Historisch Archief 1877-1940
12
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 25 JANUARI 1930
No.
2747Bij Scheren
geen stukgaan en pijn meer en ook geen
naschrijnen der huid, als men vóór het inzeepen
de huid even inwrijft met slechts een weinig
PUROL
Doos 30,60, Tube 80 et.
[BOEKBESPREKING
tfoor Prof. Dr. J. Prinsen J.Lz.
C. en J\I. Sc/tarten-Anlink, De ATac uit de
Maremmen, 111 Saar de Eeuu-'nje Stad.
Mij. voor goede en tjocdkoofte Lectuur,
Amsterdam 1929.
Israël Querido, Simson, Ontreddering, Schel
lens en ittay, Amsterdam, 1929.
Aan het eind van dit derde deel van De Nar
brengt de oude schilder Renato Focardi, die het
geheele werk door de stille opmerker eri overpeinzer
is van alles wat hij om zich heen ziet gebeuren, een
bezoek aan Mussolini, waarbij de Leider hem met
warmte toevoegt: Dat ook het land zijn dynamiek
heeft en zijn heroiek, dat hebt U ons allen geleerd
met uw Jonge Heerscher". Ik heb er op gestaan,
zelf U mee te deelen, dat het doek door de
Kegeering is aangekocht." en verderop: liet roekeloozo
en toch zekere gebaar van den overwinnaar '
omschreef Mussolini bondig, en met een lach op
nieuw: die jonge veedrijver kon bijvoorbeeld
mijn broer zijn!"
In deze woorden overzien we heel den bouw van
dezen trits, hier komen do steunpunten bloot van
den roman. liet doek de ..Jonge Heerscher"
geeft het hoofdmoment weer uit het eerste deel,
waarin de jonge veedrijver met onfeilbare zekerheid
van blik en vaste hand, met onwrikbaren wil de
wilde hengsten bedwingt, aan zich onderwerpt.
In het 2e en 3e deel staat Mussolini daar tegenover,
die het wilde mensch-gedierte met zijn fel
heerschers instinct, zijn stalen wil dwingt tot orde en
samenwerking aan een groot, nobel doel. Dat is
heel aardig bedacht en er kon een goed geheel uit
groeien.
Massano, met zijn machtige natuur, vind ik
ook thans nog een van de beste boeken der
Schartens, volkomen gaaf en van groote schoon
heid in de schildering van menschen en land, en
als de veedrijver die hengsten temt, dan is dat
een grootsch aangrijpend moment, dat ons slaat
met verheerlijkende extase.
Zou het boek in zijn geheel (de drie deelen
bij elkaar) aan de bedoeling van zijn bouwplan
voldoen, dan moesten we bij de aanschouwing van
de daden en de figuur van Mussolini met eenzelfde,
zoo niet nog hoogere verheerlijkende extase ge
slagen worden. Of deze heer Mussoloni dat verdient
laat ik in het midden, is me onverschillig; het
gaat maar om den harmonischen, evenwicht igen
bouw van het boek.
Ik heb het gevoel alsof de Schartens den echten
levenden drang in zich hadden zoo'n boek te
schrijven, dat zij zelve inderdaad dien Mussolini
zoo zien, maar dat zij om te voorkomen beschuldigd
te worden van politiek tendenz-werk, zich zelf
steeds in toom hebben gehouden. Dat is jammer,
de schoone hartstochtelijkheid van hun. schepping
is daardoor gedood. Goed, hadden ze in hun
kunstenaarsvisie dien echten Mussolini voor mijn
part onwaar geteekend, zoodat sociologen, en poli
tici van alle kanten met hun ,,ja maar" 's kouden
aankomen, hadden ze van hem gemaakt wat zij
in hem als den stralenden, machtigen held en
heerscher zien tegenover hun veedrijver in de
Maremmen, dan hadden we een boek gekregen in
zuivere hoogheid en evenwicht.
Thans hebben zij rustig als neutrale menschen
al die geweldige gebeurtenissen van de laatste
jaren in Italiëtrachten te teekenen, zij hebben
laten redeneeren en betoogen, vooral de zaak van
verschillende kanten laten bekijken met voorzichtig
overleg. Daardoor is geen onapetitelijk boek ont
staan, maar niet een boek van machtige eenheid
van bouw, daartoe mist de tweede helft de extase
en den vurigen lan. Wat doet het er ten slotte toe,
of dat mi de echte of onechte Mussolini is, in zoo'n
boek, als het boek zelf maar zijn schoone gaafheid
bezit, als er de hartstocht van de levende ziel
maar in trilt.
En juist nu heeft lom roman de allures van een
tendenz-boek gekregen. Want de tendenz rede
neert en betoogt, zoekt de menschen dooi' voor
zichtig beleid in te palmen en verscheidene lezers,
die zich voor deze zaken warm maken, zullen na de
lectuur van deel twee en drie bij zich zelf zeggen:
ja, zoo'n Mussolino is toch eigenlijk wel het manne
ke, dat we noodig hebben om een beetje uit den
Janboel te komen. Ik vind die beide deelen tam
en mat, niet in. zuivere schoonheid ontvangen en
geboren, al staan er dan ook hier en daar voortref
felijke passages in, wat wel niet anders kan bij
werk van de Schartens.
Dat echtbreukelijk getob van lienato's zoon
Ottavio, dat eeuwige proces van Pia d'r jongen
houden maar matig de belangstelling gaande. Heel
goed en zuiver van stemming vind ik het eerste stuk
van het eerste hoofdstuk, als l'enato nog buiten
in zijn dorp is. Ken aardige figuur blijft ook
Flavia in haar verhouding tot den ouden schilder
en heel zuiver is ook haar gesprek met (iiaii C'arlo
boven op de ski-terreinen, waar zij elkaar eigenlijk
vinden; juist dat nauw merkbaar samen!rel'feil
van twee zielen is zoo goed gedaan. Maai' het deel
in zijn geheel bevredigt mij niet.
liet sterk ontroerende van dit nieuwe boek van
Querido ligt in de tegenstelling tusschen
Abimelech met zijn kleindochter Mirjam en den
troosteloozen, ontredderde!! geweldenaar Simson.. Daar
door wordt heel dit boek beheerscht. Voor mij
behooren Mirjam en Abimelech tot de allerfijnsle
dingen die Querido geschapen heeft. Abimelech
is de wijze, die de stilte dei natuur bemint en toch
leeft in de dingen die van deze aarde zijn. l Tij be
geert niet de eer dezer wereld, hij gruwt van straf
en wreedheid; hij bemint zijn volk en tracht (iods
heilige leer te doorgronden en. tot het innige bezit
van Israël te maken. .,Abimelech had genoeg aan
de wijsheid zelve, zonder gerucht en zonder drin
gende beklemmingen van boetprediking." Kn
dan de lieve verhouding tusschen hem en Mirjam,
de argelooze, die altijd hunkert naar den neveligeri
zwaai van het ongeineeiie", die inden nacht stem
men hoort en op den dag speelt met haar droomen
en vizioenen, omgeven, door een adem van het
verhevene; die de ongerechtigheid haat en de
ontucht veracht.
Mirjam is van. zulk een treffende en aangrijpen
de schoonheid; het is zulk een genot in het teere
mysterie van haai' we/.en zich te verdroomen. zulk
een vreugde haar zoet te hooren kweelen. haar
speelsch te zien sollen met haar reus. die telkens
met zijn gekwelde ziel bij haar en Abimelech rust
komt zoeken. Hij die zich stort in den zwijmel van
zinnelijke; verdwazing dagen lang bij de vrouwen
der vreugde van de vijanden zijns volks, hij ver
liest zijn opjagcndeii hartstocht, als hij staart in de
sprookjesachtige, donkere; droomoogen van. het tot
vrouw rijpend kind. Als hij bij Abimelech met haai'
wandelt tusschen de wijnstokken, brengt haai
zuivere ziel het troebele zinnelijk begeereii in zijn
heet-klotsend bloed tot rust. ..Hij zag haar als een
bloesemen.de en. geurende wijnrank in de lente."
Hoor ze babbelen: ..lieusje. lieve reus, kom jij
gauw eens hier. . . . Klim toch niet zoo lui. . . . pas
op!. . . . die groote steen. . . . hij wankelt, /oo. . . .
stap nu over het rotspuin en de roode s!eekdis
tels - ik heb je wat te vlagen.''
Als ze tot rijpheid gekomen is, ziet zij en be
grijpt; zij beseft dan, hoe Simson is: ..Sichema.
in haar bevallige minzaamheid, was den held
eerst alles ge.weest; zijn eerste en onsleri'bare liefde.
Maar niet de l'hilistijnsche had hij zijn gelofte
als gewijde geschonden en zich van zijn heilige
moeder losgescheurd. Simson -- besefte nu
Mirjam oiioverwrikkelijk was heel ongelukkig
en diep, die]) vereenzaamd. De Heidenen en
Philistijnen haatten den bezeten Hebreeuwer
grenzeloos. Hij had gestraft en geoorloogd, maar
was toch binnenin ontzettend droef gebleven,
wijl hij geen vrouw meel' na Sichema lief kon
hebben."
CORN VAN DER ÓLUYÓ . DEN MAAG
WOORDEINDE 162 j
?±13* !,
ff'- 1
i
L
I
...a
v
i^
NORMAAL
5ERIEO.M. HUISKAMERS G.24I. 5LA
f
WIJ MAKEN OOt\
EENVOUDIGE Z.G
-MEUBELó.
iPKAMER G. 305.
Y.\] verinijmert hier wat in het kort de inhoud is
van licel dit mooie bock. dat /.waar is en machtig
van taal. maar toch die bijzondere overlading
mist. die vroede]- in liet boek der Koningen bijv.
wel eens drukte.
Kn -Mirjam drijf! Simsoii terug iiiin.r den Keuwige
en naar zijn miieder. hem, den schender zijne]
gelofte, die telkens verzinkt in een wilden
zi'inenl'oes en telkens /.ieh weel' kreunend opheft. 11 ij
gaat, gedragen door een geweldig gevoel v;u) geluk
lot haar, die hem van /k-h stoot, hem bijna ver
vloekt. De gedachte aan .Mirjam wordt stel
keiin hem dan die aan Sichema en ze drijft hem tot
berouw en verzoening; maar hij snakt vergeefs
naar het /.uivere berouw, al gaat hij op tot ver
nieuwing en reiniging op den ('rooien Verzoendag.
Ifij gaat naar (ïaza naar de verleidelijke \ rou
wen, wier lusten hij thans weerstaat; hij is sterk
in de verleiding en a,ls ('a/,a zijn poorten sluil.
zeker den vijand nu in zijn macht te hebben.dantivkt
hij fier en sterk uit; hij tilt de duhbelgegrendelde
poorten uit ban- hengels; hij draagt /.c op /.ijn
schouders; wel pt /.e van zich van den heuvel.
Dan komt de vernieuwing, dan spreekt het be
rouw. ..Diep ontroerd, terwijl in dit wonderuur.
aan de Oosterkim een bleek-ni Velig moigeiipurpei
ontwolkte, dat teer boven de aarde lichtte, knielde
een/.ame Simson hijgend, vermoeid en bezweet
neer en bad hij tot .lehovah. in eenvoud, i.u l n id
o])nienw den Dood van hem had afgewend, in on
doorgrondelijke genade: O. eeuwige....
verKeel' mij mijne /.ouden en zwakheden \'er/.oeu
mij met l', Aleenwige. op dezen allerheiligste!! dag
....Laat mij beginnen een Vet losser van Israël
te zijn, nu ik de juichlia./uinen weer hooi...."
Ontreddering is kunst, \ a» een rijke, volle.
verzadigde schoonheid. Ik voel haar soms verwant
aan die van een Jirangwvn. maar /.ij is zuiverder
en geestelijker. Wij hebben in Querido (och wel
een zeer bijzonder bezit in dit land win koel.
rustig realisme in de prozakunsl.
N.V. VAN DER HOOP'S
Meubelbewaring en Transport Mij.
Verhuizingen en Bewaarplaats
voor inboedels
AMSTERDAM AMSTELDIJK
Tel. 22195 (na 6 u. 50511)
DROOM
De seJteent'i'in</ hint/ in ''t huif veiynnf liehi
Kti droeg den arond in haar don'kre, handen.
Do.ar. . . .erfjenx ni een lioek, laai/ tnitt de n'nndrit.
Lag jij met bleek, tjclaat naai' naj ij<-r'n-ln.
T)c wicTOok spreidde kuur zn-arc <ji nr de l\nnn-f <I<,t>r.
In Tood kimono lel ik i/iij aan nr 'foctctt.
Schvhcntzüdv" lach tv ik zacht, ..komt l' /^v//'or/»-//.'
J'Jn las met f/roere sü'/n wal ccrzcn- r»»/'.
O t.n, dten zn'dt'rn, sleimnnnjiO'oUcn tntchi
II eb ik alles t n m' n liefde n-1 <j<j< i/rren.
/)(? duizend leeye nachten ra n in' n leren.
In t'é'n owhelzitnj van ]o~a onnjehïarht.
VAM HELLES
TABAK