De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 1 februari pagina 1

1 februari 1930 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

roene cekblad voor- Nederland Alle Buitenlandsche Spoorwegbiljetten I. V. B. DAMRAK 46 ONDER HOOFDREDACTIE VAN A. C. JOSEPHUS JITTA Redacteuren: L. J. JORDAAN, F. G. SCHELTEMA EN M. KANN. Secretaris der Redactie: C. F. VAN DAM KEIZERSGRACHT 333, AMSTERDAM C. Niet te overtreffen OPGERICHT IN 1877 No. 2748 ZATERDAG i FEBRUARI 1930 Mijn buurman heeft een radio DR geweldige ontwikkeling der techniek, die naar de teekenende uitdrukking, die men daarvoor gebruikt heeft, van de laatste tientallen jaren n langen Sinterklaasavond vol verrassingen heeft gemaakt, heeft ook op de kunst haar invloed doen gelden. Nog altijd kan de scheppingsdrang van den kunstenaar niet door een machine worden nage bootst. De fotografie kan het geschilderd portret niet geheel vervangen. Ook behoeden de kunsten, die geroepen zijn het oor te streelen: muziek, zang en voordrachtkunst, nog altijd de tusschenkomst van den vertolker, om tot de toehoorders door te dringen. De grammofoon herhaalt slechts het geluid. dat althans nmaal door een artist, of wie zich als zoodanig heeft aangediend, moet zijn voortge bracht. Maar wel heeft de techniek weten te bereiken. dat de kunst, wanneer zij eenmaal iis voortge bracht, tot in het oneindige herhaald on vermenig vuldigd kan worden. Dat heeft ongetwijfeld zijn voordeden, maar niet minder zijn nadeelen. Wie in de omstandigheid verkeert, dat zijn buurman een radio heeft en wij moderne stede lingen, die in flats wonen, hebben niet alleen boven on beneden, maar ook links en rechts en misschien zelfs vóór en achter buren kan daarover mee spreken. Moeten mijn talrijke buien mij maar ongestoord mof lm n radioapparateii blijven hinderen:' Het gemeentebestuur van Amsterdam, dat zij het dan ook voor de niet onaanzienlijke som van ruim honderd millioen guldens per jaar voor de belangen van de ingezetenen der hoofdstad waakt, is op zijn qui vive. Het college van B. en W. heeft bij den gemeenteraad een verordening aan hangig gemaakt, die de mogelijkheid opent. tusschenbeide te komen, wanneer mijn buurman mij met een al te luidruchtige vertolking van de programma's van A.V.R.O., V.A. K.A., Daventry of Parijs hindert. Reeds thans worden alle burgers van Nederland tegen rumoer en burengerucht beschermd. Artikel 431 van ons wetboek van strafrecht bedreigt met *-en geldboete van ten hoogste vijftien gulden dengene, die ,, rumoer of burenijerueht verwekt, waardoor de nachtrust kan worden verstoord." De bedoeling van dit artikel is onder rumoer en burengerucht alleen zoodanig gedruisch te verstaan. dat niet het middel of het gevolg van geoorloofde werkzaamheden of ontspanningen is, maar oinzicfi zelf, -uit baldadigheid veroorzaakt wordt. Of het ligt aan deze beperkende interpretatie, of aan de omstandigheid, dat het noodig is, dat de nacht rust" wordt gestoord wat mij u buurlieden dus 16 van de 21 uren vrij spel" geeft liet artikel voorziet niet in de behoefte en hoeft dringend aanvulling noodig. Vandaar, dat .B. en W. van Amsterdam in overweging geven in de politieverordening een artikel op te nemen, dat als volgt luidt: .,Het is verboden, door middel va» een inuziekinftrument of van een toestel, bestemd tot het hoorbaar maken, van muziek of van de mensehelijke nlem, heizij in de buitenlucht, hetzij in een afgesloten ruimte, voor de omgeving hinderlijk geluid te maken." In n opzicht gaat het ontworpen artikel tier politieverordening minder ver dan hot geldende artikel van ons wetboek van strafrecht. De gelui den, die verboden worden, omdat zij mij hinderen, moeten door een muziekinstrument of door een toestel" worden voortgebracht. Nachtelijk rumoer of burengerucht, dat zonder behulp van instru menten wordt voortgebracht, valt niet onder do bepaling. Dat is dunkt mij geen groot bezwaar, omdat de beperkte kracht, waarover wij menschen beschikken, wanneer zij niet door een instrument of toestel wordt versterkt, van nature aan grenzen gebonden-is. En voor het geval mijn buurman mij, des nachts, zonder een instrument te gebruiken, door zijn rumoer hindert, staat mij nog altijd het artikel van het wetboek van strafrecht ten dienste. Ik vraag mij zelfs af, of het niet gewenscht ware deze verbodsbepaling nog meer te beperken, door daaruit de vermelding van een muziekinstrument" te doen. vervallen. Daardoor zou het voorschrift niet betrekking hebben op muziek voortgebracht met behulp van een piano of een viool, maai' uit sluitend op luidsprekers en grammofoons. Zoodra de muziek immers niet met mechanische kracht. doch direct doof den niensch, zij het ook niet behulp van een instrument, wordt voortgebiacht, is het concert van nature aan een zekere beperking gebonden. Kn bovendien: wie het geluid met een radioapparaat of met een grammofoon voortbrengt, kan de kracht van het geluid regelen en zorg dragen, dat het zoo luid klinkt, dat het duidelijk is voor wie in de kamer zelf aanwezig is, zonder dat de buren er hinder van ondervinden. Natuurlijk moet de bouwmeester van zijn kant de iioodige steentjes hebben bijgedragen, om het juiste midden tusschen het genot van den luisterviuk en den hinder van diens buren te kunnen houden. Het is echt er onmogelijk van dengene, die een muziekinstrument bespeelt, te verlangen, dat hij zachtjes speelt. In Den I laag geldt sedei t bijna drie jaren een bepaling, die zich beperkt tot met mechanische kracht voortgebrachte muziek en zang. liet aantal procesverbalen, dat is opgemaakt, is niet bijzonder groot. Maar de beteokenis van een dergelijk voor schrift ligt voornamelijk in zijn preventieve wer king. Wie weet, dat hij in strijd met een politie verordening handelt 011 kans loopt aan een straf vervolging bloot te staan, zal eerder geneigd zijn aan de rechtmatige wensclien van /.ijn buren tege moet te komen. A.'tn een bepaling als IJ. en \V. van Amsterdam voorstellen is ongetwijfeld hot bezwaar verbonden. dat het woord hinder" niet precies omschreven is. Wij kennen in onze wetgeving niet het Duitsche begrip grober Unfug", dat een scherp omlijnde beteekenis heeft. Al zal aan den anderen kant, wat door onze oostelijke buren als ..grober Unfug" wordt beschouwd, dooi- ons niet altijd als hinder lijk" worden ondervonden. Hot woord hinder" heeft in onze wetgevingen juiisprudentie een bepaalde beteekenis. Ei' wordt ongetwijfeld heel wat overgelaten aiui hot boa vouloir" van de buren, en van de politie. Doch in laatste instantie heeft men slechts te maken met. de interpretatie van den rechter. Ten einde minder aan den willekeur van degenen, die de verordening zullen hebben toe te passen. over te laten en mui de burgerij duidelijker voor DE GROENE AMSTERDAMMER Prijs per Jaargang ? 10.?bij vooruitbetaling. Per No. 25 Cent. Advertentiën ? 0.75 per regel. Postgiro 72880, Gern.-Giro O 1000. INHOUD : 1. Mr. A. C. Josephus Jitta, Mijn buurman heeft een radio. 2. Dr. E. van Raalte, De Londensche Vlootconferentie. Joh. Braakensiek, In den mist. 3. J. W. B., Eierendans in Spanje. B. van Vlijmen In de spaansche Arena. 4. Melis Stoke, De anti-iianscommissie. Barbarossa, Het K"kin-vraagstuk. 5. B. van Vlijmen. De oplossing van het rerkeersvraagstuk van Dam en Rokin. 6. E. G. de Roos. Engelsche toeken. 7. Dr. Jac. P. Thijsse, 's Gravenhage als vogelstad. Mr. Frans Coenen, Kroniek. 9. Voor Vrouwen. 10?11. Albert Plasschaert, Schilderkunst. 12. Prof. Dr. D. Colien, Israëls wezen en willen. 13. Mr. H. Scholte, Dramatische Kroniek Spreek taal. 15. C. A. K'aasse, Crisis. l (i. C. K., Beursspieftel. 17. Feuilleton: Tomaso Monicelli, Het Spaarduilje. 18 Constant van Wessem, Muziek. Lou Lichtveld, Studiën over Frèdérie Chopin. 19. t.!it het Kladschrift i'an Jantje. L. J. van Looi, Electrischc werrgeving. 20. Cel 2, Telefoon. Charivaria. Omslag: Spelproblemen. Bijvoegsel- joh. Braakensiek, De Staatscommissie voor lift dansen op enquête. Bonbons c/e/7 naam oogon te stellen, hetgeen zij wol on hetgeen zij niet mag doen. hooft men in do Hotterdamsche politie verordening voorgeschreven, dat hot verboden is de ramen open te honden, wanneer men muziek maakt mot behulp van mechanisch bewogen instrumenten. Ken. dergelijk voorschrift hoeft ongetwijfelt het voordeel, dat men precies woet, waaraan men zich te houden heeft. Il faut qu'uno porto soit ouverte ou forméo. Ook oen raam kan alloen maar open of gesloten zijn. Maar doeltreffend lijkt mij de Rotterdamscho bepaling niet. Hot dool is te verbieden muziek te maken, die hinderlijk is. Of do ramen open of gesloten y.ijn. duet soms weinig tor zako. Do Kotlerdamscho bepaling zal dus soms verder giiiiii ilau noodig is. soms niet ver genoeg. l it deze beschouwingen kunnen de volgende con clusies worden getrokken. Het is gewenscht in do politieverordening van Amsterdam oen bepaling op te nomen, die. het voortbrengen van voor do buren hinderlijke- ge luiden verbiedt. Hot verdient aanbeveling dit ver bod niet verder uit te strekken, dan tot met mecha nische kracht in beweging gebrachte toestellen. Het verdient geen aanbeveling in plaats van de ..Kinderlijkheid" van het geluid, als criterium aan te nemen, of de ramen a.l dan niet gesloten zijn. A. C. .JOJSEI'lirS JITTA

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl