De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 11 januari pagina 5

11 januari 1930 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 2745 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN u JANUARI 1930 Uit Rotte's stad door Erasmiaan FEEST TE ROME Teekening voor de Groene Amsterdammer" door L. J. Jordaan ZOO zijn wij dan weer een nieuw jaar ingegaan. Zal het wat meer en wat beters brengen dan het overleden 1929? Een stil en een mager jaar" schold een onzer grootste bladen dit heengegane, niettegenstaande het ons althans n ding heeft gebracht, namelijk een weer rustig en behoorlijk werkenden Gemeenteraad onde ? de bekwame leiduig van den nieuwen Burgemeester, die bewezen heeft, dat zelfs in dezen democratischen" tijd en in een land, waar het liberalisme politiek zoo uit den koers schijnt geraakt, juist dit liberalisme nog over persoonlijkheden beschikt, tegen een ambt als het burgemeesterschap van de stad. waar de libe rale traditie drie eeuwen en meer oud is, opge wassen. Zoo ongeschikt als de vorige benoeming door den heer Buys, zoo juist is die van den huidigen burgemeester door Minister Kan gebleken. En de groote liberale krant had daar wel wat meer dank baarheid voor kunnen toonen. Maar overigens had zij 't met haar qualificatie bij 't rechte eind. Het is een stil en, niet zoozeer uit een economisch als wel uit stedelijk politiek oogpunt, mager en onvruchtbaar jaar geweest. Hoe onvruchtbaar kan men wat zeer frap pant is zelfs uit de naakte cijfers der bevolkings toeneming waarnemen. De bevolkingsaanwas im mers toont in dit jaar (de eerste 9 maanden) opnieuw een sterke daling, vergeleken met 1928 en '27. Zij bedroeg slechts 3187 personen tegen resp. 4276 en 6369. Behalve uit het, om zoo te zeggen normale, geringere geboorteoverschot (4647 in de eerste 9 maanden tegen 5440 in 1928), is deze mindere aanwas vooral een gevolg geweest van het feit, dat het aantal uit de gemeente vertrek kenden in nog grootere mate dan in 1928 het aantal aangekomenen heeft overtroffen. Er vestigden zich in die 9 maanden 19041 personen, terwijl er 20501 vertrokken. M.a.w.: onze emigratie is grooter geworden dan onze immigratie. Wisten wij nu ook nog precies uit welke sociale groepen de vertrekkenden vooral zijn samenge steld, dan zou waarschijnlijk nog meer dan uit deze wat al te globale cijfers blijken, welk een ongunstige werking uit een oogpunt van algemeene welvaart en de samenstelling der geheele stedelijke bevol king, in deze getallen tot uitdrukking komt. Maar zelfs, al kunnen wij dit slechts, met vrij groote zekerheid overigens, vermoeden, een misse lijk teeken blijft het feit van dezen grooteren uittrek toch op zichzelf. Want het bewijst nog eens te meer dat de grenzen der Gemeente Rotterdam te eng zijn geworden en dat wij hopeloos in de kriel zitten. Immers: van deze emigranten hebben een aantal en zeker juist voor een groot deel eenigszins draagkrachtigen geen proletariërs niet meer of minder inkomen uit arbeid en loon, maar iets bezittenden zich slechts naar de peripherie der stad begeven, binnen haar socialen, economischen eri geographischen kring, naar de randgemeenten als Overschie en Hillegersberg vooral, waar in de laatste jaren heele wijken van villatjes en la.ndhuisjes, door Kotterdamsche forensen bewoond, zijn ontstaan. En die trek neemt toe, breidt zich, behalve naai de randgemeenten, steeds verdei' uit met de ver betering der verkeersmiddelen. Hij onttrekt Rot terdam steeds weer een belangrijk deel van zijn meer of minder kapitaal- en koopkrachtige inwo ners, terwijl, over 't algemeen, slechts proletariërs blijven immigreeren. Dat onze territoriale benauwenis nu al tot iri do cijfers van het bevolkingsaceres is doorgedrongen zou der Ijandsrcgeering een duidelijk*: wenk moeten zijn om ten spoedigste goed te maken, wat de vorige heeft bedorven, toen zij het annexatievoorstel onder de ta.fel wierp. Deze daad van liet Ministerie-De Geer heeft heel hel afgeloopen jaar voor de tweede stad der Rijks beheerseht. Kn noch de behandeling des Rijk.s- noch die der' Gemoontobegrooting gaf reden tot hoop. dat Ruys zal hor stellen wat Do Geer en Kan hebben bedorven. Het overige is daarmee i:ï. .voreenstonimin;.'' geweest. LE CHAMPAGNE EN VOGUE JAGER-GERLINGS HAARLEM Op onze .... hm! Koninklijke Majesteit! Geen oplossing, zelfs geen uitzicht op oplossing van het veel-omvattende, voor de heele toekomst (?n uitbreiding van Rotterdam primaire spoorweg vraagstuk. Zijn of komen er plannen voor een nieuw Centraal Station, waar het bestaande 40 jaar bij zijn tijd ten achter is? Zal men het werkelijk wagen de Gemeente met een nieuw viaduct op te knappen. waar het oude van 60 jaar geleden iedcren dag meer een sta-in-den-weg, een ergernis en oen. hinder wordt? Is er eenig uitzicht op den bouw van een station voor de stad van 150.000 inwoners, zoo groot als Utrecht, die aan den linker-Maasoevei' is ontstaan en waar binnen !() jaar een kwart millioen mensehen zullen wonen /onder gelegen heid om een spoorwegstation te bereiken dan met een tramrit van een half uur minstens;' Hot zijn slechts eoriigo van do meest in 'l oog springende en urgente vragen, die zich alloen op dit gebied voordoen. Doch men. kan do Handelingen van do Tweede Kamer en die van den Ka.ad van einde 10'2!) doorlezen: men zal er geen aanwijzing in vinden, dat y.o een begin van oplossing of be slissing zelfs maar naderen. Wij hebben hier vraag-stukken bij do vloot. die. als neffo t'a.miiios, hun 25-jarig feest in dit jaar of een vroeger reeds hebben horda.oh! . 7.oo hol slii."htlmisvr;ia.gs(uk. ii.jke en treurig" i~ y.ieb steeds lil" ;-. is iri eo! i sloohl '40 de kwesties van de stadsuitbreiding en do toe komstige bebouwing, die van de verhouding tol de randgemeenten en het gewest, automatisch urgenter geworden en ivog steeds wordend iiaaimate het inwonertal in '-n om de stad is toe genomen, veel te lang zijn uitgesteld en nog altijd niet met den. spoed en den ernst worden behandeld, waarop zij aanspraak mogen maken. jnist dit feit maakt het steeds moeilijker uit den warwinkel nog een uitweg te zoeken. Zelfs de liaven-jiroblemen, dit jaar voor,'t eerst eigenlijk van liberale en sociaaldemocratisclie zijdt ee.nigs/ins dieper opgehaald, worden veel moeilijke]dan y,e nog 10 of 20 jaar geleden schenen, toen het voldoende leek voor de noodige harenruimlc te zorgen. Nu is da.t niet meer voldoende. Heel andere kwesties zijn er bijgekomen. Kn hot toch reeds met werk ovcrkropto gemeentebestuur zit men krijgt -ti?!?!; dien indruk min of meer met di' handei< in lid haar. hoe eruit te komen. Onget wijfeld rust op do l .andsrogooring oen groo! deel der schuld, dal 't y.oovor is ge.komen, l'och ook in do (ionioento on haar bestuur ze!v< ligt een aanmerkelijk deel van de verantwoor delijkheid. r

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl