Historisch Archief 1877-1940
E VOLKEN
De Oude Inca's ib ijbelschen Modern
BOEKBESPREKING Jr Mr. H. G. KOSTER
Tiberias (Uit" Stegenga' sboek)
: Het leven der oude Inca*
Wanneer de moderne Euro
peaan hoort spreken van Indi
anen, denkt hij aanstonds aan kerels
met beveerde koppen en strijdbylen,
herinneringsbeelden uit de
romanlectuur zijner jeugd. Slechts weinigen
is het bekend, dat er nog heel andere
Indianen zijn en geweest zijn, dan
de Noord-Amerikaansche, welke bij
het blanke ras zoo populair geworden
zijn door de jongensboeken van Cooper
en van Aimard. Veel minder nog weet
men, dat in Midden- en Zuid-Amerika
groote Indiaansche rijken bestaan
hebben met een hoog-ontwikkelde
beschaving. Met de grootste moeite
trachten Europeesche en
Amerikaansche geleerden nog aan het licht te bren
gen, wat er over is: voor de wetenschap
te redden, wat er te redden valt.
Waarvan, stamde die cultuur? Nie
mand weet het. Men heeft wel eens
het volgende beweerd: in de
Atlantischen Oceaan zou voor duizenden
jaren een groot vasteland gelegen
hebben, Atlantis genaamd. Dit we
relddeel had een prachtige beschaving
voortgebracht. Van dit Atlantis nu
zotten zich noordwaarts koloniën neer
in NoordiAfrika (Egypte) en in Mid
den- en Zuid-Amerika. Atlantis is,
tengevolge vari^ geologische veran
deringen verzonken in den Oceaan,
doch de uitloopers Egypte en dt,
ncagebieden hebben zich zelfstan
dig ontwikkeld. Inderdaad is er
groote gelijkenis tusschen de oud
Egyptische en de oud-Iudiaansche
beschaving. De cyclopische vormen,
de pyramidenbouw, het karakter der
godenbeelden herinneren aan het
land van den Nijl; zelfs de taal ver
toont gelijkenis met het Egyptisch
en met Semitische talen. Over deze
geheimzinnige, oude cultuur is dezer
dagen een aardig boek verschenen
van de hand van Mr. W. J. van
Baaien, bekend door zijn wereld-*»
reizen en zijn populaire boeken over ,
land- en volkenkunde. In het begin .
der zeventiende eeuw gaf een
verspaanschte mesties, Garcilaso de la
Vega, een geschrift uit, waarin hij
den oorsprong der Incas, hun afgo
dendienst, hun bestuur en levensge
woonten beschreef. Hij betitejde het
CoTfnentarios realea, koninklijke ge
denkschriften. Dit boek l) nu werd door
den heer van Baaien vertaald, be
werkt, in een nieuw taalkleed gestoken
en ten slotte voorzien van vele illus
traties. In een voorwoord geeft de
kundige bewerker een overzicht van
het land der Incas uit geografisch
oogpunt; daarna een proeve (gelijk
hy net bescheiden
noemt) van een schets
der vóór-Inca-periode;
terwyl hg ten slotte
de ware proporties der
Inca-beschaving na
gaat en aan een nauw
gezet onderzoek on
derwerpt. Merkwaar
dige zaken kan men
in dit boek vinden o.a.
dat deze oude Indianen
reeds een zeer goed
georganiseerde com
munistische maat
schappij hebben, ge
kend. Men moet hier
echter voorzichtig zijn
en de Incas niet over
schatten. De Incas
warende Indianen, welke de Spaansche
conquistadores in Amerika, hun door
Columbus ontsloten, aantroffen. Bij
hen ligt niet de bloeitgd van de oude.
Indiaansche beschaving. Deze
dagteekent van veel eerder en was den
Incas zelf nog slechts legendarisch
bekend. Mr. van Baaien leidt ons nu
in, achtereenvolgens in de staats
instellingen en rechtspraak; weten
schap en kunst; huwelijk en huise
lijk leven; taal, riddergebruiken en
ceremonieel, kadastrale indeeling en
wat niet al.
Telkens zal de aandachtige lezer
het hoofd schudden van verbazing
en het oude woord van Salomo,
dat er niets nieuws is onder de zon"
zal niet van zijn lippen weg zijn.
De predikant als relsbescbrijver
DJ Amsterdamsche predikant Dr.
P. Stegenga Azn. heeft een boek
geschreven, getiteld Oude Landen en
Steden. 2) Het bevat de indrukken,
welke hij op een reis door het Naburig
Oosten, Griekenland en Italiëont
vangen heeft. Over hetzelfde reis
gebied bestaan thans drie zeer goede
reisbeschrijvingen, alle van predi
kanten: Om de Oude Wereldzee van
Dr. Abraham Kuyper; Op Bijbelachen
Bodem~v&n Prof. H. Th. Obbink en
t-'/i
DéMoskee Azhar. MoMmmedaansche Universiteit te (Ydaïro (Uit Stegenga's boety
Straatje te Cuzco (Uit HeiLeven der oude Inca's)
of keuvelarij. Obbink
en Stegenga zijn ethi
sche" predikanten; zij
beoefenen de schrift
kritiek en geven ten
volle toe de ge
schiedkundige onze
kerheid van de hei
lige plaatsen in Pales
tina. Kuyper,
strengcalvinist, houdt vast
aan de letter der
bijbelsche geschiedenis
sen en aanvaardt
omtrent de heilige
plaatsen zelfs de vaag
ste en onwaarschijn
lijkste overleveringen.
Kuyper en Obbink
staan echter
weerte. genover Stegenga, in zooverre zij
in hun voordracht strakken, deftigen
ernst bewaren: de serüs rebus serie.
Stegenga zit vol schalksche grap
pen. Hij bezit het geheim dier be
vallige' afwisseling van scherts en
ernst, welke juist het van de kerk
vervreemd groote-stadspubliek ver
mag te bewegen het oor te neigen
naar een woord van vroomheid.
* *
*
Op alleraardigste wyze verlucht
Stegenga het bijbelsch leven met
tafereelen uit de Levant van heden
en omgekeerd laat hij het moderne
leven in het Naburige Oosten voor
den bijbelsch-geschoolden lezer
nadertreden door tallooze verwijzingen
naar de gewijde teksten van het
Oude Boek. Zwaar-op-de-handsche
broeders zullen wel eens de wenk
brauwen fronsen, als zij de koddige
beschrijving lezen van het
aartsvaderlijk gesjaoher met de Hethieten
over de spelonk van Machpela. Doch
als zij doorlezen, zal hun voorhoofd
zich weer effenen bij het ontwaren
van menig echt-christelijk, waarlijk
godvruchtig woord. De kern van het
boek ligt ongetwijfeld bij het
Palesnu dit boek van Dr. Stegen^i.
Alvorens nu het werk van dezen laat
ste den lof te geven, die het verdient.
moet mij n opmerking van
h<hart, die tevens
een aanmerking is.
Dit boek toch we
melt van de grieze
ligste mode-woor
den uit het
krantenkpeterwaalsch
onzer dagen: mo
menteel i.p.v. nu
of thans ;realisabel
i.p.v. uitvoerbaar;
praematuur i.p.v.
vroegtijdig; i inte
resse i.p.v. belang
stelling en meer van
dat. fraais! Blijk
baar begint dit
taalongedierter reeds
het Nederlandsen
der kanselrede
naars binnen te
dringen. Een veeg
teeken: want de
kansel is juist door
zijn behoudend ka
rakter een laatste
bolwerk van taal-.
it en taalzuiverheid.
)ocli nu het werk zelf. Men moét
vil prijzen: een vlot verhaal
c-von beleyingen, zonder reizi
gers-gewichtigheid,
eenvoudig, natuur
lijk en waar. On
willekeurig gaat de
lezer vergelijken
met de beide an
dere zooeven ge
noemde reisverha
len. Ik zie de ver
houding aldus: in
Kuyper's reisver^
haal is voorname
lijk de theoloog
staatsman aan het
woord; in dat van
Obbink de theo
loog-docent; in dat
van Stegenga de
theoloog-conf
rencier. Om de Oude
Wereldzee is [een
kunstwerk. Op
BijGelachen Bodem is
een academische
lesj ,Oude Landen
en Steden 'is* n
Een Z. AwJJfndiam genoegelijkejlezing
Bakschisch! Bakschisch! (Uit Stegenga's boek)
tijnsch gedeelte. Daar verwijlt de
schrijver het langst en het innigst
bij de oud-testamentische figuren,
bij Jezus en de Apostelen. Daar ook
vindt hij gelegenheid ons het cere
monieel by den Klaagmuur toe te
lichten; daar geeft hij ons een over
wicht van de geschiedenis van het
Zionisme en van den tweespalt tus
schen Joden en Arabieren. De jongste
schrikkelijke gebeurtenissen zijn ech
ter nog niet in deze beschouwingen
verwerkt.
De beschrijving van het Grieksche
'en Italiaansche deel van de reis maakt
'eenigszins den indruk van een toegift
of naspel, maar is toch zeer goed.
Te Athene ziet de schrijver ia den
geest Paulus op den Areopagus bij het
altaar voor den Onbekenden God,
waarvan Handelingen XVII gewaagt.
Te Rome gedenkt hij do eerste
Christenen en hun gruwzamen martel
dood in arena en kerker. Verdraag
zaamheid spreekt uit iederen regel.
Voor Boomsch-Katholieken, Moham
medanen, zelfs voor Heidenen en
Heidendom geeft deze zeer zeker niet
eenzijdige Luthersche theoloog een
waardeerend woord. Dr. Stegenga's
reisverhaal is con bizonder mooi boek,
waard te worden gelezen door jong
on oud, geleerd PU ongeleerd, door
geloovigen en ongeloovigen beiden.
l) Het Le vender oude Incas, door den
Inca Garcilaso de la Vega, naar het
oud Spaansch bewerkt door Mr
W. J. van Baaien, N.V. H. P.
Leopold'a Uitgeversmaatschappij.
'a-Gravanhage 1920.
2) Dr. P. Stegenga Azn. Oude
Landen en Steden, H. Meulenhoff.
Amsterdam,
Nieuwe Uitgaven
De Onderwereld, belangrijke'
outhullingen van een tolk bij de- inter
nationale crimineele en civiele recht
banken, door TT. Ashton Wolfe.
Geautoriseerde vertaling van J. L.
J. F. Ezerman. Met 21 illustraties.
Uitgave van J. Philip Kruseman,
VfSravenhagé.
Ome Weet in Uccld en Woord. Fred.
Oudschans Dentz en Herm. J. Jacobs.
N.V. Drukkerij & Uitgeverij J. H. de
Bussy, Amsterdam.
oen droombeeld uit het
land der Brahmanen dooi- Herniann
Ifesse. Vertaald door B. H. den Boer
Urever. 1T. J. den Boer, Baarn.
Interieur van de Aya Sofia (Uit Stegenga's boek)