De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 11 januari pagina 10

11 januari 1930 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

Hooge Sluis GEEN stad in Nederland, en waarschijnlijk evenmin in 't bui tenland, zelfs Venetiëniet, kon zich meten met Amsterdam in de veelheid van bruggen. Zoo goed als de grach tenstad kon men haar de bruggenstad noemen. In 1663 gaf Melchior Eokkens het aantal op met 217, destijds nog meer houten dan steenen bruggen. Wagenaar raakte er den tel bij kwijt en schreef: ,,te veel in getal om van ieder derzelven afzonderlijk te handelen". In 1916 waren er reeds 100 meer dan in den tijd van Fokkens, nml. 318. waarvan 253 vaste bruggen. 19 draaibruggen, 18 basculebruggen, 27 op haalbruggen en l vlotbrug. Thans overschrijdt het getal de 400. (Volgens eene andere opgave zouden er niet meer dan 317 zijn.) Voor de physionomie der stad waren die vele bruggen een voordeel. vooral voor de vroegere physionomie. Een vreemdeling, de Duitsche reiziger Karl Scheffer, oordeelde: liet fraaist vertoont zich het stadsbeeld dikwijls waar de bruggen, liefst in den ouden boogvorm, de grachten overspannen." In het lokale spraakgebruik heette een vaste steenen brug een sluis slois", zei de Jordaner met brugwerd een ophaalbrug bedoeld. In Wagenaar's tijd waren reeds eenige van de sluizen of waterkeeringen verdwenen; onder de overge blevene, doch van deuren ontbloot, noemde hij de Osjessluis, in het platAmsterdamsch ook Hossiessluis ge naamd, waarvan men, nog fraaier, Ilostiesluis maakte, in verband met het bekende mirakel van Amsterdam. Verder gewaagde hij van de drie sluizen in de Utrechtschestraat en van het Boeren verdriet, waarmee bedoeld werd de schutsluis tusschen Spui en (Singel, waar in de 10de eeuw de boeren vaak uren. moesten wachten, alvorens hunne schuiten werden doorgelaten. Op som mige van die bruggen moest tolgeld betaald worden. Als de oudste brug van Amsterdam werd geacht de Oude Brug. 't Was een houten brug met drie doorgangen, die over 't Water (Damrak) lag en het eerst genoemd werd in bescheiden van het jaar 1889. De situatie was ter plaatse, waar zich thans de kade aan do noordzijde van do Beurs bevindt. De brug diende langen tijd tot een soort van Arbeidsbeurs, waar werkgevers en werkzoekenden elkaar ontmoetten, maar ook tot eene ver zamelplaats van leegloopers. die hier als baliekluivers over de balie (leuning) hingen en den tijd vermoordden met schuitepraatjes. Daarom werd de uit drukking: hij werkt aan de Oude Brug," gebruikt voor een lanterfanter, of ook voor iemand die ijdel of vergeefsch werk deed. Als tweede overspanning van 't Water kwam de Nieuwe Brug, die in de 15de eeuw de ..Uyterste (bui tenste) Brugge" werd genoemd en ter hoogte van het Victoria-hotel was gelegen. Een derde brug was de Papenbrug. die aanvankelijk de Inrebrugge", d.i. iimerbrugof binnenste brug heette. in tegenstelling met de L'yterste." 't Was een vaste houten voetbrug. Dit bruggetje verdween bij de demping van een gedeelte van het Damrak; niet zonder betreurd te worden door de bewoners van de Papenbrugsteeg en verdere omgeving, aan welke het eene welkome gelegen heid verschafte tot een omweg, wan neer men de drukke gedeelten van Dam en Damrak mijden wilde. BRUGGEN De Hoofdstad, Stad va Nieuwe Amstelbrug Bruggen waren van ouds gelief koosde plaatsen voor de burgerij om er bijeen te komen. Von Zesen schreef dat de Schmausjes-brückke" eene verzamelplaats was voor de Iloogduitsche Joden, en bedoelde daarmee de brug over de lloutgracht bij de Jodenvischmarkt, die in eene keur van het jaar 1723 de Kraane- of Smousjesbrng werd genoemd, 't Was destijds geen schimp naam, want in een rekest, ten jare 1707, door drie l loogduit sche joden ingediend, spra ken zijzelve van de ,,.loodsche ende Smouse tael." De Pestbrug aan den Overtoornschen weg, die naar het Pesthuis (Buitengasthuis) leidde, heet te vroeger L/atjesbrug; en daar het Pesthuis tevens tot krankzinnigen gesticht diende, zoo placht men tegen iemand, dien men voor dat gesticht rijp achtte, te zeggen: Over de J,atjesbrug met jou !" Zoo de bruggen in vroeger tijd brandpunten waren van het open baar verkeer en het volks leven, waa,r de koopvrouw haar kraampje had, het klootjesvolck" een arbeidsbeurs vond en corporaties hun ver zamelplaats, waar lied jeszangers, goochelaars en potsenmakers hun stand plaats hadden, in later tijd dienden ze de Anisterdamsche jeugd tot een oefenplaats in de acrobatiek. Dezelfde kna pen, die in de iepcnboomen klommen en in de lantaarnpalen, die op de wippen der ophaal bruggen klauterden ot' zonder balariceerstok over de leuningen liepen, die op de drijvende en vaak kantelende' balken in de houthaven zich waagden en in de buitenwijken over sloten sprongen, die boven hun capaciteit wa ren. die zich aan straat vuurtjes brandden of staande het bedrijf van den waterlansier in een gracht tuimelden, waren ook vaste bezoekers der bruggen in een tijd, waarin de kinderspeeltuinen ver te zoeken waren. Aan het eind van de Brouwers gracht, bij de Baangracht, lag vroeger een brug. welke men de Moordenaars brug noemde, omdat daar vroeger eens een moord gepleegd was. De dader zou ontdekt zijn in een naburigen kelder, doordien een zwerm vliegen zich op zijn gezicht zette en zich door niets wilde laten verdrijven. De om standers zagen hierin eene vervulling van het spreekwoord: 't Zal uitkomen al zouden de vliegen het uitbrengen ! en zochten verband tusscheti dezen geteekende en den beganen moord. En de kelder heette sedert ..Van ouds DA'liegenkelder". Een andere brug over de Brouwersgrarht . tegenover de Prinsengracht, heette de Lekkere Sluis wegens de snoepkraampjes. die er langs de leuningen stonden. Ken pannekoekje van de Lekkere Sluis had weleer voor de l laarlonmicrdijkcrs dezelfde smakelijke beteekenis als een profetenhroodje van den Lekkere Hakkel- voor de Kalverstraters. Ken dergelijke naainsoni'sin'i )!LL;- /.on men willen aannemen voor de Koekjesbrut;- aan de Nassaukade. die later door S. vervangen werd door een breede rij en voetbrug, doch hier stond het geval anders, 't Was eene verkorting van Pannekoeksbrug, en deze naam werd door de tuinders, welke vroeger in deze buurt woonden, aan het bruggetje gegeven naar eeiien van hun gild, zekeren Pannekoek, wiens m-ond het naast aan de brug lag. Enkele van die oude bruggen weiden door Bredero in zijne werken hei dacht. Er waren ook bruggen, wier naam verbasterd was. bijv. Seholletibrug. die feitelijk Schulpenbrug of Schulpbrug moest heeten. N'm!. naar de op dit punt gelegen herberg J>c De vroegere Sr/inl/i. welke haren naam \\eer i,ntleend zou hebben aan een oude M-lielp. opgedolven bij de drooglegging van den Watergraafsmeerpolder. De her berg had een bekenden pleiziertuin en was een terminus voor wandelaars, roeiers en zeilers. Bij de vischwellusteHngen had ze een reputatie voor de gerookte paling. De uitspanning werd door de lokale dichters meermalen bezongen, o. a. in Holland» Arkadiu. en door de graveernaald afgebeeld. Thans-, zijn de dagen van het oude koffiehuis geteld, want de bouw van de nieuwe Berlage-brug over den Amstel en de verbreeding van den weg op dat punt vordert de slooping. Tevens zal alsdan de oude smalle brug over de Hingvaart vernieuwd worden; maar Hchollenbrug wordt tot een naam, eene herinnerint;. Als de voornaamste brui; dei >tad gold langen tijd de Amstelbi-ut:. fpoi dig in de wandeling lloogesluis ge noemd, /e vormde den tnegfint: tot de binnenstad voor tie uToot e Kijnschepen of sainourruzen (van Sambre et Meuse) en werd daaiom ook wel Samoiireuzenbrug genaamd. Maar de Franschen. die na de inlijving van ISld in Holland de baas speelden. maakten daarvan in hunne wijsheid: Pont di's Ainoureux. De l» lig, die oorspronkelijk deel uitmaakte van d<

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl