De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 1 februari pagina 10

1 februari 1930 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

WERK VAN FR. TENTOONSTELLING IN i Schilderkunstkroniek d( Schilderijen - Houtsneden Frans Masereel Stedelijk Museum, Amsterdam Wanneer wij ons in. het kort wilden uitspreken over wat Masereel voor ons is, dan zoudon wij dat op deze wijze moeten doen: deze schilder-hout snijder is romantisch, revolutionnair, vol psycho logische voornemens, en dan zou ons nog resten te bepalen hoe zijn schilderkunst is, en hoe zijn houtsnijkunst ons als vak daarbij aandoet. Wanneer wij dan zouden moeten verdedigen, dat hij romantisch is, (niet in den hoogsten zin) dan zou dat het eenvoudigst zijn aan te toonen in het schilderwerk, dat hier, in Amsterdam, te zien. is. Maar zooals wij dat zeiden: het romantische bij hem is niet van de hoogste orde, het is meer een romantische emphase dan iets anders. Dat is het meest duidelijk in de wijze, waarop hij de vormen vereenvoudigt (hoe eindeloos overtreft Permeke hem daarin, en hoeveel noodzakelijker, van binnen uit, zijn Permeke's figuren gespannen; van hoeveel grooter kracht zijn ze bij veel grooter innerlijkheid) en hoe hij deze vormen zet in een intérieur of vóór Frans Masereel de zee. /o u in de schil dering' van de zee door Masereel Permeke's invloed wel te ontkennen zijn? Ik meen van niet. Ku Masereel is het minst tonT-. rr dentieus daar in de weerJJe Kroeg gave dk,r 7eo< Ongetwijfeld is opj zulke schilderijen het water met de schepen en de lucht, die vaiYzelf voor hem buiten het humanitaire blijken te zijn, het belangrijkst; daar is een wezentlijkheid bereikt, die grooter en zekerder is dan die, welke hij in zijn figu ren ons hoopt te geven. Voor mij zijn daarom ook do achtergronden (de zee) op zulke werken het meest bijblijvend, evenals het omhullend licht dat wezen kan in de interieurs! Daar is geen emphase en geen oekonomische propaganda, die het voorwerp, de mensch, of de stad gebruikt als materiaal. Daar is liet minst sommig ding te tijdelijk" gemaakt, en wat willen wij anders dan het tijdelijke zien opleven in wat niet-meer-voorbijgaands in zich heeft, liet zou den voorstanders van Masereel, die hem van den propagandistische!! kant naderen, kunnen toeschijnen, dat wij tegen het zoogeheeten revolutionnaire zijn. Dat is niet zoo; wij zijn tegen niets, behalve tegen dat, wat niet kwam binnen het rijk van het schoon ten minste zoodra iets ons gegeven wordt als uiting van schilderkunst. Wij zijn steeds voor de schoone rebellie in de kunst, i maar zij moet als kunst verant woord wezen. Kn wie kan zegjgen, dat Masereel's werk inte'gi'aal kunstwerk is, staat op een [anderen grond dan wij; opeen verkeerden grond [^ volgens ons. .want noch de oplossing in kleur, noch J de wijziging der vormen hebben of dat sehoons, of dat Iwingends, dat wij zoeken. En wijzen de portretten, die hier ook te zien zijn, hem niet aan als veel zwakker dan zijn apologeten ons melden? ^""*^"\^" Wat liet revolutioiinairoj aan gaat, en dat verrast u misschien, wij vinden Masereel niet rcrolutionnalr genoeg. Er is een sterker en stiller rebellie danrjde zijne met de openbare emphase; een teekening van Steinleii .,I,a bande des malfaiteurs," de tesaam geklont o beurswolveii van Steinlen, dat is afkeer en haat en ver oordeeling?voor altijd, al is dat alles niet zóó schril als bij Mase reel. Steinlen is daar voor altijd grooter. Ik zou daarom bij Matereel ook niet van een Idee durven schrijven (al zou hij dat zelf den ken); het is eer een psychische onwil; het gevoel van een psy chische ongereedheid: een voor nemen tegelijk van psychologischen aard en het verwondert mij daarom ook niet, dat zijn werk in Duitschland veel be wonderaars vindt; ook bij hem is het willen overtuigen veelmeer een hevig aandringen dan een kunnen overtuigen. Alles is bij hem óf troebel óf schril, hoewel levend meestent ijds( De Sirene * * * ~ ~" ~" liet levendigsf door groepeering is zijn zwa,rten-wit. Hij is daar het meest klaar en helder; hij kan daar het grootst zijn in den vorm, en door sommige figuren u overtuigen van wat hij wil geven. Het accent der samenstelling en het accent dat hij aan den vorm geeft wordt wel zeel- sterk als van dezen tijd gevoeld (te veel in bepaalden zin; er is een voorbijgaand element in; do karikatuur etc. kwam niet tot het diepste hier. inonschelijkheid !) maar er is een bewijs van een voorstellingsvermogen Frans Masereel dat een propagandistisehen opzet ka.» p.,?.p,.,.,.,.lt tot een bewogen geheel. Een teekening is hier zeker, die boven dat pt"pagandistische komt. tot het meiisehelijke. maai haar eenzaamheid bewijst tekortkomingen in de andere. En dan de schilderijen: ook daar kan een stij gende stad een gang geven naar boven aan het schilderij, maar niet dikwijls is de kleur van een persoonlijkheid, die als schilder groot genoeg is om te bestaan, wat hij wil bestaan, /ij is hoewel schril aangevoeld, in de gekleurde teckeningeii toch donker; in de beste der olie\ erfschildc i ijen is zij niet omhuld, maar toch nog ..stomp", terwijl daar voorwerpen op liet strand, een oud karkas van een schip, etc. u duidelijk maken, hoe gcwoonromanUsche mcnscli zit achter den schijnbaar hevigeii propagandist. H ben hot dus niet eens met de groot e lolzingers v';;n Masereel. Hier is ongetwijfeld een persoonlijk heid -?maar hier zijn even ongetwijfeld v< Ie te kortkomingen, zwakheden. (l Eel mari a.s. verschijnt bij de Haa.nl/; ekei (Sor\ irc) te 's («ravenhage een le'arigivk f ooL over Fians Mi.sereel. liet bevat een kleiii-enpreductie. 10 ropn duofies in zwart ei, \v it ei: een inleiding van ,1 ust Havelaar.)

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl