Historisch Archief 1877-1940
EEL
'ndsche Kunstenaars kring
door A. Plasschaert
Jan v. Herwijnen
heeft niet dat wezentlijk
flonkeren van het
bloemestilleven (een zeer volle
dig werk voor Van
Herwijnen !) maar ook hier is
een forsch en begaafd schil
der aan den gang, wiens
kleur een eigen klank en
Blinde
vind deze beide eigenschap
pen minder zuiver vertegenwoordigd
in de andere werken, Het meest
rustige van die andere is nog het land
schap, het dorpsgezicht liever, met
de hooischelven, dio een verrassende
Man en paard
verdeeling geven. Zwak is, in verge
lijking, en troebel van klank, het
stilleven met de sinaaspappeleninden
schotel, a-jour gebakken. Maar al is
deze inzending (dat was van te voren ai
te vreezen) ongelijk zij
is toch een der meest
schilderlijke van de ver
zameling, nu in den
Hollandschen Kunste
naarskring ; de kleur
toch is van belangrijker
geaardheid dan bij de
meesten.
Isaac Israëls, Artl,
Amsterdam (slot)
In de kleine inleiding
tot deze tentoonstelling,
die ge een vorige week
in den Amsterdammei
vondt, vindt go niets dan
een kort-gehouden
kara.kteriseering van Israëls'
werk. Ik wees erop, dat
het feitelijk van de kleur Jan
ging naar de lichttr
ling; van de kleur als vlek,
naar het licht, dat, ge
kleurd, de ruimte vult;
voor den schilder do
ruimte is, en waarin de
figuren, zelf bevingen
van zulk licht, loopen of zitten of
staan. Er is bij Isaac Israëls al jaren
de noodzakelijkheid het> licht getrouw
to geven, niet als een stemming dus,
?zooals de Hagenaars dat d.eden, maar
als een zich schakeerend natuurver
schijnsel. Maai1, en dat is een ver
schil van dezen luminist met de
pointillisten, die tot het uiterste; zouden gaan
in die getrouwheid, dat hij het onver
deelde" licht natuurlijk houdt en
dat is weer een andere; quaestie
dat hij steeds van een subtiele be
schaafdheid de bewijzen gaf. Van de
twee besproken soorten van werken
(de kleur; het licht) zijn op Arti
voorbeelden, evenals er van vroeg
werk (dat met de Agent) een voor
beeld is. Als van de eerste soort zijn
zonder twijfel de dansende meiden te
noemen, maar ook het curieuse werk
zwarten en gelen, dat No. 21 moet
zijn. Daarbij behooren nog om de
ijle grijzen het Hyde-park, de
Revuegirl, twee naakten (44 en 55), de zit
tende neger, de man met de papegaaien
(eclatant), het portret vanFie Carelsen,
de Rookster (89) de vrouw met do
oranje muts tegen 't groen, de
Javaansche prins in 't blauw, en andere por
tretten. Maar de werken, waar de
kleuren, als trillingen, do ruimte zijn
en die ruimge overal doen leven, zijn dio
schilderijen (niet allén, maar toch het
meest typisch) die Isaac Israëls in
Indi
maakteGe ziet hier op de tentoonstelling
(wie wist dat niet?) dat Isaac Israëls
in zijn soort een onovertroffen schilder
van naakt is in Holland (wie maakt
discreter zulk schoon); dat geen als hij
het gevoel heeft voor de kleedren der
dames en voor de dames in dio kleeren;
dat weinigen een klaar grijs zoo kon
den schakeeren als hij (het parelt);
dat hij de vroeger gezochte beweging
der lichamen verving, door do
algemeener beweging van het licht en in
het licht, maar ge kunt hier ook zien.
hoe zuiver hij dieren kan noteeren
(/.ie de dame niet den barzoi). Isaae
Israëls is een lenig schilder, snel be
wogen, snel vaardig, zuiver en
zeldzaam beschaafd. Ehe Berg
I>r. Kulb, in liet Stedelijk
Museum te Amsterdam
Welke zijn de voorstellingen op
deze teekeningen, die door hun diepo
zwarten en door hun geschrapte
grijzen bedriogelijk gelijken op
tenkeningun. op steen, op lithos ! Laat
ik u eerst zeggen, dat ik liet werk
Portret van zijn moeder
verdienstelijk vind, want het zijn
phantaisieën en ge twijfelt niet aan
hun leven, niet aan hun
wezentlijkheid. Het zijn natuursteinmingen,
en innerlijke stemmingen door de
natuur on haar verschijnselen
weeigegeven, maar gehanteerd door den
geest, en om de uitdrukking vervormd
of ongewoon gegroepeerd.
Naakt