De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 11 januari pagina 13

11 januari 1930 – pagina 13

Dit is een ingescande tekst.

I No. 2745 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN n JANUARI 1930 K rei TTO det adi 8ch J me de ste ma Da hè: scl mv be< teg nie Pc l va1 AD lev om we, sle wa d. 't me mg (of, gre toe fan De bel in fra die de BIOSCOPY door L. J. Jordaan Joris Ivens, Nederlander JORIS Ivens begint populair te worden en als ik het iemand gun dan is het den kleinen, kittigen kerel met de eeuwige camera en de evenzeer tijdelooze regenjas met den stalen wil, liet op merkelijk talent en den om den dooien dood niet geringen practischen zin. Hij begint populair te worden: verinaarde kunstcritici, die voor nog geen jaar van Pudowkin alleen maar wisten, dat hij ,,propaganda" filmde en in zijn vrijen tijd met bommen gooide, complimenteeren Ivens zoo maar, op klaarlichten dag. Vakbonden en tech nische ondernemingen betrekken hem in hun werk en wat het opmerkelijkste is: de publieke opinie lijkt hard op weg, hem tot haar enfant <,-héri" te proclameeren. Dit alles nu is, naast en in verband met Ivens' arbeid qua talis, alleszins de moeite van een korte overpeinzing waard. Wat mag de oorzaak zijn dat deze cineast, hoewel zelf jong sympathie wist te wekken voor een jonge gedachte dat hij, hoewel belangrijk werk leverend, in breede kringen waardeering vond en hoewel Nederlander zijnde, bij een Nederlandsch publiek in zoo korten tijd populair werd ? Zouden wij dan waarachtig moeten concludeeren, ten aanzien van de film in Neder land een réveil te beleven over zulk een uitgestrekt front? De vloed van tranen bij Al Jolson's bitter lijden geplengd, spoelt deze illusie gereedelijk weg.. Laten wij ons zelf niets wijsmaken: Ivens' succes en populariteit hebben maar zeer zijdelings iets uitstaande met de essentieele waarde van zijn werk, subsidiair, met een schemering van het begrip film. Om verschillende redenen is het noodig dit vast te stellen. In de eerste plaats wel, omdat een onge motiveerd optimisme den ijver en paraatheid van een jonge, strevende beweging zou kunnen doen verslappen. Zij heeft nog slechts weinig minder te kampen tegen scepticisme en wanbegrip, dan een tiental jaren geleden en het kan haar geen. kwaad doen, zich hiervan nauwkeurig rekenschap te geven. In de tweede plaats wordt een figuur als vens licht uitgespeeld, tegen de beweging, die hij zelf mede deed geboren worden en die op haar beurt zijn opkomst mogelijk maakte. Nietwaar hier zou dan de man der practijk zijn, de werker, waarop men triomfantelijk kan wijzen in tegen stelling met een troepje steriele theoretici, ijdele blaaskaken, bleeke snobs, waarvan men immers allang in de gaten had dat zij.... enfin u kent de rest. Welnu het kan aan Ivens' onmiskenbare verdiensten niet de minste afbreuk doen te erken nen, dat zijn artistieke persoonlijkheid, zijn conceptiedrang en zijn enthousiasme groeiden in voort durend en innig contact met deze theoretici ? dat hij zijn eersten steun, zijn eerste geloof vond bij deze ijdele blaaskaken en dat zij het waren, die een publiek schiepen voor zijn werk in een tijd, toen het idee van een oorspronkelijke Hollandsche film door iedereen uitgelachen zou zijn. Integendeel het moet Ivens een sterkende gedachte wezen, dat zijn beteekenis niet afhankelijk is van de toe vallige appreciatie eener onverschillige, capricieuse massa, maar de in een creatieve daad omgezette energie, eener bewuste, geestdriftige strooming. Wat nu die appreciatie van het grootc publiek betreft het wil mij voorkomen dat deze voor geen gering deel te danken is aan het na.tionale karakter van Ivens' werk. Het Nederlandsche in dit werk men vergeve mij de paradoxale uitspraak ??deed het Nederlanderschap van den maker <ip den koop toe nemen. Ik heb op liet nationale karakter van Ivens' films reeds vaker gewezen: het wordt gekenmerkt door een sterken zin voor de realiteit, soms bij het nuchtere af liet is een voudig, klaar en direct en daarbij geenszins ge speend van een geprononceerde picturale visie. Het zijn deze eigenschappen en zij vormen de de Zl ',,t> in kr< bn bri hei m; «ENEBAAXi AGENTEN VOOR A M ATEU R- MINO-EITRTJSTIN O FOTO-SCHAAP & Co. SPUI 8 A M S TK Rn A TH gunstige agentia in dit psychisch proces welke Ivens den sleutel van het befaamde Hollandsche hart in handen gaven. Zijn nauwe aansluiting bij de nuchtere empirische verschijnselen des levens, overwon en ontwapende den natuurlijken argwaan van den Hollander ten opzichte van even tueel artistiek boos opzet. Ik ben hiervan dermate overtuigd, dat het succes van een experiment in den geest van Dulac, van Ruttrnanri of zelfs van RenéClair, hoe geslaagd ook, naar mijn meening onverbiddelijk zou zijn uitgebleven. En hiermee. kom ik aan de minder gunstige factor: de angst en de afkeer voor de erkenning der film als kunst uiting. Ik heb reeds vroeger gesproken over de. verdachte populariteit van de documentair" bij het groote publiek. Het is verbazingwekkend, wat men aan documentaire films verduwen kan menschen, die bij de minste artistieke allure van de film ongedurig worden of het hazenpad kiezen, zitten geduldig te kijken naar het machinale pellen van een heelen schepel erwten, zeer blijkbaar omdat men het veilige gevoel heeft, hier geen ar tistieke hinderlagen te hoeven vreezen en eenvoudig nuttig" bezig te zijn nuttig voor zijn geestelijke verrijking en nuttig voor de erwten. Mede door deze negatieve factor, was het moge lijk, dat Ivens zijn intenties volledig en zonder concessies kon uitleven en niettemin de aandacht, ja zelfs de waardeering van zijn publiek vermocht te behouden. Deze gelukkige omstandigheid nu, laat het ons dankbaar erkennen, maken Ivens voor de ontwikkeling van f ilmkennis en f ilmbegrip in het algemeen, buitengewoon belangrijk belang rijker bijv. dan de Fransche avant-garde, die het contact met een grooter publiek nog steeds tever geefs zoekt. Het onschatbare feit, dat wij hier te doen hebben met consciëntieus en ernstig werk, aanvaard uit welken hoofde dan ook door een wijden kring van toeschouwers, opent onver wachte hoopvolle perspectieven. Op alleszins ver heugende wijze, werd reeds het eliinineeren van het banale verhaaltje, zonder hetwelk de recht geaarde fümbesehouwer nu eenmaal niet leven kan, gecompenseerd door de veraanschouwelijking van belangwekkende" en nuttige" levens verschijnse len. Het lijkt niet onredelijk te verwachten, dat de brave en verantwoorde belangstelling voor de con structie der machines in Ivens' films voor de fraai heid derlandschapopnamen voor de grootschheid der gefilmde ingenieursarbeid, geleidelijk aan. en ongemerkt zal worden vervangen door het besef van de soms geniale visie, van de muzikale orde ning zijner beelden, van de suggestieve, rythuiische bewogenheid zijner conceptie. Dat wil zoggen: van de waarachtige boteekenis van zijn werk. Want de titarienarbeid onzer ingenieurs wordt noch geschaad, noch gebaat door de Zuiderzoofilm" en de picturale schoonheid der Amsterdamsche grachten kan men ook buiten Ivens' Regen" in duizend schilderijen bewonderen. Wat zich baan moet breken, in de harde conser vatieve hoofden van ons publiek, is liet bewustzijn, dat achter en boven de mechanische reproductie dezer interessante objecten, een scheppende, orde nende macht loeft dat hier oen nieuwe emotie project k; in wording is, die zich scherp wenscht te onderscheiden van gefotografeerde Witsen's en het popul'wiseeren van een droogleggings-systeem. Het is de Nederlander in Ivens, die het zeldzame voorrecht van een direct en gemakkelijk contact met de massa mogelijk maakt het is de kunste naar in hem, op wien de eervolle, maar verant woordelijke taak rust, dit contact te benutten, tot een hooger duel: de erkenning van den nieuwen kunstvorm, welks pionnier in Nederland hij zich met trots mag noemen. Ik heb voor ditmaal gemeend een algeiiieetie karakteristiek van Ivens' persoonlijkheid te moeten verkiezen boven een uitvoerige bespreking van zijn jongste werk. Nu zijn oeuvre in steeds wijder kring doordringt, kan liet zijn nut hebben nog eens scherp te formulcoron. wat naar mijn overtuiging er de essentieele waarde en be teekenis van uitmaakt. Wat die nieuwste films zelf betreft -- ik hoop »-r met meer vrucht in extenso op terug te komen. y.oodra zij voor liet publiek te zien zijn. Voorloopig wil ik er alleen dit van zoggen: Langs ..Heien'' on ..Kogen" beweegt do cineast zich in oen voort durend stijgende lijn. om in do ..Zuidorzoo-film'7 zijn culminatiepunt te bereiken. Do laatste groot o film. in opdracht van don Xod. Bouwvakarbei ders Bond vervaardigd, had ik niet de eer t o Makelaar J. D. R.Nienaber H ti s s u. m OEZ. maand: WONINGGIDS mogen aanschouwen. Het bloek do hoeren niet te interesseere)!, wat een ernstige, belangstellende critiok er van zegt. A la bonheure, de film heet Wij b< mwori" klaarblijkelijk dient dit devies aan gevuld met een kernachtig . . . .en daarmee uit !" Van welke testimonium elogantiarum" wij hier bij act»; nemen, T A L K I E .,AI>i«i's Irish IHelodic clt'S M !{<>«»?" Tiischiiisky, crzeiis", Ilembruiult Wij kunnen de talkies voorloopig nog en gros besproken: zoekend, stumperig en onzeker volgt de oeue de ander, in monotone onbeduidendheid. Zoowel de Amerikaansche als de Duitsche pro ductie blijven vooralsnog hun paradepaarden be rijden. met natuurgetrouw hoefgetrappel en gehinnik dan, wel te verstaan. De eerste blijft bij haar negers, revue's en rabbijnen-met-afvallige zoons de laatste klampt zich vast aan de mili taire comedie en den populairen Willy Fritsch. Wat de Amerikaansche talkie betreft voor haar geldt nog precies dezelfde trieste conclusie, als bij haar debuut met Broadway-melody". Zelfs zou men nog van een achteruitgang kunnen spreken: Abie's Irish Rose" is nog meer tooneel, nog minder film, nog ontredderde!' in vorm en opzet dan het revue-monstrum. Opmerkelijk is daarbij het terugvallen in ecu soort atavisme, wat de keuze der sujetten aangaat. Men bedient zich weer van plaatjes-schoonheden en caricaturen een genus, dat door de levende creaties van Janet Gaynor, Grela Garbo en den jongen man uit Lonesome" verdrongen leek. Melodie dos llerzeris" bevestigt mijn aanvan kelijke meening, bij Das Land ohne Frauen'' geuit, dat de Duitschers de zaak, anders 011 originoeler aanpakken. Ook hier weer enkele momenten, die verrassen door de ingrijpend*; boteokenis van het klank-element. Ik noem als voorbeeld de thuiskomst van de diensbode. De muzikale begeleiding zwijgt on men .hoort niets dan haar voetstappen, op het houten plankier der balustrade -?voetstappen, welke de spanning der seconden, aan de ontknooping voorafgaande, hoorbaar maken. Ook is oen streven merkbaar om het geluid althans te benutten tot het vervangen der gedrukte titels - een opvatting, welke aandacht verdient. Hanns Sehwarz kan een, film maken dit blijkt uit <le vele voortreffelijke stille" gedeelten. Dat het echter oen klankfilm moest zijn, heeft hij uog niet kunnen aantoonon. Autant-r>ara: ..Faits rtive.rs" ..Brei Biebe". Be titkijk Kon belangwekkend programma ditmaal in ..Do Uit kijk"'. Autant-Lara's Faits divers," dat ik reeds vroeger besprak en een Russische groteske Droi Diebe", waarvan ons de herkomst goheiinzinuiglijk verzwegen wordt. Dat de Russen den humor en de uitbundigheid voor dit genre /ouden missen, wordt hier afdoend we<?rl<;gd, Met i'eri nonchalance, alsof hun oen ervaring van jaren ton dienste stond, lanceoren zij de ekmenten voor een goed»; sonsatie-comodie in de figuren van ooiv volmaakten gontloman-boof" en oen koste!ijk»;n, schei'p-typeeremloii apache. Do handeling en filmische verwerking zijn daarbij van 0011 stout»; 011 fantastische bizarivrie, die bij do ernstige on verboti'ii. Russen uitermate verrast on ver heugt. Moii ga hol wonder, don hichenden Rus, zien ! Nieuwe Uitgaven I'. '.Mant enberg-MaiTos. Doilu'* (iontloi Lcet/. Roman uil. den tijd van Lodowijk <!»? Vromo. N.V. l lollundia-Drukkerij. liaarn. Mgr. A. II. L. Housen, \orir et Vcteni. Schotsen '?lit den Vroom»!»;, l'itg. Mij. Klsevior". Dr. Ir. .1. II. l'lanti-nga. \~cr-ti melde Ojtxfrlli-ii. J >.-,?[ II. .1. II. I'aris, Amstordam. A. 11 .?: lioma . lli'i Alitd i'/.'fDH filter lYr.v/n/ix ff i'i';in<'!*i'ïriin 151)7 tul l.s',17. Kon bijdrage tot »lo u'os<'hiodonis dor Woo/.enverpleging in Friesland. A. \V. SijthulTc l'itg. Mij. Leiden.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl