Historisch Archief 1877-1940
WERK VAN FR.
TENTOONSTELLING IN i
Schilderkunstkroniek d(
Schilderijen - Houtsneden
Frans Masereel
Stedelijk Museum, Amsterdam
Wanneer wij ons in. het kort wilden uitspreken
over wat Masereel voor ons is, dan zoudon wij dat
op deze wijze moeten doen: deze schilder-hout
snijder is romantisch, revolutionnair, vol psycho
logische voornemens, en dan zou ons nog resten
te bepalen hoe zijn schilderkunst is, en hoe zijn
houtsnijkunst ons als vak daarbij aandoet.
Wanneer wij dan zouden moeten verdedigen,
dat hij romantisch is, (niet in den hoogsten zin)
dan zou dat het eenvoudigst zijn aan te toonen in
het schilderwerk, dat hier, in Amsterdam, te zien.
is. Maar zooals wij dat zeiden: het romantische
bij hem is niet van de hoogste orde, het is meer een
romantische emphase dan iets anders. Dat is het
meest duidelijk in de wijze, waarop hij de vormen
vereenvoudigt (hoe eindeloos overtreft Permeke
hem daarin, en hoeveel noodzakelijker, van binnen
uit, zijn Permeke's figuren gespannen; van hoeveel
grooter kracht zijn ze bij veel grooter innerlijkheid)
en hoe hij deze vormen zet in een intérieur of vóór
Frans Masereel
de zee. /o u in de schil
dering' van de zee door
Masereel Permeke's invloed
wel te ontkennen zijn? Ik
meen van niet. Ku
Masereel is het minst
tonT-. rr dentieus daar in de
weerJJe Kroeg gave dk,r 7eo< Ongetwijfeld
is opj zulke schilderijen
het water met de schepen en de lucht, die vaiYzelf
voor hem buiten het humanitaire blijken te zijn, het
belangrijkst; daar is een wezentlijkheid bereikt, die
grooter en zekerder is dan die, welke hij in zijn figu
ren ons hoopt te geven. Voor mij zijn daarom ook do
achtergronden (de zee) op zulke werken het meest
bijblijvend, evenals het omhullend licht dat wezen
kan in de interieurs! Daar is geen emphase en
geen oekonomische propaganda, die het voorwerp,
de mensch, of de stad gebruikt als materiaal.
Daar is liet minst sommig ding te tijdelijk"
gemaakt, en wat willen wij anders dan het tijdelijke
zien opleven in wat niet-meer-voorbijgaands in
zich heeft, liet zou den voorstanders van Masereel,
die hem van den propagandistische!! kant naderen,
kunnen toeschijnen, dat wij tegen het zoogeheeten
revolutionnaire zijn. Dat is niet zoo; wij zijn tegen
niets, behalve tegen dat, wat niet kwam binnen het
rijk van het schoon ten minste zoodra iets ons
gegeven wordt als uiting van schilderkunst. Wij
zijn steeds voor de schoone rebellie in de kunst,
i maar zij moet als kunst verant
woord wezen. Kn wie kan
zegjgen, dat Masereel's werk
inte'gi'aal kunstwerk is, staat op een
[anderen grond dan wij; opeen
verkeerden grond [^ volgens ons.
.want noch de oplossing in kleur,
noch J de wijziging der vormen
hebben of dat sehoons, of dat
Iwingends, dat wij zoeken. En
wijzen de portretten, die hier
ook te zien zijn, hem niet aan
als veel zwakker dan zijn
apologeten ons melden? ^""*^"\^"
Wat liet revolutioiinairoj aan
gaat, en dat verrast u misschien,
wij vinden Masereel niet
rcrolutionnalr genoeg. Er is een sterker
en stiller rebellie danrjde zijne
met de openbare emphase; een
teekening van Steinleii .,I,a bande
des malfaiteurs," de tesaam
geklont o beurswolveii van
Steinlen, dat is afkeer en haat en ver
oordeeling?voor altijd, al is dat
alles niet zóó schril als bij Mase
reel. Steinlen is daar voor altijd
grooter. Ik zou daarom bij
Matereel ook niet van een Idee durven
schrijven (al zou hij dat zelf den
ken); het is eer een psychische
onwil; het gevoel van een psy
chische ongereedheid: een voor
nemen tegelijk van
psychologischen aard en het verwondert
mij daarom ook niet, dat zijn
werk in Duitschland veel be
wonderaars vindt; ook bij hem
is het willen overtuigen veelmeer
een hevig aandringen dan een
kunnen overtuigen. Alles is bij
hem óf troebel óf schril, hoewel
levend meestent ijds(
De Sirene * * * ~ ~" ~"
liet levendigsf door groepeering is zijn
zwa,rten-wit. Hij is daar het meest klaar en helder; hij
kan daar het grootst zijn in den vorm, en door
sommige figuren u overtuigen van wat hij wil
geven. Het accent der samenstelling en het accent
dat hij aan den vorm geeft wordt wel zeel- sterk als
van dezen tijd gevoeld (te veel in bepaalden zin;
er is een voorbijgaand element in; do karikatuur etc.
kwam niet tot het diepste hier. inonschelijkheid !)
maar er is een bewijs van een voorstellingsvermogen
Frans Masereel
dat een propagandistisehen opzet ka.» p.,?.p,.,.,.,.lt
tot een bewogen geheel.
Een teekening is hier zeker, die boven dat
pt"pagandistische komt. tot het meiisehelijke. maai
haar eenzaamheid bewijst tekortkomingen in de
andere.
En dan de schilderijen: ook daar kan een stij
gende stad een gang geven naar boven aan het
schilderij, maar niet dikwijls is de kleur van een
persoonlijkheid, die als schilder groot genoeg is
om te bestaan, wat hij wil bestaan, /ij is hoewel
schril aangevoeld, in de gekleurde teckeningeii
toch donker; in de beste der olie\ erfschildc i ijen is
zij niet omhuld, maar toch nog ..stomp", terwijl
daar voorwerpen op liet strand, een oud karkas
van een schip, etc. u duidelijk maken, hoe
gcwoonromanUsche mcnscli zit achter den schijnbaar
hevigeii propagandist.
H ben hot dus niet eens met de groot e lolzingers
v';;n Masereel. Hier is ongetwijfeld een persoonlijk
heid -?maar hier zijn even ongetwijfeld v< Ie te
kortkomingen, zwakheden.
(l Eel mari a.s. verschijnt bij de Haa.nl/; ekei
(Sor\ irc) te 's («ravenhage een le'arigivk f ooL
over Fians Mi.sereel. liet bevat een
kleiii-enpreductie. 10 ropn duofies in zwart ei, \v it ei:
een inleiding van ,1 ust Havelaar.)