De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 8 februari pagina 11

8 februari 1930 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

t- EELBENBE KUNSTEN T IN DE VROUWENCLUB bij Van Lier 3AERT en JOS. W. DE GRUYTER .-^-,*' $ m zie door dit werk, en dat ik een winst aan ruimte erken in het landschap en meer volume in de 1 figuur. Die ruimte in de figuur, dat meer uitdrukken van de ruimte, is ongetwijfeld in het portret van den heer Grevelinger. Ge vindt daar de vroe gere, steeds persoonlijke zorg terug om de handen nauwkeurig te modelleeren, maar in den kop voelt ge het zich-ronden op een manier die vroeger niet in die mate was aan wezig. In de landschappen is het erkennen der uitge breidheid ook zeker meer te zien. Er is in de vormen een soort lente gekomen tot de onrust der lente toe ! Er kwam in het werk een schuiven en krullen, dat op een levendigheid duidt, die het verstarde door breekt en de heldere kleur, die in een andere periode eer zorgzaamheid verried, nu maakt tot een wezentlijker klaarte. Er is een wezentlijke winst en ik hoop dat deze winst nog andere gevolgen zal hebben, zonder daar om het perssoonlijke aan het werk te ontnemen; ik verwacht grooter een voud, van binnen-uit en minder duidelijkheid van den toeleg, waarmee de schilder zijn werk for meert. De beschaafdheid zal ongetwijfeld blijven, maar gratie zal het starre; vervangen; het voorne men altijd teduidelijkbijv. bij den minderen Schelfhout, zal bij den beteren Schuhmacher wijken, ten minste voor den toe schouwer, tot een verzachtender verte. Wan neer ge vragen woudt waar ge die onrust der lente vindt, dan heb ik u te wijzen op de NOS. 8 en !); wanneer ge klaarte zoekt, op het witte schip in de haven; en onge twijfeld is er weer ruimte in het landschap No. 5, in No 4, het pleintje bij de kerk, waar de bergen henen deinen, als in de teekening No. 10, de promenade, terwijl in het schilderij met het kerkhof No. l levendigheid en ruimte eveneens duidelijk zijn vereenigd. Om en door dit alles is dat tentoonstelling bezoeker van Schuhmacher een genoeglijke arbeid geweest. Znirt- en Noord-Ncderlanüsche Kenaissancc Frans Vermeulen zet zijn: Handboek tot de Ofschiedenis der Nederlandsche Bouwkunst *) rustig voort. Thans verschenen de 3de afleveringen (tekst en platen) van het He deel van dit uitmuntend werk. Hij behandelt hierin op de eerste plaats liet karakter der Hollandsche Renaissance in dx; Burgerlijke Bouwkunst. Een dankbaar onderwerp waar heel wat over te zeggen valt; daar het die Burgerlijke gebouwen betreft die, al zijn ze thans nog maar (als krenten in een schrale mik) schaars over ons land verspreid, niettemin de kleur en fleur en glorie van ons land vormen. 'iyotsune Acteur invrouwenrol Be schrijver, schetst uitvoerig de groote tegen stelling in de Renaissance-bouwwerken van Zuid en Noord-Nederland ondanks hun vele punten van overeenkomst; een tegenstelling welke hoofdzake lijk in beider, verschillende kleurwerking" gelegen is; de pétillante kleurwerking, die (bij de Noord Nederlandsche ontstiat door de gemengde toe passing van bak- enbergsteen... . terwijl de ZuidNederlandsche bouwkunst zich ontwikkelt in een schilderachtige plastische richting, waarin het sculpturale moment overheerscht. ..." Deze tegenstelling in de kleurwerking is inder daad groot en overwegend tusschen de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden. Door hun krachtige kleurcontrasten, het heldieprood der baksteen, 't blank geel-grijs der bergsteen, het fel-wit van ramen en kozijnen, waarin de ruiten als gepolijst zwart marmer glanzen, en het gloeiend rood der pannen, zijn onze oude bouwwerken veel levendiger dan de meer Zuidelijke; de eerste lijken daarom jeugdiger en frisscher; terwijl de laatste door de een-kleurigheid der na tuursteen monotoon en daardoor veel ouder en eerbiedwaardiger schijnen. Dat men ondanks het druk gebruik van beeld houwwerk dit gebrek aan kleurtegenstelling heel goed gevoelde, blijkt ook vooral hieruit ten duide lijkste, doordat groote gedeelten van het door den stedensmook grauw geworden beeldhouwwerk aan de stadsgevels der Zuidelijke Nederlanden in later tijden overvloedig verguld werden, liet behoeft. geen betoog, dat men hier gedreven werd door de zucht, het bijna norsche aspect dier gevels op te vroolijken. Vervolgens behandelt Vermeulen de: liouifmcestcrs en Scholen, uit dit voor de Nederlandsche bouwkunst zoo gewichtig en oorspronkelijk tijd perk, waarvan de belangrijkste. Hans Vredeman de Vries is de meester, die als het ware het werk zijner groote Zuid-Nederlandsclie voorgangers lesumeert en omschept tot de een voudiger typen, welke de meer burgerlijke geest der Noordelijke Nederlanden in de eerste plaats behoefde." Bijzonder interessant is het, in Vermeulen's boek in korte saamvatting de levensgeschiedenis van dezen veelzijdigen pionier te volgen. We vernemen eruit, hoe de bouwmeesters uit dien tijd evenals de kunstschilders en beeldhouwers ondanks de slechte of beperkte verkeers middelen onophoudelijk heren-derwaarts trokken. Echte trekvogels" waren het. Vredeman de Vries, in 1527 te Leeuwarden als zoon van een Duitsch cotistabel of busschieter geboren, kwam eerst bij een aldaar woonachtigen Amsterdamschen glassshilder iri de leer. Ver volgens trok hij naar Kam pen, doch begaf zich al spoedig naar het zuiden, waar hij te Antwerpen en Mechelen in 1549 aan de triomf boogen van den intocht van Karel V en Philips II werkte. Naar Eriesland terugge keerd vond hij daar (volgens van Mander) bij een schrijn werker de werken van Scrlio of van Vitruvius, welke hij nacht en dagh vlijtigh"zou hebben uitgeschreven. In 1555 vinden we hem andermaal in Antwerpen, waar hij een begin maakt met het uitgeven zijner merk waardige prentwerken, welke in de navolgende tijden zoo- JscdüKoryÜS vele bouwmeesters tot voor- , O-y\ beeld zouden strekken en f I720 I7Ö2J van zoo grooten invloed op onr/e Noord-Nederlandscho bouwkunst worden. De hervormde beginselen toegedaan, moest d> kunstenaar in 1570 voor Alva vluchten; maar in 1575 keerde hij naar y.ijri geliefd Antwerpen terug. waar hij tot vestingbouwkundige werd benoemd. een ambt dat hij vervulde tot tuin de overgavider stat! aan l'arma in I5,s5. Dan begint zi.jn zwerftocht door Duitschland. Daarna Praag en keerde vandaar via Hamburg terug naar Amsterdam. Een belangrijke f/guur ! W *) 'x-(ti-(trt'<tfi(iff(\ MtitlinxH \ijltttfi. W. Schuhmacher Park

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl