De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 8 februari pagina 1

8 februari 1930 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

roene $unslerdcnnmer crfsblodvoor Nederland Alle Buitenlandsche Spoorwegbiljetten I. V. B. DAMRAK 46 ONDER HOOFDREDACTIE VAN A. C. JOSEPHUS JITTA Redacteuren: L. J. JORDAAN, F. G. SCHELTEMA EN M. KANN. Secretaris der Redactie: C. F. VAN DAM KEIZERSGRACHT 333, AMSTERDAM C. Dun, tóch ijzersterk OPGERICHT IN 1877 No. 2749 ZATERDAG 8 FEBRUARI 1930 Ontaarding van het Nobile Officium"? door Mr. F. M. Westerouen van Meeteren GKBKL'KTEXISSKN. die den laatsten tijd de publieke aandacht hebben getrokken, recht vaardigen liet stellen der pijnlijke vraag: mag met grond worden gesproken van degeneratie verschijn selen bij de Nederlandsche Balie ? Doel van deze beschouwingen is niet de gestie van bepaalde personen te beoordeelcn. doch na te gaan of bij objectieve' overweging voor ongerust heid op dit oogenblik voldoende reden bestaat. Vooraf dient te worden vastgesteld dat de vraag, die ons bezig houdt, inderdaad een zeer ernstige s voor wie zich behoorlijk rekenschap geeft van de groote sociale belangen, die bij de instandhou ding van een rechtschapen, betrouwbare advoca tuur zijn betrokken. Herhaaldelijk blijkt dat ook bij ontwikkelde leekeri deze waarheid niet voldoen de wordt beseft: de opvatting dat de immers ..partijdige" advocaat zich in de eerste plaats <loor juridische geslepenheid en welbespraaktheid heeft Ie onderscheiden, waarnevens da-n de hooger gesignaleerde karaktereigenschappen in liet bijzonder indien zij zich richten op matig deelai-eerori ! ?-- al" wenschelijk accessoir kunnen worden gewaardeerd, is een zienswijze die dooi' een groot deel van het publiek zonder meer wordt aanvaard. liet is noodzakelijk nog eens de onjuistheid van ?een dergelijke beschouwing in het licht te stellen. De Balie is, evengoed als de 'Rechterlijke .Macht. aif'iniin der rechtspleging', haar taak is geen mindere doch een andere dan die der Magistratuur en zij kan die taak niet naar behooren en tot heil van de gemeenschap vouweneen, indien haar leden niet, iti gelijke mate als de rechterlijke autoriteiten /ich van hun hooge roeping bewust zijn en deze in de dagelijksche uitoefening van hun beroeps bezigheden in praktijk brengen. ..De advoottten." aldus de bekende Brusselsche Deken Mr. des Oessonnières *) ..zijn ingesteld met ..l;et oog op de vervulling van een publieke dienst. -.Dat is hun rol en hun reden van bestaan. De Wet ..heeft aan de rechtzoekende!! willen geven recht -.schapen en betrouwbare raadslieden: zij heeft ..gewild dat de Magistraten zullen worden voor-.gelicht ten opzichte van d»; zaken, die zij te be,,slissen hebben door loyale uiteenzettingen, ver-.strekt door bevoegde personen, /ij heeft dus de ..advocaten slechts ingesteld met het oog op een ...betere wetstoepassing en zuiverder' rechtsple-.ging." Ken advocatenstand, die deze zedelijke en maat schappelijke roeping heeft prijs gegeven, verliest zijn bestaansreden, erger, hij verkeert in een soci aal euvel. De ervaring van vele eeuwen heeft aan getoond, dat de Rechterlijke Macht alleen dan haar tank naar behooren kan uitoefenen, indien <le vaak verwarde en vrijwel altijd eenzijdige .standpunten der twistende partijen haar als het ware in ..gefiltreerden" toestand bereiken. Het is de rol van de Balie dit filtratieproces te bewerk stelligen. Gemakkelijk valt in te zien dat zij tot het vervullen daarvan niet langer in staat is. wanneer zij. al ..filtreerende" vertroebelt in stede van te zuiveren. De rechtspleging ware dan bet ei' gebaat bij haar uitschakeling ! Wij keeren terug tot onze vraag: is de vrees gewettigd, dat in ons land de Balie als geheel niet langer voor haar hooge taak berekend is 'i De billijkheid eischt naar mijn meening, die vraag ontkennend te beantwoorden. Men zal zich moeten wachten algemeene conclusies te trekken op grond van n of meer feiten, die nu en dan de publieke aandacht bezig houden en ha,ar naai1 aanleiding van de gestie van bepaalde advocaten tegen den advocaten.ste?»/ innemen. Men verlieze niet uit het oog, dat de leden deiBalie, die door hun gedragingen het corps in op spraak brengen, in verhouding tot het totaal der ingeschreven advocaten, een gering aantal ver tegenwoordigen en dat begrijpelijkerwijze slechts de debetzijde van de balans der collectieve be roepsuitoefening in de kolommen der pers vermel ding vindt. Mag dus de conclusie worden getrokken dat alles in de huidige advocatie ten onzent ..couleur de rose" is ? Ik zou haar niet gaarne voor mijn rekening ne men. De enkele omstandigheid dal den laatst en tijd ik heb niet n bepaald geval op het oog handelingen van advocaten in ruimen kring, in pers en Volksvertegenwoordiging, op pijnlijke wijze de openbare' opmerkzaamheid trekken, is e'.-n verschijnsel dat tot nadenken stemt. [Iet vraagt te meel' de aandacht, waar de Rechterlijke Macht, wier recruteering toch goed deels plaats vindt, uit dezelfde maatschappelijke groepen, als die. uit welke de Balie gevormd wordt. geenszins gezegd kan worden aan het/.elfde euvel te lijden. Natuurlijk dient in aanmerking te worden ge nomen, dat de Balie als vrij beroep uit den aard der zaak minder beschut is tegen het insluipen van ongevvenschte elementen dan de Magi.itrat uur. waartoe slechts de henoemiiig van < )verheids\\vge den toegang kan verschaffen: dat de zware sfrijd om het bestaan, waarvoor menig lid der Balie zich ziet gesteld, als verschijnsel in haar algemeen heid bezien, niet geschikt is om het weerstands vermogen van de Advocatie tegen minder kies keurige beroepsuitoefening te verstel ken. Ik verlies daarbij niet uit het oog dat ook de HechteiTijke .Macht in het bij/onder in haar lagere rangen, geen ruime bestaansvoorwaarden aanhaal' leden biedt. maar het kan toch niet worden ontkend dat de positie bij de voor elk meester in de rechten open staande Balie, in dit opzicht anders ligt. Kr is echter een. naar mijn iiieening. nog gewich1 iger omstandigheid, die tot voorzichtigheid aan spoort bij het trekken van vergelijkingen fusschen Rechterlijke Macht en Advocatie. !k ben overtuigd dat het oneindig moeilijker is. een goed Advocaat dan een goed Hechter Ie zijn. Daarbij doel ik niet op de inti'llcctiH'1'l.r zijde der beroepsuitoefening: in dat opzicht zal wel weinig verschil bestaan tusschen beider werkzaamheid, hoezeer zij onder ling in aard mogen verschillen. Maar wat de moreele verwikkelingen betreft, die niet de be roepsuitoefening samenhangen, staan in dat op zicht Hechter en Advocaat gelijk:' /eker. den Hechter bedreigt in theorie het gevaar van be nvloeding, van omkoopirig ! Maar wij mogen gerust zeggen, da-t. althans 'm ons land. dat gevaar, (ioddank. slechts theoretische beteekenis heeft ! De gevestigde overtuiging dat men zich de moeite van pogingen in die richting bij den \ederlandschen Rechter kan besparen, heeft dan ook tot gevolg dat men de kans op moreele conflicten in dit opzicht, pro memorie kan uittrekken. Stel daartegenover den Advocaat, die al /.uilen verzoekingen in dien groven vorm ook voor hem theorie blijven, zich voortdurend tegenover moei lijkheden geplaatst ziet. /ijri ^«rfijstandpunt. dat toch zijn begrenzing behoort te vinden in Inhoudsopgave staat op pag. 20 De beschaafde smaak Vraagt Bonbons RINGERS Let op den naam den eisch van hoogere normen, brengt de conflicten van zelf mede. Plichten tegenover den cliënt. tegenover den Rechter, tegenover den ambtgenoot, tegenover het persoonlijk belang van den betrok kene, ja tegenover de wederpartij, zij kunnen op de wonderlijke wijze, waarvan slechts de ervaren advocaat weet mee te praten, tegen elkander in het geweer komen. Is het onverklaarbaar dat in dergelijke gevallen ook de rechtschapen pleit bezorger wel eens mist ast 'i liet is mijn overtuiging, dat een goed deel van de misprijzing, waarvan het publiek bij tijd en wijle tegenover de Balie blijk geeft, terug te brengen is tot onvoldoend besef aangaande de moeilijke positie waarin de advocaat zich uit hoofde van den aard zijner werkzaamheid ziet geplaatst. Men hoede zich ook voor de misxatling als zou men hier te doen hebben met een verschijnsel, dat eerst in onze dagen de aandacht trekt, al moet worden erkend, dat het in rustiger tijden minder op den voorgrond is getreden. Alles in aanmerking genomen, geloof ik niet dat er reden bestaat om over liet pijl der Nederlandsclie Balie in haar geheel, de -liarmklok te luiden. Wrl mag \\orden ver wacht dat <le mei de handhaving der tucht belaste organen ter zake diligent blijven en w.-iar noodig met kracht optreden tegen handelingen, die niet alleen het aanzien van den betrokken advo caat, doch tevens dat del- Balie als collectiviteit in discrcdiet brengen. /ooals men weet. zijn met ingang van l Janu ari I9:;n de bevoegdheden der Haden van T zicht uitgebreid, van welke wijziging verwacht mag \\orden dat zij tot een doeltreffender hand having der standsdisciplinc zal bijdragen. Dil'irnevens zal het vraagstuk van de opleiding van Jen advocaat de aandacht blijven vragen. Of de tegenwoordige toe-stand, waarbij de afge studeerde jonge juristen zonder eenig ander dan repressief toezicht op de just iciabelcn worden losgelaten, bestendigd dient te blijven, st aat ernst ig te bezien. De onlangn vastgestelde nieuwe wettelijke rege ling heeft dan ook een bescheiden stap gewaagd in de richting eelier verplichte opleiding, door den Hadcn van Toezicht de bevoegdheid toe te kermen tot het nemen van maatregelen ten opzichte van de advocaten, die nog geen drie jaren, praktijk achter den rug hebben, waarbij in het bijzonder gedacht is aan de mogelijkheid van het organiseereti van verplichte samenkomsten tot bespreking van <iuaesties betreffende de uitoefening van de Ad vocatuur. Ik besluit deze beschouwingen met den wensch uit te spreken dat zij iets mogen bijdragen tot een billijker beoordeeling van den advocatenstand, waarbij naast kritiek op tekortkomingen van enkele zijner leden, aan besef zijner' nooden en waardeering voor zijn werkzaamheid in het alge meen, een plaats wordt- gegund. *) J'lntrclicna .s'»/' la pro/castOH 'ndi-oi'ul i'l lm rci/lcfs profcssioHJifllci.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl