De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 22 maart pagina 1

22 maart 1930 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

P)e Groene Amsterdammer fcc^/wcckblad voor Nederland Telefoon 37964 Postgiro 72880 Gem. Giro G. 1000 ONDER HOOFDREDACTIE VAN A. C. JOSEPHUS JITTA Redacteuren: L. J. JORDAAN, F. G. SCHELTEMA EN M. KANN. Secretaris der Redactie: C. F. VAN DAM KEIZERSGRACHT 333, AMSTERDAM C. Dun, tóch ijzersterk OPGERICHT 1877 No. 2755 ZATERDAG 22 MAART 1930 Winst uit Gemeentebedrijven door Mr. J. A. de Wilde B U de financieiing onzer groote gemeenten speelt de winst uit de gemeentebedrijven een rol van beteekenis. Het doet er weinig toe, welke personen aan het roer zitten: waar gemeente bedrijven zijn wordt winst gemaakt, et is een algemeen verschijnsel. Voortdurend worc.t hiertegen, zoowel in de pers als in de gemeenteraden, oppositie gevoerd. Maar het merkwaardige verschijnsel heeft zich reeds herhaaldelijk voorgedaan, dat zij, die eertijds scherpe critiek oefenden, aanstonds zelf mee hielpen de winsten te incasseeren, zoodra zij als wethouder of als burgemeester geroepen werden «?en gemeente te besturen. Dit wijst er wel op, dat de zaak niet zoo een voudig is als sommigen wel denken, en dat ook op ?dit gebied de critiek gemakkelijker is dan de kunst. Wij meenen, dat tegen het maken van winst uit de productieve gemeentebedrijven geen ge grond bezwaar kan worden ingebracht, als de tarieven matig zijn en voortdurend het ernstig streven aanwezig is om ze te verlagen en zooveel mogelijk te laten aanpassen aan do nischen van hot moderne leven. Welke zijn de voornaamste bezwaren, die tegen deze winsten worden aangevoerd? Allereerst heeft nion er bedenking tegen, dat de gemeente, die in ga-s- en electriciteitsfabrieken, in haar waterleiding on telefoonbedrijf monopolis tische ondernemingen bezit, van haar positie als monopolist misbruil maakt door eenzijdig haar tarieven zoo te stellen, dat er jaarlijks een belang rijke bate in de schatkist vloeit. Voorts behoort een gemeente zoo zegt men haar bedrijven te exploiteeren uitsluitend in het algemeen belang, en daarmede is het maken van belangrijke winsten in strijd. En eindelijk oordeelt men, dat langzamerhand ?die winsten zoo exorbitant zijn toegenomen, dat met recht van woeker gesproken kan worden. Reeds is er van meer dan n zijde op gewezen, dat men bij do beoordeeling van de z.g. monopo listische positie, welke de gemeente als exploitante harer bedrijven inneemt, wél behoort te onder scheiden. Het valt niet te ontkennen, dat tegenwoordig de gemeenten, die gas, water en electrischen stroom leveren of een tram exploiteeren, in 't alge meen op dat specia.le gebied geen concurrenten hebben. Naast de gemeentelijke gasfabriek staat geen concurreerende gas-maatschappij; naast de gemeentetram loopt geen particuliere tram. Wie dus gas wil hebben snoet het van de gemeente be trekken op condities, die door de gemeente feitelijk eenzijdig worden vastgesteld. Wie trammen wil, moet in de gemeente tram steppen en voor den rit betalen, wat van bovenaf is gedecreteerd. Maar het is pure kortzichtigheid te meenen, dat nu de gemeentebesturen r;aaar kunnen doen wat ze willen. Indien steenïkolen of petroleum voor ver warming bij gelijke doeltreffendheid, goedkoopei zijn dan gas. zal heft publiek er niet aan denken gas te gebruiken. Eii als de tram te duur wordt, sal het fiets- on au'toverkeer zóó toenemen, dat het hooge tarief geon voordeel maar een nadeel roor de exploiteerendo gemeente beteekent. En afgescheiden daarvan is de bevolking aller minst rechteloos ovorgeleverd aan do monopolis tische exploitante. In den gemeentera: id, gekozen door de bevolking. heeft f"e burgerij een lichaam, dat geroepen is om tegen onbillijke leveringsvoorwaarden op te komen en dat ook voortdurend do it. D ? vaststelling der onderscheidene tarieven geschiedt in het openbaar, na voorafgaande publicatie, en bij het licht, dat adressen en requesten van belanghebbenden daar over helpen verspreiden. Wat het tweede bezwaar betreft, ook dit is niet te handhaven. De omstandigheid, dat de ge meente haar bedrijven exploiteeren moet in 't alge meen belang, verzet zich allerminst tegen het maken van winsten. Al dadelijk kan worden opgemerkt, dat een goed geleid gemeentebedrijf wel winst moet maken. Immers, een eerste vereischte is, dat de kosten, welke de gemeente voor de te pracsteeren diensten of te leveren goederen zelve maken moet, door de gebruikers vergoed worden, anders loopt het feitelijk op subsidieering van die gebruikers uit. Indien. een bepaald gemeentebedrijf, bijv. een gemeente tram, geregeld met verlies werkt, komt dat hierop neer, dat in den vorm van belastingen de lieele burgerij, ook dat deel, dat Keen gebruik maakt van de tram, in d,; exploitatiekosten bijdraagt. De jaat'li.jksche verliezen toch moeten door stor tingen uit de gemeentekas gedekt worden. In den regel mag ei' dus geen verlies zijn. Maar dit komt er natuuilijk praktisch op neer, dat doorgaans met winst gewerkt wordt. De tarieven zijn natuur lijk nooit zóó vast te stellen, dat de winst- en verliesrekening elk jaar precies zonder oenig vóórof nade^lig saldo sluit. '?» Keeds om deze roden zal men in normale tijden bijna altijd zien, dat de productieve gemeente bedrijven winsten afwerpen. Maar bovendien is hot maken van winst - mits het publiek billijk behandeld wordt - ook aller minst afkeurenswaardig. De gemeentebedrijven zijn ondernemingen, zeker .... opgezet in hot publiek belang, maar die, als allo ondernemingen, ondornemerswinst mogen maken, l Tot gemeentebestuur als onder nemer dier bedrijven loopt risico's, draagt ver antwoordelijkheid, verschaft kapitaal, stolt des kundige leiders en arbeiders aan en heeft tallooze bemoeiingen. Dat aan dat bestuur op dien groivd winst te beurt valt. is economisch gerechtvaardigd en sociaal toelaatbaar. Hiertegen merkt men op, dat al wat ik opsomde: het loopen van risico, het dragen van verantwoor delijkheid, het verschaffen van kapitaal enz. door de gemeentelijke bestuurders qualitate qua ge schiedt. Dat ze dat alles kunnen doen, danken zij aan de burgerij, die het hun mogelijk maakt. Kou particulio.ro. onderneming waagt haar eigon parti culiere kapitaal, maar de stadsbestuurders werken met kapitaal, dat hun uit belastingopbrengst toe vloeit. Daarom mogen particuliere bedrijven winst maken, maar de gemeentebedrijven mogen dit niet. Het antwoord op deze bedenking is niet moeilijk. De winst, door do gemeentebedrijven gemaakt, komt niot aan do stadsbestuurders persoonlijk ten goode, maar uitsluitend uttti dr, (/eiiirt'titc/ctix. Kn dio gemeentekas dient niot en mag nooit, dienen om particulieren te bevoordeelen, maar uit sluitend om uitgaven in hot gemeentebelang te doen. Daaruit vloeit voort ??on juist dit is voor oen rechte beschouwing dezer zaak van hot grootste belang dat winsten, mogelijk gemaakt door gemeontekapitaal en door arbeid in gemeenteDE GROENE AMSTERDAMMER Prijs per jaargang ?10.?bij vooruitbetaling. Per No. 25 Cent. Advertentiën ? 0.75 per regel. Postgiro 72880, Gem.-Oiro G 1000. INHOUD: I. Mr. J. A. de Wilde, Winst uit gemeentebedrijven. 2. Dr. Jan Romein, De kruistocht tegen de SowjetUnie. 3. L. J. Jordaan. De praatzieke sfinx. Constant van Wessem, Muziek. 4. Melis Stoke Diner-verrassingen. Mr. C. Ph. J. Zaalberg, Het oor wil ook wat. 5. Herman middendorp, Het brabantsch dialect in de H/illandsche kunst.^ 6. Alice van N^huys en Dr. Joh. Tielrooy, Nieuwe boeken. 7. Dr. P. van Olst, Inertie. Mr. Frans Coenen, Kroniek. 9. Voor Vrouwen. 10?11. Jo>. W. de Gruijter en Alb. Plasschaert. Schilderkunstkroniek. 12 Mr. H. Scholte, Tooneel.?Alb. Helman, Kalenders. 13 L. J. Jordaan, Biuscopy. 14. C. K., Reursspiexel. 15. C. A. Klaasse. Prijsdaling. 17. Charivarius. Scliopt'ihaut'r's aphorismen. 18. Lou Lichtveld, Folkloristische liederen. A. Plasschaert, Haagschc tentoonstelling. 19. Alida Zevenbooni's Croquante croquctjes. ? Uit het Kladschrift van Jantje. l f 20. Cel 2. Telcf.mn. Cliarivaria. Letterraadel. Omslag: Spelproblemen. Bijvoegsel: Joli. Braakensiek, Stalin wendt het stuur. dienst, alleen aan do gemeente ten goede komen en aangewend worden om uitgaven te dokken, die van algemeen belang kunnen worden geacht. Hot derde bezwaar, dat men telkens hoort aan voeren, is hierin gelegen, dat langzamerhand de winsten tot een geheel ontoelaatbare, hoogte zijn opgevoerd. Als we letten op do winsten, dio de pi oduotieve bedrijven in do drie grootste gemeenten dos lands maken, zien wij cijfers, die op hot eerste gezicht zeker aanleiding geven tot do vraag, of zo niet al te hoog worden opgodrovon. In rondo getallen steeg in Amsterdam de winst uit deze bedrijven van ?3.000.000 in l!) 13, tot ? 10. UMI. 000 in 1!I2,"> on / 13.XOO.OOO in I!)2i» (voor dit jaar is hot. raimnsjoijlVr genomen). In KoU>'tdam liop in die jaren do winst op van ? 3. 000. (KMI. tot i'osp. / 10. 1110.000 on i 12.^00.000. Voor Don Haag waren do corrospondeerende cijfers ? 2.1011.000; ? ti. 200. 0110 en ? 7.700.000. Inderdaad zijn dit winsten, dio aaide aan den dijk brongen. Vergeleken met 1!U3 zijn do winsten verdrie- on vierdubbold. Toch is mof do vergelijking van deze cijfers de zaak allerminst, afgedaan, /oo eenvoudig is dit probleem niet. Voor oen juiste heoordoeling is hot noodzakelijk, dat we do ht'clc financii-oio positie der gemeenten in oogonschotnv nomen. Kn wat blijkt dan 1Dat in Amsterdam do inkomsten uit de belas tingen in 1!)13 bedroegen: ? 11.200.000, in 11)25: ? 3SJ.200.000 on in 192!): / JU. 000. 000. (Slot op pag. 3.)

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl