Historisch Archief 1877-1940
Kerstnummer
»: t
V
f
Alles stond voor elkaar. Prompt op dag en uur. En de heide
bewoners hadden zich met den handdruk de linoleumprijzen,
schoon weer normaal, veroorloofden Bnmner en (\>. een en ander
zeer content betoond.
Op den eersten Kerstmorgen ging mevrouw Bruinier, terwijl Corrie
zeven bedden opmaakte, voor het eerst van haar leven niet naar
de kerk, maar naar het station. Zij ontmoette daar, terwijl haar hart
klopte als voor een rendez-vous maar zij was over alle aardsche
schromen en zedelijke remmen heen zij ontmoette daar een boeren
vrouw met een klein meisje, dat een bontje droeg van zwanendons.
Daar was gelukkig nog een oude schoonmaakster in het complot,
die het ook niet meer zoo nauw nam met de moraal. Want in de
praktijk zijn de dingen lang zoo droom-eenvoudig niet, en een leugentje
om bestwil moest mevrouw Brunner, los van elk beginsel, feitelijk
nog leeren. De tante, die het meisje bracht, kon niet blijven, er liep
op Zondag naar haar afgelegen woonstreek slechts n enkele trein
terug. Een eindelooze dag, eer de lichte avond aanbrak Eer
Mary een zoet kind overigens, met de zelfbeheersching in
gevoelszaken eigen aan haar ras de nieuwe roze jurk aankreeg, waarvan
de vreemde mevrouw haar in de tram wonderen verhaalde.
Maar ook aan dezen dag kwam een einde, en naar omstandigheden
moet worden erkend, dat alles meeliep. Best mogelijk, dat het Kerst
mannetje het geval nog wel een kolf j e naar zijn hand vond. Zelfs
van de opmetingen in het zolderkamertje, waarmee de zoon, leeraar
in de wiskunde, zich welwillend had belast, merkte men in de keuken
niets. En het kinderledikant j e kon er staan. Op een haar !
Het moeilijkste bleek toen nog: hoe Corrie dien avond, na haar glans
rijk optreden met den kalkoen en vóórdat er nog een bord was
afgewasschen, voor een kwartiertje het huis uit te krijgen ! Mijnheer
Brunner overtrof zichzelf in intelligentie, toen hij op den inval kwam,
dat er op Zondagavond altijd n apotheek geopend bleef. Een tooneel,
dat voor Molière nauwelijks onderdeed, en waarvoor de kerngezonde
Friesche schoondochter zich bereidwillig leende, werd in den familie
kring afgespeeld. Wie a zegt.... Geen mensch trouwens, die bij dit snel
verval van zeden en gewoonten, daar nog aanstoot aan nam.
In de korte spanne tijds, terwijl de gedienstige ziel liep wat zij loopen
kon door den stillen, heiligen nacht, zei de oude mevrouw Brunner tot
de drie matrozen-jongetjes aan haar schoot: Nu komt er aanstonds
een klein meisje, een... .zusje van Corrie, uit Gelderland."
* *
De boom straalde, of hij er ook plezier in had, toen in den feestelijk
beklemden kring rondom zijn lieven luister, in den warmen geur van
hars en kaars vet, de oude heer met dit verlegen kerstpresentje aan
de hand, door de tuindeur binnentrad.
Op zijn Radio viel op dit uur niet te vertrouwen, maar de schoon
dochter bleek nog juist in staat zich voor de piano te zetten:
Maria die soude naar Bethlehem gaen,
Kersavond voor den noene;
St. Joseph soude al met haer gaen,
Om haar gezelschap te houden..."
Corrie hoorde op de mat de schrille kinderstemmen zingen, boven
het pianissimo der ouderen uit. Zij haastte zich haar hoed af te zetten
en haar schortjc weer vóór te doen.
Toen belde mevrouw al. Het kwam haar vroeger voor clan verleden
jaar, haast overrompelend ratelde die bel....
Met het drankjesfleschje in de hand en in haar hoofd de menschelijke
gedachte: Wat zou er onder den boom liggen voor mij ? trad ze
in het duizelingwekkend licht. In den familiekring.... In de dingen,
blij en verinnigd.... Haar schuwe oogen pinkten naar den engel in
den top, en gleden toen omlaag in de stilte....
De stilte der Verkonding....
Want ook de muziek zweeg, zooals dat behoort, wanneer het groote
oogenblik daar is.... En op de snel-gedraaide pianokruk zag de
moeder van de drie, met open mond verstomde matrozen, door het
waas harer oogen toen nog net: hoe het roze engeltje in de armen van
die andere moeder vloog
Ja," antwoordde mevrouw Brunner, op de vraag van haar oudsten
kleinzoon, toen het dien avond kinderen-bedtijd werd: ,,ja, mijn
jongen, het zusje van Corrie blijft bij ons slapen."
,,En dan?" vroeg de middelste der drie.
Het was niet mogelijk zich met den heer des huizes omtrent dit
beslissende, en thans volmaakt revolutionnaire probleem, ter plaatse
te verstaan. Want mijnheer Brunner schuifelde door de gang en gluurde
door de reet van de keukendeur....
Daar zaten ze, tusschen de potten en pannen, die maar niet
aankant kwamen! In den zachten lichtkrans van het lampje boven het
fornuis.... De moeder met haar armen om het kind, dat geleund
stond aan haar blauw-katoenen schoot. Het had een appel in de hand
ja, net zoo^i appel een blinkend belief leurt] e, dat speciaal
voor Mary gegroeid was aan den boom. Ze hadden het; veel te druk
die twee, gebogen over het blozend symbool, w&arin zij beurt om
beurt het halve maantje van haar groote en kleine tanden
beten veel te druk om op de keukendeur te letten. Op de ver
raderlijke reet, waarachter de heer Brunner stond, en zijn zakdoek
uit zijn zak haalde, en iets begon te begrijpen van de schilderkunst
in de Middeleeuwen.
Och, het was altijd een goed huwelijk geweest, dat van de Brunners,
eensgezind en aangepast. Geen twijfel, of haar beste man zou ook
in deze gaan, waarheen zij ging, door dik en dun, naar den letter van
het oude Boek Ruth. En pal staan, zoo noodig tegenover de geheele
buurt!
Dan?" herhaalde mevrouw Brunner, terwijl haar zedelijk bewust
zijn welgemoed ook dit laatste loodje nog legde: ,,Wel, dan gaat
Marietje, als het Nieuwjaar is, net als alle andere kinderen, hier naar
school."
Raoul, Hynckes
M: