De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1929 21 december pagina 6

21 december 1929 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

Kerstnummer 11 l b II EEN KERSTSPROOKJE door Top Naeff OOK vóór den oorlog waren mijnheer en mevrouw Brunner menschen van beginselen geweest, doch eerst daarna waren zij zich dit, tegen den achtergrond der zedelijk verwilderende wereld, duidelijk bewust geworden. Schoon de inflatie ook hun geen windeieren gelegd had en zij zich thans uitspattingen zouden kunnen veroorloven, waarvan zij voorheen niet hadden durven droomen, wachtten zij zich wel de ongedachte stijging der linoleumprijzen en het gelukkig toeval dat de firma Brunner en Co. juist bijtijds een grooten voorraad in deed slaan, gelijk de overige nieuwe menschheid in dure danspassen en weelderige demonstraties van hun eigen persoon te huldigen. ,Je kon nergens meer komen," vond mevrouw, en mijnheer die zich oVer de duistere wegen van het officieel fatsoen weinig uitliet, moest in zijn binnenste beamen, dat je er in elk geval niet komen kon met haar Met gevolg, dat zij de meeste avonden, gerust in deze overtuiging, thuisbleven, mijnheer aan de radio, mevrouw achter de avondbladen, en Corrie in de keuken. Met zijn rug naar de kamer, in de houding van een verantwoordelijk marconist, zocht de heer Brunner dan menigmaal tot na middernacht contact met de internationale lokalen en het rhythme van den ondergang. Hij voelde er zich innig mee verbonden, en tevens zoo veilig ervan ge scheiden, als de wandelaar in het dierenpark, wanneer aan den over kant van de gracht de koning der woestijn zich opricht tot den sprong. Het was huiveringwekkend echt, en toch wist je, dat je niets ge beuren kon. Mevrouw veroordeelde de moderne technieken, en ook deze ter bevordering van de cultuur en het huiselijk verkeer, maar toen haar rnan, wien zij het beste gunde, aan deze escapades van den geest behoefte gevoelde, had zij zich niet verzet en, aanvankelijk met haar vingers in de ooren, zich geoefend de ongevallen welke, helaas, ook met den dag toenamen te lezen op de maat van den foxtrott" en tegen de redevoeringen van paedagoog en philosóof in. Wat Corrie in de keuken betreft, ook zij leefde, na de groote catastrophe in haar leven, aan gene zijde van goed en kwaad, doch vond op de lange avonden, dank zij de gehoorigheid van het huis, almede een verre voldoening in alles wat de onmetelijke aeolus-harp tot haar overwoei. En soms, zooals in deze vrome dagen, voorafgaande aan het Kerstfeest, waarvoor in ,het bijzonder Londen de stad harer innigste en bitterste verbeelding propaganda maakte, zette zij de keukendeur wijd open, opdat haar van het koor der Britsche engelenscharen geen noot zou ontgaan. Want heelemaal los was zij met den besten wil toch nooit gekomen van den onverlaat, den onweerstaanbaren Tommy, wiens blauwe oogen haar 's Zondags ?om de zes weken nog toeblonken uit de vergeet-mij-nietjes van het blond geheim, dat haar schande en haar geluk inhield. ', ' ' ' ? ? , ; ?. * , * ? . . .. . . ? .. Dat mijnheer en mevrouw Brunner, zoo rechtvaardig als zij dachten, Corrie terug hadden genomen, nadat dit geheimpje ergens op de Yeluwe was geboren en desondanks.... Mevrouw kon het zich alleen nog verklaren uit den nijpénden dienstbodennood, die haar, na Corrie's snikkend vertrek, middenin den barren winter geen teleurstelling in het vrouwelijk karakter had bespaard, haar de gansche hoogeschool der huiselijke ongemakken doorloopen liet, waarvan zij tot dusver eere aan Corrie's geschokte nagedachtenis?geen denkbeeld'had gehad. Zij schilde de aardappelen en sleep de messen, niet uitgedacht over de lichtzinnigheid van1 een meisje, van wie je zooiets nooit zou hebben gedacht, en in een onbewaakt hoekje van haar goed hart ook wel bewogen met haar treurig lot. En mijnheer poetste de schoenen en schepte de kolen, gestijfd in zijn haat tegen de Entente, in het bijzonder het perfide Albion, dat zulke verraderlijke zonen voort bracht. : Toen deze, voor menschen op hun leeftijd sloopende toestand een jaar aldus had voortgeduurd, mevrouw Brunner met z nuwhoofdpijnen de vlag moest strijken, en mijnheer het spit kreeg, kwamen beiden tegelijk op den inval, van hun standpunt haast onuitsprekelijk, maar als vizipen reddend en vol verleiding.... dat als Corrie er toe te bewegen was en de kleine Miss daarginds een behoorlijk onderdak had dat dan als met n fooverslag de gezondheid zou terugkeeren in dit huis, het dagelijksch menu weer zou worden, wat het altijd was geweest, de schoenen en die eeuwig botte messen.... zou den herleven, gitzwart en vlijmscherp. Mijnheer Brunner kon nog nauwelijks loopen toen hij met beklemd gemoed, maar met het streelend bewustzijn afgevaardigd te zijn tot de Daad, in den eersten trein naar het dorpje met den onaanzienlijken naam stoomde, waarheen Corrie haar domicilie had verplaatst. Een daad, die, welke beweegredenen er toe mochten hebben geleid, in de uit voering slechts^ getuigde van onbekrompenheid, van moderne op vattingen al kende men in den huize Brunner nog grenzen van barmhartigheid, ja, van idealisme Ergens, hij wist niet te zeggen waar, school er poëzie in deze reis, en hoe dichter hij over de bloeiende heide de geheimzinnige plek naderde, die daarvan het doelwit inhield, des te nieuwsgieriger werd hij naar de kleine heldin van het drama, het exotisch dochtertje van Corrie en den onbekenden soldaat. Het drama, waarin hij thans een rol ging vervullen, evenwaardig aan die van den père noble van zijn radio-tooneel. Zóó van een leien dakje als mevrouw het zich in de geestdrift harer eigenbelangen had voorgesteld. Verliep de missie echter niet. Nauwelijks herkend had mijnheer Brunner Corrie, een vervallen vrouwtje, dat men uit haar werkhuis moest halen omdat er een heer was om haar te spreken. En met zijn positie, hoe volmaakt boven verdenking ook, was hij gedurende het tamelijk lange wachten in het keukentje van Corrie's nicht een weinig in het gedrang geraakt. Het bleek namenlijk, dat Corrie Engeland de schande van dit vader schap bespaard had, zoodat hij met de omstandigheid, waarmede men een alibi bewijst, meende te moeten uitweiden over de voor treffelijke dienstverhouding, die er in het bijzonder tusschen mevrouw Brunner en het ongelukkige meisje had bestaan. Aan het kind, dat den slaap des onschulds sliep in een gevlochten wiegje, waar de vliegen als krenten opzaten, durfde hij onder de koele blikken van eenige toegeloopen buurvrouwen, vooralsnog geen oog te wagen. Eerst toen Corrie, na de eerste verwondering en een lichten schrik: Onze meneer.....?!" het kleine corpus delicti op den arm had genomen, zag hij wat een helderblauwe oogjes en grappige blonde krulletjes het had. Het was het eerste, wat hij aan zijn vrouw vertelde, toen hij dien avond laat, slechts ten halve geslaagd: Corrie zou het voorstel in beraad nemen, en nog zeer pijnlijk in de lendenstreek, tot haar terugkeerde: een ware dochter Albions ! Drie weken nadien was de jonge moeder in haar ouden dienst teruggekeerd. Zij had alle voorwaarden aanvaard: nmaal in de zes weken drie dagen verlof om haar familie" te bezoeken, en voor het overige nimmer een toespeling op het blauw-oogig feit, dat in een nette betrekking, al zag men er wat door de vingers, nu eenmaal geen pas gaf. Van den anderen kant vond zij alles terug, zooals zij het verlaten had, de welwillende menschen, de degelijke kost, de keuken en het zolderkamertje, waarmee zij altijd tevreden was geweest, de schoenen, het zilver en de messen, haar toevertrouwd. Maar het duurde nog wel een jaar, al hield zij als eerlijke con tractante zich dapper, eer men het Corrie niet meer aanzag: wat haar de scheiding van haar kleine Mary naar de koningin van Engeland had zij met' patriotisme en stille trouw het kind genoemd gekost had. ' , Met Januari hadden mijnheer en mevrouw Brunner, van hun kwalen gelukkig hersteld, haar toen den beloofden opslag gegeven. En het volgend jaar nog een on verwachten bijslag. Maar daar moest zij mevrouw liever niet van spreken, zei mijnheer, mevrouw wist daar niet van. Het was maar hij had gedacht..... een strenge winter, ook op de Veluwe een extra warm wintermanteltje zou.... .?het" misschien wel kunnen gebruiken. Aan den avond van dien dag had Corrie het gewaagd het portretje van Mary, op den schoot van haar nicht, in een lijstje van groen pluche boven haar bed te hangen. Uit den hoogen hemel sprak een nasale stem, in verband met het naderend Kerstfeest, over de Madonna-vereering in de schilder kunst. Mevrouw Brunner overdacht middelerwij l het menu voor de Kerstdagen en de huiselijke problemen verbonden aan het onder dak brengen van vijf logc's, hun eenigen zoon, leeraar aan het gymnasium te Heerenveen, diens vrouw, en hun drie jongens. Zij herhaalde het elk jaar: zoolang zij Corrie had, die zelfs op geen kerkbeurt aanspraak maakte, kon men zich de weelde van dit samenzijn veroorloven. Hetgeen haar schoondochter zuchtend beaamde: de meisjes in Heerenveen, zij mochten dan al;geen misstappen hebben begaan van een dergelijke consequentie, ze'zouden er niet meer over denken n Zondag te offeren aan het welzijn van haar meesteres. De stem, waarnaar de heer Brunner met inspanru'ng luisterde be-' schreef een Annunciatie" van Filippino Lippi. De blijde boodschap, gevat in de bloeiendste en teederste kleuren, klonk door het geheele huis. In de keuken zat Corrie het zilver te poetsen voor de feestdagen. Tegen deze dagen zag zij onbestemd, en zonder dat de ijver voor het werk er onder leed, altijd op. Er was in de gebeurtenis, die de wereld elk jaar opnieuw met dankbaarheid vervulde, zooveel, dat met haar par ticuliere omstandigheden overeenkwam.... De stal van Bethlehem. niet veel anders kon die zijn geweest dan de houten keet op de Veluwe, de noodwoning van haar nicht. De sterren aan den hemel, welke hier, als daar, blonken door de reten van het dak. Jozef, de vader van het kind.... bijzonder in tel was ook hij niet geweest. En de blonde krulletjes van den kleinen Christus, waarvoor Mary's bolletje gewis niet onderdeed.... Corrie drong niet zoo diep in de mysteriee'n door om zich bepaald te verwonderen, laat staan te bekla gen, over de onrechtvaardigheid van het lot, dat de eene moeder in haar gouden nis ten troon heft, terwijl de andere eenzaam in de keuken moet zitten. Maar wanneer zij, zooals,op dezen avond, terwijl de stem, zoo duidelijk of zij het voor haar oogen zag, het beeld van haar voorgangster Het was de Madonna degli Alberetti van Bellini beschreef in hemelsche kleur en innigheid, en uitweidde over het bloote jonkske aan heur blauw-fluweelen schoot, dan werd het om haar hart toch week. Dan moest zij, in het vooruitzicht van zooveel verinnigd familieleven, in het vroom verleden en in haar goeden dienst -?natuurlijk kon mevrouw haar-niet missen wel aldoor denken, hoe verspreid over de wijde wereld haar eigen kleine familie toch was.. Zes jaar werd Mary tusschen Kerstmis en Nieuwjaar. Als het eenigszins geschikt kon worden mocht zij dien enkelen dag met den eersten trein gaan. Een paar weken geleden had mevrouw over Mary gesproken, vriendelijk maar zakelijk. Zij had bij het opruimen van een zolderkast een leeren schooltasch gevonden en die op Corrie's bed gelegd met de terloops gestelde vraag: Misschien.... nu ze binnenkort naar school gaat.... ? Zij moet zoo'n eind loopen. Dan blijft alles droog." O, dank u wel, mevrouw," Binnenin de tasch vond zij nog wollen kinderkousen, een paar bruine riemschoentjes en een ouderwetsch bontje van zwanendons. De kamferlucht sloeg eruit.... Mevrouw zei nog, terwijl haar grauw hoofd al lager in het trapgat daalde: Ik heb liever niet, dat mijnheer dit ziet.... Pak de tasch maar bij je waschgoed." Corrie begreep. Lang geleden had de jonge mijnheer hier nog een zusje gehad. Mitten im kalten Winter " Op je pantoffels bij de warme kachel Thans viel een koor vierstemmig in.... Kerststemming," knikte Mevrouw Brunner plechtig. Toen Corrie om tien uur binnenkwam om het zilver te bergen en bij het goedennacht wenschen als naar gewoonte een oogenblik binnen den lichtkring van de lamp front maakte, waren haar oogen rood en gezwollen. Dien nacht wisten de Brunners den rechtvaardigen slaap niet te vatten. Tegen half twee sprak plotseling mijnheer: ,,Je laat Corrie toch zeker vóór het eind van het jaar nog wel gaan ?" Ik weet, nu de kinderen Oud-en-Nieuw overblijven, haast niet hóe ik het schikken moet. Maar ja.... zij zal er wel op rekenen.... Zij heeft ook niet te veel...." . Neen".... De 28ste is.... het kind weer jarig .. Wat die tij d omvliegt.." Na eenige minuten van bevangen stilte, waarin de een van den ander meende, dat de slaap zich over hart en geweten had ontfermd, hernam mijnheer Brunner: Het is wel onnatuurlijk, dat een moeder haar kind zij wordt nu al zes jaar op zulke dagen niet eens. .... Een moeder blijft ten slotte een moeder.... hoe je 't ook opvat." Opvatten.. ?" herhaalde mevrouw, als in een verborgen wiek ge schoten, en zij dacht: zoolang de wereld draaide, hadden de opvat tingen hieromtrent, op misschien een enkel uitzonderingsgeval na.., steevast gestaan. Zij zeide: Corrie heeft het zelf zóó verkozen. Zij kende onze voorwaarden. Wij hebben haar niet overgehaald...." Neen," beaamde mijnheer, de hoofdschuldige, tenminste,... Maar \ve zaten er toen ook wel erg mee...." * * Es ist ein Reis entsprungen, aus einer Wurzel zart".... Mijnheer Brunner had de voordracht van den professor, welke op tien duur tpch boven zijn artistieke vermogens ging, resoluut af gebroken en Berlijn aangesloten. Een hooge, blanke sopraan viel in.... Und hat ein Blümlein bracht" ? Ach," zuchtte mevrouw Brunner, overwonnen door de elementen en dankbaar ontlast van haar verzet tegen den nieuwen tijd. Hee lemaal geen storingen van avond En wat een mooie, stem !" Haar man wendde zich naar haar om, hij genoot zijn voldoening om dit wonderwerk van het menschelijk vernuft nu dubbel. Hoe goed was het leven.... In het salon stond de boom, acht dagen vóór zijn tijd. Mijnheer Brunner was altijd vroeg erbij en koos met zorg een regelmatige, niet te omvangrijke pyramide uit. Achter de gesloten suitedeuren geurde het als in een koel woud. Corrie kon niet nalaten telkens haar hoofd om de deur te steken. Zóó rook het aan den rand der Veluwe, waar de noodwoningen voor de armsten waren ingericht. Mevrouw Brunner had de doozen met den zilveren tooi van vorige jaren te voorschijn gehaald en ook het oude houten Kerstspelletje, het kindje in de kribbe, de os, de ezel, de drie koningen, dat aan den voet varuien boom placht te worden opgesteld, met devote vingers uitgepakt. Toen Corrie dien avond goedennacht kwam zeggen, lag de tafel bezaaid met deze levende have, met loovers en zilvergaren, gouden parkieten, paddestoelen, sterren en halve manen. En daartusschen, wat haar steelsene blikken het allereerst weer zochten:, de blonde engel van plakplaat rriet haar roze jurkje aan, bestemd om de ster te dragen boven in den groenen top. Zij durfde er dit jaar ternauwernood paar te kijkenen wendde zich beschaamd af, toen mevrouw het zag Na haar vertrek, terwijl een aan de Radio aangesloten gramophoonplaat Stille Nacht.. .'.""ten beste gaf, kwam mijnheer Brunner op zijn beurt bij de vriendelijke tafel staan, bezag de kribbe en de ko ningen en nam, als in gedachten, de roze engelplat op zijn hand. Nog zweeg hij, nog.... Maar hij voelde plotseling behoefte zijn vr,owv een kus op het haar te drukken en het was als uit zijn hart gegrepen toen zij, eigenlijk zonder aanleiding en als langs haar neus weg, zei.... Je zou.... voor iedereen.... wel iets willen doen.... in zulke dagen. Als je maar wist wat!...." Zij wisten het heimelijk al zoo lang, allebei.... Wie het hooge woord tenslotte uitsprak? Dat was achterna niet uit te maken. Maar een van beiden moet het hebben gewaagd. En a,ch, in dat stadium was het al geen waagstuk meer. Nog eenmaal reisde mijnheer Brunner naar het dorp met den duisteren naam, waarheen de Ster hem in zijn jongste droomen, met hoe langer hoe vuriger lichtsignalen, was voorgezweefd<... En voldaan, als had hij aan de Blijde boodschap thans zijn rechtmatig deel, keerde'hij deze tweede maal van zijn zending tot zijn goede gade terug. .

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl