De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 8 februari pagina 12

8 februari 1930 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

12 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 8 FEBRUARI 1930 No. 2749 BIOSCOPY door L. J. Jordan Kitsch-Dammerung Dupont's ',,Atlantic".ITuschinsky DEN indruk recapituleerende, dien Atlantic" nalaat, dient men allereerst het zuiver sensationeele element te signaleeron en uit te schakelen. Het zal altijd makkelijker zijn de gemoederen in opstand te brengen met een zinkenden oceaan-stoomer dan met een lekkende kraan. De duizend -emoties en herinneringen, die door de letterlijk «n figuurlijk grootscheepsche verbeelding van een dergelijke catastrofe worden opgeroepen, hebben met de dichterlijke visie noch met de scheppende kracht van den kunstenaar iets van doen. Dat men na de vertooning kapot" het theater verlaat bewijst niets voor de macht van den -auteur in dit geval het bewijst hoogstens, dat Jiij er niet tegenop heeft gezien de ontroerende .suggestie van het kunstwerk te vertroebelen met de evocatie van een nog versch in liet geheugen liggende scheepsramp. Het historisch geworden ,,Nearer to Thee, my God l" aan het eind, bewijst hoever Dupont in dit opzicht durfde gaan. Het is dan ook karakteristiek, dat de momenten van zuivere, enkelvoudige ontroering ontroering opgeroepen door den kunstenaar Dupont en niet <loor het schrikkelijk fantoom der Titanic" .zich voor mijn gevoel vrijwel concentreerell in het ?eerste deel. Hier is de tastbare realisatie van een massa-ondergang nog niet in het spel hier beweegt de conceptie zich op het hooge plan der verbeelding: de verbeelding van het eeuwige ?contrast tusschen de dagelijksche zorgen en het Lot. Aangrijpend en van oen ongekende felheid leven -hier de nietige menschelijke emotietjes, zorgjes en belangrijkheidjes op den drempel van het glaciale, zwijgende rijk van den Dood. Midden in het ontzaglijke, zwarte Niets zweeft dit feestelijk "verlichte notedopje, heftig bewogen door mole culaire gebeurtenissen. De man, die het komende morgenlicht niet meer zal aanschouwen, delibe reert ernstig over de vraag, of hij de invitatie voor -een avondpartijtje zal aannemen. De vrouw, die wegens een flirtation van haar man om het einde ?der reis smeekt, staat aan het begin eenor reis vanwaar niemand weerkeert. De bon-vivant. die zwetsend zijn cock-tail mengt, zal binnen eenige uren zijn laatste Onze Vader" stamelen. En boven dit alles, als de levende schakel tusschen het broze Nu en de onwrikbare Tijdeloosheid verheft zich de commandobrug, stil en meditatief ons aller ?diep-in weten van het onafwendbare einde. Het suggereeren van deze stemming, zwaar van beteekenis van deze waarde achter het uiterlijk ?der dingen is voor mij het hoogste wat in deze film bereikt werd. Onafhankelijk van het min- of meer natuurgetrouwe eener verdrinkende massa onafhankelijk van de schrijnende herinnering eener vergane realiteit, leeft deze ongrijpbaarheid bij de gratie van den scheppenden kunstenaar alleen. En zij bewijst eens te meer, met welke relatief simpele middelen het allerhoogste en allerbeste te bereiken valt. Want het is niet het weelderige interieur noch de majesteit van den nachtelijken oceaan, die de grootschheid der opgewekte emotie bepaalt. Het is veeleer het contrast der dingen, de dwingende suggestie van dat, wat niet gerealiseerd kun wrtnlen, hetwelk ons aangrijpt en stil maakt. Wat intiem gebabbel, wat klaterend gelach, wat flarden van een mondain muziekje en dan, plotseling de ruischende stilte van den wijden nacht, aangegeven door het snijden van den zwarten boeg door het duistere water. Wat opgewonden discussietjes, wat «ENERAAL AGEBJTEN VOOR AMATEIJft-fcllVO-CITRIJSTrMO FOTO-SCHAAP & Co. NPÏTI 8 AMSTERDAM Uit de film Atlantic" heen en weer gekaatste quasi-diep/.innige gedachtetjes en dan de eenzame man op de Commandobrug, alleen met de sterren en zijn verantwoordelijk heid. Ziedaar de eenvoudige middelen, waarmee Dupont ons aan tijd en sfeer ontrukt en ziedaar ook de mogelijkheden, die hij met don nieuwen factor van den klank voor de film opent. Want het dient erkend, dat het effect hier door het synchronische geluid niet slechts onaangetast, blijft, maar zelfs zonder dit clement ondenkbaar zou zijn. Het gesproken woord -?tot nu toe d» aanvechtbare plek in de klankfilmtheorie hoeft, hier een /eer bepaalde rol te vervullen. Do dooi den dialoog snol opgeroeprn, snel vervliegende gedaehteribeeldeti de door den intiemen klank der stemmen geschapen, warm omsloten sfeer zou door deu Bedrukten filmtekst niet vervangen kunnen worden. Afgewogen tegen de immaterieelo geluiden van den nacht, vertegenwoordigen deze beide klankelementen i'.eev bepaalde waarden, die de dramatische spanning y.elfs in dezen riidimentaireii vorm op gansch nieuwe wijze beïnvloeden on verrijken. Tn dezen rudimentairen vorm ! Want hot blijft alles nog in veel op/.ielitoii gebrekkig en onvol doende. Kr is nog altijd een hinderlijk ina.nl,'> itan evenwicht tusschen hol stroomend verschieten van liet snelle.' filmbeeld en hol hokken eti btagneercn van don dialoog. Is deze laatste nog te zwaar, te nadrukkelijk, te materieel:' Men zou het welhaast zoggen, gezien het feit, dat het gesprok in zijn vlucht igsteii vorm (hot brouhaha bij de scheepsbtir) zich nog altijd het best bij het filmische rythme aanpast. -Mijn bezwaren tegoii het principe van oen ge reconstrueerde ..Titanic" ramp heb ik reeds aan gegeven. Over mijn bezwaren togen de realisatie, zou ik lang kunnen uitwijden. 7ij betreffen evenwel -- behalve het langdurige gesprek" op het, moment nota bene, dat de laan in den rolstoel zich zal laten redden en dat kortweg moordend in in het stormaclil ige aceeleraiido der slot-gebeurtenissen slechts dinu'en van gradueel en daardoor secundair belang. Hoven alles echter ,s1;i,a( de intentie en do hoop volle verwachting, dio ons opnieuw naar hot oosten doet zien, zoolang van het westelijk front niets nieuws gemold kan worden. liet woord is thans aan Uuthmarm ! D. G. SANTEE LANDWEER KUNSTHANDEL Heererigracht 396, AMSTERDAM Van 15 Januari tot 15 Februari Tentoon stelling Litho's H. de Toulouse Lautrec

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl