Historisch Archief 1877-1940
No. 2748
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN i FEBRUARI 1930
DRAMATISCHE KRONIEK
L
D MUZIEKHANDEL II
J
ee
bi
se
al
be
tr
01
vr
di
m
zf.
m.ee
tl
tfc
p.
ze
pc
de
J"
door Henrik Sqholte
Shakespcare's ..Storm"
Vcrcenigd Tooneel.
HET had een daad kunnen zijn, een uitdaging,
een herstel, oen belofte. Het was misschien
ook zoo bedoeld. Maar het werd, persoonlijke
.successen ten spijt, een soort truc-film, er had een
groot bord aan het eind kunnen komen dat al
deze grappenmakers op het verloren eilandje die
en die chocola aten, of zoo. Want als men na deze
..storm" als een strandjutter op zoek moet gaan
naar de brokstukken van Shakespeare's
droom-schip, dat hier don vorigon avond uit elkaar ge
slagen was, zoo aan flarden hing immers deze
voorstelling dan is daarmede moor ven >ordeeld
dan een individueele rol goed kan maken. Een
rommelige, oppervlakkige, slordige en soms be
lachelijke voorstelling ziedaar helaas de totaal
indruk !
En zelden toch had Shakespeare gaver, serener
werk geschreven in zijn heldere mixtuur van goed
en kwaad, van droom en wijsheid, dan dit zijn ver
heven testament. De hevige ouverture, meesterlijk
kort en meesterlijk compleet: de storm, en terstond
daarna, in ijlen toonaard en weldadig contrast,
dat dolen der groepen over dit eiland als een lucht
spiegeling, dat elkaar verliezen en wedervinden van
geringe menschen onder het wijs en innig bestier
van den algoeden mensch Prospero, die over dit
eiland doemsdag houdt als Shakespeare over
zijn leven. In de ongewone natuurlijkheid van
den droom leeft hier stilte en gerucht, de mensch
in zijn menschelijke uitersten, de zoete liefde en
het opstandig kwaad, de geesten ruimteloos
tusschen en onder hen: Kalibaan, de lompe visch
en de stralende halfgod Ariël. Dit is Shakespeare's
mooiste stuk en het mooiste stuk der wereld
schreef Drinkwater, die anders voorzichtig is met
superlatieven.
Wat ervan terecht komt als men dit stuk als
serienummer speelt, heeft Saalborn's opvoering
nog niet zoo lang geleden bewezen. Alleen zeer
groote leiders van een tooneol in bloei zouden het
moeten aandurven. Want, schoon de opgave ver
leidelijk is, voor experiment" loont het zich minder
dan welke Shakespeave ook.
Men moet hot Joh. do Meester tot een verwijt
.maken, dat hij zijn Eortmbras-drift tot ,.1'riseli on
vroolijk" tooneel op Shakespeare losgelaten heeft.
inplaats van op stukken, die men naar text en zin
liever ziet verknippen, (iebruik makend van een.
voor zoover ik kan beoordeelen, zeer lenige' en
expressieve vertaling van Martin N ij hof f had hij
een verjongde, maar stellig geen tegennatuurlijke
Shakespeare kunnen geven. Inplaats daarvan
heeft hij zich door het Ariël-lCalibaaii duel en de
komische figuren laten verleiden tot een soort
Drie Stuivers Opera ? die Shakespeare nooit
ge.«chreveii heeft ! Ik wil niet de, intenties
deiregie zelf voroordeelen, maar wel het gemis aan
volharding, aan liefde en voor alles, aan inzicht en.
het doctrinaire regie-,,systeem", dat deze voor
stelling deed mislukken. Het is niet zoo erg, dat men
?de storm zelf als een film-scène neemt, want de
figuren, hoewel wat zij daar zeggen hen typeert,
komen stuk voor stuk later voldoende tot hun
lecht om het vervallen, althans onverstaanbaar
worden der aanvangswoorden niet zoo erg te doen
betreuren. Het lan on de prachtige stijl, die de
Meester door voortreffelijk decor en licht in dezen.
aanvang vorkreeg, vormt dan ook het grootste
brok, dat uit deze voorstelling gered kan worden.
Doch spoedig daarna bleek, dat het ernst was
om de verheerlijkte idylle van Miranda on
EerHYR KAPITAAL BESCHIKBAAR
DIRECTIE tl? 5.J.VANZlJST-M? J.F.VERSTEEVEN
dinand, dit sublieme evenwicht door het heele stuk
heen, als bijzaak te behandelen en Prospero te
nomen als Eaust, de toovenaar en niet de wijsgeer.
Van het laatste; ben ik niet geheel zeker,
omdat hier elke waarneming eenvoudig onmoge
lijk word gemaakt door de ronduit saboteerende
wijze, waarop Verka.de deze; innig-verlieveii rol
....speelde, enfin, dat woord isniet juist. Hij,
die geen woord van zijn rol kende, verstond zijn
souffleur zoo slecht, dat men de lust om hem van
het toonoel te fluiten bedwingen moest. Daarbij
oen leege, gestandaardiseerde; allure, een krachte
loos arm-gebaar, elat van andere; rolle'n gelee'iul en
hiei' misplaatst scheen. Het beste was hij nog op
elo plaats rust, be>ven op een niet erg gelukkige-,
niet erg fantastische- en steeds hard e;n overbelichte;
rots, waar hij wonderwel op Erasmus' standbeeld
geleek, in zijn boek verdiept.... hopelijk kiest
hij daar de volgende avejnden een textuitgave;
van de Tempest" voor ! En toch, los van Shakes
peare, welk een uiterst gelukkige oratio pro domo
had dit slotgebed van Prospero kunnen zijn, als
deze; rol het hoogtepunt was.
Dat do rots, als draaischijf vernuftig van vinding
en in principe wel geschikt voor het behoud van een
snel tempo, dat deze voorstelling noodig he>eft,
op den duur als een bordpapieren kinderfort werkte,
was fnuikend voor de overige; rollen. Zij werd ach
tereenvolgens door vrijwel hot geheelo gezelschap
bestegen, doch allee;n do overmoedige gratie van
(ïeejrgette Hagedejejrn als Ariël scheen er ejp thuis.
Waarom daar ejok elo emgelukkig aangekleeele
gejdinnen, op hun paaschbest in
oud-Shakespoariaansche costumos, ter bruiloft moesten afdale'n, was
mij niet duidelijk. Voorop een draai-orgel hadden
eleze schoone i'ee'ën gee;n sle^cht figuur gemaakt,
doch thans, Eransch gehield en slordig opgesteld,
vormden zij een maskerade-intermezzo, dat ronduit
belachelijk was. Hier waardce:rde ik hot, elat
Verkade, plotseling energie, er met een ve-r-rasse-nel
abrupt dat ploertiget complot, van Kalibaan
was mij ontschoten", ee'ii e-inel aan maakte.
Kr was geen plaats veied hot (treuiwetis schamele)
ballet e>p ele;n schuin-oploe>peiielen voeirgi-onel e-n
eiok he-t vorstelijk ge-zelschap uit Napels, waarbij
e'enigc goe-de Shake'spe'are-figuren uit eien. oiieleu
t i'ant, kon e'i' me>eÜ!Jk: van e-en. ..(,'i!am! vol klanken
etroenne.'U. Waiai" Miranela ----- ee-n se'hoone. voort
durend ,.in trance" ge-spee-hle rol van ],oudi
N'ijhoff el- veTwijlelo in i-e-ii eioor de ivgie kort,
toegeme-ten tijd, we-rel haar spel beeloi-ve'ii door de
machU'looslieid van haai1 partner. . -'
Zoo bleef elit volei vrij voor ele best gesla,agden.
Jeih. Kaart m r'rils van Dijk's eluo als ele lucht
hartige- schurken, ele laatste fijne-r omlijnel
tremwens elan ele e.-er.ste in wie; ele Me-este-r's
lust tot fe-1 keJoriet het be-st. maar oe>k \ve-or te
ovorelaelig, tot uiting kwam. Wat echter was liie-r
ejver van Kalibaan's me-e-rman, eleze' sombe-re, af
zichtelijke1, van he-t licht vervre-emele;
domhoidsmacht ? -Me-n kan Ariël niet lie-fhe-bbe-n zonde-r zijn.
in he't trage eluister ge-bore-n broeden1 Kalibaan, in
iede-r me-nschelijk hart met hom in de-n eliopsteti
gronel ve-re-eriel. Om Kalibaan. dieseuus ele
mooistei-ol schijnt uit elit hee'i-lijk stuk, te spe'Ien. was
Paul Hul' Cijsbrecht nb. ! ? nii-t aange-wezen.
Zijn zwak-zie'lig gebaar, mee-r e>e>n af'wiTe.-n elan e-en
boelreige'ii. kon in het ongelukkige- e-ostuum. elat
althans in he-t kille lie-ht meer ejp de- Ix-snu-urele
overall van e-en huisse-hilelei- gele'e-k, geen draag
wijelle- verkrijgen.
Nei-n. heel het eilanel. waar e-en .. Kl\ sise-li"
ve-i'laugen Klysische z<-ke> he-iel we-rel. se-heen
welJie-ht ergens 1e- le-ve-n in eie gedae-hte van elen
liegaafele-n regisseur; niet echter op het tooneel. Kr is
meer voor nooelig elan i-i-n ..e-onst- e-ii vlie'gwe-rck' ,
elat ook Vonele'l's se-houwburg in ve'i'val bracht .
De schoonheid van het gesproken woord in ele
we-i'elel van Hie-remymus I5ose-h. deze apocalyp
tische Shakespeare- i* geen revue.
PIA N O 'S
A' 1835 D
UfctirStPiiUM
U
II»
VLEUGELS
D Tel. 443
UTREGHT
SPREEKZAAL
Kruisende wegen
HET is nejodig-, verzet aan te teekenen tegen de
wij/e, waarop do literaire criticus van dit blad,
Dr. J. Prinsen J.Lzn. in zijn rubriek Boekbe
spreking" literatuur en politiek "vermengt, zooilat
zij beiden onzuiver worden.
Reeds eerder, in zijn bespreking van het laatste
boek van de Schai-te-ns, is do/o criticus y.ijn arbeid
aangeïvangvn met de verklaring, dat hij ,,niet aan
politiek doet", om dan te eindigen met een lof
rede op het syteem der sterke mannen", dat
hartstochtelijk wordt aangeprezen in dit boek, dat
,,druipt" van politiek. . . . (om eens een uitdruk
king te bezigen, die in hot liberaal-fascistische
kamp van Dr. Prinsen met graagte wordt gebruikt).
Zoo waren wij dus op onze hoede, toen de heer
Prinsen in het nummer van 4 Januari 1930 zijn
bespreking van A. M. de Jong's Kruisende We
gen" aanving met de verklaring, dat hij niets heeft
tegen de ideeën, die in het boek van De Jong ge
propageerd worden !
Maar reeds heel spoedig wordt er gesproken over
de massa, die zich wijs maakt te gelooven aan
den heilstaat."
Vindt Prof. Prinsen het aardig, of zelfs maar
neutraal, wanneer hem zou worden voorgehouden,
dat hij zich maar wijs maakt, te gelooven in de
voortreffelijkheid van de huidige ordening?
Dit is nog maar het begin; verderop geraakt
deze letterkundige hoe langer hoe dieper in de
politiek, en acht hij ,,de bewijzen.. . . voor hot
grijpen...., hoe de verwezenlijking van de hooge
hoi l statelijke idealen gevoerd heeft tot do gruwe
lijkste ontreddering". . . .
Kennelijk wordt op Kussische toestanden gedoold;
echter vindt de toch wetenschappelijk onderlegde
schrijver het niet rioodig, na te gaan, of de massa
(waar? bij ons, in Kngeland, in België, in Amerika?)
dezen toestand iccnscht, of hij een toestand van
ontreddering v'.s-, of zij het wellicht geweest is, of
deze ontreddering niet ook zou zijn gekomen, als de
heilstatelijke idealen niet hadden gezegevierd, enz.
De bespreking eindigt mot do beschuldiging aan
het adres van den schrijver, dat hij de massa wil
opzwiepen.tot meerdere glorie dor part ij (maar welke;
parf ij dan toch ?), dat hij de waarheid vervalscht, en
slechts propagauda-lectuur heeft geproduceerd.
l maai* waarvóór dan toch?) die in ..geestelijk be
perkte kringen allicht zijn effect zal hebben."
Kon geeste-rn'k-arisloe'raat. die zich bevoegd acht,
andere maatschappelijke kringen het judicium
..geestelijk beperkt" te geven, zal zich toch boter
rekenschap moeten geven van wat hij schrijft,
dan de hoor Prinsen duet.
ledere Ie/er van de Boekbespreking, die op e-enige
algemeeiie ontwikkeling aanspraak kan maken,
zal weten, dat do heel' A, .M. de Jong een zeer
overtuigd on principieel xociaal-dcmocrtuit is, dat
men in Jiusland g.'tracht heeft, een eomnmnistisc.h
regime ingang te doen vinden, on dat de in dit boek
uitgewerkte ideeën niet communistisch, nog veel
minder socialistisch, maar (inurchisllych zijn,
terwijl deze drie stelsels zich tot elkaar verhouden
als water, vuur en zand !
A. M. de Jong heeft dan ook in zijn boek ge
tracht, denkbeelden uit te werken, die in de verste
verte iiielu met socialisme i/emeen hebben, maar
vulknmen /intfii/oniytincli, zijn aan de zijne; eene een.
kunstenaar volkomen waardige taak. die alleen.
door een politiek oververhit brein kon worden
voorbijgezii-n.
In hoeverre de schrijver op literair terrein bij dit
hooge doel is achtergebleven, \\ensch il; niet te
hooordeolon: aan academiseh gevormde
iiitellectueelen behoort niets zoozeer te worden kwalijk
genomen als de overschrijding van het gebied van
hun kunnen.
LM r. M. VAN DKR (H)KS VAN NATKUS
Nederlandsche Munt
Holland'» beate 10 ccntt rigaar