Historisch Archief 1877-1940
.NDSCHE SCHILDERS
»
'ta; J. Mendes da Costa; Isaac Israëls
STEDELIJK MUSEUM, ARTI ET AMIGITIAE
'oor A. Plasschaert
?rd, maar ik vind die eigenschap in
nmige portretten als van ; Vincent,
n Spinoza, van een Moeder met het
ld, in sommige David's, in
Abram's offer. Daar is het anekdotische
m ! Daar is het leven aan iets, dat
;t alledaagsch is, noch zelfs dagelijks
^gewijd. In de uitbeelding van de
wijding aan wat ook (Idee of
noodselijke daad) is. Mendes da Costa
?et belangrijk. In deze toewijding
n hij vinden een rijke
verdwag, een glimlachende zekerheid, een
derheid, of de gewisheid van een
icht, maar wat hij er ook in moge
?moeden, daar ontplooit hij zich
Idzaam) op zeldzatme wijze tot iets,
,t ge bij hem niet dadelijk zou
?^wachten, wanneer ge zijn beestjes
at; zijn figuren, zijn kleine groepen,
en dan ook,'fraai van kleur. In
beelden der toewijding is hij
begen tot felheid toe; ongetwijfeld
later door velen deze felle
teederid als de grootste eigenschap in
ndes worden ge-eerd.
Isaac Israëls, A r tl. Amster
dam (Inleiding)
'ogelust. oogenverkwikking, dat is
eerste indruk van deze
tentoonling. Een beschaafde, verfijnde
verheid, en een ontwikkeling, die
i de kleur gaat en van de beweging
? lichamen naar het licht, dat de
mte zelf is, en waarin menschen,
ren zich bewegen, en door de
bejglijkheid van dat licht worden
anderd, en soms haast worden
irschijnend. Van e?n wereld vol
i kleur dus, naar een wereld vol
i licht; naar een wereld, ik herhaal
het licht zelf is en van het licht
taat. Van zelf worden zulke schil
ijen als vreugdevolle boeketten;
zelf wordt een naakt iets teeders
verfijnds, kostbaar en licht; van
worden de subtiele schakeeringen
. het grijs verlaten door wezentlijke,
stralende kleuren, die trilling zijn.
Het spreekt
vanzelf op
nieuw, dat
de werken
van Isaac
Israëls geen
mistasten
verdragen,
geen zwaarte
in de verf,
geen enkele
ondoorschijn n d h e i d.
Zijn fel oog
moet als met
n opslag,
de samen
stelling van
het geheel
(als kleuren)
nietalleen er
varen maar
moet met
dienzelfden
oogopslag
zien hoe de
vormen zich
wmen schreef ik haast en hoe
actie of stilstand is. En als dat
art is, dan komt de jacht van het
deren, half naar het model, half
ie herinnering van dien eersten
Ruiter
oogopslag het is een gevecht vol
rapheid om een vliedende buit.
Xoodig? Een concentratie
der kritici
liet is niet te ontkennen, dat alles
tegenwoordig zoo veel het maar
mogelijk is, te koop loopt, en dat van
die zóó te koop-geloopcn menigte, de
woordvoerder, de leider gezag krijgt
tegenover andere concentraties, zooals
dat soms heet; tegenover andere
menigten. Het schijnt mij toe, dat de
kritici tot nu toe, dat nut niet genoeg
hebben erkend; ik zelf, steeds gaarne
alleen, ben tot zulke erkenning niet
dan na lange overweging gekomen;
in 't algemeen verkies ik den
sprekenpersoon, of groep van per
sonen, bijv. op zoodanige
wijs, dat de genoemden bui
ten alle bespreking vielen
van de leden der
vereeniging; zij zou dus elk machts
misbruik van den tegen
stander ik vermoed, in zeer
korten lijd kunnen fnuiken.
Ik zie zulke daad als een
der noodzakelijkste van de
vereeniging; onafhankelijk
heid van de kritiek is overal
een absolute noodzaak;
verantwoord te zijn tegenover Isaac
de schoonheid is een eerste
niet na te laten eisch. Maar
is ]dit*_eea der groote noodzakelijk
heden, er zijn nog andere
noodzaken, die iedere ver
eeniging kent: behartiging
van geestelijke en materieele
noodzaken; wijzen op onze
kerheden in de positie
zóó die er zijn; de onmis
baarheid van een goed con
tract met het dagblad en
weekblad, waaraan de leden
zijn verbonden; de
formuleermgeri daarvan enz. enz.
Het zou misschien ook niet
onjuist zijn zich als vereeni
ging federatief te verbinden
met die dei- Letterkundigen.
zóó daartoe wederzijdsch
mogelijkheid toe bestaat.
Maar het allereerste doel
van de concentratie der
critici zijn de [onafhankelijk
heid der kritiek te hand
haven, met de middelen,
waartoe zij zeker zal zijn
in staat.
Isaac Israëls
Wandelaars
den enkeling boven de; opdringende,
aandringende massa. Maar nood
zaak is noodzaak; het schijnt mij
daarom toe. dat een concentratie van
kritici snel haar beslag heeft te
krijgen. En waarom? Ten eerste om
de ongestoorde uitoefening van een
noodzakelijk ambt. Ik weet wel,
dat er onder de kritici lieden zijn van
den allereersten rang (maar hoeveel
schrijvenden, musiceerenden of schil
derenden zijn dat?) maar ik weet
evenzeer, dat het kritisch talent of het
talent voor kritiek een wezentlijkheid
is (gevoeligheid bij snel bewust worden
en wat bewust werd te kunnen neer
schrijven in zuiverheid, na de zuiver
heid der ontroering). Ik weet evenzeer
dat wij de geschiedenis maar hebben
na te gaan. om te weten, hoe weinig
wezentlijke critici er zijn. en zeld
zaamheid is in het geestelijke toch
steeds een waarde ! Een aaneen
sluiting in n vereeniging (met drie
onderdeeleii: die der plastische, der
musical p en der letterkundige kri
tiek) zo\i dus de kracht der kritiek
noodzakelijker-wijze grooter maken.
Zij zou onmiddellijk kunnen optreden
bij geschillen en daarvoor commissies
van advies kunnen instellen, die deze
geschillen hadden na te gaan en zoo
mogelijk te beslechten en te, berechten.
Zij zou wanneer de andere betrokkene
in 't ongelijk was bevonden, en dat
niet wou erkennen, haar boycot uit
spreken over zulke vereeniging ofj
In de kunst/aal Van Lier
te Amsterdam exposeert op
het oogetiblik Irma, Stem.
een schilderes uit Kaap
stad. Een reproductie van een harer
werken Negervrouw, vinden de lezers
op pagina 13 van dit weekblad.
Kleedkamer
Reclamebiljet
Een Jaarbeursbiljet door Henri
l'ieck geteekend. Het is meer, wat
men zou kunnen noemen: plakaat.
Het is sterk beïnvloed door onze
Oostelijke buren.
Men ziet drie groote, aan den mag
neet-vorm herinnerende, letters TI
(van Utrecht), bekroond door drie
daarboven zwevende
Mercurius-hoeden. Deze letters en hoeden in rood.
wit en blauw tegen een van zwart
tot grijs verloopenden (gespoten)
achtergrond, zijn zoodanig geconci
pieerd dat zij achter elkander telkens
iets verschuiven, met dit gevolg,
dat er ondanks het feit dat alles
volkomen in vlakke tinten is gegeven,
van een zeker relief sprake kan zijn,
waardoor het optisch effect van dit
biljet ongemeen sterk is. Het houdt
bijzonder goed afstand.
De kunstwaarde van het ontwerp
is echter gering. Men zou kunnen
zeggen: het is een gangbaar artikel
zonder verderen geestelijken inhoud.
Maar het is wel zeer bruikbaar en
dat is ook wat waard ! Daarbij is de
belettering, hoewel niet fraai, toch
duidelijk. Doch wat de kleur betreft
staat men voor een raadsel. . . .
Met het direct gevolg dat er. ...
een leelijk ding mér in de wereld is !
Wat erg jammer is. O. v. T.
Piet van Wijngaerdt
Stilleven