De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 8 februari pagina 15

8 februari 1930 – pagina 15

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 8 FEBRUARI 1930 FRANKRIJK'S SCHATTEN door G. A. Klaasse DE Banque de France verlaagde voor enkele dagen haar disconto tot 3 pCt., waarna dit verreweg het laagste is van de op eenige inter nationale geldmarkt van beteekenis geldende tarieven. De 3 pCt. Fransche rente (inschrijving in het grootboek) is geleidelijk gestegen tot 80 pOt. terwijl bijv.éonze 3 pCt. grootboekobligatiën 78 pCt. noteeren. Ook de kapitaalrente is dus niet hooger, veeleer lager, dan die welke in de landen met de ruimste kapitaalovervloed geldt. Juist drie jaar geleden moest de Fransche regeering voor een leening der staatsspoorwegen in ons land Afgesloten nog 7 pCt. rente betalen, En nu.... kan zg in het eigen land al goedkooper terecht dan de Nederlandsche staat hier zou kunnen. * * * Ziedaar het resultaat van luttele jaren stabili satie, die een periode van ernstige inflatie afsloot. Had men een vijftal jaren geleden, toen de franc gebukt ging onder voortdurenden koersdruk, en iedere volgende minister van financiën weer faalde in zijn pogingen om de valuta te redden", kunnen denken, dat zoo spoedig al Frankrijk weer het rijke land van weleer zou zijn, waar de rente lager zou zijn dan ergens ter wereld? Wanneer men daar naast eens Duitschland stelt, ook ex-inflatieland ? een stevig graadje erger overigens waar in het binnenland nog steeds een kapitaalrente van ruim 8, en een geldrente van ruim 6 pCt. geldt dus juist het dubbele van de in Frankrijk heerschende tarieven, dan blijkt daar wel een schrille tegenstelling te bestaan. * * * Waarom ? Kijken wij eerst eens naar de kapitaals voorziening. De staat zit ondanks de waarde daling van denfranc die de oude schulden natuurlijk gevijvendeeld heeft ? op een zeer hooge schulden last. Maar een van de voordeelen van de inflatie is juist geweest, dat toen het stabilisatieprogramma werd opgezet, voorzien werd in een buitengewoon rigoureus aflossing-schema der staatsschuld. De Oaisse Autonome d'Amortissement werd daartoe als zelfstandig orgaan in het leven geroepen. En reeds eenige jaren lang zijn door dit instituut dat inkomsten uit verschillende bronnen toegewe zen heeft gekregen zeer omvangrijke bedragen Fransche rentes ingekocht. Terwijl in Duitschland de regeering in chronisch geldgebrek leeft, brengt dus de Fransche staat onophoudelijk belangrijke sommen bij den belegger terug. Op zichzelf behoef de dat nog geen vermeerdering van het kapitaal aanbod te beteekenen. In Duitschland bijv. zou dat waarschijnlijk niet het geval zijn. Daar zou de hooge belasting welke voor dit doel geheven moet worden eenvoudig ten laste van de kapitaal vorming zijn gekomen. En de consumptie zou er niets minder om geweest zijn dan bij lage belasting. De Franschen echter hun spaarzaamheid en hun oude kous zijn spreekwoordelijk sparen ondanks de hooge belastingen er niet minder om. Hetgeen trouwens voor een niet onbelangrijk deel wellicht ook is toe te schrijven aan de wijze van belasting heffing. Het geweten van elke, zelfs de meest waarheidslievende, Franschman, houdt absoluut op bij het belastingbiljet. En daarom overwegen dan ook de indirecte lasten in zoo hooge mate. Maar dat brengt tevens mee dat men de belasting eenvoudig ongemerkt als concumptie beschouwt. Zoodat inderdaad de sterke amortisatie door den staat een kapitaalvorming op zichzelf beteekent. Natuurlijk moet men niet uit het oog verliezen dat er tusschen Frankrijk en Duitschland nog dit groote principieele verschil is, dat Duitschland elk jaar een groot deel van de welvaarts-aanwas, die aan de kapitaalvorming ten goede zou komen moet afstaan aan zijn oorlogscrediteuren. Zelfs na de reductie welke de Duitsche betalingen onder het Nieuwe Plan ondergaan is het bedrag dat Duitschland jaarlijks zal hebben op te brengen zeer belangrijk. En voor de kapitaalvoorziening kan zulk een som al moge die in verhou ding tot het totale maatschappelijk inkomen niet zoo groot zijn de balans juist doen over slaan naar een nijpende schaarschte. Het is immers a'.tijd juist het excedent dat het hem doet. En een paar milliard per jaar zijn zelfs genoeg om overvloed in schaarschte te doen verkeeren. In Frankrijk is het juist andersom. Al moet dit land verreweg het grootste deel van de ontvangen reparatiebetalingen op zijn beurt doorgeven aan zijn eigen oorlogscrediteuren toch is er een niet te onderschatten overschot. En ook hier kan het excedent de doorslag geven. En dan is er nog een factor, die waarschijnlijk heel belangrijk is, maar waarvan men zoo weinig weet dat er maar liefst het zwijgen toe gedaan wordt. Voor den oorlog al werden in Frankrijk omvangrijke bedragen buitenlandsche fondsen gehouden. Werd de kapitaalkracht niet Frankrijk's vijfde wapen genoemd, en werd dat in Rusland en in de Balkan niet kwistiglijk aangewend? Nu is het wapen in Rusland leelijk onklaar geraakt, maar er is toch nog voldoende van de buitenland sche uitzettingen overgebleven. Van zeer groote beteekenis zijn ook de beleggingen in den inflatie tijd verkregen door ,, kapitaal vluchtelingen." En wat die laatste beleggingen betreft is nu juist het mooie, dat zij voor een belangrijk deel zuivere winst zijn geworden. De aan buitenlandsche speculanten verkochte francs in ruil voor de ponden en dollars zijn gevoelig in waarde ge daald. En Frankrijk is met dat verlies gaan strijken. * * * Nu worden zoo langzamerhand die voort vluchtige kapitalen weer binnen de grenzen gehaald. Dat proces is al lang geleden begonnen, al in de periode van de-facto stabilisatie, die geruimen tijd aan de de-jure stabilisatie vooraf ging. En indien niet de beleggingen zelve worden teruggetrokken dan is dat toch zeker zoo met de revenuen. De voortdurende stroom van goud naar Frankrijk dankt onder meer daaraan zijn ontstaan. En uit dien hoofde is dus het groote kapitaalsaanbod in Frankrijk ten deeleeen uitvloeisel van de tijdens de inflatie gepleegde kapitaalvlucht. Wat overigens erg jammer is. Want dat gere patrieerde" kapitaal is geen kapitaal. Immers wanneer men goud uit het buitenland haalt dan heeft men daarmee geen kapitaal gecreëerd. Welis waar kan men met dat goud bij de Banque de France bankpapier halen. En geld kan men dus op die manier wel maken; maar kapitaal ongetwij feld niet! De prijsstijging die in het laatste jaar in Frankrijk zich onophoudelijk heeft geopenSchrijfmachinehandel (Alle merken vanaf f 5».?.) COPIEERINRICHTING | TEL. 3340* \VolTenstr.2-4 - Amaterdaai baard is daaraan dan ook niet vreemd. Een gunsti ge factor is er in elk ge val aan te wijzen: de sterk passieve handelsbalans, waaruit blijkt dat tenmins te een deel van het teruggehaalde vermogen in realiter, m machines en goederen, in onvervalscht kapitaal wordt ontvangen. Maar voor zoover het goud betreft. . . . zonde van die rente ! * * * Maar nu wij toch midden in de goudkwestie zitten, kunnen wij tegelijk overstappen van de kapitaal- naar de geldmarkt. Dat lage disconto van de Banque de France, wat zegt ons dat? Tot voor betrekkelijk korten tijd zei het heelemaal niets ! Omdat op een zoo beroerd georganiseerde geldmarkt als de Parijsche het bankdisconto, maar heel weinig te beteekenen heeft. Discontabel papier was er maar heel weinig, en de Fransche banken waren dan ook in den zomer van het afgeloopen jaar genoodzaakt om teneinde te kunnen voorzien in de stijgende credietvraag (gepaard met behoefte aan meer biljetten) omvangrijke saldi uit Londen terug te trekken. Zoodat het disconto van 3.5 pCt. dat de Banque de France wist te handhaven toen Amsterdam op 5.5 pCt. NewYork op 6 pCt. en Londen zelfs op 6.5 pCt. ston den een heel onzuiver beeld gaf van de situatie op op de Fransche credietmarkt. Sindsdien echter is n door operaties van schat kist en Caisse Autonome n door de sterke goudaanvoeron de positie gewijzigd. Do disconteeringen bij de Fransche Bank konden terugloopen, en de geldmarkt werd nu werkelijk ruim; de lage officieele noteering was geen schijn meer. Inmiddels bleef de goudstroom aanhouden, en daaruit bleek wel afdoende dat tevoren deze beweging niet uitsluitend aan operaties der Fransche credietbankentoe te schrijven was geweest. Terugtrekken van nog steeds belangrijke deviezensaldi door parti culieren, en zakenlieden wonderlijk dat nog zoo lang een inflatie-erfenis kan blijven voortbe staan speelde ook een rol van beteekenis. Zoodat, en hier komen wij tot het aankrioopingspunt met hetgeen hierboven over de kapitaal markt werd opgemerkt, de geldmarkt wordt gevoed met het kapitaal van weleer. Ik zeide het reeds: door de goudinvoer die uit dit zonderlinge proces resulteert wordt wel geld gemaakt, maar geen kapitaal. * * * Wat er nu na de disconto verlaging zal gebeuren r1 Misschien zal zij de onvruchtbare goudstroom stuiten en zullen de banken haar uitzettingen in den vreemde weer gaan opvoeren. Terwijl de lago kapitaalrente ook wellicht den Franscheu belegger ertoe zal brengen het in het buitenland berustende kapitaal maar daar te laten, en ook de inkomsten in den vreemde te beleggen. Het schijnt trouwens dat de belangstelling voor buitenlandsche hoogrentende obligatiën in Frankrijk wel toeneemt. De kapitaalbegrafenis engros in de catacomben van de Banque de France zal dus misschien binnen afzienbaren tijd wel tot het Verleden behooren. Nederlandsche Handel-Maatschappij, N. v. AMSTERDAM. AGENTSCHAPPEN te ROTTERDAM en VGRAVENHAGE Vestigingen in Nederlandsch-Indic, Straits-Settlements, ~ Britsch-Indië, China, Japan en Arabi ALLE BANKZAKEN SAFE-DEPOSIT. KOFFERKLUIS. N.V. ROTTERDAMSCHE SCflEEPSHYPOTHEEKBANK HARINGVLIET 98 UITGIFTE van 5 % PANDBRIEVEN tegen 98 % 5 PANDBRIEVEN tegen 100 De Directeur: Mr. W. C. MEES "/ /o

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl