De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 8 februari pagina 7

8 februari 1930 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 8 FEBRUARI 1930 t KRONIEK Oorlog naar Reent en Wet DB Vereeniging ter beoefening der Krijgswetenschap, te Amsterdam vergaderd, hield zich, naar aanleiding eeuer lezing over lucht doelartillerie, vooral bezig met de quaestie hoe men zoo fatsoenlijk en netjes mogelijk oorlogen kon. Kr is nml. een nauw verband tusschen lucht doelgeschut, oorlogsvliegers en netjes oorlogen. Tot nog toe, in den grooten oorlog, geschiedde dat meest ou-netjes. De vliegers lieten, op waarlijk onvoegzame wijze, hun bommen maar vallen, waar zij ze kwijt konden raken. Met de meest noodlottige gevolgen voor de burgerlijke bevolking, die men, zoo van boven af. niet goed onderkennen kon. Een Amerikaan schijnt dan ook te hebben geraden de militaire doelen zooveel mogelijk uit de groote bevolkingscentra te verwijderen." Maar dan nog werd opgemerkt was het moei lijk voor den vlieger om onder alle omstandigheden de verbodsbepalingen van het Reglement in acht te nemen. Er schijnt nml. een Reglement" te bestaan, door een Haagsche juristenconferentie opgesteld, dat voorschrift, waar .wanneer en hoeveel bommen een vlieger in oorlogstijd mag laten vallen. Wat natuurlijk moeilijkheden oplevert, te meer, J daar iemand er op wees, dat de scheidingslijn tusschen militair en niet-militair voor vele objecten zeer moeilijk zal getrokken worden." Het fatsoenlijk en netjes oorlogen schijnt dus al so wie 80" aan bezwaren onderhevig. Doch overigens twijfelde niemand dezer saamgestroomde oorlogsmannen aan den goeden wil, de oprechte begeerte dier op elkaar en de menschheid los te laten vliegers om het oorlogsrecht zelfs naar de letter toe te passen en vooral geen gifbommen te laten vallen. Oorlogvoeren met gifgassen e.d, zou zijn terugkeeren tot de dagen van Attilla,'. zei een generaal-majoor, die zeker meende te weten' dat de groote Hunnenvorst ook al gifgassen kende. Onder geen voorwaarde mag het gebeuren, zei hij. En een andere majoor meende zoo waar, dat een ernstig misbruik van de geweldige kracht van het luchtwapen onze geheele hedendaagsche beschaving met ondergang zou bedreigen." Gelukkig ziet men over heel de wereld dit gevaar in." Hij, voor zich was dan ook voor een matig gebruik". Jammer genoeg, was er nog geen overeenstemmingbereikt tusschen de mogendheden aangaande strikt bindende regels voor het bombardement. Maar eenstemmig was de vergadering in do opvatting, dat de propaganda der radicale paci fisten, die in de mentaliteit der volkeren het begrip brengen: er zal met giftgassen e.d. geoorlogd wor den, zeer gevaarlijk is en die wijze van oorlogvoererx inderdaad zou brengen." Op deze misdadige" manier wordt onze eventueele tegenstander, als 't ware gesuggereerd om de verschrikkingen van den luchtoorlog zoo hoog mogelijk op te voeren." Als die tegenstander de artikelen van bijv. prof. Van Embden leest, dan zegt hij natuurlijk: hèja, da's waar ook. Die gifgassen, daar zijn ze erg bang voor. Nu gebruiken wij ze juist, om ze te treiteren. Op die manier zou waarachtig door die pacifisten het net en keurig oorlogspel in een bandelooze herrie ontaarden, zonder oorlogstucht en rnet God noch gebod. Misdadig", er was geen ander woord Toor zulk waarschuwen tegen den oorlog. Want hoe correct en ingetogen was 't niet in den grooten oorlog toegegaan Ik weet niet of men over 't geheel van krijgshelden wel veel inzicht verwachten mag. Mars kon het met Venus altijd heel goed vinden, maar stond met Minerva op gespannen voet. Wat hier echter op deze geleerde krijgsvergadering gezegd en be toogd is, schijnt zelfs nog beneden matige eischen te blijven. Heeft de eigenste Generale Staf indertijd niet een gebruiksaanwijzing gegeven, hoe wij ons moesten gedragen, als er met springbommeu, en weer anders, als er met gasbommen ge worpen werd? Sedert echter schijnen onze oorlogsoverheden geruststellende berichten te hebbeu ontvangen. Zij en wij, we hoeven ons nergens on gerust over te maken. Als prof. Van Embden zijn mond maar houdt. F. C. De ontaarding van het Nobile Ojficium Teekening voor de Groene Amsterdammer" door Joh. Braakensiek Vampiers .mnnuniiiïimitn J. B. BENNÊR 6 ZOON | I PIANOHANDEL "*^^^ jj l DEN HAAG 97 NOORDE1NDE I Nieuwe Uitgaven Fritf Francken. De blijdn kriiiKfiHirt. A/nMterdam 1929. Nederl. l.:it<j. MatiUr/i. Ken blijmoedig verhaal" luidt de ondertitel van dezen roman. Maar ik moet beginnen met de mededeeling, dat de blijmoedigheid" van dit verhaal mij buitengewoon slecht bevallen is. De auteur vermeldt, dat hij dit werk geschreven heeft in de jaren 1915?'17: het moet dus het werk zijn van iemand, die de verschrikkingen van den oorlofheeft meebeleefd. Dat dit zoo is, w<irdt men uit het boek dan ook wel gewaar. Maar wat daarop betrekking heeft, beslaat iiuiar een tamelijk geringe; ruimte in den roman, en het is meegedeeld niet ren zekere haastige slordigheid. IJe rest, verreweg het grootste gedeelte, is een poging om den humor van d OM oorlog we.-')' te geve.i; cjr zwareopgave. Humor is een primair levensverschijnsel, dat alles door dringen kan, en het moet. theoretisch gezien, ook mogelijk zijn, humoristisch over den wereldoorlog te schrijven. Maar in welk verband staat de/.e verzameling van soldatengrappen en vermakelijke voorvalletjes tot den gruwelijker! ernst van dien oorlog? En op dat verband komt het aan; naar mate het evenwicht tusschen de tegengestelden slechter is, is de humor van minder gehalte. Ku van dat evenwicht is in dezen roman niets terecht gekomen. Het boek is hier en daar werkelijk wel grappig, en een aantal passages zouden liet doen in een roman als die van De Jong: Krank van Wezels roemruchte jaren," al gaat die. over 't geheel, ver boven den geest van dit boek uit. Men krijgt in dezen roman min of meer den indruk alsof de schrijver den oorlog heeft willen voorstellen als een genoeglijk onderonsje, alsof hij zich heeft willen aansluiten, bij de miserable qualiiïratie, die ex-kroonprins Wilhelm er indertijd van gaf. Dat een verhaal als dit in de loopgraven ge schreven werd, kan ik begrijpen. Niet alleen zou men, dunkt mij, in (lic- hel tot alles kunnen komen. maar vooral is het begrijpelijk, dat men zich in zulke omstandigheden vast, houdt aari alles wat maar cenigszins de gedachten afleidt van de vieeselijke werkelijkheid; dat men zich, als men er de kans toe heeft, houdt, of die werkelijkheid in 't geheel niet bestaat. Maar we leven nu jaren later; Tot het inzicht in de werkelijke beteekenis van de moppighedeN, die hij vertelt, is de schrijver niet gekomen, en zijn werk blijft daardoor beneden d<beteeketiis van het documentaire; hij blijft op hel1, niveau van den moppen-t appc-nden soldaat, die niet begrepen heeft wat er eigenlijk gebeurde, toen hij zijn nietlemensehen doodschoot en gevaar liep; zelf doodgeschoten te worden. UKRMAN MIDDENDORP Tentoonstellingen Amsterd. Ateliers voor Birmei.huiskunst, Amster dam. Werken van Anna Baucke Kleine. Tot 10 l<Ybr: Arnhem, Art ib'.is Sacrum. Werken van W. Kuiteling. Tot 13 Februari. Yerceniging Voor de Kun-^t", Utrecht. Wei" ken van leden Ned. Beeldhouw.-r.skring. Tot 20 Februari. Kunptzaal Van Lier, Amsterdam. Werken van W. Schuhmacher. Tot 22 Februari. Bufui. en. Zoon, Amsterdam. Schilderijen vari Jan. (iiegoire. tot l .Mairt. Hilversum, Willeiu Brok. Werken van Anthonir. P. Schotel. Tot l Maart. Stedelijk Museum, Amsterd;:m. Werken va,-1 Frans Masi ree!. Tot l Maal. X. V. ..De Kunsthandel." Keizei-s.-racht 510^ Amsterdam. Schilderijen vnn Kiek l'alaehe (Mevr. van Schoonhoven van Hemden). Tot l Haart. Kun^tzaal d'Audretsch. Noordeinde 119, de;i Haag. Beeldhouvi wei-k v au Jlildo Krop. Tol l Maart. f-tedelijk Museum. Amsterdam. Tentoonslellin;? schilderijen van Russische meesters. Tot l Maait.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl