De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 25 januari pagina 13

25 januari 1930 – pagina 13

Dit is een ingescande tekst.

No. 2747 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 25 JANUARI 1930 Wetenschappelijke Varia Van Angström-eenheid tot kilo-parsec door Dr. P. van Olst MEN geeft geen menschenleeftijd op in seconden, geen fietstocht in centimeters, geen staatsschuldenlast in centen, geen olifantsgewicht in grammen. Als men meten of wegen moet (en ons leven bestaat hoofdzakelijk uit deze bezigheden) dan kiest men als eenheid een maat, die van dezelfde grootte-orde" is als het te meten of te wegen voorwerp, wat tot resultaat heeft dat men getallen krijgt die voorstelbaar zijn of die men tenminste zich verbeeldt zich te kunnen voorstellen. Want onder ons gezegd en gezwegen: wat een milliard of zelfs een millioen precies voorstelt, daarvan geven de meeste menschen zich geen rekenschap. Aan den eenen kant is dit gelukkig, want als de ministers en wethouders van finantiën een juiste voorstelling hadden van hetgeen een millioen eigenlijk is, traden zij uit schrik allen onmiddellijk af. En dan zaten wij zelf met de moeilijkheden. Maar om niet te ver af te dwalen: een menschenleeftijd in jaren gemeten geeft een voorstelbaar getal, en eveneens de fietstocht in kilometers, de staatsschuld in millioenen of milliarden, de olifant in kilogrammen of in tonnen. Geen onderwerp geeft dan ook zoo'n goeden kijk op de enorme uitgebreidheid der onderwerpen, waarmee de natuurwetenschappen zich bezig houden, dan de maat-eenheden, die bij het onder zoek gebruikt woiden. Het is reeds voldoende als men alleen de aandacht vestigt op de lengte-eenheden. De uitersten hiervan speciaal zal ik even behandelen. De lengte-énheid par excellence is de meter, de officieele standaardmaat. De millimeter is een eenheid die in het dagelijksch leven ruimschoots voldoet aan de eisen van een practische kleine maat. In de wetenschappelijke wereld echter vond men de millimeter reeds spoedig te groot en werkte dikwijls met zoo kleine voorwerpen dat het gewenscht werd de mikron als eenheid te ge bruiken (een duizendste van een mm). Ook deze maat was nog te groot in veel gevallen, zoodat men een mikromlkron gebruikt als eenheid, dus een millioenste millimeter. En eindelijk deed men nog een stap verder en gebruikte een tien maal kleiner eenheid en noemde deze naar den Zweedschen physicus en astronoom Angström-eenheid. Deze is dus een tien-millioenste millimeter. Dat deze eenheid niets te klein is blijkt wel als men hoort dat de lengte der aethergolfjes, die voor onze zin tuigen lichteffect veroorzaken, varieert van onge veer 8000 Angström-eenheden tot 4000 dezer een heden, dus bedragen die reeds aardig de grenzen van ons voorstellingsvermogen naderen en mis schien eerder een kleinere dan een grootere eenheid zouden vereischen. De allerkleinste aethergolfjes, die men kent, nml. de zeer doordringende gammastralen van radium hebben een lengte, die kleiner is dan een twintigste Angström-eenheid. Behoefte aan nog kleiner eenheden heeft men dus weliswaar voorloopig niet, maar ondenkbaar is het niet dat men spoedig toekomt aan de wenschelijkheid om milli-Angström-eenheden te gebruiken als lengtenheid. Nu naar het andere uiterste ! Voor aardsche afstanden wordt de meter spoedig een te kleine eenheid, zoodat men met kilo meters, geografische mijlen, breedtegraden, enz. gaat werken. Maar buiten de aarde voelt men de behoefte [aan grootere eenheden spoedig sterker; het zegt ons weinig meea dat de maan 384.000 kilonieter van ons af staat. Beter kan men zich hiervan een voorstelling maken als men zegt: de maan staat zestig aardstralen van ons af, waarbij dus de halve-aardmiddellijn als eenheid gebruikt wordt. Maar een bedrag van 23000 aardstralen (de afstand van aarde tot zon) dreigt reeds weer een onvoor stelbaar getal te worden. Voor grootere afstanden gebruikt men dan ook deze afstand aarde tot zon" als lengte-énheid. Zoodra men echter het planetenstelsel verlaat en de wereldruimte in reist, heeft men met zulke enorme afstanden te maken dat deze eenheid afstand aarde tot zon" ook weer even ontoepasselijk wordt als de centeneenheid DE POKON-COMBODJA Teekening door J. G. Sinia De pokon-Co»ibodja de Combodjaboom steel;!, in zijn bizarre naaktheid, i/riUif/ af ir.yeii de dichte en met een u-ccldc ritu yroctt prijkende boomen en heesters der tropen. De Inhinder plant dezen boo.ui bij voorkeur op de plaatx. ie aar hij zijne dooden te ruste U<jt. bij de staatsschuldenlast of de centimeter bij tle fietstocht. Men weet wel (lat in de sterrenwereld gegrepen is naar een bijzonde.ro lange maatstok, en dat men de hier veel gebruikte eenheid een lichtjaar" noemt, wat dus niet een tijdseenheid is, zooals de naam zou doen vermoeden, maar een Zpjii/fe-eenheid. liet is. zooals men weet. de afstand die het licht in n jaar doorloopt, iedere seconde een weg van 300.000 kilometer afleggend. Dit aantal kilometers kan rueii zich niet voorstel len; een lichtjaar eigenlijk ook niet. maar hot is tenminste een maat. waarmee men voorstelbare getallen krijgt. Dat de zon .slechts acht en een denli; ,,lichtminnut" van ons at' staat en de naasthij/jjneic. ster (v. Centaur!) ruim vier lichtjaren, geeft ons tenminste u-enige, indruk der verhoudingen. liet lichtjaar beviel niet alle astronomen als voldoend groote eenheid eu men werkt reeds geruimen tijd met /j«/-.srt.--, weer een grootere lengteeenheid. Doordat wij in een jaar een reusachtige kring om de zon beschrijven, zien wij de sterren tel kens uit een ander punt in de wereldruimte. Het resultaat is dat een ster ieder jaar een klein krin getje aan den hemel schijnt te beschrijven, dat kleiner of grooter is naar gelang de ster verder weg ot' relatief dichter bij staat. De middellij u van dit kringetje heet de i>umü<ixe van de ster. Door deze parallaxe te meten kan men den afstand van de ster schatten en iu enkele getallen is dit gelukt. Wanneer nu een sier zoover weg staat, dat /.ij een parallaxe heeft \ au een boog'secoiide, dan staat zij op een afstand van n parsec (liet woord is gevormd uit ywrrallaxe-wtconde, zooals rnen ziet). Een parsec, ook wel een ..sterreaf stand'1 genoemd komt overeen met drie en een kwart lichtjaar. Hoe klein ? ?? n boogje van een seconde aan den hemel i>, kan men zich eeiiigermate voor stellen als men weet dat een cirkel IJOUjgraden, iedere; graad 00 minuten, iedere minuut 00 sec. heeft, zoodat op een wijzerplaat van een torenklok mei, 4 m. rniddellijn een boogsecoride slechts een honderdste m.m. zou zijn, en op ons aardoppervlak i-en boog'secoiido van de reusachtige aardorntrek toch nog maar ol m. is. Als de verkeersagent bij hel- Loidschi-plein een speld omhoog houdt, ziet U uit «ie l.eidscliestraat bij de II eerengracht dczo speld ongeveer een boogsecotide van den hemel bedekken ! (als l' de speld nog ziet. !) l )<!/.<; parsec, dit; dus een enorme afstand ver1 egeüwoomigt is reeds onttroond als grootste leiigtü-oeiuicid door een nog grootere, want de latere onderzoekingen hebben iti do sterrenwereld zulke ontzettende afstanden doen kennen, dat de parsec een te belachelijk kleine maateenheid is geworden. .Men heeft dus reeds gegrepen naar de /,'ilo/idrxi ?? ?. oen duizend maal grootere eenheid. Voorloopig is liet daarmee uit. Onze aandacht houdt zich bezig met alles wat tusseheii Angstr meenheden en kiloparsecs in ligt. SCHAKEL HBLIGEAVEG 11-17" A^MSTEQDAM Kleermaker^ Bij ons verkrijgbaar N. R. V. MONTA SCHOENEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl