Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN i FEBRUARI 1930
No. 2748
Studiën over Frédéric Ghopin
door Lou Lichtveld
Een muziekhistorische dissertatie,
"waarvan professor Huizinga de pro
motor is, moet zich wel onderscheiden
van de meeste andere. De zin voor
breede cultuurhistorische synthese van
?dezen hoogleeraar was onvermijdelijk
van invloed op zijn leerling, die ons
dan ook een van de zeldzame
Nedorlandsche boekenl) gaf, waarin een frag
ment der muziekgeschiedenis belicht
wordt tegen het fond van onze geheele
Westersche cultuur, en waarin een
vruchtbarephilologisch-historischemethode wordt toegepast op het onder
zoek van Chopin's zuiver-muzikaal
oeuvre.
Huizinga zelf heeft ons indertijd
een korte maar indringende beschou
wing over de muziekcultuur tijdens
de late middeleeuwen geschonken,
en nergens las ik een betere synthese
van de eigenaardige overgangsfase
naar de artificeele polyphonie dan bij
-hem, omdat hij het muzikaal gebeuren
geheel in correlatie zag met de histo
rische ontwikkeling op ander terrein.
Men denkt hier weer onwillekeurig
aan, nu deze dissertatie in meer dan
?een opzicht bewijst uit de school van
Huizinga te komen. Zij is gedocu
menteerd en veelzijdig-georienteord.
en. niettemin is zij voorzichtig in.
haar conclusies en subtiel in haar
critiek.
Het zijn feitelijk twee geheel los van
elkander staande essays, die Dr.
Schellenberg hier bijeengebracht heeft.
De eerste, over Chopin en Polen, is
een analytische studie, waarin zooveel
doenlijk langs tekstcritischen weg
jammer genoeg met voorbijzien van
nagenoeg alle anthropologische en
?ethno-psychologisebe gegevens, die
toch zeker te vinden zijn wordt
nagegaan, in hoeverre Chopin in zijn
persoonlijkheid een ,,echte" l'ool is,
en in hoeverre de kenmerken van deze
landaard in zijn muziek te vinden
zijn.
Dr. Schallenberg heeft daartoe
zoowat de geheele Chopin-literatuur
zorgvuldig bestudeerd en heeft hier
speciaal verdienstelijk werk verricht
door het gebrek aan eenstemmigheid
bij de Poolsche schrijvers aan te
toonen, waar zij hunne argumenten
aanvoeren om Chopin geheel voor
Polen op te eischen. De kwestie zelf
is muziekhistorisch van onderge
schikt belang, maar zij leidt tot grooto
muziek-aesthetische consequenties,
daar de practijk der Chopin-vertol
king inderdaad afhankelijk is van
het in meerdere of mindere mate
toekennen van een nationaal-slavisch
karakter aan zijn muziek.
Een besliste uitspraak is natuurlijk
niet te geven, want op duizenderlei
wijzen loopen bij Chopin gelijk bij
ieder ander kunstenaar de meest ge
compliceerde invloeden en atavisnien
dooreen. Wie iets Nederlandsch ziet.
in Beethoven's Eroica, zal niets daar
van vinden in zijn Septuor, en om
gekeerd. Zoo gaat het ook bij de
beschouwing van Chopin's muziek.
De heer Schallenberg heeft zich
gelukkig dau ook beperkt tot de
schifting en de ontwarring van een
groot aantal meestendeels voorbarige
of ongemotiveerde uitspraken van
anderen.
Terecht heeft hij aangetoond, hoc
gemakkelijk subjectivisme en een
zijdigheid hier aanleiding geven lot
onverantwoordelijke commentaren. En
het is heel leerzaam te zien, hoe zelfs
de heel' Schallenberg in eigen persoon
ondanks zijn voorzichtigheid en. /.ijn
critisch vermogen in dezelfde
gewraaktel'out vervalt, wanneer hij sprekend
over een tijdgenoot (Slrawinsky) mins
tens even onverantwoordelijke dingen
(na-)zegt, als er vroeger ooit over
Chopin beweerd zijn.
Wij moeten evenwel den schrijver
van deze studie dankbaar zijn voor
de samenvatting welke hij gaf van
de voor de meesten niet toegankelijke
Chopin-literatuur in het Poolsch. Zijn
werk zou alleen nog verdienstelijker
zijn geweest, wanneer hij het oeuvre
van Chopin ook even had afgewogen
tegen de oudere (en nieuwere) Pool
sche muziek. Een vergelijkend onder
zoek had hier zooal geen hoofdzaken,
dan toch zeker menig waardevol
detail aan het licht kunnen brengen.
Doch de lieer Schallenberg heeft hier
blijkbaar een deel van de beschikbare
literatuur over het hoofd gezien, en hij
schijnt bijvoorbeeld do gewichtige
studie van Opicnski (,,La musique
polonaise," 1018; in beperkte oplaag)
waarin vooral ook over de religieuze
muziek wordt gesproken en de be
knopte, maar goede monografie van
liyb (Encyclopedie Lavignac, Ie
partie, tome V) niet te kennen. Zij hadden
hem nog eenige typische kenmerken
van de Poolsche muziek kunnen ver
schaffen, die hij dan al of niet bij
Chopin zou kunnen terugvinden.
* *
*
De tweede studie van dr. Schallen
berg is waardevoller dan de eerste, en
het is hierin dat hij zich het meest
Huizinga's discipel toont. Dit essay
heet zeer juist Uomantiek en. Chopin"
en. geeft in hoofdzaak een samenvat
ting van de functies der muziek in den.
romanlisclien tijd. die Chopin. tot een
van haar meest typische zonen reken
de. Typisch ten opzichte van de muzi
kaliteit. Want sinds Baldeiispcrgcr
ons eenige jaren geleden onmiddellijk
aantoonde, hoe de muzikale opval t
ingen dei' hoog-roinantici dooi' visiieele
kunst beïnvloed werden, zooals de
zichtbare kunst op haar beur!, in
vloeden van het hoorbare had te
ondergaan, zijn wij al Ie /.eer ueiieigd
te gelooven, dat in dit tijdperk alles
behalve de bloei van een absolute"
muziek mogelijk was. Het oeuvre van
Chopin nu, is in spijt van alle commen
taren, het groote voorbeeld van
,,absolute muziek" welke toch geheel
geboren is uit den geest derRomantiek.
Kn in dit opzicht is Chopin uniek
gebleven. Hij behield een onliteraire,
onpicturale, volkomen muzikale
stijlzuiverheid, die misschien meer dan
alles toch het bewijs is van zijn
Polendom, daar het werk van geen van zijn
Pransche tijdgenooten ook maar in
de verste verte dit absolutisme be
nadert.
De heer Schallenberg heeft ook
terloops hierop gewezen, maar ik
geloof dat deze opmerking van
cardinaal belang is. Tusselien de muzikale
mentaliteit van Berlioz - de roman
tische mentaliteit van Frankrijk, de
muzikaliteit van Senaucour en. die
van Cliopin, ligt de geheele afstand
van Warschau naar Parijs.
Ik hoop dat de schrijver van deze
Studiën nog eens tijd zal vinden om
aan zijn beide essays een derde toe
te voegen: over den invloed van
Frankrijk op Chopin; dan eerst zullen
wij duidelijk weten op welke; wijze de
bovengenoemde afstand telkens weer
werd overbrugd.
Dat ik mij tegenover deze disser
tatie, een van de weinige goede
Xcderlandsehe muziekwetenschappelijke pu
blicaties, al deze opmerkingen veroor
loof, moge den schrijver in de eerste
plaats bewijzen, dat de beide Studiën
in dezen vorm reeds op hoogen prijs
gesteld worden. Zij zetten heel wat
misvaltingen recht, die ook ten on/.ent.
dool' journalistieke oppervlakkigheid
en wanbegrip gedebiteerd worden, eii
die al te gemakkelijk opgeld doen bij
het muziekiniimend publiek dat zijn
liefde nimmer opvoert tot een
critisclie bewondering, «'elke heviger be
wondert, naar matezij kieskeuriger is.
MUZIEK
door Constant van Wessem
Bruno Walter als dirigent
IX veertien dagen vier concerten, een opera
(Fidelio) en een operette (Fledermaus). ziedaar de
dirigenten-prestatie van Bruno Walter in Holland !
Inderdaad een prestatie; maar die te veel van
een mensch vergt. WTat ook niet naliet zich in de
samenstelling van Walter's concertprogramma's te
laten gelden. Behalve Mahler's oe symphonie ont
week Walter het te zware werk. Zijn programma's
waren ditmaal uitsluitend gewijd aan de
WeenschOostenrijksche muziek, muziek, die zijn
uuisicusnatuur het gemakkelijkst schijnt te liggen en
waarmee hij zich bij het publiek een succes ver
zekerde dat het deed voorkomen alsof Walter een
der grootste dirigenten was, die; ooit in het Concert
gebouw dirigeerden. Weinige trokken hier zulke
stampvolle zalen als Walter op deze concerten vol
aantrekkelijkheid voor wie van vroeger jaren de
Weensche kant van Waltor's dirigcertalent kenden.
En Walter gaf geheel wat het publiek van hem ver
wachtte: sierlijk en verrukkelijk spel met de
muziek, bloeiend van klank en kleur, pittig van
rythme, licht en vol weeke, gracieuze wendingen.
Zijn Weensch programma" werd een heerlijkheid,
waarvan men ondanks de overvloed slechts noode
kon scheiden. Mozart, Schubert, Haydn, Joh.
Strauss zijn namen, die voor ons in onze herinnering
aan Walter onafscheidelijk verbonden blijven.
Ditmaal vermeed Walter het ,,drama" op zijn
concerten, geheel, gaf, op de symphonie van Brahms
va Mahler na, alleen de lichtere" muziek in zijn
vertolking. Alles was vloeiend en verrukkelijk,
maar de muziek werd ook op die plaatsen hchl
gemaakt, waar wij het nie' \ erwachtten .en,
a.ehterat'. ook niet heelemaal a.'mvaardeii. Zijn zwierig
en gul musiceeren maakte sommige muziekwerken
wel eens wal al te los in hun st rii'-t uur. de lijn
miste wel eens si rakheid, er was wel een* wat ;'.!
te veel Verlusliging in het bloeiend en zangerig
detail, de deelen kwamen wel eens wat al te afge
bakend naast elkaar te staan en da i bevredigde de
eindindruk niet geheel, zooals bij Brahms bijv.
Op het laatste, vierde, concert was zelfs een zeel
meiischelijke vermoeidheid merkbaar, die aan het
musiceeren iets onrustigs gaf. Onze aandacht ver
slapte, niettegenstaande de attra-ct ie van Walter op
dit concert ook als pianist te kunnen hooreii in het
dubbel-concert van Mozart, met: Willem
Andriesseii aan den tweeden vleugel. Zijn samenspelen
met dezen pianist was levendig en interessant,
hoewel hij zijn eigen partij meer speelde dan voor
droeg en de totaal-indruk, mede door het dirigeeren
van den vleugel af niet zoo volmaakt werd als
wij bij dit verrukkelijke concert van Mozart ver
wachten. Bruno Walter heeft zirlr/.eU' onuetwijfcld
overtroffen, doch wij ontgingen niet den indruk,
dat hij ditmaal te veel van zichzelf gevergd heeft.
.Maar om liet schoone en echt muzikale dat hij
ons gat' blijven wij hem (och dankba.ar herinneren
«?n zien wij hem gaarne terug.
Urlus' zclfbiogruithiv
.lac. TTrlus' ,.Mijn loopbaan"!) is niet, alleen
een interessant boek de geschiedenis van een
kunstenaarsleven, dat de toppen van den roem
zoowel als van de kunst bereikt is altijd interes
sant , maar ook een merkwaardig boek: het is
geheel geschreven in den toon van het i'rissehe en
humoristisch gestemde? optimisme van een mensch
die zijn leven aanpakt" en tegenover alle moei
lijkheden zijn gezonde en sterke kijk op de dinuvn
weet te behouden. Dat. is het wat het meest frap
peer! : dat (ut boek van. l rhis zoo/.eei n met hem
zelf is geworden, en er gaat van den rustigen toon
'-, au zijn vertelt) ant een opwekkende kracht uit. die
ons doet begrijpen.dat o]'dezelfde wijze als waarop
hij ervan verielt hij de dingen van het leven tevens
heeft ondergaan, Kenvoudig en klaar, /.onder ver
fraaien of verdraaien worden ons de feiten voorge
zet t,-n dit eenvoudige en klare maakt tevens, dat,
zonder ooit literator" te willen zijn de schrijver
zijn leven uitstekend heeft beschreven. Wij volgen
den loopbaan van dezen op Duitseh grondgebied
geboren Limburger, zien hem kalm en zeker zijn
weg gaan, nu eens door de opera dan weer door de
concertzaal, meestal in het buitenland, later ook
in Holland, en wij zijn feitelijk niet eens al te ver
baasd wanneer, haast onopvallend, wij hem zien
opgestegen tot den beroemden zanger van wereld.
naam, die hij heden ten dage geworden is.
i/rlus' autobiogï'a] hie is bovendien verlucht niet
talrijke aardige illustraties en royaal uitgegeven.
i'im llolkcma en.
}\'oi'cnBRANDBLUSSCHER
HOLLANDIA"
SPANJAARD&CS
FABRIEK ESPANA
UTRECHT