De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 1 februari pagina 19

1 februari 1930 – pagina 19

Dit is een ingescande tekst.

Na. 2748 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN i FEBRUARI 1930 UIT HET KLADSCHRIFT VAN JANTJE Radio en Grammofoon Electrische door L. J, weergeving van Looi rv BLDEN zijn verwachtingen zoo ^1J weinig in vervulling gegaan als die van de fabrikanten van grammofoon platen. Maar stellig ook zal zelden iemand zoo verheugd hebben gekeken bij het niet-opgaan van zijn verwach tingen. Want toen de radio-omroep zijn zege-tocht begon, meende de grammofoonindustrie, dat zij wel kon inpakken. Nu het mogelijk werd om zoo-maar de muziek uit de lucht te halen, zou niemand meer grammo foonapparaten koopen. En, wat erger was, de platenindustrie zou er sterk onder lijden. Beide pessimistische ver onderstellingen zijn niet uitgekomen. De platenindustrie ging weliswaar een langen tijd niet vooruit de omzet bleef ongeveer normaal, en de apparatenfabrieken konden hun orders makkelijk uitvoeren, maar tot den ou dergang van de grammofoonindustrie heeft de radio niet gewelkt. En thans leidt de radio zelfs tot een bloeitijdperk van de grammofoon, zoo als deze nog nimmer heeft gekend. De oorzaak daarvan is tweeërlei. In de eerste plaats heeft de radiotech niek de grammofoonindustrie een mid del aan de hand gedaan, om met meer resultaatenmet eigenlijk beter hanteer bare middelen de grammofoonplaten op te nemen. Ging dat vroeger op een principieel primitieve wijze, namelijk door bij den zanger voor een grooten trechter te laten zingen, waarachter een machinerie was geplaatst, die door de kracht van des zangers stem in beweging moest worden gebracht, opdat een fijne naald een groef in de weeke wasplaat kraste, thans ziet een opname-kamer er uit als een radio studio. Men werkt met eea radio microfoon en electrische versterkers, hetgeen een veel gevoeliger samenstel is, terwijl aan het, eind van het appa raat een veel sterker kracht beschik baar is voor het garveereti van de moederplaat, dau de stem va.ii den zanger inhield. De andere oorzaak van den bloei der grammofoonindustrie is de electri sche weergeving. Eigenlijk is dit wel de voornaamste reden, dat de grammo foonplaten er weer in" gekomen zijn. Want al is de opiieem-techniek voor uitgegaan, de weergeving van electrisch opgenomen platen geeft op een oude grammofoon, of zelfs met een nieuwer model met gewonen weeig ever, lang niet zulk een goed resul» taat als wanneer de plaat electriseh wordt weergegeven. liet gebrek van een gewonen weer gever is makkelijk aan te wijzen. Zulk een weergever bestaat principieel uit een trilplaat, waaraan een grammo foonnaald is bevestigd. De naald loopt in de groeven van de plaat, de oneffen heden daarvan doen den naald trillen en de trilplaat tiilt mee. De lucht achter den trilplaat wordt daardoor in beweging gebracht, en wij hooren die luchttrillingen als geluid. Natuurlijk is zoo'n naald en een trilplaat een tamelijk zware massa om aan het trillen te brengen en het blijkt dan ook, dat de trilplaat zeer ingewikkelde trillingen niet kan volgen en ze dus doodgewoon niet uitvoert. Langzame trillingen brengt de gewone trilplaat ook al zeer slecht over, zoodat de grammofoonplaat, die electriseh is op genomen, nog zoo veel nuances en die pe tonen mag be zitten. . . . de tril plaat trekt er zich niets van aan.Bij de luidsprekers heeft hetzelfde euvel be staan e 11 daarom heeft men daarbij gezocht naar een niet liodf, die de traagheid en de ongevoeligheid van den gewonen, trilplaat niet bezat. Dit; oplossing is gevonden en men heeft voor de weergeving van de grammo foonplaten een dergelijke manier uitgedacht. * * * De electrische weerg'ever \\vrkt zeer eenvoudig. De bedoeling is om electrische stroompjes te verkrijgen, die aan een gewonen radioversterker kunnen worden toegevoerd. teneinde die stroompjes te versterken en er een luidspreker mee te doen werken. De naald van den ouden weergever moeten wij natuurlijk behouden. De grammofoonplaat moet nu eenmaal door zulk een spits voorwerp wor.leii afgetast de groeven in de plaal zijn zeer nauw en de oneffenheden in die groeven, die de verschillende ge luiden beteekeneii. zijn /.eer klein. Al.-, alle oneffenheden luiu invloed moeten doen gelden, moet het siaal'je, dat el' over gaat. puntig zijn. Kil »p zich/elf is er tegen den grammofoonnaald niet veel bezwaar. Aan de kwaliteit van het geluid doen de goede grammofoon naalden praktisch niets af. De rest van de opneem-apparatuur moet echter zóó licht beweegbaar zijn, dat alle trillingen kunnen worden ge volgd. Dat is bij den eleetrischen weer gever inderdaad het geval. Er behoeft niets anders in beweging te worden gebracht dan de naald en een zeer licht verlengstukje, het zoogenaamd anker. In de teekenitig is dat ankertje aangegeven met C., terwijl D het punt is, waarin het draaien kan. A is een tweetal magneten in Uvorm, waarbinnen op een spoeltje B. draad is gewonden. Verder bevat een eleetrischen weergever eigerdijk niets. De rest is konstruktief materiaal. liet ankertje bevindt zich juist in het midden van do krachtlijnen, d.w.'/,. van het invloedsveld van de magneten en zoolang het ankertje daar blijft gebeurt er niets. Als echter het anker tje; van positie verandert, dan ver andert liet magne tisch veld, waarin zich ook het spoeltje bevindt. En verandering van magnetisch veld beteekeut, dat er in het spoeltje eeti stroomstx>olje ont staat . Verder is het ver loop van liet proces duidelijk. De naald rust op de plaat, en doorloopt de groeven. Door de oneffenheden be gint de naald te trillen en die trillingen worden op het ankertje overgebracht,. Het an kertje beweegt tusschen de polen van den magneet en elke verandering, hoe gering ook, beteekeiit een stroomstootje in het spoeltje. Die slootjes korrespondeeren volkomen met de grootte en diepte van de oneffenheden van de plaat, zoodat wij dus in het spoeltje een stroom krijgen, die het eleetiisch equivalent is van de oneffenheden. die op hun beurt v»eer het geluid be vatten." Deze methode is zoo goed als ge heel vrij van mechanische tnui>ghcid, zoodat alle tonen beter tot hun recht, komen. Bovendien kan volgens deze methode het geluid tot schier onbe perkt volume, versterkt worden, het geen voor dancings en dergelijke ge legenheden va.n belang is. Een eiei'trisi-h opgenomen plaat, op electrische wijze weergegeven, geeft vél meer nuances van liet, geluid te hooren. dan een goede radio-uitzending. Kn d.'U lost meteen hel raadsel op, \va;;,rom ze l I's radiotoe.-,t el bezitters nog sieeds grammofoon platen koopi n ! li'iv. U'l'en kan een grammofoonplaat beter zijn dan een radio-uitzending, omdat, wat voor den omroepmicrofooii gespeeld wordt niet meei' kan worden teruggehaald deugt daarentegen een gedeelte van een grammofoonopname niet, dan wordt het stuk eenvoudigweg overgespeeld, net zoo lang. tot het in alle onderdeden goed is. Nieuwe Uitgaven Van allen ir«l. Twaalf speelliedjes. Woorden en melodie van W. J. van Assendelft, pianobegeleiding van M. Overman?/öllner. Zutphen, W. J. Thieme et, Cie. Laat ons Zingen, twaalf kinderlied jes. Woorden van W. J. van Assendelft, muziek van M. Overman-Zöllner. Xutpheri, W. J. Thieme et Cie. H. D. Tjeenk Willink & Zoon. te Haarlem, heeft een twaalftal popu laire handboekjes uitgegeven over Onze Koloniale Landbouw," onder redactie van Dr. J. Dekker. Bij P. Xoordhoff te (ironingen is verschenen een serie ..\edcrlandsche Ln>idnch(ij>]>i'n." een zeer volledig natuurkundige eu topografische hand leiding bij de Aardrijkskundige Wand platen van Nederland, door- li. Schui ling en J. M. De Feijlor. ,1. II. Schutt. Aii iiitroductioii to Eriglish Literature for secondary Schools. Volume 1. Een uitgebreide bloemlezing van de Kngelsche lite ratuur tot .Milt011 met veel goede re producties en historische inleidingen. J. B. Wolters. Groningen. VERBKTEKING Onder de afbeelding van een damesportret op de Italiaansche Tentoon stelling te Londen, werd abusievelijk de naam l'isanello geplaatst. Dit moet zijn: ,,toegeschreven aan Ant. Pollainolo." PATÏH CRACKERS perblii\.yeljeelgevuld niet nostuksFi.35

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl