De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 11 januari pagina 18

11 januari 1930 – pagina 18

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMERVAN iijANUARl 1930 2745 Radio en Grammofoon Nieuwe platen door Lou Lichtveld Music-hall JE overschat, zei mij onlangs een criticus, nog altijd het aantal <ler menschen die tegelijk Bach en een Jazzband mooi kunnen vinden, en die evengoed vatbaar zijn voor het muzi kale amusement als voor de muzikale ontroering. Toch geloof ik niet, dat zulken nog uitzonderingen zijn, hoe wel ik weet dat het een fout is van dezen na-romantischen tijd, dat men vrij algemeen denkt dat lichte" muziek een profanatie-vorrn is van ..zware" muziek, en dat geamuseerdzijn iets minderwaardigs is ten op zichte van gesticht- en ontroerd-zijn. De doorsnee concertganger bijvoor beeld, is iemand als een kerkganger: hij wil gesticht worden, en hoopt ter afwisseling ook op een weinig ont roering; ook met den stadion-be zoeker heeft hij zeer veel gemeen, zooals de lust in vaardigheids-records, het zich verlustigen in de uitzon derlijke krachtprestatie, de geestdrift voor snelheid en physieke bewegelijk heid. Niettemin gelooft de doorsnee con certbezoeker tot een betere menschensoort te behooren dan de man die liever naar een goede jazz-band luistert dan naar een slecht symphonieorkest, en wiens muzikaliteit de saxophoon niet minderwaardig weet aan de violoncel. Wie evenwel open staat voor de groot e meesterwerken der toonkunst, zal naarmate hij deze beter in zich op kan nemen, ook meer de behoefte gevoelen om muziek in al haar veelvormigheid en in al haar mogelijkheden te leeren kennen en genieten. De mentaliteit van den man die zich exclusief aan de superioriteit van n genre houdt, is dezelfde als die van den Hollander die alle buitenlandsche keukens slecht vindt, omdat 7,e noch aan biefstuk noch aan hutspot toe zijn. De banale vergelijking is verdiend, want het is alleen de banale mensch die gelooft in de formeele uperioriteit. Maar Iaat ik u voor ditmaal niet verder verontrusten. Ik zal geen gewaagde parallellen trekken tusschen Schubert en Al Jolson, geen verge lijkingen maken tusschen de ge nterpoleerde cadcnzen van Chopin en de breaks van Zez Confrey, noch spreken over de thematische doorwerking bij Brahms en bij Gershwin, of over de omschrijving der tonale functies bij Schönberg en De Silva-HendersonBrown, noch trachten aan te toonen dan het boventoon-gebruik van Doucet analoog is met dat van Debussy Deze détails mogen bewaard blijven tot wij het met elkaar over de meer principieele dingen eens geworden zijn. En om elkander beter te begrijpen: luister met mij naar een aantal voor treffelijke grammofoon-platen, die u weliswaar niet aan de concertzaal zullen herinneren, maar die het beste brengen wat de music-hall geeft. Ook daar is er soms pianospel van de grootste klaukzuiverheid en van de gevoeligste rhythmiek; pianospel waarin het kleurige, snelle leven van onzen eigen tijd minstens zoo goed tot uitdrukking komt als in menig afgehamerd allegro of afgezaagd andante. Er zijn musie-hall-pianisten die aan een tango of een slow-fox evenveel poëzie weten te geven als andere aan een Nocturne of Lied ohne Worte. Een van zulke pianisten is lïaie da Costa, ondanks haar handelsmerk (?The Parlophone girl'') dat altijd een beetje verdacht aandoet- Maar- ge behoeft slechts de laatste opnamen van haar voordracht te hooreri, om weer bekeerd te worden, liet mist zijn uitwerking niet, dit, elastische en soepele, rhythmisch toch zoo preciese spel. Er is een gevoeligheid daarin, die wordt uitgedrukt door een agogiek van minuscule tijd-fracties en nauwe lijks waarneembare accenten, welke een nieuw en uiterst vluchtig rhythme doen ontstaan: de ontroeringsdans der lichte muze, de muze die a-museert. Zij speelt ,,You wouldn't fooi me," een overrompelende foxtrot van De Silva-Henderson-Brown. in een uitstekende piano-transcriptie. Eed transcriptie in Lisztiaanschen geest. vol variaties, figuraties en omspe lingen. . . . but syncejpated. En hoe nobel van toon; er is een gedeelte waar de melodie ongemerkt naar de bas geslopen is, en de grammofonische pianoklank wel op zijn mooist is te hooren. De keerzijde van deze plaat (l'arlophonc H. 454) is eveneens een briJlante piano-solo van Kale da Costa, een foxtrot ,,My lucky star" van het bo vengenoemde driemanschap, waarin ge onder andere kunt opmerken hoe de melodische sequens, waarmee een Scarlatti bijvoorbeeld de fijnste ef fecten wist te bereiken, nu ook weer in een bijna niet gemoderniseerde vorm doeltreffend dienst doet. ,,Dancing Shaelows" van (lolden en ..Fashionette" van OIogau and King, zijn orkest stuk ken met concert eerende pianopartijen (l'arlophone K 335). Jazz-stukken wel te verstaan, met pianospel van Kaie da Costa. .Speciaal Fashionette" is boeiend door de groot e variatiekunst, waarmei; de melodie telkens wordt teruggebracht. Terwijl de oude variatiekunst hoofd zakelijk uit figuratie en omspeling bestond, speelt thans de rhythmische variatie een minstens even groote rol. ,.Hof-behandeling is een leelijke naam ervoor, die trouwens ook maar op een gedeelte van deze rhythiriiseering betrekking heeft. De goede jazz-speler toont juist in dit opzicht een raffinement waar de ..serieuze muzikant nog lang niet aan toe is. Terwijl de ,Jazz-muziek van Kaie da Costa en haar orkest ingetogen en be.sch;>.;U'il, ik zou Jutast xeggeri aristocratisch is, hebben de meeste andere iets larmoyants en vermoeiends, dat aanleiding is geweest voor Prof. lf. J. Spooner ..fatigue expert" uit Londen, om te beweren, dat de gebruikte diner-muziek zooveel vermoe'irni.s \ croorzaakt en (Je gezond heid zoozeer benadeelt, dat d«' af schaffing van alle diner-muziek in Engeland een voordeel van een millioeii pond sterling per week zou bet eekenen ! Van de Jazz als zoodanig /.egt echter zelfs dit pecuniaire argument niets, want zou de schade niet even groot zijn als wij dineerden ondel' LINCOLN de meest volmaakte wagen JAN LIMBACH- Haarlem begeleiding van de Negende of een acte Tristan? Om in vergelijkingen te spreken: als de Engelsche broodmagerheid een gevolg is van Jazzdincrmuziek, dan zal de Duitsche hartver vett ing wel iets te maken hebben met Wagner en Brahms. Wat intusschen weer de larmoyante jazz-muziek betreft: Ham Lanin's famous players and singers zijn daar experts in, zonder daarom onmuzi kaal te wezen. Zij speelden t weiwalsen voor l'arlophone (H. 4i9), die beide tal van instrumentale ver rassingen brengen, ,,1'aradise" van Zamecnik wordt hoofdzakelijk door de blazers uitgevoerd, die van de wals-melodie een echte klankkleur melodie maken; de piano is daar slechts rhythmisch begeleidings-instrument. Hier wordt voorts tle stem gebruikt in' instrumentaal verband, als een soort van saxophoon-metwoorden, en bij de keerzijde van deze plaat gebeurt dat nog aardiger. De wals Ju.st another kiss" van. Davis and Coots begint niet n enkele vocale phrase, met gedernpte stem gezongen op de nasale manier waarmee de blanke jazz-zangers ele negers inüteeren; en eerst bij het refrein komt do stem terug, nu ook met de antwoeml-phraso. Jazz van de for.sche soort zijn verder ook de twee foxtrot s door -loc Vi-riuti s Concert orchestra gespeeld, nummers uit ..Say it with songs", die door De Sylva-Brown-lli-ndersim plus assis tentie van .lolson gemaakt zijn. l'.n het aandeel van laatstgenoemde is maar al te goed herkenbaar in eleovergevoelige, huile-rig-se-ntime-nte-ele melodie. Wie n keer met succes een salto-mortale- gemaakt heeft, wordt bij elke voorstelling gedwongen zijn uek te riskeeren. De bedoelde fox (rot s zijn ..Pm in seventh heaven" en ..I.ittle pal." de sentimenteelste van beide. (Parlophone K. 427). TOEGEPASTE KUNST door Otto van Tussenbroek Twee Fresco-senïlderingt'ii van Jan In de Cent)1. Coöperatie voor Woninginrichting te Amsterdam werden een tweetal fresco-schilderingen tentoongesteld, ontworpen en uitgevoerd door Jan Grég lire, bestemd voor een bibliotheek in eene particuliere behuizing en voor het Gebouw van den Algemeenen Nederlandsehen Metaalwerkersbond te Amsterdam. De benoeming fresco (of nog liever.,buon-fresco") zooals deze van uit de oudheid tot ons gek men. is roept het beeld in de herinnering van beschil derde wanden in alle grootheid. Wij weten dat voor het voclif igc klimaat der lage landen aan. de zee deze techniek ongeschikt was en dat dit de uitvinding der olieverven tengevolge; had. Of dus het practisch oogmerk het hervatten der oude werkwijze ten onzent wel verdedigbaar is staat te betwijfelen maar er is nog iets en dat is dit: wie aan wandschilderingen denkt ziet liever het gansche werk au» i/tn imud verricht! Het Ier plaatse arbeiden heeft daarenboven dit voor dat men steeds in de naaste omgeving den invloed der belichting, maar ook als het ware de heiligheid der handeling: het sieren van het bouwwerk als zoodanig ondergaat. Dit is oorzaak dat ik voor een beschilderen in het atelier van een stuk erlotox dat met een kalk laag is bestreken niet veel ge voelen kan. Het mag dan al een hulpmiddel zijn en het kan waar wezen dat dit materiaal vochtwerend heet, dit alles laat ik in het midden voor het principe wandschildering dat op deze wijze de gekozen benaming niet dragen mag. Men spreke van decoratieve paiieelen in een soort fresco-tech niek. Mij echter houdend aan de beoordeeling van hol verkregen resultaat is, hoewel beide ontwerpen eer zwak dan sterk te noemen zijn. Gre'-ge>ir<-'s beeld van den grijsaard (ele Wijze-) elie hol bock met de zeven zegelen tegen het hart elrukt, staande in e'en landschap, het beste ge-slaagel. Ook ele kleur inzonelerhcid van den blauwen halsdoek is fijn en beschaafd maar nu-ti voelt aan alles elat ele ontwerpe'i' eloor ele nooelgeelwoug'on siirih- \\crk\\'!J/.o welke- eli'ze t ochnirk oplegt. elinLi'oii li is hooft moe! i'ii laten wa.arop hij in cent' he-m mevr vort roiuvilo techniek zee'r zcki'i' (e-rugge-kenne-n zou zijn. (.Mrn vond daarin in liet a,l te a.ge la. dsohup in don iinker-oiiili-rhoi'k duidclijki; aanwijzing \;ui ilil vrmocilcn) Tcgi'iiovor ele rustige; i'cnhi'iil van ilil brrld rammelt ele; opzctt olijk moelcru ui-rouoipirci-elr oomposif ie ooner fabiiek voor inol.'i.aH'owrrkinr, in ste'i'ko mate. In do actie der figinvn is iets troposeolels. iots eleioels eiok. h',r is geen greieit hoiil van. elen arbeid gegeven. Hol blee-f oen. ceingleiinera.a.( van menschen en. machines waaraan he-t titanischeder eloor den mensch boheerschto machinale krach ten werel voorbijgezien!. Doch ze>oals op de-ii voorgremd 0011 arboielor mot ele hand voor elen mond zit Ie- peinzoii. starend in oen vlam, kan men slechts van oono kimle.-rachtige- voorstelling spreken e-n ze KI ble-e-f elke; grootheid aan elit werkstuk vreemd. Wat janimor is want e-r ging weer oen goode kans Vel'lori-ll '..... Nieuwe uit garen l//;.-// Srlf >i't't!~t'/' I//.V j.''l'{xnl<t l/. -Mrf cotl IrVr ls' !<?.-?:' M i-i jj\ ing. door Il.'in^ Wegman n. Hi-liiiif i-u lininrkini.il. Vcrha.nilcliimvii \ au Jiol !!<? ('onui'rs voor l\oii^ir on Bouwkunst. in-lioudi-'t ,,p H) rii l l .luli I!i2ii. doepr Ui'. II. l'. Uorlage-. ? i. Kr'-ip.slra. .lust Havelaar, (i. .1. Sirks e-n \V. J. \\Yuvl-u'. M e-i ge-u'i-Ve-ns epVol' Ili-(. Oprldlioht.-.prl: ..Hoi (iipel-ilmis in elon Loop dor Ke-uwe-n'' on dr oii.'iiidrii p."ij>vir;.'g ;p;!iiga;ine)o ke-HJ>ej|iw. lüji-rngobraoht on inge-l"iel dooi' Dr. K. Mie-ele-ma. !ll eipiiraolH van do oo!liniis>ir vepepl' grlllecllf eleVe'll uit do i-rul raio conmus-do \'oor hol vrijzinnig Protestantisme. Uitgeversmaatschappij, do ..Tijdstripom'', Huis ter Heide.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl