De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 1 februari pagina 11

1 februari 1930 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

1NS MASEREEL IET STEDELIJK MUSEUM or A. PLASSCHAERT Teekeningen - Etsen Sint Tjiicas, Stedelijk Museum, Amsterdam. Nog enkele Notities Jonkheer DUtlinger zond twee stillevens: bloemen en vruchten. Ze zijn beide geen groot werk, maar ze niet te noemen zou later blijken toch iets ver geten te hebben op deze tentoonstelling die het hart noch de oogen dikwijls verrukt. De bloemen zijn wat ge met een Hollandsch woord zoudt noemen: curieus, en wat wel in het Hollandsch gezegd, is, dat ge in den maker iemand erkent van Thuiskomst der visschers een aard, die afwijkt van den gewonen, van den banalen mensch. Dat beteekent dus niet, dat de schilder een groot of belangrijk schilder zou zijn; al waren er vele attesten, die ons dat zouden moeten bewijzen wij weten dat beter, en zijn daarom trent, omtrent dat béter-weten, zonder eenigen onrust. Maar het tweede stilleven, dat van de vruchten, was ons merkwaardiger. Het is zelden, dat ge een stilleven ziet, dat ge vicieus kunt noe men, maar hier is er dan n, dat zóó is. Dat het zóó werd verrast ons niet, maar dat dit niet verrast, maakt toch deze vruchten niet als stilleven van een gewone soort. Van H. B. Dieperink wijs ik op het stilleven: Avend met de zonnebloemen; W. J. Dijk is te "? el a la Dirk Nijland. Escher heeft een illustra tieve phantasie in zwart en wit; illustratief be teekent, opnieuw, zonder groote diepte ! llulshoff Pol's landschappen hebben altijd adein en een zekere lyriek; te vernielden is de groene toon, die persoonlijk is. Van A. Keijzer is de Boschbodem een plantenstilleven ; Kort is goed in zijn Orchi deeën en zijn Cactussen (kleur). De boeken van Mej. Van Regteren A.'tena zijn voor haar typisch *n zuiver; Jaeob Rltsenxi's Irissen hebben als schil dering: kleur en ruimte; eigenaardig, afzonderlijk zijn ,,de Hengelaars". V;>n Mej. Spronck (de leerFrans Masereel lingc van Lizzy Ansingh) noteer ik de Ueldquaestie, een stilleven (met geest !) van bankbiljetten, van Mej. Surie leek mij het stilleven met aardbeien en asperges haar beste. Mej. Wandscheer is, voor haar doen, groot in de vrouw in de kamer. Th. ter Weeme's zelfportret, Amstel en Loods (die mij doet denken aan Tholen's papiermolen) zijn tusschen zijn andere uit te kiezer, evenals Witjens verlaten kasteel dat is. r" En hiermee beëindig ik de bespreking van de tentoonstelling van Sint Lucas. Ik hoop inderdaad, dat de volgende een beetre zal zijn; met meer spanning. Ik wensch noch verwacht daar verwonderlijkheden te vinden; mijn verwachting in deze werd zeer needrig maar er moet op de volgende tentoonstelling scherper kritiek worden uitgeoefend op het ingezoudene; er moet beperkt worden om krachtiger te komen voor den dag. Ik vrees, dat bij de schilders een te groote gemakzucht tegenover het publiek, zelfs tegenover het gewone publiek, hen de tentoonstellingen niet genoeg doet verzorgen. Te veel baat nergens, ook hier niet. Tien sterkere dingen drijven meer tot koopen, dan honderd van-alles-wat dat wordt vergeten, 't Waardoor en waarom van dit alles wie ervoer het niet? en wien maake het niet onwillig? En een onwillige tot een willige te maken is meer> arbeid, en kost tijd, tijd, tijd. Waarom dit toch altij d opnieuw te vergeten ?... Schilders behooren toch maar ne te erkennen, en die eene heet de schoonheid; het oovrige zij hun franje." Het Xicuwe Jaarboek De verzorging van het nieuwe Jaarboek van Xederlandsche Ambachts- en Nijverheidskurist (uitgegeven met steun van het Departement van O. K. en W. door W. L. en J. Brusse's Uit gevers Mij. te Rotterdam) berustte ditmaal in handen van W. P. Gouwe, die het boek den titel: Ruimte" mee gaf. Reeds aan de fleurig gekleurde, door V-iïmos Huszar ontworpen bandteek< ning kan men aflezen dat er door den samenstellereene welkome poging gedaan wordt iets anders ft: neven als men gewoon -mis en /.iet: ondanks een in zekere mate ge bonden zijn aan bij de uitgave gestelde voorschriften blijkt hij in een weldadig verlangen naar ver nieuwing inderdaad in vele op zichten ruimte te biengen zoodat m.i. de boektitel als veelzeggend symbool kan worden opgevat. Bijzonder goed is ook de sysit.Mdtixehe indi'e/hty der behandelde stof. Zonder al te zeer in persoon lijke beschouwingen te vervallen vun het. werk der talrijke begaafde vadorlatidsche kunstnijvei'en geeft (louwe in groote trekken aan wat wel het wezen daarvan is. de vraagstukken die hen momenteel bezighouden toetsend aan het ve: Het Wrak lellen eu de toekomst, waai door menigmaal bereikt. wordt dat de beteekenis der diverse uitingen geka rakteriseerd en als het ware in haar tijd gesteld wordt, zoodat dit (rijk van goed gekozen afbeeldin gen, waaronder ook gekleurde, voorziene) boekweik mede de beteekenis verkreeg van een, uitteraard globaal doch in het kort zér doordringend gegeven, overzicht van wat er sedert de oprichting der Xed. Ver. voor Ambachts- en Xijverheidskunst (in 1901' zooal ten onzent is bereikt. Ook de vijftigjarige samenwerking van den eeramist Leon Sent met de fabriek de Porcoleyui: Fles" te Delft wordt herdacht in eene korte notitie van Dr. H. E. van Gelder, terwijl ten slotte eene volledige omschrijving der honderd negen en dertig afbeeldingen benevens een naamlijst van kunstenaren die in het boek genoemd worden aan dez,> uitgave werden toegevoegd. Inderdaad: van de tot nog toe verschonen jaarboeken blijkt Ruimt'-" wel het best geslaagd !. . . . OTTO VAN TFSSEXBKOEK Frans Masereel De beschuldigd-:

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl