De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 22 februari pagina 17

22 februari 1930 – pagina 17

Dit is een ingescande tekst.

No. 2751 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 22 FEBRUARI 1930 MUZIEK door Constant van Wessem Teekening door K. van Sében Abendroth dirigeert Bmcbner's 7e symplionie WIJ hadden tot nog toe van den dirigent Hermann Abendroth geen buitengewone dingen meegemaakt, maar zijn vertolking Zondag middag van Bruckner's 7de symphonie werd iets ongeloofelijks. Abendroth zette voor dit werk al zijn intense liefde in en het werk dat met minder toewijding en vooral met minder begrip, gedirigeerd, het publiek het geduld doet verliezen bij de moeizame uitdrukking van den componist, zijn zwaar op de handsche breedsprakigheid, zijn aanloopen naar hoogtepunten, die geen hoogte punten worden on waarop weer andere, met luid geschal van trompetten, volgen, zoodat de aan dacht weigert en dien tengevolge ook het verstaan, werd zoo grandioos herschapen door den diri gent, wiens liefde den weg had weten te vinden naar het hart van Bruckner's muziek, dat hij in zijn wijze van vertolken deze muziek ook naar ons hart wist te brongen. Inderdaad Bruckner's muziek lijdt er onder, dat zij geon kunst is, die het publiek op slag voor zich weet te winnen.,,Een Middeleeuwer, verdwaald in onzen tijd van telegraafpalen" qualil'iceordu men Bruckner eens en hij behoort nog altijd tot de bij het publiek minst geliefde componisten. Maar jn een vertolking als Abendroth er nu van gaf, sterk, innig, met levendige afwisselingen in het tempo, bleek, dat het publiek ongelijk had. Thans ontbloeide een wonderwerk van ontroerend*! details, bloeisels als van Gothische bouwornamentiek. Hoe sidderend schoon ontbloeide onder de tremolo der violen de melodie, waarmede de symphonie aanheft, breed en donker voorgedragen door de celli en alten, open als oen inleiding tot de nieuwe hemelsche sfeer," waarvan Bruckner het geheim bezat en die feitelijk, ondanks haar argeloos religieus karakter zoo tegengesteld was aan de Zuid-Duitsche Beiersche hemelfeesten, gelijk Mahler er een huldigde met de finale van zijn 4de sym phonie. Hoe ingehouden van teederheid klonk het edele treurgezang van het tweede deel over den voorvoelden dood van Bruckner's Meester", de Grosze, Einzige, Meister Richard Wagner" (Wagner stierf in hetzelfde jaar waarin dit adagio gecomponeerd werd !) en dat aan een der Kindertotenlieder van Mahler herinnert. Hoe helder en strak was nu voor ons ook die finale met zijn lichten vasten gang, stijgend naar de apothese van een klaren, schallenden E-dur drieklank ! Bruckuer heeft deze symphonie niet aan Wagner opgedragen . hij droeg hem al de 3de op maar dit ganscho werk is zoo van de Wagnerklanksfeer vervuld, Wagner is hier zoo levend aanwezig in do harmo nische wendingen, in sommige rhythmische en melo dische fragmenten (Siegfried-idyll, Fouerzauber, Götterdammerung), dat dit werk hoewel naar de psyche geheel aan Bruckner toebehoorend, met meerrecht de Wagner-symphonie mocht heeteridan de 3de. Blodevnc Duitsclic kamermuziek in liet Muzieklyceum Het betreft ongetwijfeld oon sociale verandering in den tendens der kamermuziek, dat zij in den tegenwoordigen tijd van een symphonisch-individueele uitdrukkingsmuziek evolueerde naa.r de melodisch-meerstemmige rnusiceermuziek. .Deze verandering w.jzigdo ook de geaardheid der cim^xjsitios voor kamermuziek e:i deze wijziging komt vooral in l)uitschland typisch naar voren, waar voor de m idenie kamermuziek Paul Hindemith de aanvoerende figuur is. die zijn werk aan den Gemeirischaftsgeist" van. het samen spel opdraagt en Spielmusiken" in allerlei iustramentencombinaties schrijft, van het solo instrument tot het klein orkest toe. De Duitsche avond van moderne kamermuziek, eerste van een reeks verschillende avonden, door het ondernemende Muzieklyceum georganiseerd, plaatste dan ook Hiridemith als centrale figuur op het programma, met naast hem eeriige hier onbekende of alleen door oen enkel werk bekende componisten: Ernst Toch, Hermann Reutter en Heinrich Kaminsky, die hem in zijn polyphone Jan Maandag schrijfwijze en instrumenten-combinaties eeiiigszins verwant zijn. Zoo liet Kaminsky een op zichzelf treffende combinatie van viool, klarinet, met sopraan hooron in oen drietal Geistliche I>ieder," waarvan het laatste het vlotst klonk, maar hot minst origineel was in zijn al te opvallende navol ging van. een aria uit een Baeh-cantate. De liederen van Toch konden ondanks hun illustratief gehouden begeleidingen niet bekoren, evenmin als zijn pianosonate in oen wouldboklassiekon stijl. De liederen van Reutter verriedden meer talent en bezaten hier on daar treffende ge deelten. Ten slotte bleef toch Hindemith den kroon spannen. Julius Hijinan en Henk van. Wezel gaven van zijn cello-sonate Op. 11 een voortreffelijke uit voering. De verrassing van don avond werden echter zijn liederen met instrumentale begeleiding, de cyclus ,,Die junge Magd" 011 do Serenaden." Het eerste cyclus trof door den doordringendeti toon van het geheel, met de sombere instrumentale accenten van. den fluit en den klarinet en de kla gende troosteloosheid in de voortreft'elijk-voorgedragen zangpartij van Arm ie Vleming. In de Herenaden", oen kleine cyclus van stukken voor soloinstrumeiiten 011 sopraan, deed Juotte Musketis Sleurs met haar stom mooie dingen 011 de vagelijk romantisch-divortcerende muziek vond instrumen taal uitstekende uitvoerders in Stotijn (hobo), Mondes (altviool) en van Wezel (collo). Hot word oon avond van muziek, die ondanks gemengde indrukken, de kennismaking overwaard was en die hot initiatief van hot Muzieklyceum oer aandoet. Nieuwe Uitgaven 11 ti inhi'l;!'. iïi'tntclit'/er. Itrtc r imnniiiiimiiiiini Nmnmiiniintnniiitnnmtfflinii J. B» BENNER S ZOON | PIANOHANDEL ??;Lll»uL? g DEN HAAG 97 NOORDEINDE i Een erbarmelijk slecht geschreven boek. taal kundig zoowel ais sliU.-t iseh. Van do eerste blad zijde noteer ik liet volgende. Het begint met twee, mannen, die een rivier overzwemnien. De auteur zegt dat zij het water klttrcii (in plaats van klieven). Hun knikkende knieën, zinken weg in den bodem (hij bedoelt: hun voeten). Als zij den oever be reikt hebben worden hun koppen in den /.achten heikant geboord (dit staat er werkelijk.) Tweeregels vorder lees ik: Zij blijven staan, roerloos. zwijgend, langzaam en voorzichtig ademend, ijclijL'i'iid ofi ticec liciixtlcn, geboord in dien modder grond." De vergelijking in do door mij gecursiveerde woorden, behoeft geen commentaar. Enkele regels lager wordt de duisternis vergeleken bij ,.eon reusacht igoii inktkoker.'' l .et wel: niet bij inkt. maai bij een inktkoker, dus mol een ding dat .'/.(.-elbepaalde vormen heeft, \orinen, waarmoe hot begrip ..duisternis" op geen enkele manier corres pondeert. JAN MAANDAG 23 Februari 1850-1930 WIE kent hem niet in Amsterdam, den man met zijn markanten artisten-kop, met de golvonde witte haren en de witte snor en sik? Wanneer je toevallig met hem door de stad loopt> is het of iedereen naar hem kijkt, hier krijgt hij van een dame een knik, daar wordt de hoed afge nomen, soms klinkt een bonjour Jan !" en met een lach on een groet beantwoordt hij de hem be wezen beleefdheden. Z'n aanstekelijke lach klinkt bij wijlen op door de straten, waar je met hen» loopt en honderd tegen n is het om een mop, die je hem vertelt of om ,.o.en goei", die hij smakelijk opdischt en. die je telkens verrast door de originali teit, waarmee zo wordt ten beste gegeven. M ',ar nu: hij wei-d geboren te Vlissingon op 21i Kebrnari l .S50. /'n vader, aintcnaiir bij hot loodswezen was veelal buitengaats en toen .jan de schooljaren had bereikt, mocht, hij hem na:ir d< haven vergezellen, en loerde hij uit do verte, de zee kennen, de zee, die gedurende heel z'n leven zijn liefde zou houden, de zee, zooals hij die zag bij zormenschijri en bij Imiïg weer. bij morgen. <:n bij avond, bij windstilte 011 bij storm. Kn later, toen vader Maandag naar den Helder was overgeplaatst, zag Jan weer de zoo; maai' niet zoo mooi als in z'n kinderjaren. Kn oen inwendige drang deed hom naar feekcngerei grijpen 011 hij probeerde du oude herinneringen neer te zetten. .Niemand begreep, dat er in hem zooveel talent voor teekenen en schilderen zat, on z'n vader kon maar niet vatten, dat zij 11 zoon schilder wou worden. Maar les liet hij hem geven en. toen Jan don leeftijd van 21 jaai had bereikt, word hij meegenomen naar Amsterdam, eri regelrecht naar hot atelier gebracht van Grootveld, den decoratie-schilder van hot Paleis vooiVolksvlijt. Hier zou hij zich verder moeten be kwamen en in eigen onderhoud moeten voorzien. Grootvold begreep heel gauw, hoeveel talent er in. den jongen man stak en binnen twee jaar was Jan. niet z'n leerling meer, maar z'n getrouwe mede werker en de directeur van hot Paleis was zoo tevreden over z'n arbeid, dat op de programma's word gedrukt: ..Nieuwe decors van Grootveld on Maandag." Jan was er. Kri nog moor zou z'n groot talent blijken, toen Grootveld z'n werkkring beëindigde on hij dus alloen voor de moeilijke taaibleet', om de kunstrijke decors der grooto balletten te ontwerpen en uit t<: voeren. Jaren heeft hij daar g.-arl:eid. Het Paleis, hem. lief geworden in bijna 50 jaar van voortdureiiden arbeid, met liet atelier, waai zijn roem begon, do zalen, zoo dikwijls door hom versierd, brand.de af, alles lag in puin on z'n geheolo levensarbeid was vernietigd. In het Café, Royal aan den overkant zat hij stil voor zich heen to staren ii;iar de nog rookende puinhoopen van het gebouw, hem meer waard dan wie ook. De tijd gaat snel maar .laii Maandag, hoewel ouder geworden, is nog altijd do gezellige kameraad van vroeger. Nog altijd klinkt z'n gulle lach, nog altijd weet hij telkens een ,,nieuwe", nog altijd dweept hij met tooneel en bioscoop en (huis schil dert hij nog steeds z'n geliefde zee. H. K. 'l'. /i mal s ik zei: deze bloemlezing vond ik iip do eerste bladzijde. De re-st is niel overal zoo afsrbiiuviijk, maar hel is (oi-h een schrijfwijze van den koiiweu grond. De Stadsschouwburg In een arlikel ..De Nieuwe l,:t,s! brief \ oor del!. Stailssi houwburg" (Uw n-imnier va'i Xa er.la-j 15 Fob/. 1.1.) geeft !:a-ba.:o.-.sa als cxploUatiecijf rs van dal gebouw ink< m te.'t ? 2 l 5.000.--, uitgaven ?5 O.iiiO. -?. De jiMe c i j 'ei-s zijn voor in t loopende jaar ?215.0^0. en ?221;.;?!) l. . Uit vorschil leek mij belang-ijk genoeg om dezfc rectificatie even aau Uw lezers voor te leggen. De Wclhoutli'r ronr de Kunsl-akcn: EDLIARD POLAK. NI KUNSTHANDEL W. H. HÖFSÏEE DEELMAN Vondelstraat 10 Amsterdam PIET VAN WIJNGAERDT 22 FEBRUARI TOT 8 MAART

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl