De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 18 januari pagina 11

18 januari 1930 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

)UWMEESTE 3udok en zijn Werk \ENAVENTE aan een bouw gesteld worden: hoe meer eischen, hoe beter. Mijn groote belangstelling gaat uit naar al wat nuttig is. Zoo geloof ik, dat er nog Toote mogelijkheden liggen in fabriek-bouw. Het aoet het leven van een arbeider gelukkiger maken, .vanneer hij werkt in een ruimte, die ontworpen werd met de gedachte, dat de plaats waar hij zijn arbeid verricht zoo mooi en opwek kend mogelijk dient te zijn, dat de omgeving hem iets meemoet geven: levensvreugde.. ." Rustig zit Dudök te praten; zijn wazig/ te Hilversum auwe oogen op een punt gevestigd, dat ergens last mij ligt. Hij bezint zich goed op wat hij el wil loslaten, karig, niet te veel, maar goed alijnd, zoodat er later geen vergissingen mogek zullen zijn. Ik vraag hem naar zijn oordeel over de opdracht ?n de stad Leiden om twee ontwerpen te maken or een nieuw Raadhuis. Ik ben van verschillende kanten gelukgewenseht -'t die opdracht, alsof het een geschenk is. dat aand in den schoot wordt geworpen: alsof er in > een geval niet duizend dingen zijn. waarmee j eerst in onszelf om een oplossing zullen moeten chten.'' Maar een mooie, boeiende opgaaf vindt hij liet ;ttemin: vooral de eene opdracht, die inhoudt een bouw te ontwerpen met behoud van wat er nog '.n den ouden gevel staat, lijkt hem een boeiend Jerwcrp voor een modern architect. * * * Wij gaan nu een rondgang door Hilversum doen, en zien den vorderenden bouw van het nieuwe Raadhuis. Dat zal met zijn vijvers en door zijn ligging in een wijder uitgebouwde wijk van de gemeente een representatief bouwwerk worden van een plaats, die door zijn groot inwoner-tal recht heeft op een monumentaal Raadhuis, doch die tevens een rustiek karakter heeft behouden. Op de wandeling langs en door zijn bouwwerken vind ik een gebied, waarop ik bijna zeker was Dudok te ontmoeten: de Muziek. Bouwkunst en toonkunst zijn op onnaspeurlijke wijze aan elkaar verwant. Heeft niet professor Roland Holst eens na een aan gehoorde lezing over verschillende stijlen in de muziek uitgeroepen: Maar dat is architectuur!" Bij Dudok is de muziek-gevoeligheid de niet ge pantserde plek in zijn wezen en zonder terug houding bekent hij zijn warme genegenheid voor het klavier en den groot en dichter voor dit instru ment: Chopin. In een nauwelijks voltooide school van hem waar nog werkzaamheden verricht worden, komt iemand hem opeischen en is hij er natuurlijk direct ,,in". Ik loop, aan mijzelf overgelaten, in het nieuwe gebouw rond. laat de sfeer van de lichte vroolijke lokalen op mij inwerken, loop dan naar buiten en sta naar het dak te kijken als IHidok terug komt. ..Ziet l" dat dak op de school voor de grooten: dat heeft een rustige, forschc lijn: dat van de kleuterschool heb ik in overeenstemming met den toon, die bij de kleintjes hoort, getracht er luchtig en met "n zekere elcgance op te leggen. Slaagt xooiets. dan ziet het er als iets va.'ixelf.sprekends uit : maaivraagt l' niet hoeveel grij/.e haren dat dan gekost heeft !'' Ik waag het te vragen. ,.ol' een bouwmeester tegenover een werk uit een vroegere periode wel eens zoo vervreemd komt te staan, dat, hij de neiging krijgt het weer af te breken." Och ja, misschien wel," zegt hij nadenkend. En plotseling valt de reserve van hem af en bekent hij, dat wat tegelijkertijd het vonnis en de ver lossing van den kunstenaar is: Een bouwwerk, dat voltooid is, interesseert mij eigenlijk niet meer. Ik kan er alleen nog maai de fouten van zien, en ik ben vast overtuigd, dat ik morgen het meesterwerk ga maken...." Bïieuwe Uitgaven (ï. Jf. l'rirnt. lint (/oud rail de.n l'liaran. Amsterdam 1929. Nciierl. Vityevcrs Maat schap. Deze kleine roman is klaarblijkelijk bedoeld als ontspaimingslectuur. Ik zou tenminste niet weten, wat voor bedoeling er anders achter moet zitten. De eerste, ja. men kan wel zeggen: de eenige eisch, waaraan ontspanningslectuur behoort te voldoen, is, dat /.ij boeiend moet zijn, dat zij den le/.eivoor een tijdje liinnenvoert in een land van verbeelding, waardoor hij de, niet altijd even aangename, wereld van werkelijkheid zoo lang kwijt raakt. Het doet er niet xooveel toe of hij, als hij het boekuit heeft.zegt : ..hel was toch eigenlijk nonsens en ik had mijn tijd heler kunnen gebruiken.'' Maai de fout van dit boek is, dat het heeleinaal niet boeit. JIKHMAN MIDDENUOKP Ingang Studentenhuis, Parij

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl