De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 4 januari pagina 7

4 januari 1930 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 2744 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 4 JANUARI 1930 Uit de Natuur, NUNC AUT NUNQUAM NV ARMHEMSCHE HYPOTHEEKBANK Hyp KAPITAAL BESCHIKBAAR DIRECTIE M? 5.J.VAMZIJST-M? J.F.VERSTEEVEN door Dr. Jac. P. Thijsse DIE kreet heeft al meer in het Noorden weer klonken en de eerste keer, dat de historie ervan gewaagt toen bij Heiligerlee heeft het nunc" zich uitgedijd over tachtig jaren. Dat kan thans, nu de Vereeniging tot Behoud van Natuurmonumenten haar alarmkreet van nu of nooit" aanheft over het sparen van Drentsche Heidevelden, niet toegelaten worden, het lijdt zelfs geen tachtig dagen. Ook is de zaak veel belangrijker dan zij op het eerste gezicht zich laat aanzien, want het gaat niet om een enkel heideveld, maar om het aanzien en de waardigheid van het heele Drentsche landschap en daarmede tege lijkertijd om het prestige van wetenschap en kunst. Voor velen in den lande is Drente synoniem met armoede en berooidheid. Daar hebben de Drentenaren zelf wel een beetje schuld aan, omdat ze zoo erg hard geroepen hebben om hulp bij de crisis in het verveningsbedrijf en die hulp kreet is toen nog ondersteund door tentoonstel lingen, fancy-fairs en zulk zoowat in de groote steden van Holland. Minister Kan ging telkens kijken, allerlei nuttige dingen kwamen tot stand, het Witte Veen werd ontgonnen en Mr. Smeenge bezorgde eiken kolonist een geit. En het ligt heelemaal in de lijn van deze gebeurtenissen, dat thans met staatshulp het Haagsche vuil naar Drente Hel Geusinger veld bij Kraloo De hooge Jeneverbessen langs den zuidrand wordt gedirigeerd ter bespoediging van de ont ginning. Wij mogen echter niet vergeten, dat deze actie zich hoofdzakelijk bepaalt tot den Oosthoek van de provincie en nog meer in het bijzonder tot de gemeente Emmen. Echter is er nog een ander Drente, dat we van jongsaf hebben vereerden bewonderd: het land van de hunnebedden, van de wijde heiden, van de prachtige dorpjes, beschut door eeuwenoude eiken, de schapendriften omzoomd met wallen, beplant met statig geboomte en bloemrijke struiken, de kronkelende beekjes en de geheimzinnige plassen in het vlakke land. Over alles ligt de herinnering aan den geweldigen ijstijd, die zich openbaart in de merkwaardige keien, uit half Noord-Europa hierheen gebracht. En niet alleen die keien brengen ons naar dien ijstijd terug, maar ook tal van merkwaardige planten en dieren, van het grootste belang voor de wetenschap, een belang, dat alleen blijft bestaan, wanneer de organismen kunnen voortgaan met zich te ontwikkelen in een hun passende omgeving. Dit Drente, op zichzelf al rijk en bekoorlijk, en door zijn historische associaties boeiend en merk waardig, wenschen wij te behouden. Het gewest is ruim genoeg om cultuur en natuur Nederlandsche Munt HolUnd'i bc** 10 cents rigaat in harmonisch verband te handhaven, een taak die wij in waarheid wel mogen noemen: den Op bouw van Drente. Nog is het tijd, nog kunnen wij in het uitgestrekte gebied der woeste gronden aanwijzen, wat wel en wat nooit ontgonnen mag worden. Nog kunnen wij de reservaten zoo kiezen, dat zij geen overlast zullen krijgen van de werk zaamheden in het aangrenzend gebied. Het oogenblik is gunstig, want de Staat onderneemt in de provincie uitgestrekte bebosschingen en spaart daarbij ook de merkwaardigste landschappen. Zoo is het nu mogelijk, om nog gauw (dat is het woord) over het heele gewest een netwerk te scheppen van boschwachterijen van den Staat, bezittingen van de Vereeniging tot Behoud van Natuurmonu menten, bosschen van gemeenten en van particu lieren, alles verbonden door prettige wegen met ruime uitzichten hier, intieme beplanting elders. Zoo krijgen wij dan van Drente een andere gedach te: een heerlijk park in plaats van een vullisbelt. Wij willen dat allemaal even gaarne. Mr. Smeen ge, de man die voor de ontginning van Drente meer heeft gedaan dan iemand anders, verheft thans zijn krachtige en sympathieke stem voor het behoud van het landschap. De Heidemaatschappij schonk een aanzienlijke gift. Aan ruime samenwer king ontbreekt het dus niet. Van giften moet het komen. Voor andere natuurmonumenten konden wij leeningen sluiten, hetzij tegen lage rente, hetzij renteloos en die lee ningen konden afgelost worden uit dikwijls ruime opbrengsten der terreinen. Dit is thans echter niet het geval: het Geusinger Veld, tusschen Dwingeloo en Kraloo, waar het thans om gaat, zal weinig of niets opbrengen. Intusschen heeft deze omstandigheid het voordeel, dat nu ieder kan meedoen. Wie vroeger geen duizend gulden kon losmaken, om een aandeel te nemen in de leeningen voor Naardermeer of Hagenau vindt nu toch licht gelegenheid om honderd gulden of een rijksdaalder te gireeren naar het kantoor van Natuurmonumenten, (postgiro 32391) onder het motto: voor de Drentsche heide." Er is aanvankelijk honderdduizend guldon noodig. De eerste vijftigduizend zijn vrij vlot binnengekomen. Het- gaat nu om de tweede helft en om de laatste loodjes. Gelukkig mis ik op de inschrijvingslij sten nog de namen van veel goede vriendinnen en vrienden, van wie ik stellig weet, dat ze graag mee willen doen. Iemand vroeg mij, of de malaise, de fiancieele debacle, de beursramp ons niet in den weg zou zitten. Ik geloof het niet. Weliswaar zullen we enkele groote giften moeten missen, maar ik reken op des te meer middelmatige en kleintjes. Bedenk vooral, dat dit geen bekrompen Drentsch belang is, maar ook een zaak van gewicht voor Friesland en Groningen, want die provincies behooren toch voor een groot deel tot het Drentsche district. Bovendien is heel Nederland er bij betrokken, want het mooie Drente, dat ik mij droom, wordt een heerlijk wandeloord voor de Amsterdammers. Hagenaars en Rotterdammers. Die hebben daar trouwens recht op. Tentoonstellingen Kunstzaal van Lier, Amsterdam. Gouaches en Aquarellen van Lubov Kosinzova. Tot 10 Januari. Huize van Hasselt, Rotterdam. Teokeningen van Joseph Teixeira de Mattos. Tot 15 Januari. Toonkamers Bij den Dom", Utrecht. Schilde rijen en grafiek van Gesiria Boevó. Tot 15 Januari. Frans Buffa & Zonen. Aquarellen van Harry E. James. Tot 16 Januari. Vereeniging Voor de Kunst", Nobelstraat. Utrecht. Schilderijen van Mevrouw E. Adi aniHovy, Beeldhouwwerk van B. J. Richters. Tot 20 Januari. KRONIEK Onze Oudejaarsvicring NIET zonder zekere pijnlijke bevreemding heb ik in de vorige Groene" het stuk gelezen van mijn collega-medewerker, die zich met den historischen naam Melis Stoke tooit. Hoe nu, vroeg ik mij af, zou deze man, die blijkens zijn pseudoniem toch voor het traditioneole gevoelt, het Nederlandsche Volk willen berooven van een plechtigheid en een ceremonieel, die ons van oudsher dierbaar waren? Is er dan zooveel poëzie te over in een gematigd burgermansleven, dat wij den Oudejaarsavond met zijn aankleve missen kunnen op ons doornig pad ? Zoo Sinterklaas onze heilige avond is van de Vreugde en het levennaar-buiten, van de familieale verteedering en de onschuldige vroolijkheid, zoo 'n Oudejaarsavond die van den Inkeer tot onszelven, van het Ernstig Besef des Levens, van de Meditatie'en Herdenking onzer eventueele afgestorven Dierbaren. Gelijk mijn geëerde Collega-medewerker terecht opmerkt, hebben wij daar anders nooit tijd voor, wijl het haastige, subsidiair frivole leven ons op alle andere dagen en avonden opeischt, Heil ons dan, dat een eerbiedwaardige traditie ons tenminste op dien 31en December een gebiedend halt toeroept, en toef een wijle, om de stem van don Levensernst, casu-quo het Geweten te hooren, aleer gij moedig, met Open Oog (in 't zeil) weer voortschrijdt op den Levens Baan. Ook de meest verstokten, de schijnbaar onversohilligen gehoorzamen aan dien traditioneelen roep, dien wij allen als een Mijlpaal ondervinden. Menschen, die anders nimmer ter kerke gaan, ziet men dien hoog bijzonderen avond aandachtsvol optrekken om zich van half zeven tot acht te laten stichten en waarschijnlijk een traan weg te pinken. Dan komt het gezin in peinzing terug in het vertrouwde tehuis, en vereenigt zich om den haard. Wat zij dan verder doen, heb ik nooit zeker geweten. Men kan toch geen gezelschapsspelJetjes gaan doen, zooals allo vogels vliegen of wip van 't stoeltje ! Maar hoe dan, hoo die uren van half negen tot twaalf waardig door te komen. Du meditatie laat zich zoo lang niet uitbreiden on is trouwens in den familiekring niet wol mogelijk. Terwijl de Ontroering voor den klokslag v'ari twaalf gereserveerd blijft. Gelukkig is er hot bijkomend ritueel der Eetwaren, dat den tijd breekt..Daar is een schoone gradatie in op te merken. Hot Volk en de zeer kleine Burger genieten van oliebollen, die reeds sedert den middag hun huizen ongeniet baar maken. Wat zij daarbij drinken weet ik niet. Vervolgens komt do broedo schare der gebraden kastanjes, der appelflappen en der punch. Voor onze aristocraten eindelijk van gold on geboorte; is het voorrecht der kreoftonsla.'idjos, (/esters eri champagne weggelegd. Dank zij deze genot middelen, in de middelklasse soms mot wat stich telijke lectuur of gewijde muziek gemengd, vervliet deze Eenige Avond .stemmingsvol en vol verwach ting, gelijk op Sinterklaas. Tot. het Groote Oogeiiblik dor Betoekenisvollo Twaalf aanbreekt en wij ons souper onderbreken om elkaar, eenigszins huilerig, te omhelzen, noch heelomaal zeker van ons gevoel, noch van do plechtigheid des oogenbliks, dewijl vijf minuten over twaalf er vervolgens precies uitziet .ils Twaalf uur. En dan hebbon we 't weer gehad. F. C. HOOFIEN'S ROOMBOTER WORDT SPECIAAL BEREID

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl