De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 1 maart pagina 12

1 maart 1930 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

12 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN i MAART 1930 No. 2752 SPREEKZAAL De wakers van Amsterdam Gisteren de protest/vergadering bijwonende tegen de demping van het Kokin ben ik werkelijk niet een groote teleurstelling bevangen en in mijn bin nenste huiswaarts getogen, omdat ik als pro-demper de klare en grondige argumentatie had willen aanhooren en verwerken, doch door de slappe en weinig rechte argumentatie van de verschillende sprekers zoozeer ben gedesillusioneerd, dat ik me met stomme verbazing afvraag; hoe is het moge lijk dat er nog intellect bestaat dat zich voor een groote vergadering durft uitspreken in de 20e eeuw, de eeuw van snelle ontwikkeling van uit vindingen en machtsvertoon, in eentoon van superconservatisme. Met de leuze ..wij waken voor Amsterdam" hebben zij zich in den strijd geworpen. maar zijn het in werkelijkheid niet suppoosten. die een museum bewaken en daarvoor hun dagelij sche ronde doen en moeten de echte wakers niet uitzien naar de ontwikkeling van hun museum. naar nieuwe aanwinsten, naar nieuwen uitbouw om deze nieuw te verkrijgen schatten weer te her-ber gen? Wordt het in een modern museum ook niet daarheen geleid, dat de vreemdelingen er gaarne hun ronde doen en dat hun op gemakkelijke confortabele wijze de weg wordt aangewezen waai' onze Nachtwacht hangt? De Schoonheid van de oude stad? Wat blijft er over 10 jaar van de schoonheid van het Bokin als oude stadsgracht over, waar deze verkeersader in de toekomst wordt een aaneenschakeling van kantoor en win kelgebouwen, wel voor het grootste! gedeelte in 19eeuwsche bouwtrant van weinig of geen aesthetische waarde. De heer Six toonde een kaart hoe we het interlocale verkeer moeten leiden om de stad heen ! Vergeet de lieer Six dat het hier een hoofdstad geldt van het land, die integendeel alle verkeer tot zich trekt en in zich opneemt, in plaats van het om zich heen te laten circuleeren? Heeft men ooit de bijen alleen om de korf zien vliegen, zonder hun kostbare vrachtjes, de honing, te deponeeren in hun home, waar zijn heilig product zich kristaliseert en waarde krijgt. Juist uit de lichtbeelden van den heer Kok kwam de indruk sterk naar voren hoe weinig het Kokin nog heeft van een mooie oude stadsgracht en hoe noodzakelijk het is, als hartader van de stad. wat het Kokin op de oude prenten steeds geweest is voor het verkeer te water en liet nu met de moderne ontwikkeling te land moet worden, deze te dempen om te komen tot een breeden snellen verkeersweg die het snelkloppende en vloeiende verkeersbloed naar de buitenwijken spreidt, 10n wat bereikt de heer Polak met te fulmineeren tegen de moderne jakkerwoede van de autoriteiten plus I'.W. die dit blijkbaar trachten aan te moedigen door automobilisten te geven een breede en geasfal teerde racebaan midden in de oude stad? Door de invoering van de :J<) K.M. snelheid hebben de auto riteiten voldoende bewezen dat zij /.ieh voor deze jakkerwoede afdoende weiischten te behoeden. Kan hij de moderne techniek een verkeersontwikkeling tegenhouden door eenvoudig te beweren dat we ons maar verbeelden dat het zoo druk is en we de auto's uit (Ie binnenstad moeten weren en beter doen te loopen. Vergeten de/.e heeren dat Amsterdam een wereldstad is of dit wil worden en dat een stad aan zijn goede en uitwendige! verkeersmogelijkhedeti zijn welvaart dankt. Leven deze heeren nog in een tijd van trekschuit en. pantoffelwandelingen en vergeten zij dat het ver keer in ele laatste l jaar in onze stael met lOpCt. is toegenomen? De werkelijke schoonheid moet blijven bestaan, maar tegelijkertijd moet Amster dam toch eiok worelen een stad met drang naar grootheid, drang naar ontwikkeling en welvaart en daarvoor heeft liet noodig frissche ge-zonde longen om ruim te kunnen ademen naar versclie lucht en geen longen die in een verre staat, van pleuritus. voortdurend om een punche vragen om de cthe'r en de vuilnis te eloen verwijderen. B K H XA H D V A X VLIJ M K X BRANDBLUSSCHER HOLLANDIA' SPANJAARD&CS FABRIEK ESPANA UTRECHT Een Rokinplan. Het gedeelte Kokin van gebouw Industria tot brug Langebrugsteeg dempen. De ruimte die over blijft zemden we als een mooi parkeerterrein ve>e>r auto's kunnen inrichten. Dit is het eerste gedeelte. Het tweede gedeelte. Van de Langebrugsteeg af, aan den kant van het Spui, den walniuur in zijn geheele lengte tot Binnen Amstel Perceel 11. circa 5 tot ? > Meter verbreeden. Daar het vaarwater1 ongeveer HS M. breed is, blijft er nog voldoende! (32 M.) water over. Het aantrekkelijk gezicht van Amsterdam gaat daar niet eloor verloren. Vervolgens leggen we de trambaan in het midden van elien verbreeden weg en we hemden dan een pracht rijweg van minstens (i a ~t Meter aan weers kanten eivei'. ze>oelat het verke'ersvraagstuk ook is opgelost. Het Munlplein wordt, elaareloor ook vijf meter breeder. Wanneer elan ele hoekhuize'n van ele: Heguliersbre'estraat ge'sloopt woreien. elan /.ouden we e'e-n mooi kringspeior krijgen. Ter heiogte- van Yreiom en Dreesman kunnen we een lange vluchtheuvel leggen eirn het Iramverkeer sneller te ele>en afvloeien van. het Mimtplein. De nieuwe' walmuur zou mooi verlie-ht kunnen worden met booglantaarns, het tre>ttoir zou met boomen beplant kunnen worden. We krijgen dan ve-lgeris dit plan een pracht verkeersweg van Munt tot Dam. J. HULSKAMP Reclame en Kunstenaar Met ve>lgesnele als antwoord mijnerzijds op het schrijven van den heer Aronson in ..de1 (iroene Amsterdammer" van ele vorige week: Dat ik nie't aan plagiaat kon denken in het geval met ele z.g. kinelerpeistzege'ls vindt zijn oorzaak in het feit elat de samenvoeging van het kind e>n dolfijn al oud is en eiat de> gansche opvatting in uitvoering (dus teekening) der beide zege'ls elke- veremderstelling van eenig plagiaat verwerpt. Trou wens he-t lloofelbestuur eler P.T.'P. se-hreef naar aanleiding hiervan: ..Heeds kort na ele' verschijning van hel kinder/egel li)2!)/:!() was ele aanelaeht van ele Xeele'rlandsche Pots/.e-geladministratie op het Deerisehe Juleri-zegel van l!(2(i gevestigel. dat een soortgelijke voen-st e-Hing geeft. Zoowel de ontwerper als ele postaelministrat ie waren elaarvan te ven-en einkunelig. Op zichzelf is ele keuze- van de dolfijn voor t wee geheel los van elkaneler staande uitgaven verklaarbaar uit ele omstaneligheid. elat eüt zeedier, hetwelk ele eigen schappen van vrie-nelschap e-n trouw wen-den toegeelacht. reeds veeh ulelig voor- symbolise-he uitbeeleling is gebezigel." De heer Aronson leest overigens mér in mijn beoordeeling van zijn reclame-biljet voor hel Dagblad ..De Tijd" elan ik zelf be-doe!d heb. ook al erken ik volgaarne dat ik toe-h mocht \ eronderstellen dat hij liet bilje't van ('assandre voor ..l'lnt ransigea,nl" onder oogen hael gehad. Dit biljet is uit l!)25, elus ouder elan het zijne. N'u ele- heer Aronson uitdrukke-lijk verklaart elat ele door mij genoemde! ontwerpen hem onbe kend waren aanvaarel ik dit natuurlijk voor waarheiel. en wij kunnen elus aannemen elat ook hier (oeval in het spe-1 is. \\ el blijkt elaf ele heer Aronson goed naar ('assanelre-'s werk heeft ge keken getuige zijne letters elie naar zijn /.eggen ..pre'cie'S ele-zejfde" zijn als laatstgenoemde be/igt (d.w.z.: teekent). Met dit verschil, ik blijf bij mijn ooreleel: dat ele belettering op het. biljet voor ..De Tijel" (oe)k voor ele se-hikking) buitengewoon leelijk is te- meer waar ele he-er Aronson de reeds lang verlaten sle'chte gewoonte om letters naar n kant te schaduwen (elus van een be-elrie-gelijk relief te- voorzie-n ze>oalsmen nu nog in dorpen kan zien. op ele ramen van kruideniers-winkels!) he-eft gevolgel. maar laat ik hem tevens /.eggen dat het ietwat te elik nemen van (of het iets wijder maken van de eipening in) een lettel- alle slankheid en stijl uit een lettertype kan doen verdwijnen. eri dat elaarenboven de schoonheiel van een be paald lettertype! van zulke kleinigheden afhangt. elat daarover niejt valt te' twisten. Men voelt het of men voelt liet niet. men zie't het of men gaat er langs heen .'. Dat tensle>tte een onelerrand van zijn biljet werel weggelaten bij het elieheeivn is niet mijn sehulel. Wat ele overige opmerkingen van den heer Aronson betreft: de/.e laat ik voor wat ze zijn. Het omslag van 'l l,O werd in ..('omnure-iiil Art" afgebeeld. OTTO VAN Tl'SSKXHItOKK. Jacobus van Looy VAN LOOY is voor e>ns geweest de meest zuiver menschelijke, ele meest krachtige en zich zelfgelijkblijvenele van de kunstenaars, elie met de Beweging van '80 opkwamen. Van elen aanvang af, toen hij met Ken elag me't Sneeuw alslitterate>r debuteerde, is hij ele' fijne, zuivere waarnemer van ele werkelijkheid geweest, elie in deze werkelijkheid zie'l en mysterie: zag, elie me't speelschen lust en zoeten hume>r zich verlustigde in alle kleur en gedaante van het zijnde e>m van daar uit zich te ver vluchtigen in. zijn se-hoeme elroejmen en fonke>lende visioe-nen. (ieen der Tachtigers heeft zich ze>o rustig en welbewust, met zulk e'en onverstoorbare: toewijding bepaald tot wat hij wist wat in zijn kracht lag. Kii elie' kracht was groot : hij was een geboren l lollandsche rasschileler: hij zag ele realiteit met machtige, aandoenlijke lie'fele e-n hij wist elie liefde: in zijn werk te doen trillen. Alle'e'ii Verwe-y mis schien heeft zie-h zoo \ ast en einveranderlijk ge houden aan den we'g dien zijn persoorilijkheiel hem aanwees. Maar was Yerwe-y dichter en geleerde, Van Looy vereenigele in zich een dubbel kunsle:naarschap. /^ijn schilderkunst werel niet litterair, maai- in zijn proza sprak de schilder. Uijze>chten tastte naar het sappige, kleurrijke \ve>orel naar ele: teerste' nuances van verven en tinte:n om wat hij se.-hree'f daar ru-er te zetten als een doek; men ziet hem aan met elen kwast zijn figuren modeleereii iri ele natte' verf; hij hael wemdere vemelsten van taalgehiid e-n beeldende woorelengroe'pen. elie alleen bij elen ge-ooren se-hilder keinnen opkomen. Doch hij is van he-t be:gin af meer elan se:lüleler ge'weesl in zijn proza. He-t werken naar ele natuur zat hem in het ble>ed. maar hij zocht niet e-nkel naar kle'iu-e-n en lijnen, hij voelele: innig en zuiver wat e-r was in ele ziel van elen mensch. zooals zij zich open baart in he-t geluiel van zijn stem. in zijn stille bewegin gen, zijn gemoeele-lijken lach, zijn zachte bewoge-iihe-iel. zijn pijnigen de angsten. Dat elie'per zoeken van hel menschelijke:. zooals alleen heit woorel het ge-ven kan. elat innig mee-le'Ven in senti menten, elat. weg schieten in mach tige- visioe-nen, begint al in De Nacht ca.et us. in De dood van mijn poes. in het prachtige (lekken vooral. I Te-t gewone dagi-lijkse-he leven om hem heen. dat se'hijnbaar elorre. eentonige be'staan van den elag zau hij in een gemoedelijke intimiteit met mileleii humor en een stillen glimlach. Over alle-s ging het sti-iiilend licht van zijn liefde. Hoe kon elezelfele kunstenaar in hem. die me-t lie'l'ele-volle. lecre- zorg opging in ele trouwe teeke ning van al Ons kleine getob, elie- kleine vreugde-n en smarten van het ehigelijkse'lie leven weg dwale-n in dolle vei-se-hijningen. u eve'Iieens meelokkenel in elen doolhof zijner wondere fantasie, zoodal ge vreezen gaat nooit meel- vaste-n grond oneler ele: voeten te zullen voelen: maai1 alt ijel verlustigt gij u in zijn kostelijke verbeeldingen e-n gestalten, in de zwiere-nele' buitelende lijnen van zijn vernuft e>n verbeelding. \\elk een atslanel tusschen Zebedeus eii Jaapje-. Naast Woutertje l'iete-rse en Kle-ine .lolumnes ual' hij ons elat Jaapje- en men zal moeten erkennen, dal zijn Werk van ele drie ele' mee-st nobele, eerlijke kunst is. de meest innige trouw aan de realiteit, liet meest /.mvere. leere /ielelev e'ii. het meest ga.ve werk. waai aan geen stivek \ erariderd zou mogen woreien. Hoe moet hij het leven en het lie-ht lie-bbeil liefge-ha<l. liet licht dal speelt in een glas, het licht dat zich slingert door zijn fantastische gewestelijke: vergezie-ht. Hoe moet hij in /.i.jn rustige afzonelering van alle uiterlijke \ertoon in liet maatschappe:lijk leven ge-leefel hebben een rijk en koste-lijk leve'ii va,n altijd weer vooi-gezet te zie-ning, van begrijpen en innig doorvoelen van al het menschelijke, van hel stil verheugend spel in zijn schepper, van elen. aanblik der eeuwige heerlijkheid van het zijnele 'm stof en geesl , .1, l'UIXSHX .1 Lzn.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl