Historisch Archief 1877-1940
No. 2747
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 25 JANUARI 1930
Auteurs-zorgen
door Melis Stoke
Het Ned. Ex-libris
door Wybo Meyer
DE opmerkzame lezer zal, vóór
in sommige romans, de
mededeelirig van den schrijvei hebben
aangetroffen blijkens welke de in het
daarachter volgende beschreven fi
guren niet naar het leven geteekend
zijn. Tot voor korten tijd ben ik ver
baasd geweestoverzulkeboodschappen.
Het is de taak van den schrijver zijne
figuren voor ons levend te maken.
Ze leven door zijn wil, en wanneer
?er daarnaast nog andere individuen
rondloopen met wie zij trekken gemeen
liebbeii, dan kan ons dat koud laten.
Intusschen ben ik, door eigen' bittere
?ervaring, op die meening terugge
komen. Ik heb ontdekt, dat het
menschdom, vergiftigd door de
sleu'telromans onzer voorouders, nog
steeds voortgaat den schepper te
verlagen tot copiïst en naarstig te
speuren naar de levende personen,
die hem tot voorbeeld gediend zouden
kunnen hebben.
Dat is als volgt in zijn werk gegaan:
ik heb een roman geschreven, ja
?waarlijk lezer, vraag Uwen
boekhan?delaar maar en hij zal U dit
bevesti.gen en U tot civielen prijs een exem
plaar te koop aanbieden. Dat kan ik
zelf natuurlijk niet doen. Daar heb ik
mijn menscheu
voor. Deze ro
man was nau
welijks van de
pers'of de ellende
begon, l/iedeu
met wie ik tot
dusverre op den
boston voet was
omgegaan, mot
wie ik tor
voorkoming van
nooit andere
praatjes had gewisseld dan over het
weer on de spijsverteering, begonnen
mij, al naar temperament on smaak
knipoogend of serieus, teekonen van
verstandhouding te geven of zeer
directe vragen te stellen waardoor ik
mij onaangenaam verrast gevoelde.
, ^ Tcekenen van
verstandhouding
geschil van meening
onaangenaam
Daar waren er
overkant van de
Haha, bladzijde
,.Zeg..
nee ze
die mij, van don
straat, toeriepen:
i zooveel. ..." of
.meneer Van der Dinges..
ten voeten uit. . . . hihi. ? !"
-of wel terzijde te nemen en ernstig te
zeggen dat ik het met juffrouw Zussen
.200 toch wel een beetje bar had ge
maakt .
Aanvankelijk meende ik nog dat
ik mij door ongeveinsde verbazing
deze letterkundige bijval van het lijf
zou kunnen houden, doch allengs
bleek mij uit het aandringen mijner
lezers, het zij in schertsenden trant
(schalk, grappenmaker, droogkomiek,
.snaak, etc.), hetzij in hoogen ernst:
.(nu moet u mij toch eens eerlijk zeggen:
maar nu zonder grappen: sérieus-zeg;
.heelemaal onder-ons, enz), dat men
.mij niet meer losliet, dat ik een soort
Jotograaf was geworden met de uit
stalling van zijne conterfeitsels vlak
.aan de straat, een verrader, een soort
publieke rarekiek.
Dit was eeno ontstellende ont
dekking. Tientallen personen, omtrent
??wier particuliere leven mij niets be
kend was, wier ziel een gcslo^n boek
voor mij was, worden mij aldus, als
prijsgegeven aan de verachting en
vreugde van hunne vijanden, als
.slachtoffers opgedrongen, terwijl ik
zelf, door de openbare meening aange
steld tot demonstrateur hunner in
nigste en laaghartigste gevoelens,
beladen werd met een schuldbesef,
«dat mij vluchten deed uit hunne
om;gevin.g.
Aldus gepromoveerd tot leider van
een openbare cursus in. zielsvivi
sectie, uitgespeeld ter bevrediging van
primitieve gevoelens van wraak, rees
het denkbeeld bij mij om bij adver
tentie bekend te stellen wat ik ver
zuimd had voor in mijn. boek aan te
kondigen, namelijk dat ik van de
prins geen kwaad wist en dat dezulken
die maatwerkverlangden beter zouden
doen oen schoenen- dan een boeken
winkel binnen te loopon. De kosten
echter, verbonden aan zulk oeno
publicatie, en het schandaal welke
zij wellicht tengevolge zou hebben,
doden mij
terug
deinzen
011 beslui
ten langs
den wog
van
talme rede
neering
het besef
te vesti
gen dat ik niet in pasfoto's doe
doch zoo'n tikje in idee'en. Nu,
en ik moet zoggen dat de moeste
menschoii zich spoedig overtuigd
verklaren, wat intusschen niet weg
neemt, dat mijne trouwe Mathilde
telkens mot paniek-achtige tijdingen
huiswaarts koert van bezoeken
011 bijeenkomsten, zoo in den geest
van:
Mevrouw Kijkzo zegt dat
mevrouw Zietze precies lijkt op me
vrouw Is/o uit jo l»)
zettend gewoon. ... !"
of:
ik heb je nog
schuwd. . . . HU beweert
je mijnhoer Sukkels zo
Met'paniekachtige tijdingen
llannos dat'
j raak hebt
getroffen. . . . Pijnlijk. ... '."
Al die namen l>randeii leekenen
in niijii hoofd, wonden in mijn, den
medeni'.'iisch zoo volledig toegewijd,
hart. striemen over mijne
vlekkeloo/e fantasie.
.Ku, al laat ik liet hier /wart op wit
drukken, ik zal den dans toch niet
ontspringen. ..i);it zegt -ie HOU
maar. . . . Nou houdt hij zich maar
/.oo. . . . Of is hot soms niet waar dat
mevrouw Nijptang óók altijd zat te
haken.... of dat meneer Haas óók
zoo gluiporig onderuit kon kijken..
O zoo !...."
Aldus is het vruchteloos vluchten
voor zijn lot. Ik zal vrienden moeten
verliezen, dierbare vrienden, met
leelijke eigenschappen, zooals wij die
allemaal hebben, lieve vriendinnen,
met kleine valschigheden, zooals de
liefste vriendinnen die hebben, aardige
kennissen die kwaadspreken, gelijk
allo aardige kennissen dat doen, ge
waardeerde relaties mot streken op
hun oompas, zooals do
gewaardeerdste relaties die plegen te hebben...
en dit alles omdat ik dierbare loei ij
kords, valscho viioridinnon, aardige
kwaadsprekei's on relaties-met-streken
heb beschreven.
Deze ervaring hooft mij plotseling
geloerd dat
wij, il i het
normale le
ven. en
torwille vande
omgangs
vormen el
kander vol
komen on
kundig la
ten van
hetgeen we
wo ons allemaal
van don domme h
Schrijf nooit een
elkaar verfoeien, dat.
tegenover elkaar
uden en net doen
30 kukcningen van Hief. A..J.W.
Bieruma Oostlnr/h. A. A. M. Stola,
Maastricht, 1!)2!J.
HET 4e deel dezer interessante
serie-uitgave, resultaat van het
onvermoeid werken van
JohanSchwencke, bevat weer, evenals deel I,
werkstukken van n hand, die van
Mej. A. J. W. Bieruma Oostingh
ditmaal. Om moer dan n reden
denkt men bij hot beschouwen van
dit werk terstond 011 onvermijdelijk
aan haar, wier ontworpen het Ie deel
der serie vormden: Mej. E. M. AVichers
Wicrdsnia.
Nog daargelaten het merkwaardige
feit, dat de beide deeltjes, die aan het
werk van n zijn gewijd, staan op
naam van oen vrouw, is er de toeval
lige omstandigheid dat Mej. B. O.,
evenals haar rivale Mej. W. W., stamt
uit een Friesch patriciërsgeslacht.
Kiv derdcns is eenige overeenstemming
in beider arbeid onmiskenbaar.
Te sterker schijnt deze overeen
stemming nog, omdat de ontwerpen
van beide kunstenaressen vele namen
vermelden van aanzienlijke Friesche
geslachten.
Maar ook in don stijl, in de op
vatting is er gelijkenis te bespeuren.
Dit mi is voor Mej. .15. O. geenszins
oen blamage. J Tot is slechts oen bewijs
te moor voor de krachtigc persoonlijk
heid van Moj. W. W. en voor hot
daardoor onafwendbare feit, dat
x ij school maakt. K n is hot. doorheen
alle tijden, ooit een blaam geweest,
wanneer hot werk vaneen kunsteiia
ureminiscenties opwekte aan dat van
eel) der heel groot oll op 7. ij 11 gebied;'
Is dit niet een uiting van zijn vereering
vóór dien ^rooier
Mej. Ooslingh's werk. het moge dan
HOLT onder invloed sta.;:n. is reeds dui
delijk bozig om zich daarvan ie he\ rij
den, liet draagt ten deele al oen /.eer
persoonlijk karakter en hot behoort.
ook waar dit laatste nour in de minder
heid is, stellig mede tot hot beste dat
in ons knul o]) K. L.-gebied \\ordt
gepresteerd. Ken /oei' voorname, een
voel te /oldzaine eigenschap be/it het:
hot streven naar goodo lettervormen.
Over 't algemeen hoeft do ontwerpster
hot individuooi goede type reeds te
pakken, /ij faalt echter nog menig
maal in de combinatie van letters tot
woorden en in de plaatsing der woor
den in hot vlak. Soms zijn do woorden
mot gewold binnen het vak bedwon
gen. Soms worden letters door elkaar
gestrengeld, of van iioodeloo/.e krullen
voorzien, in allo gevallen zocht do
ontwerpster naar sierlijkheid, on zo
bereikte die tot op zekere hoogte ook,
maar ton koste van do duidelijk
heid dor vormen. IJ et ontwerp voor
?lohii vanTaack Tra Kranen is een
voorof we niets merken torwille van den
li"\,-ji vrede....
Maar o wei en daarom, lezois.
srhrijft nooit en nooit een boek - ?
wanneer we er opeens blijk van hebben
gegeven verder te hebben gekeken:
dan zijn de poppen aan het dansen
en volgt de adhaesie in zoo hoftigon
vorm dat men hot gevoel ki ijgt oen
evenwicht stoest and van verbeten
wrok. weggohuioheldo ergernis, ge
camoufleerde nijd te hebben ver
stoord 011 oeil zoo verbijsterende eer
lijkheid te hebben wakker geroepen,
dat het bestaan er ondragelijk
doorbeeld hiervan. Door de letters kleiner
van afmeting te maken, met meer
ruimte tusschen de regels, 011 door
weglating van de staarten der T's
zou dit ontwerp stellig gewonnen
hebben.
Het essentiëele euvel van Mej.
Oostingh is oen te grooto zucht naar
versiering, oen te weinig betrachten
van soberheid. De .,overdaad schaadt''
vele haror ontworpen, on a,l de/e kon
den do versiering iiiot alleen gorust
missen, maar zij zouden daarzonder
zelfs aan voornaamheid gewonnen
hebben ! De bloem- en bladerenver
siering rondom het wapen van II. C.
Gluysteen-Luden doet dit ontwerp
voor de oogen warrclen.een simpel effen
zwarte fond had het gered. Nog hinder
lijker is het zware aanhangsel onder
aan het ontwerp voor Blaise
Blijdenstein ! Dit grenst aan grofheid.
De werken waarbij de ontwerp
ster de/on versieringsdrang beteugelde
en waarin zij met soberder middelen
haar doel bereikte;, vormen dan ook
het beste gedeelte van haar oeuvre.
Hetzij do structuur forsch is. zooals
in dat sterke ding voor Albert
Plasschaert, hot zij die fijner is, sub
tiel bijna, zooals voor W. A. van
Jvonijnonburg, en voor JJonifaciu.s de
Jonge, steeds wint zoo'n ontwerp hot
van de andere.
Het is ook in deze soberder composi
ties dat do invloed van Moj. \V. W.
zich liet .sterkst doet gevoelen, mot
name in de ontwerpen voor Mevr.
(irundtmami IJjcklama a Nijeholt.
voor Bsso de Vos van Steenwijk en
voor A. .). C. liothaaii Macaré. Do
ruitvorm v;<u hol familiewapen in
het. eerste, hot oblong formaat dor
beide andere dragon tot do gelijkenis
voel bij.
Verreweg liet beste van den hooien
bundel acht ik daarom het ontwerp
voor W. .i. 11. llunialda van Kysinga
Sickingo. Want d;t bevestigt wat ik
reeds zeide: dat Moj. Oostingh'.*
persoonlijkheid krachtig bozig is zich
te ontwikkelen. Hierin is de eenvoud
en de strakheid van lijn on do sehoono
en goed geplaatste letter, en er is
tevens het persoonlijke element. Dit
is feitelijk het oonigste ontwerp dezer
dertig dat in voornaamheid het oeuvre
van Moj. \V. W. benadert, zonder
daarmee overeenkomst te vertooileii.
Dit ne ontwerp waarborgt mij /oo
goed als zeker, dat Moj. liioruma
Oostingh. ns geheel van vreemde
invloeden vrij. als kunstenares zich
oen plaats zal weten te veroveren op
don top. waarop maar voor enkelen
plaats IN. De/e verwachting zij haar
tot troost voor wat ik overigens op
haar werk meende Ie moeten aan
merken.
wordt, en \\aarbij slechts dil eei:e
feit tol troost strekt: dat er nooit.
iemand naar jo toe zal komen e^
zeggen: niet dien liomeenen vent heb
jo mij bedoeld of: die valsehe YI-OUW
bon ik nou. . . . Want de natuur hoeft.
do monsch. teneinde hem het bestaan
mogelijk te maken, aan zelfkennis
onthouden wat zij hom aan boo/,>
instincten heeft toebedeeld....
J''.n zog nu niet. lezer of lezeres,
dat ik hiermee speciaal (" op hot oog
bob. want dan zijn we nog net evon
ver. 011 dan zou ik toch weer moeten
advertooH'ii. . . .