Historisch Archief 1877-1940
i6
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 8 MAART 1930
No. 2755
DRAMATISCHE KRONIEK
door Henrik Scholte
Nieuw Nederlandsen Tooneel
Vondel's ,,lucifer"
HET Tooneel is in den Hemel.
Als een belofte en waarschuwing staat
deze korte, cursieve regel vóór in alle uitgaven.
Voldoende aanwijzing voor den lezer, voor wien
uit den over-plastischen alexandrijn van Vondel's
verhevenste drama een visioen opvaart van
dien hemel, dat om geen andere verwerkelijking
vraagt dan een lezen en herlezen van het vers.
Zelfs Dante kon moeilijk een zoo zichtbare
bovenaardschheid geven, die in schier eiken regel den
middelsten" hemel veraanschouwelijkt. Boven
dezen hemel, diep in 't grondelooze licht" troont
Hij, Die geen partij is, noch van menschennoch
van engelen. En tot Wien Vondel opwijst in een rei
van zoo glasheldere mystiek als na hem slechts
Spinoza uit het ongerijmde" zou benaderen.
Onder den hemel, dien Vondel het Paradijs noemt,
ligt de Aarde, met haar Eden en de zoon des
sesden dags." Met ae bijna physieke sensatie van
zelf te dalen volgen wij Apollion's tocht van
kreits tot kreits" tot den vasten grond der aarde,
als schouwtooneel even zorgvuldig uit deze trage
die des hemels gebannen als God's zetel daarboven.
Slechts den oofttak van karmozijn en gout"
brengt Apollion mee, als een zwaar juweel, als
het bewijs der aarde. Beter dan een scholastieke
ordening der hemelwezens in serafijnen,
cherubijnen, tronen en machten, overtuigender dan de
ambtelijke hiërarchie van Gabriël, Michael en Uriel,
Belzebub, Apollion en Belial schiep een
rechtgeloovige hier ruimteloos het palais" van den
eersten strijd om God: het tooneel is in den hemel.
Elk vers herhaalt het, elk woord beschrijft het.
In de puurste vizioenen, in dat in zich compleet
tooneel van verzen, dat Vondel zelf zoo treffend
oogmuzijck" pleegde te noemen, worden deze
rozegaerden en tuinen van 't hemels paradijs"
toegankelijk voor onze zinnen, voor onze voeten.
Het tragische voorspel op het hoofdmoment in
de wereldgeschiedenis" begint. Lucifer, de Tweede
in het heelal, de Stedehouder Gods, ad majorem
gloriam geschapen, komt in opstand, tegen den
eersten Mensch, die hem in Gods gunst verdringt;
in werkelijkheid tegen God.
Vondel, die dit verheven drama uit de volle
zekerheid des (katholieken) geloofs heeft
gesclireven, heeft Lucifer volkomen orthodox gezien.
Dat Lucifer Satan, den menschenvijand zou zijn,
heeft hij niet willen betoogen; die zijde van Lucifer,
die slechts een wraak was, na zijn val, op de vlucht
gepleegd, heeft hij tot dat andere hoogtepunt in
zijn levenswerk, aller treurspeelen treurspel"
den Adam in Ballingschap" bewaard. In Lucifer"
echter last op den held slechts een tragische schuld:
hij denkt zich onder God te scharen en nergens,
ook niet op het hoogtepunt van den opstand, is hij
iets anders, dan de Stedehouder Gods. Maar
hij weet niet, dat zijn naijver op den mensch
in zooverre tegen God gaat, dat God den mensch
schiep naar zijn evenbeeld", en eens, als God zelf,
in den mensch zal nederdalen om hem uit zijn
zondenval te verlossen. God en mensch zijn n tegen
Lucifer. In dit treurspel van hoogere machten is de
mensch slechts zijdelings betrokken. Lucifer
aldus ongeveer ook Te Winkel in zijn studie
is de onbewuste uitvoerder van Gods raadsbesluit.
Hij bewerkt juist wat hij heeft willen verijdelen.
Van daar dat hij de eerste waarschuwing van
Gabriël, veel weeten kan niet altijd vordren,
zomtyts schaden, de Hooghste ontdeckt ons slechts
wat hij geraden vindt" niet kan noch mag ver
staan. Lucifer valt, naar zijn beste weten, in de
blinde tragedie van het opperste noodlot, en bij
Vondel, anders dan bij Euripides, is God het
Noodlot.
Wat Vondel dus in zijn stadigen geloofsijver
heeft willen betoogen, opnieuw en ditmaal in het
verhevenste voorbeeld, is berusten, niet-weten
en niet-vorschen. In zooverre is Lucifer in zijn
oogen niet meedoogenloos verdoemelijk, als
mutatis mutandis de vijanden van die andere
katholieke belijdenis, zijn Maria Stuart." Ver
doemelijk is de toeleg van Belzebub, die den
Naasthoogsten zijn staetkunde" inblaast, en het
giftig samenrotten van Apollion en Belial. Lucifer's
tragische roeping is slechts, het zwaard te nemen,
dat de duisteren des hemels hem in de hand dwin
gen, strijdend voor wat goed recht in zijn oogen
is, doch voortdurend bevangen in den twijfel en
ook nadat hij, opgeruid, gewelt (zal) keeren niet
gewelt," bewust van zijn ondergang in den strijd.
Vandaar dat, ofschoon de staetveranderiugho"*
juist valt in dat beroemde en door Saalborn zoo
prachtig gesproken vs. 1256, het dramatisch
hoogtepunt ligt in de zwaarbewogen geschreven
vierde acte. Lucifer staat hier tot Rafael als een
broeder, een gelijke. Er is zelden in onze taal zulk
een heerlijke dialoog geschreven als deze bijna in
de woorden eener hemelsche liefde beleden ge
hechtheid van twee broeders, die God dwingt,
aanstonds tegenover elkaar te staan. Hier immers
schreef Vondel op den drempel der ontmoeting
van schuld en boete", hier sloot hij goed en kwaad
beiden in zijn hart. Van stonde af aan is Lucifer
de tragedie van hem, die niet terug kan en een
strijd verliest, die hij in zijn hart reeds verloren
geeft.
Het tooneel is in den hemel.
Staat deze regel er als een belofte voor den lezer,
die hij van vers tot vers ingelost krijgt, het staat
er tevens als een waarschuwing voor den speler.
Saalborn zelf wist, dat elke opvoering van dit
ontzaglijkst visioen eener vrome verbeelding een
vergrijp, althans een hopeloos compromis
beteekende en in een toelichting heeft hij zich dan ook
ter doge vrij getcekeiid". Men mag het waardoeren
dat iemand, gelijk Lucifer zelf, naar liet hoogste
wil grijpen, dat ons tooneel kent. Maar dan had
ik hem toch liever een eerlijke val zien maken,
dan dit uit den weg gaan van moeilijkheden, dat
zijn opvoering van Woensdag toonde.
Er werd drie bedrijven lang gereciteerd, soms
goed, meestal dragelijk, soms slecht. Ken mooi,
eenvoudig decor van enkele gouden arcaden
voorspelde kansen. Gobau had terstond de scherpe
mephistophelische allure als Belzebub, die hij ook
later niet verloor en die zijn rol tot een der gaafste
der vertooning maakte. Elias van Praag bezat als
Apollion van het begin af aan niet die verheven
bezieling, vervuld van en verliefd op wat hij op
aarde zag, waardoor hij die prachtige verzen over
Eva, de mooiste die Vondel ooit over een vrouw ge
schreven heeft, schijnbaar onopgemerkt passeerde.
Een koor van engelen, brave Kerstboom-confectie
de heele voorstelling door, trad naar voren en toen
het terug trad, scheen het alsof het Wie is liet, die
zoo hoog gezeten" niet gezegd was. Het anthema,
gezongen bij gouden harpen", zooals de voortref
felijke Amerikaansche bewerker van den Lucifer
het noemde, passeerde onopgemerkt. En zoo in de
volgende reien. De oude vragen of zij met of zonder
muziekbegeleiding, een of meerstemmig, over
tropheu verdeeld of als geheel gezegd moeten
worden, wil ik laten rusten. Maar, ondanks de
teere stem van Ilelène-Treep?Vink en het
forschere en zeer vaste geluid van Marie Hamel,
moet ik opkomen tegen de schoolsche wijze waarop
hier bij een doorgaans slechte en vormelijke
opstelling, de verzen eenvoudig gescandeerd en
voorgedragen" werden, terwijl zij toch meer dan
in eenige andere tragedie van Vondel, een bewogen
deel der handeling uitmaken. Men mag tegen
Beets hebben wat men wil, hij heeft zijn opstel en
zijn schrijfwijze" der reien niet voor niets ge
schreven. Een rei in Lucifer is een rol en niet meer
een lyrisch intermezzo". Ook de prachtige, maar
moeilijke maten van de oproerzang der Luciferisten
zijn meer dan een wapenkreet. In het Op, treekt
op, o ghy Lueiferisteii" ligt datzelfde
doemdreigeiid noodlot, dat niet elke stap naderschrijdt als
men vergeve mij deze, in de oogen van
Voiidelkenners waarschijnlijk hoiligsehennende vergelij
king - - de moordende dreun der
Potemkinkozakken op de trappen van Odessa.
Saalborn, die en dit wel terecht -- Lucifer
niet terstond als een tot opstand bereide wilde
D. G. SANTEE LANDWEER
KUNSTHANDEL Heerengracht 396, AMSTERDAM
Permanente tentoonstellingen moderne
: schilderijen en prenten :
spelen, kreeg hierdoor aanvankelijk, ofschoor»
zijn rol voortdurend een klasse hooger stond dan
dat dor overige spelers, geen lijn in zijn rol.
in zijn dialoog met de oprechte Rafaöl" echter
bereikte hij met volle en milde stem een plot
seling diep fragment. Marie Meunier vond hier
ook de zuiverste en smartelijkste intonaties voor
de lyrische rol van Kafael.
Van de overige engelen.... was deze Miohael,
mooi opgesteld voo:-Gods banier dov l). l-Kenheidt
op de bovenste treeën van de trap. di \ do eeuwig
heid in leidde, werkelijk de vertegenwoordiger
der ecclesia militaris", de kerk die strijdt? Neen,
uitgedost als een Marker boerin met een veel to
kleine en prulüge helm, twee vlasharen lokken
terzijde van de slapen, en een zwaard van te.
kennelijk papier-maché, maakte Johan te Weehei
er een goede oude heer van, een Ahnherr" uit
de klucht van een ridderhistorie. Uriel, wiens
Bode-verhaal uit het vijfde bedrijf, als Seueoa
volgend de handeling is afgesloten en het ver
loop gelijk een epos in de indirecte rede tot on»
komt, zulk een vlammend en weelderig proza
bevat, stond in de gedaante van Johan Fielet
slecht opgesteld naast Marie Meunier, en gaf zich
zelfs niet de moeite om iets uit te beelden. Dn
Gabriël van Ben Lucius was aan een te jonge en
te onvaste kracht toevertrouwd. Als dit de stom i»,
die ons op den dag des Oordeels uit het graf moot
roepen, vrees ik, dat wij ons eerst nog wel eens
omdraaien.
Het deed alles, op dezen Aschwoensdag, aan eea
te laat bal-masquédenken. Er zat geen deining ut
deze groepen, het ging niet om het bestaan don
hemels. LTet was niet die trage, maar innerlijk zoc.
peilloos diep bewogen, innig-dramatische hande
ling, aanzwellend als een paukenroffel, uitmon
dend i.i bazuingeschal.
Maar er waren witte engelen en zwarte dui\tr
ien, strorig-kerkelijk gescheiden, in een
formatiewaarbij men vanzelf pro-duivel werd. En het
woord, waar het Saalborn uitsluitend om te docu
was, sprak slechts in het laatste gedeelte, nadat
het reeds lang en overtuigend had moeten spreken.
Nu moet toegegeven worden, dat de overvloed van
(misschien /.eer schoorie) muziek in de eerste helft.
het woord als gewoonlijk overstemde, waardoor
deze Lucifer" soms meer van een concert daij.
een opvoering had. Maar daarom was het toch riofi;
niet noodig, dat de regie zich talrijke verkeers
opstoppingen tusschen de jubelbogen veroorloofde,
waardoor een rosse Apolliotl en een aschvale
lielial platgedrukt wei-den tusschen liet groent,,
maar niet zeer gevaarlijke heil' der Luciferisten en
de lieve, zoete engeltjes, die onder de wijde armen
van Belzebub doorkropen om op hun beurt eer;
duit iri het zakje te doen. Homelsche tweestrijd
is toch geen volksoploop !
*) Dit althans vulycns Worp en Kalff, terwijl'£&
Winkel de 'peripetie zoekt in de slolacte, waar de
hemelschc vreugde en de zoo juist bevochten victorw
omslaat in de iceeklacht om de val van Adam en di
katharsis volgi in de voorzcgtjimj van Gods komst op
aarde. Dat zou dan cchier niet meer de traged-t*
van Lucifer zijn. doch van Adam als de ,,man oj/
den achtenjrond".
Tentoonstellingen
Kunsthandel Aalderink. Singel 3 ;8, Amsterdam..
Schilderijen van Joh. D. Hendriks. Tot 15 Maart.
Arti et Amicitae. Amsterdam. Schilderijen vet
Isaac Isra.-ls. Tot 15 Maart.
Koloniaal Instituut, Amsterdam. Beeldhouw
werken Nederlandsche Kring". Tot l(i Maart.
Meubileerinrichting Le Cointre. den Haag.
Werken van Gerda Barthelmess. Tot 16 Maart.
Kunstzaal d'Audretsch. Den Haag. Werk vaii
Johanna Kuypers. Tot 16 Maart.
f^HAKCL
HEILIGEW5G 11-1?"AMSTEQDAM
Kleermakerij
Bij ons verkrijgbaar N. R. V. MONTA SCHOENEN