De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 4 januari pagina 17

4 januari 1930 – pagina 17

Dit is een ingescande tekst.

No. 2J44 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 4 JANUARI 1930 ONTNUCHTERING door Melis Stoke UIT het vaderschap wordt, onher roepelijk, he.t inzicht vawi eigen verdwazing geboren. Niets is oritnuchtereiider dan de koele, onder zoekende en klare blik van ons kind, dat zoo ernstig poogt zekere eigenaar dige uitingen, waarvan wij ons zelf geen rekenschap hebben gegeven, te begrij pen. In die blik is geen critiek, geen oordeel zelfs, maar zooveel goede wil, een zoo groot vertrouwen en dikwijls eene zoo tragisch misplaatste be wondering, dat wij beschaamd ge raken. Zoo stond ik, diep in den nacht die gevolgd is op den tweeden Kerst dag, beschaamd voor het bed van mijn kind. Hij was gekleed i u een wollen pijama'tje en zijn wangen waren rood van een gezonde slaap. Zijn oogen knipperden eerst tegen het licht en werden toen groot en rond. Ik was in smoking. Mijn wangen waren rood van het dansen, eten en drinken; op het hoofd dtoeg ik een muts van goudpapier met een licht blauwe aigrette en in mijn hand hield ik een papieren parasolletje. We hadden tweeden Kerstdag ge vierd in een groot gedrang van onbe kenden, en het was wat men noemt in orde geweest. De restaurateurs weten op zulke avonden zoo kwistig te besparen op het eten dat er een ruime marge ontstaat voor distributie van schertsartikelen, welke wij niet dan na een overmatig gebruik van wijn op de juiste waarde weten te schatten. Maar dan ook ten volle en zonder eenig voorbehoud. Wat weet een kind van zulke zaken ? Hij ziet zijne ouders vertrekken naar een feest en is wat onder den i ndruk van de mooie kleeren die zij dragen. Het zal een Kerstfeest zijn, en dus vormt zich in zijn fantasie denkelijk het beeld van een stralenden boom waaromheen zijne ouders, met tallooze andere ouders, hand aan hand liederen zingen en verrukkelijke ge schenken wisselen. Hoe ontnuchterend moet zijn ontwaken zijn, midden in den nacht, wanneer de fa,ntasie ge schonden raakt door de weerzin wekkende realiteit van een vader, wiens bewonderenswaardige feestkleedij op zoo eigenaardige wijze is gecom pleteerd als door de toevoeging van een papieren muts en een parasolle tje. En hoe bitter bezwaarlijk zal het hem zijn, wanneer zulk een vader dan bovendien nog aldus toegeta keld danspassen uitvoert, die zoo geheel afwijken van de wijze waarop zich een vader, in het algemeen pleegt te bewegen. Want, om deze biecht volledig te doen zijn, moet ik nog zeggen dat ik, voor het-bed van mijn kind, danspassen uitvoerde. O...zeker, uitsluitend om hem een genoegen te bereiden, en volstrekt niet uit doldriesten over moed. Maar toch ook wel eenigszins om mijne verschijning, aldus ver sierd en op dat uur, aannemelijk te maken. Tragische dwaling. Men be hoeft voor zijn kind niets aannemelijk te maken. Al wat vader doet, is goed gedaan. Het kind aanvaardt alles. Ook dit, onwaardige, en zonder het te beoordeelen of te verwerpen. De lezer heeft immers reeds geraden dat ik zachtjes en behoedzaam het slaapvertrek der kinderen binnensloop om de feestartikelen bijwijze van ver rassing voor hunne bedjes te leggen. En hij zal, met mij, schrikken bij de ontdekking dat, door een onvoor zichtig gebaar, hel kind ontwaakt en. overeind zittend, geinige wordt van men voelt zich gedwongen tot een uitleg, of minstens tot een daad in den stijl van de vermomming. Wat ligt dan meer voor de hand dan dat men het lichaam laat gehoorzamen aan het rythme dat nazingt in hoofd en beenen en dat men, om de figuur aannemelijk te maken, danspassen uitvoert. . . . 'i Een volwassene zou in y.ulk een geval zeggen: Ga naai- ;je bed. dwaas, Voor ons dubbeltje ,,. . Ik roep mijn medeburgers te wapen ter bescherming ran ons dierbaar stukje zilver en ik nooclig Melis Stake uit om daarop een vlammend ,.7.ij zullen het niet hebben" te dichten . . /C. 2. in de Groene)." Wanneer een Staatscommissie, deskundig en bei'oegil. een theoretisch vraagstuk terdege heeft be-:n'i>cgd, en zij ons kilogrammen adviezen overlegt. zwijgt dan eerbiedig en -perplex. 't Is bittere ernst en nooit iets geks wat eoo'n commissie zegt! Zij heeft tot op den bodem zoo'n vraagstuk bestudeerd. geicikt, betast, beplozen, getoetst, ge-cnquélff'rd. de theorie gesmolten uit tonnen practiscli, erin. en in conclusies vastgelegd. . . . Né. . . . hoor, wat zoo'n commissie zegt staat mijlen boven scherts. . . . Die weten beter, lezer, dan domme ik en gij de middelen tot redding van onze Maatschappij: hoe we goedkooper, langer en veiliger bestaan, en wijzen ons na rijp beraad hoe, dit of dat het beste gaat.... En daar torn i k niet aan. . , . ! Nu zoo'n bevoegd college, uit eerste lui benoemt!, op grondige motieven het dubbeltje verdoemt. nis lastig bij 't betalen en veel ie zacht en klein. dan zal dat in de theorie van 't wetboek der efficiency wel onaantastbaar zijn. (thans ontvlammend:) Maar 'k vraag, waar voor den drommel bemoeien ~e zich mee. In het op grond van Machten of zoo-maar een iilec, dat ons dat goeie muntje zoo akelig irnnlt m/sgnml.... ? Ik kreeg het voor m'n eerste tand eti vond het ook nog naderhand zoo'n populaire munt. . . . l Wat schonk ze ons geen vreugde, verrasing en gemak. Wie niets meer dacht te hebben vond er een in zijn r.ul,-. die hem in allen eenvoud uit nooden heeft gered: met trams, of kranten, een sigaar. een aalmoes voor een bedelaar of sleutel bij 't buffet. Zou men den vorm verraden fcrwille van tien schijn'; Ik wil geen nikkelen munten, zooals die elders zijn '. 'kWensch tusschen grauwe centen, die 'k lellende rerachl. xoo'n dubbeltje dat, zij 't ook klein, mij plotseling met zilveren schijn verrassend tegenlacht. Ze zullen 't ons niet nemen niet hersengyninastii'k. . . . Al moge het niet passen in 't Yankee-mechaniek voor massa-uitbetaling, al lijkt 't een ongi'riel naast 's wrélds munten, aan, tvier norm 't ontsnapt door zijn bescheiden vorm, juist daarom is 't ons lief. . . ?'? M A' IA'S STOK l''. hetgeen bedoeld was als een daad welke, evenals al liet voorgaande. aan zijne waarneming onttrokken be hoorden te blijven. Maar daar staat men dan nietwaar? liet mutsje op het hoofd, liet parasol letje in de hand, en het onthutste kind tegenover zich. Men kan dan niet zoo maar zeggen: dag vent. ben je wakker? of: waarom slaapt mijn jongetje niet r1 Want de groote ronde oogen zijn enorme vraagteekciis en nachtbraker e.d. Zijne ervaring zou het uiterlijk van de onverwachte verschijning onmiddellijk associeeivn met herinneringen aan liet gerucht van een uitbundig feest. liet kind niet al/.oo. Wat weet hij van zulke feesten? Zooals hij zijn vader aanvaardt en bewondert onder alle omstandigheden, die zich tot dus verre! hebben voorgedaan, zoo is hij daartoe ook thans, i-n hoewel plotseling opgeschrikt uit zijn eigen droomen, onmiddellijk en onvoor waardelijk bereid. Zooals hij een vader aanvaardt in een kimono, en het geheele gelaat vol zeepschuim, zooals hij een vader aanvaardt in rok, in badmantel, met een baard, met een kaal hoofd en desnoods in ambtsgewaad, zoo is hem ook een vader met een papieren mutsje en parasolletje aannemelijk. Een nieu we zekerheid zet zich bij hem vast: vaders dansen rond met gekke hoedjes en parasolletjes. En rondom die zekerheid weeft zich een nieuw stukje wereldwijsheid. ,,Pappie stamelde mijn kind schor van slaperigheid en bewondering waren Oma en Opa net zooals jij. . . . ? en oom en Tante. . . . ? En dansten jullie alemaal. . . . ?" De ontkenning waarmede ik de voorstelling van mijne waardige ou ders zuiverde van dien blaam deed een nieuw raadsel ontstaan. Want waarom is wel gebruikelijk voor ouders wat zij voor hunne ouders als onwaardig afwijzen. .,Waarom natuurlijk niet....?" vroeg mijn kind. ,,Kn mammie en jij dan ?" ..Nou.... wij wel verklaarde ik en schetste wederom eenige dans passen -- zoo deden wij.... en ZOO '." ..llè.... mooi...." vond mijn kind het. Zijn oogen glansden van bewondering, en hij is tevreden inge slapen. Een nieuw verlangen is in hem geboren.... Zijn zusje, dat Goddank niet wakker is geworden, heeft den volgenden morgen de ge schenken aanvaard als wonderen uit een onbekende schoone groote-menscheli-wereld. liet noodlottig toeval dat mij, als schakel tusschen die wereld en die van mijn zoontje, heeft doen optreden legt mij. nog meer dan tevoren den plicht op van een onberispelijken levenswandel, en van eene zoo-mo gelijk, waardige Kerst-viering .... Abonnementsprijs van DE GROENE" per jaar: Nederland f 10. ,, Indië(Zeepost),, 10. ,, (mail). . 13.50 Argentini Belgi Duitschland Egypte Frankrijk f l l 50 Griekenland Oostenrijk Spanje Tsjecho Slowakije Zuid-Ai rika Denemarken Itali Noorwegen Zweden Engeland Zwitserland j Amerika Australi A/, ie n 3.50

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl