Historisch Archief 1877-1940
Een
Kerstgeschenk
waarvan allen genieten
?
FILMO
's werelds hoogste kwaliteit
AMATEUR KINO'S
het product der wereldberoemde
BELL & HOWELL FABRIEKEN
Vraagt heden
nog Prospect!!
SCHAAP&CO
SPUI ~ 8> AMSTERDAM
Onze demonstrateurs zijn over het geheele land zonder verplichting te ontbieden
WINTERSPORTEN
)EZEN zomer was ik in het vorsten
dom Liechtenstein en ontmoette
daar een ouden gemsjager. De kerel was zoo
rechtop en het oog keek nog zoo scherp; we
schatten hem op achter in de vijftig. Maar
hij bleek de zeventig gepasseerd; en ik
vroeg hem hoe hij het had aangelegd zoo
fiksch, zoo hupsch te blijven.
Och zei hij filosofisch. Dat zult U ook
wel merken. Alles verleidet; van alles gaat
de bloem af in dit leven. Van de vrouwen;
van het Wirtshaus, van het werk; en van de
resultaten daarvan. Maar n ding is er;
en dat verleidet Einem nie. Een die het te
pakken heeft natuurlijk.
En bij mij is dat de gemsjacht. Heusch,
meneer van alles gaat de bloem
af; maar er is een ding; en dat veert
je telkens weer op; dat dwingt je tot
training; tot alles wat er mooi is en
zich hoog rekt boven het
menschengedoetje. En dat mooie, daar loop
ik nu hier door de groene bosschen
op te wachten. Mij kunnen ze niet
gauw genoeg tot bruin en geel ver
kleuren. Dan begint boven in de
kale bergen de gemsjacht.
En als U dat nooit hebt meege
maakt?dan is U arm geweest,
meneer; al wordt U net zoo oud of
nog ouder dan ik.
Die vroege nachtlucht; die
klauterinspanningen; en dan die geweldige
spanningen, als beesten onder schot
komen plots bevrijd, ontladen,
tegelijk met een schot, dat de borst
vult en zoo ruim maakt, zoo onmetelijk
ruim als de wereld.
Voila zei ik tegen een van onze
dames. Deze oude baas is in zijn
soort een andere Willem Kloos. Ook
hij is een god in het diepst van
zijn gedachten; een dichter.
En vermoedelijk bestaat de kunst
boven de zeventig te worden; en
toch geen brompot, maar een enthou
siaste mensch te blijven, daarin:
een dichter te wezen.
Oude heer sprak ik tegen den gems
jager ik ken wel niet precies de gevqelens,
die je beschrijft. Misschien kom ik nog eens
in November in Liechtenstein; misschien ga
ik nog eens met jullie jagen; maar ik denk
het wel niet. Maar daarom snap ik toch wel
ongeveer, wat je ermee bedoelt wanneer je
zegt: Alles verleidet; nur die Gamsjagd nicht.
Want: als ik in den winter in jullie bergen
door Dr. R. Feenstra
ben; daarginder in die van Vorarlberg; of gemsjacht. Maar zoo even later, wanneer de
daar om dien hoek, in die van het.B
ndnerland, dan ken ik een gevoel, dat daar
evenwijdig mee moet wezen.
Je staat op een top. Alles is licht en
lichtwonder om je heen. Je dampt als een boot
werker bij ons in de havensteden na over
werk in Augustus. Je gaat het loon van al je
harde arbeid beuren.
Dit loon is overweldigend. Daar is niets,
wat ook maar eenigermate in dien konink
lijken maatstaf betaalt. Niets in het Wirtshaus
en niets bij de vrouwen, om in jouw taal te
spreken. Niets; nergens!
Dit ademen, dit drinken, dit schrokken en
dit wijde kijkend omvatten van de hoogte;
Tirl
'?+$?&>
BERGT UWEN INBOEDEL
BIJ VOORGENOMEN VESTIGING IN
DEN HAAG OF IN HET BUITENLAND
BIJ DB FtBMA BATENBURG & POLMJER
TE 'S-GRAVENHAGE,HuiJOEN8PABK22
TB L E PO ON 11030
EIOBM GEBOUWEN. Bespreking kosteloos
8PBC. BlNNENL. IBM INTERN. TBAN8POBÏBW
en dart dit visueele nemen van je weg
omlaag nog voor je hem werkelijk begint
ir. te glijden.
En' dan dit inglijden; met spieren, die
tienmaal zoo scherp, attent als normaal,
gespannen, zijn; met een zintuigelijke waar
neming, die overal lel is en juichend, die
maar n geestdriftroep kent. Ik leef. Dit
au fond is: leven.
De oude gemsjager knikte mij toe; hij was
wel riet zulk een vriend van de bergen als ik.
Alleen, U moet nog eens mee op de gems
jacht, zei hij.
Zoo zeiden het vroeger de Italiaantjes.
Eerst Napels zien, en dan sterven.
boomen geheel tot bezems zijn uitgewaaid en
de beroemde donkere dagen komen; of
wanneer de najaarsstormen klagelijk over
ons parterrelandje waaien; dan begint het
gewoonlijk.
Misschien wordt het opgewekt door de
advertenties en affiches van de wintersport
plaatsen; door het zien van een sweater, een
potje skiwas, een skipet zooals de adver
tentie van eiken dag een glaasje onwille
keurig Bolsdorst opwekt bij de liefhebbers.
Misschien voel je ook eenvoudig, dat de
duisternis, de nattigheid, de druk, het z^ware
straks noodzakelijk even zal moeten worden
afgelost, door iets lichts, door een massa
zonlicht, die je bol bestrooit met
sproeten.
In ieder geval het" komt. Opeens
ben je aan het af tellen als een recruut,
die straks zal afzwaaien. Nog zoovele
weken.
O, de voorpret is vaak de minste
niet. Daar is voor alles: de keus. Geen
hotelkeuken riekt lekkerder, dan waar
je nog nooit je intrek nam. Geen
sneeuw is zachter tot den val op
gemaakt, dan de sneeuw, die nog
honderden kilometers ver; en weken
in de toekomst, ligt.
De keus. Ik ken wintertrouwe
klanten die van de bergen houden als
ik, die jaar in jaar uit, in hetzelfde
gebied, in hetzelfde hotel zitten; die
er niets voor voelen het elders te
probeeren; haast overal ken ik
stamklanten.
Ikzelf ben geen stamklant; ik ben
zwerf klant. Alle winterwegen voeren
naar de zaligheid; alle wegen zijn
van lichtkristal gemaakt. Maar de
vormen van wat de ski- looper noemt
het Gelande" zijn overal verschil
lend. De Lievenheer was een inge
nieur met wilde haren, toen hij hier
zijn wereldbal boetseerde. De auto
mobilist kent drie of vier
versnellin* .
gen; en dien-overeenkomstig drie of
vier sporten wegen. De ski- looper, die zijn
eigen wegvoren spoort, kent er honderd of
meer; en het is een lust voortdurend om te
schakelen; en den weg anders te voelen.
Ik ben zwerf klant. En daarom heb ik
althans n voorgenot meer, dan de stam
klant; de bepaling der keuze....
Een ding staat daarbij voorop: de zonnetijd.
Er zijn wintersportplaatsen, waaromheen
Voorloopig heb ik, als het blad valt, nog
geen heimwee naar het geweer; en
blekkerénde, tegelijk grimmig koele genoegens der
N.V. J. S. MEUWSEN'S
Grootste keuze. . . .' STETSONS