De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 18 januari pagina 3

18 januari 1930 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

Na. 2746 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 18 JANUARI 1930 Dramatische Kroniek door Henrik Scholte Het internationale schouwtooneel Teekening voor de Groene Amsterdammer" door Joh. Braakensiek Shaw's ,,Helden", Rott. Hofstadtooneel HET heeft tot de nieuwe mode in oorlogs"stukken moeten duren voor men Arrns and the Man" weer eens van den tooiieelzolder ging halen. Niet dat het daar terecht opgeborgen was, ? deze Jaargang 1896 bezit immers een verrassend ritisch bouquet, maar als (anti-) oorlogsstuk. . . . nee. Het houdt zich met een Bulgaarse» operetteoorlogje bezig ongeveer zooals van Deyssel met Bulgaarsche letterkunde. Met dit verschil, dat het van Deyssel althans nog om een parodie van eigen litteratuur te doen was, terwijl Shaw een ,,Helden en Heldenvereering" demaskeereii wou, waarvoor de oorlog maar een vriendelijke metafoor beduidde. C'arlyle heeft den held op het slagveld" nimmer een bespreking waardig gekeurd, en bij Shaw is dan ook niet in de eerste plaats de uniform in het geding, maar wel de gentleman, soeiety-snobisme en de valsche aesthetica van standing, frase en steunpilaren der maatschappij". Van Helden" loopt de lijn direct op Babitt" aan, niet op Sheriff en Remarque. Hot is in de burgerlijke», niet in de militaire satyre, dat Shaw zijn kracht en zijn grenzen vindt. Moeder en dochter behooren in het centrum te staan en in de romantische affaire uit het eerste bedrijf door Itaina niet zonder reden met Eriiaiüvergeleken ! bouwt Shaw het heilige huisje op om het verderop des te satanischer tegen den grond te kunnen smijten: met den parvenu op het tooneel wordt die in de zaal onttakeld. Want dit is de knappe bouw van het stuk, dat, schoon allereerst in Bulgarije zelf de rommel van aangeprate idealen eens opgeruimd wordt, de parodistische tendenz toch wel zoo duidelijk is. dat de ruïne tenslotte op Londen en Westersche toestanden neerkomt. Daarom doet het er tenslotte weinig toe of de Zwitserscho beroepssoldaat, dit.- in iS'Jöheftig werd becritiseerd, thans een zuiverder oorlogsreactie weergeeft dan het operette-tenortje, dat een cavalerie-charge leidde in het bewustzijn van werkelijk heidendom. Do laatste oorlog heeft bewezen, dat er nog altijd evenveel Sergiussen. als Bluntsehli's zijn. Maar in geen van beiden vindt de overgroote middenmoot uit Journey's End" eenigen weer klank, want in minder simplistische oorlogen dan destijds in den Balkarf deelt men nu eenmaal geen patronen meer uit, die toevallig" niet op de machine-geweren passen. Alle werkelijkheid van den oorlog was Shaw vreemd toen hij dit stuk schreef. Het was immers zijn dool niet. Hij zou even goed een filmheld hebben kunnen kiezen, als die toen al bestaan hadden. Het flegma van Bluntschli leent zich trouwens niet voor dispuut. Te duidelijk immers is dit chocolade-soldaat je" de antagonist voor de gelegenheid, meer agent-provocateur voor de opgewonden idealisten, in wier midden hij neer ploft, dan een figuur, die een positieve reactie incarneert. Dit onverschillige treiteren, deze scepsis-om-descepsis is juist de grens van Shaw. Zijn spot heeft de basis van een beroeps-aphorist, die tenslotte wel (vooral in vlijmende détails) ontmaskert, maar niet overtuigt, omdat hij hier niet en nergens uitgaat van een fanatieke verontwaardiging, van een definitieve keuze tusschen ja en nee. En over een (nog zoo geestig) duel leent zich onze tijd niet meer, sinds het den ..mort sans phrase" over deze dingen gekozen heeft. .Shaw's talent om reeds het dagelijksch leven ea zijn ridicule figuranten als tooneel te zien, weerhoudt hem bovendien om zijn glosseii voorde tweede maal dramatisch te transponeeren. ,,Arms aud the Man" geeft wel Shaw's wapenen, maar niet zijn meiischen. Het heele stuk maakt daardoor den indruk, op een idee-fixe gebouwd te zijn: het wil een helderivereering als Don Quiehotlerie ontmaskeren op een helaas even Don Quichotteske wij/.e. Wat deze menscheti doeti, gaat hem tenslotte veel minder ann dan wat zij zeggen. Zoo blijkt hij wel een geraffineerde psycholoog in zijn conver satie, maar niet in zijn figuren, die willig pirouet teeren zooals het hem voor het oogenblik behaagt. Een Meister-Glossierer des Augenblicks, zooals Kerr hem genoemd heeft. En MussoliniRegisseur Briand: Vlug, decor den Haag af?decor Londen op!" achtige held. die grif toegejuicht wordt dooi' een eigen geschapen omgeving van marionetten. Als zoodanig de levende antithese; van zijn eigen stuk. Zijn karakters zijn onvergelijkelijk scherp in het détail, onbegrijpelijk vaag in hun totaal. Als zij na de brillante eerste acte hun stellingen betrokken hebben, weten wij het al wel. De vol gende acten, met al hun geest, kunnen daar niets aan toevoegen. Integendeel, de aanvankelijke figuren Cathériiie en in het bizonder Kaina blijken raketten, waarin het vuurwerk al heel gauw doolt en die dan als doode sterren in dit wereldje moedraaien. Het accent wordt, minder geniaal, op Sei'gius en den ouden Petkoff verlegd en ook Bluntschli's rol als koudwater-doucho heeft zijn eerste frischlieid verloren. J iet stuk raisonneert zich «lood. Voor een dergelijk stvik, waarvan Shaw er een slordig dozijn geschreven heeft, heeft men al meermalen een zoo nuchter en droog mogelijke opvoering, liefst met niet al te geroutineerde ac teurs, aanbevolen. Shaw's stukken zijn er in de eerste plaats om gelezen te worden, een opvoering, waarvan meer dan een twintigste der opmerkingen degesehre ven regie en de traditioneele voorrede buiten beschouwing gelaten ?- over het voetlicht komt, schijnt wel niet mogelijk. Laten de spelers in godsnaam niet te voel uit hun rol willen halen. laten zij er maar liever niet over nadenken, want denkenstaat voor henals voor Bluntschli. gelijk mol slapen, zoo niet erger. De droogkomische novelle, die Verkade er wel eens van maakte, was daarom zoo kwaad niet, in het bizonder niet voor ..Helden," een reactie tevens tegen het romantische looncol van die dagen. Hoe dichter men de stukken op dit schaakbord bijeen hield, hoe minder men aan een charge (van Sergius' slag) toegat', des te moer kans had men, zoo niet te overtuigen dan toch correct te vertolken. De opvoering onder Schwab s t'egie - en regie is bij Shaw 80 pCt. toonde echter het tegendeel. Zij ging uit van het geenszins onvermakelijk geval": de Bulgaarsche militair in négligé, on dikte dat aan tot oen soort revue-klucht, die beier Het Chocolade Soldaatje" of zoo had kunnen hoeten, /ij meende Shaw een handje te moeten helpen door diens uiterst f ij tien vlijmend gehouden persiflage der parvenu's tot een O.W'.'crs farce te verlagen. Van (lasteren als de oude Petkoff was niet de gulhartige man. wieii hel keurslijf dei' etiquette te nauw was, maar bij zijn opkomst al dadelijk een bulderende Jan Klaasson met een Kat r-ij n naast zich, die het alleen in excentrieke kloeron had gezocht. Er was voel bij gemaakt, een bas-ci mique laarzen-incident, sokken met galen en dal soort aardigheden meer. Voel oorspronke lijke geest was ia de slordige vertaling verwaar loosd, het aardige incident met de ..electrischo bel" werd dooi' belachelijke gechargeerde uit spraak bedorven. Tenslotte viel er in dit Jan Steen-huishouden weinig snobisme lo ontmas keren, iets waartoe een kalme, maar kwieke. professional-soldaat van l lans van Eos dan ook maar geen moeite deed. In liet bizonder trof het lotaio falen v;in Haina. die men voor de hoofd figuur van hot stuk - - althans zeker in het be langrijke eerste bedrijf - kan houden, maar die in de handen van Minny Krl'mann op haar bes' een kleinburgerlijke préeieuse ridicule" Werd. \ au het eerste oogenblik af scheen de eiilrér van den \ roemden vluchteling in haar slaapkamer voos haar oen aanleiding lo zijn om te eoquelteerou on gezichten te trekken. Ook zocht haar toch ai niet fraai stemgeluid een uitweg in nerveuze uitJiaaltjes. «lic van deze ..l am a Petkoff" moei' een boven haar stand gokleede dienstbode maakten, die in niet x.eer flat loerende costunies hoounoodig aan den man gebracht moest worden, dai. de van haar interessant" loven volledig bewust.flapper". Van de eigenlijke dienstbode Louku, daarentegen wist Kient je de la Mar dool natuurlijk, warm en bekoorlijk spel de boste figuur van hot stuk te maken: oen in wie do wijsheid en gevatheid. van haar antwoorden Shaw nam het hier zo.. t nauw niet bovendien aannemelijk klonken. In di' kleine tafereeltjes met den Hulgaarschen knecht, door (iret'e goed geschminkt en ver/.org,i gespeeld. bereikte deze voorstelling een hoogte, d.w.z. oen rust. waarin men althans de woorden van Sluiw hoorde en niet oen oudbakken farce gespeeld /au. Veterman had voor knappe decor-, gezorgd, waarbij de tuin in het tweede bedrijf wei extra vermeld mag worden. BRANDBLUSSCHER HOLLANDIA' SPANJAARD&CS FABRIEK ESPANA UTRECHT

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl