De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 1 maart pagina 17

1 maart 1930 – pagina 17

Dit is een ingescande tekst.

ROK I N LES B AI N S" Dien avond waren de drie ontdekkingsrei zigers aangekomen in een rotsvallei die zich uitstrekte hisschen geweldige steenmassa's. En alle drie, zoowel Professor Pontanus als Hendrik de Poolvaarder, als de jeugdige; wijsgeer Homo Libris, jeugdig ondanks zijn wijsheid on wijs on danks zijn jeugd, waren uitgeput. Tien uur lang hadden zij geloopen; eerst door de, Karthuizer oerwouden, waar zij nog sporen meenden te ont dekken van een heidensche begraafplaats, daarna door een, met vreemdsoortige! bloemen bedekte, vlakte die zij ,,Jardin" heetten, tot zij ten slotte, moede en afgemat van hun tocht, hun tent e>psloegen in de rotsvallei. Het was een gloeiende dag geweest, zoo heet dat de steenen in het rotspark nog brandden als waren zij van pas uitgesteioten lava. Ik heb dorst, mompelde Hendrik de Poolvaar der en hij smakte met de te>ng. Mijn keel is als leer, zuchtte Profes sor Pemtanus. Waar dejrst is, is oe)k drank, zeide Heime) Libris en wischte zich het zweet van het voor hoofd. Zullen we hier, temiddendezersteemgroeven, waar slechts enkele eingelukkige cactussen greieien, ', van dorst en ellenele moeten omkomen:' zeiele Poe>lvaarder en strekte zich op den kokenden gronel. En geen wolkje aan d merkte Professor Pontanus schouwde naar don hemel. Enele dispereort niet. ze>i Homo Libris. Dat kern ('eie-n goed zeggen, als hij het gezegd hooft, sprak de geleerde, want hij had een vaatje' Hollandsoh bier bij zich. Bij het woord ..bier" draaiele Hendrik zich pijnlijk om en vroeg: Wilt gijlie'de-n mijn. Ie vroege'ii. eloeiel? Zij zwegen en de stilte zelfs voe'lde men als een heet vuur branden. Dat hier elan ook ge-on enkel wate'rljo, gee;n riviertje, gee'ii bron in ele buurt is. zuchtte Hendrik en smakte weelerom nie't ele' tong. elie thans als een droge spaander kle'pte'. Ik ben ele jongsle1. sprak Libris, ik ga er ne>g eenmaal e>p uit. Keer ik niet terug, elan weet gij dat ik versmacht be'ti in dezori woestijn e'ii koer i k terug . . . elan zal het. zijn als regonmake'r! l k ga! Hij ging e'ii zijn beide makkers stre-kten zich uit op hun diereiivellen e-n trachtten ele'n slaap te; vatten. Doch hij bleef verre' van hen. door Barbarossa Teekeningen voor de Groene Amster dammer" door B. van Vlijmen Libris kroop uit ele rotsvallei en besteeg oen nabijzijnden top. Hij ke>ek om zich heen en snoeit' on sneieif nog oe>ns. Hier me>et water zijn. mompelde hij voor zich heen. Ik ken elezeii geur. Dit is ele geur van rivierwater. En weer snenif hij e'ii nog eens en behoedzaam elaalele hij van zijn teip af in ele' vlakte'. Hij volgde een vallei met veel gape'iiele' afgronden. links en rechts van hem, ele>e:h niets kern he'iii wee-rheiuelen nu hij eenmaal eip he'l speior van water ge loofde te1 zijn. Hij snuflVIde- langs eleii gronel. en meende ie'ts veu'htigs te eintde-kke-n. liet was sle'e'hts ele weerspiegeling van ele' maan e>p e'e'ii glad ge steente. En reeds wanhoopte' hij zijn makkers e-n zich ze'lf te; kunnen redden, toe-n hij ineterelaad in do verte e'e'n watervlakte aanscliemwdo. Ditmaal was he-t geen zinsbe-elreig. Daar was water ! Heerlijk stroomend water!! En. zeie> vlug als zijn vermoeide voe-te-n he'in elrage>n konden, spoedde hij zich terug naar ele- tont in do rotsvalloi en wekte zijn makkers, elie> roe-els half verdoofd em eip weg waren geheel bewusteloos te geraken. Hij schudde ze heen e-n weer e'n riep slee;hts dit ne tooverwoord: Water, water! Hendrik de Pemlvaarder schrok eip en stemel recht e-n Professen' Pontanus wreef zich ele- eieige'n uit, l-\VAé4»Aï^-? *& <fej ((f^s^- f * & ^ - - - , ^ ^ ^ In het jaar 19150 om precies te zijn. dreef op de wateren van de rivier hot. Uokin. een platboomvaartuig, in die dagen pont" gohooteii. ver moedelijk aldus genoemde als een herinnering aan don ontdekker van de rivier het Uokin. snel stroomafwaarts. mot aan boord de Burgemees ter, de Schepenen en do Vroedschap dor groote koopstad en op de plek waar eenmaal Professor Pontanus en Hendrik de Poolvaarder en Homo Libris voor het eerst het water van het Uokin geproefd en er zich in gedompeld hadden, stichtte de Burgemeester de badplaats Hokin.-les-Ba.ms", ook wel Hokin.Plage" geheeten en zij werd tot grooten bloei, gelijk gij zien kunt op bijgaande afbeelding. * * * En nog altijd klokt het water dor rivier, nog alt ijd kan men hot hooren schuren langs de oevers 011 nog altijd golft het gelijk de zee als do storm liet beroert en, zooa.ls de /.wit .sersehe bergbowoiiors op warme z< mie 'ra von den don blik naar de Jungl'rau wonden el) zeggen: ..die.hmgl'rau glüht". zoo kan men op heet e zomera.vinideii. eii ook als het niet heet on. winter is. de bewo ners van ..Uokiii-lesB.iins" hooren zeg gen, onderwijl zij hun '' ra.nien luchtdicht sluiten: Do rivier stinkt". Kn met. een dankbaar gemoed geden ken zij de drie on versaagde ontdekkings reizigers: Professor Pontanus. Hendrik do Poolvaarder en Libris, de jonge wijs geer, do ontdekkers hunner rivier IV doch hoe uitgeput zij ook waren, hot woord ..water" schonk ze nieuwe kracht on zij volgden Libris. die als een ga.zelle voor hen uit hupppoldo. En daar stonden zij. en Professor Pontanus keek geroerd om zich heen en stamelde, gelijk Xenophon on zijn tienduizend, toen zij do zwarte zee zagen: Thalassn! Thalassa! Het is een rivier! Ken rivier!! Hot is een rivier, hoort hoe hot water klokt, juichte Hendrik de Poolvaarder. Het is een rivier, gij kunt het langs do oever hooren schuren, jubelde Libris. Hot stroomt! Het is een rivier, zij golft a,ls een zee. zong Pontanus, 011 machtig moeten deze wateren zijn als de storm ze beroert! En zij dronken en zij dompelden hel hooto li chaam in de wateren die zij ontdekt hadden en zij noemden de rivier: ..het Uokin"!. . . . Toen zij terug waren in hot kamp in de rots vallei, die zij doopten mot den naa.ni .. Da. int er rein". sprak Libris: Vreemd, ik ruik iets. -?Ik ook. sprak Hendrik. \u gij het zegt. . . sprak Pontamis. Ell zij bekeken elka.nder bij het. maanlicht, on zij beroken eikaars Meeren on. . . Zou hot. Wel een ri\ior geweest zijn? opperde Hendrik . . -?Het is een rivier! zei Pontanus beslist. .Maar als het een rivier is. sprak Libris, jeug dig doch wijs. dan i*, hel water inkt, en sindsdien is er geen rivier tor wereld geweest waar zooveel inkt over gestroomd heeft als over de rivier het Uokin. Nieuwe Uitgaven (' in a Inte W liet, Holl die het aan in geh zoii talogue no. 51. Books on several subjects. lpha.tx tiea.I < rder. Amsterdam (Singel :5til). rnationaal Ant iijuariaat Monno Hertzberger. ij ontvingen Int eer.-te nummer van tijdschrift Helzen in België", een in de landsclie taal. geïllustreerd joriodick. onze belangstelling voer Uelgiëvraagt. In bijzonder geeft deze aflevering aandacht. de belangrijke tentoonstellingen, die dit jaar verschil- lende oig'scho sleden \\ordoii uden. Hedactie en administratie van Keiin Uelgië" zijn te l!< t ter.lam. \Vijnhavoii 85.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl