooit op geld had gelet, begon zich een geducht financier te voelen. Eiken morgen voor ze uitging stak ze .53 francs bij zich, die ze dien dag mocht uitgeven en geen centime meer. De keuze van haar restau rant veranderde. Eerst had ze vijf en dertig francs bespottelijk goedkoop gevonden voor een maaltijd met verrukkelijken wijn, hors d'oeuvre, soep, een hemelsch schoteltje ,en een zalig toetje. Nu bemerkte ze, dat ze voor twintig francs ook al heel veel goeds kon krijgen, nog veertien dagen later waren haar eischen tot twaalf francs afgezakt. De tijd bracht ook hierin verandering. Van de zeshonderd francs bleek nu nog maar een derde over en er was nog geen spoor van kans, dat Isa geld zou verdienen. Op een goeden dag ontdekte ze in Parijs een restau rant, waar ze voor drie francs een heelen maaltijd kon krijgen. Ze dacht, dat nu haar fortuin gemaakt was, want drie francs, dat was zoo goed als niets. Ze had bemerkt, dat bussen en trams, hoe goedkoop ook, toch nog tot een aardig bedrag per dag konden oploopen. Ze wende zich dus eraan, om veel te wandelen en de talrijke paren schoenen kwamen haar nu goed te pas. Maar de af standen in Parijs dwongen haar af en toe toch een vervoermiddel te nemen en zoo reisde zij in de goedkoopste klasse van den metro. Isa was in Parijs gekomen, als een freuletje, goed gekleed, doorvoed, met veel idea len en een beetje hoogmoed. In minder dan drie maanden had Parijs haar klein gekregen. Haar gezichtje had zijn kleur verloren, haar oogen stonden moedeloos en haar kleeding was op de een of andere wijze minder dan die van de geringste midinette. Haar schoenen waren afgetrapt, haar kleeren door veel re gen uit hun model geraakt, haar hoed stoffig en wat verweerd. Maar Isa vocht met haar tanden op elkaar. Ze wilde niet naar huis schrijven om geld; iedereen moest denken, dat ze een schitte rende carrière in Parijs had gemaakt. Nog steeds deed ze pogingen bij verschillende uitge vers en eens had ze inderdaad een opdrachtje gekregen, om een klein boekje met gekleurde teekeningen te verluchten. Toen ze vol trots haar werk kwam afleveren, knikte de uitgever haar vriendelijk toe, nam haar het boekje met de teekeningen af en liet haar beleefd uit. Met een kleur als vuur mompelde Isa iets van honorarium, maar de uitgever bracht haai op de meest hoffelijke wijze aan het verstand, dat het voor haar een groote eer was geweest voor zijn firma op proef te mogen werken en dat dergelijke teekeningen natuurlijk nooit gehonoreerd werden. Hij verzekerde haar, dat het haar naam enorm goed zou doen en daarmee kon Isa dien mid dag haar maaltijd van drie francs gaan be talen. De dagen werden korter, het werd koud ? ert guur en zelfs op de Parijsche boulevards was het laat op den middag triest en wintersch. Begin December viel de eerste sneeuw en de Parijzenaars kleumden bij de kleine kacheltjes voor de café's. Isa voelde zich den laatsten tijd vermoeid en gekweld door zware hoofdpijn. De ongewone drukte, die na half December op de boulevards zijn intrede deed, de kraampjes en tentjes, be doeld tot verhooging van de feestvreugde, maakten haar zoo gedeprimeerd dat zij soms langen tijd in haar hotelkamer bleef, zonder te weten, wat zij dien dag zou beginnen. Er waren oogenbHkken, dat ze een raar gevoel in haar maag had. Honger kon hjet niet zijn, want ze at iederen dag geregeld haar maaltijd van drie francs en bovendien een heel ontbijt met een warme kop koffie en twee croissants. Het déjeuner had ze er maar aan gegeven, want ze dronk thuis ook dikwijls geen koffie. Maar op een goeden dag kwam ze langs een winkel, waar men gratis gewogen kon worden; voor ze zelf wist, wat ze deed, was Isa op de bascule gestapt en met verwonderde oogen las ze het cijfertje, dat boven kwam, om haar gewicht aan te wijzen. Jachtig pond, meer woog ze niet. Isa be keek met nieuwe belangstelling haar polsen, haar handen, haar armen. Ja, ze was mager geworden. Vroeger had ze zich na een zwemwedstrijd wel eens laten wegen en ze wist, dat haar norma'e gewicht honderd vijftien pond was. Isa trachtte zich zelf op te monteren met de overweging, dat slank in de mode was en dat tachtig pond makkelijker waren mee te wandelen dan honderd vijf tien. Maar dienzelfden dag voelde zij zich plotseling door zulk een duizeling bevangen, toen ze haar vaste restaurant binnentrad, dat ze zich aan de deur moest klemmen, om niet te vallen. i ' ' Nog n poging deed Isa; zij stuurde naar tien uitgevers te gelijk haar jongste proeven , van bekwaarnheid. Ze had bij zichzelf over legd, dat ze binnen veertien dagen hier wél antwoord op zou krijgen. Maar het was de dag voor Kerstmis en geen enkele brief had L PIANO'S A* 1835 D i*èt..StPiitw4 H MUZIEKHANDEL C j VLEUGELS D Td. 443 UTRECHT haar bereikt. In alle winkels prijkten de Kerstmanhetjes met sneeuw beladen, groote doozen bonbons met roode linten en strik ken. Luxueuse poppen en niemandalletjes waren opgetooid met glinsterende pailletten en overal, in alle winkels, scheen het den menschen goed te gaan. Dien dag liep Isa langs de Avenue de rOppra. Stroomen rood en blauw licht gloei den aan den hemel. Alle menschen waren met pakjes beladen, er heerschte een gonzen van bedrijvigheid en opgewekt leven om Isa heen, dat bijna niet tot haar doordrong, zoo vermoeid en slap voelde zij zich. Terwijl zij stilstond voor het kleine chocoladewinkeltje met de groote doozen marrons glacés en geconfijte vruchten, overwoog Isa, of ze daar maar op de stoep van dit alleraardigste win keltje zou gaan zitten, om in te slapen. Op ditzelfde oogenblik voelde ze een arm om haar heen. Ze schrok op en keek in het ge zicht van .... haar vader. ,,Vader !....", en midden op de Avenue de l'Qpcra vóór het winkeltje van Le Chjen qui Saute" barstte Isa in tranen uit. ,,Isa, Isa, domme stoute meid", was al wat haar vader wist te zeggen. Hij wenkte een taxi en ze reden naar een gezellige tea-room, waar opeens een groot blad met lekkernijen voor Isa's verwonderde oogen stond. De thee, een luxe, die zij zich in geen weken had ge gund, deed haar zienderoogen opknappen. Telkens en telkens liet Isa haar oogen gaan naar het bekende en vertrouwde gezicht naast haar en telkens weer schoot de ontroe ring in haar keel; Dien avond zat Isa in een nieuw japonnetje met een paar zilver lamc-schoentjes in een van de groote rcstaurents met haar vader aan het Kerstdiner. Overal om haar heen praatten en lachten menschen aan de kleine, intieme tafeltjes, waar twee rose-omkapte kaar.sen licht verspreidden, en terwijl de Kerstvreugde van het Reveillon de algemeene vroolijkheid in de zaalbegon te ontsteken, voelde Isa opnieuw haar oogen vochtig wor den, toen haar vader, die in Holland nooit uitging, haar opeens voorstelde: ,,Wat denk je meid, zullen wij nou eens een dansje ma ken samen?" 's Avonds voor haar kamerdeur kreeg haar vader een van haar ouderwetsche klapzoe* nen; en met een heel klein stemmetje fluis terde de dappere'I sa: Nacht paatje". ,,Zeg Isa", vroeg haar vader, en je Pa rijsche carrière?" Na Nieuwjaar," zei Isa, dan zult u eens zien !" en ze gaapte van moeheid. En of ze het zoo besteld had na Nieuw jaar kreeg ze haar eerste groote opdracht: twaalf gekleurde prenten tegen tweehonderd francs het stuk. Maar Isa had eenduren eed gezworen: nooit meer in een driefrancrestaurant eten. Nederlandsche Munt ? : ? v i ? '. '''.''*'. Hofland'» bot* 10 ccata

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl