Historisch Archief 1877-1940
HTEN
Bruggen en Grachten
ALFF
?dedigingswerken der stad, was
>eger veel hooger; men genoot daar
i zomers van het gezicht op het
niraalzeilen, des winters op het
.aatsenrijden.
d3ene tekortkoming van het
gejentebestunr was, dat men wel
straten en pleinen, zelfs sloppen en
gen van naambordjes voor/.ag,
,ar niet de bruggen.
De Hoogesluis, die in 1662 door
.niël Stalpaert werd gebouwd, werd
rhaaldelijk afgebeeld; o.a. op de
illderij van 3. A. Rust in het
Rijksiseum. Maar op het typische
stadsild uit vroeger dagen gelijkt de
;enwoordige brug der obelisken"
t meer.
iperibrug
2en ander bewijs voor de continuïteit
a oude namen (weinigen kennen de
asteibrug, een ieder de Hoogesluis)
-erde de Magere Brug, die zoo heette
.dat de eerste brug. die hier gelegd
rd in de Kerkstraat over den Amstel,
chts een smalle houten loopbrug
,s. Maar ofschoon de opvolgers van
;n eersteling telkens breeder werden,
e oude naam bleef behouden."
j Gaat met de bruggen als met de
'nschen," schreef ter Gouw. ,,Me- ?
;een heet nu de Lange of de Korte
schoon hij juist het
tegenoveritelde is) alleen omdat zijn
over>otvaders grootvader eens dien
?naam met alle regt verwierf en als
ailienaam aan zijn kroost naliet".
Magere Brug gold met, haar
dube wip als een schilderachtig object
het stadsbeeld, 't welk niet
veraid is sedert onze nivelleerende tijd
! beide wippen wegnam. Thans zal
geheele brug vernieuwd worden.
De Lange Brug was de oudste van
bruggen over den Binnen- Amstel;
e lag er reeds," schreef Wagenaar,
jen hier het einde van de stad was.
de veertiende eeuwe." In later tijd
eeg ze den bijnaam van
Dorulerig, omdat na eene vernieuwing do
ig, zoodra een voertuig er o ver
en rolde, een rommelend geluid
iakte als Tan een donderbui. De
Halvemaansbrug, die in 1626 gelegd
werd, dagteekende uit den tijd toen
het Rondeel of het halfront aan den
Aemstel" tot de versterkingen der
stad behoorde. Volgens Wagenaar
verkreeg ze haren naam naar haare
kromme of halvemaanswy/.e gedaan
te." Aanvankelijk was 't een houten
brug met, een enkele wip, die bij den
lateren herbouw in steen werd
geamoveerd. De oude versterking, waar
de brug tegenover lag, werd na 1030
afgebroken en op die plaats verrees
het logement '/ Rondeel, dat eene
afbeelding van het oude fort, in den
gevel voerde (thans hotel de l'Europe).
De naam Halvemaan ging over op eene
vermaarde herberg op den hoek
van de Halvemaansteeg, die een
Halve Maan als uithangtoeken had.
Men vond trouwens op de uithang
borden meer halve dan
volle manen; de uitdruk
king: hij slaapt in het
logement de Maan, had
evenmin eene gunstige
beteekenis als in 't
Fransch: tre logéa la
belle toile." Bij de
Oranjef eesten in 1863
werd de Halvemaans
brug herdoopt in Oranje
brug, maar ook deze naam
zou niet beklijven. Het
koninklijk huis was niet
altijd gelukkig in zake
plaatsnamen: de Blauw
brug werd niet tot
Sophiabrug, het Sophiaplcin
moest weer wijken voor
het Muntplein, het volk
bleef van
naarlemmerpoort spreken instede van
Willemspoort, en zoo zou
ook de Halvemaansbrug
niet verdrongen worden
door de Oranjebrug.
Sommige van de oude
bruggen ontvingen, be
halve hun officiee'.e naam,
een toenaam uit den mond
des volks er raakten
onder dien naam vaak
beter bekend dan onder het
stadhuiswoord. Zoo werd de Riddersbrug aan
de Oudeschans, vóór de Itidderstraat,
van ouds de Scheepjesbrug genoemd,
omdat daar steeds zeilscheepjes lagen,
die verhuurd werden voor een
zeiltochtje op 't IJ. De dubbele
wipbrug vóór de Vierwindenstraat, die
het Realen- met het Prinseneiland
verbond, heette de Vliegende Brug,
vermoedelijk omdat de wip zoo bijster
snel in de hoogte ging. Eene tegen
stelling daarvan was de Luye Brug,
die te traag naar boven ging. Deze lag
over den ingang van de Overtoomscho
Vaart en heette eigenlijk de
Drieharingenbrug, naar het gevelteeken
van de Drie Ifaringen in het lloekhuis
bij de brug. Een andere brug voor het
Stadswerkhuis werd de Malle Brug
genoemd, 't Werd ntnl. gezegd, dat
deze brug tot stand gekomen was
door toedoen van den burgemeester
Joachim Rendorp, een regent die
zeer ijverde voor de verfraaiing der
stad en den aanleg van nieuwe bouw
werken. Maar de schuitenvoerdors. die,
't meest van die brug gebruik maakten,
oordeelden de situatie slecht gekozen
en ondervonden o<>k zooveel hindernis
van de plaatsing (Ier bogen. waa.rop
de brug rustte, dat ze ilieii toenaam
van Malie Brug uitvonden. De toe
komst scheen hun gelijk te geven.
want de brug stortte; later in en men
gaf toen aan burgemeester UondoT'p
Blauwbrug
den ironischen bijnaam van
,,bruggernaker". Ten rechte paste die naam
beter voor den bouwmeester Danckert s
de Hij. want deze was de man, die
zich in de 17de eeuw naam verwierf
door de vele bruggen welke hij tot
stand bracht. Rendorp verweerde
zich echter in zijne Memorie n nadruk
kelijk tegen de beschuldiging, dat hij
eenig deel had gehad aan die Malle
Brug. Hij schreef o.a.:
Het verwyt zou waarlijk niet
groot zyn geweest, dewyl een goed
regent; inderdaad een slecht
bruggemaker wezen kan, maar ik heb aan
't leggen van deze brug geen ander
deel gehad dan dat in 't jaar 1779,
toen ik in geene hoegenaamde stads
bediening was, myne gedachten ge
vraagd zijn geworden over de
conceptteekeningen. Maar het zamenstel
van die brug en do
ongeriefelijkheid voortspruitende uit het plaatsen
der bogen was niet aan my te wyten,
daar ik er my niet mede mocht be
moeien als wezende toenmaals noch
burgemeester noch thesaurier." *)
In later tijd zou hot denkbeeld
naar den voorgrond komen om de
oude namen der bruggen, voor zoover
die uit de heugenis van hot tegenwoor
dige geslacht verdwenen zijn, weer
op te sporen en ze in eere te herstellen.
Bij de uitvoering van dat denkbeeld
zou men intussehen met eeuige be
dachtzaamheid te werk mogen gaan,
want, er waren enkele bruggen, met
een zoo onwelvoegelijken naam dat
die voor eene herleving ganseh niet
in aanmerking kwam. Aldus de brug
over 't (Singel tusschen de beide
Heistegen, die een (met do letter S
beginnenden) naam droeg, waarover men
zich verbazen moest dat zulk een
woord nog als oft'icieele naam in hot
stedelijk Keurboek voorkwam. Waar
schijnlijk ontleende die brug haren
naam aan de buurt, en die buurt was
oen labyrint h van smerigheden,"
waarom het volk, dat vooral in de 16e
eeuw niet kieskeurig was in z'n termi
nologie, den naam daarvoor als 't
ware uit de beerput opdiepte. Trou
wens, het oude Amsterdam bezat
wel meer plaatsnamen waarin iets
voorkwam van de grove roffel en
.Sint Anno". In 16ÜO oordeelde de
vroedschap dat die naam uit het
Keurboek behoorde te verdwijnen en
gelastte dat de brug voortaan Heibrug
zou heoten, welke naam ontleend was
aan het oude Heypoortjo in den stads
wal.
De stad Amsterdam besteedde van
ouds veel geld aan hare bruggen; de
berekening was dat daarin een kapi
taal van 10 millioen was vastgelegd.
De Nieuwe Amstelbrug alleen kostte
4 ton, en dit bedrag zal wellicht nog
overschreden worden dooi' de nieuwere
Amstelbrug,voor welke de rechtenaam.
Berlage-Brug, reeds gevonden schijnt
te zijn. Die brug, ter hoogte van de
Amstellaan, zal de bebouwde Amstel
oevers afsluiten van de nog eenigszins
landelijk gebleven omgo\ ing, hooger
de rivier op wie zal zeggen voor
hoe lang! liet laat zich aanzien, dat
ook deze ,.nyterste brugge" niet de
laatste Amstolbrug zal blijven. Bij
de steeds voortgaande uitbreiding der
hoofdstad breidt zich ook uit hef
aantal haver bruggen, en men zou
haast geneigd zijn om in den trant
van lluygens uit te roepen:
Tweemaol-Venetiëii, waer 's 't
einde van uw bruggen !"
*) De Nurorifrlicr XXV 437.
Halvemaansbrug