Historisch Archief 1877-1940
2755
DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 22 MAART 1930
PRIJSDALING.
door G. A. Klaasse
Een statistische paradox
WIJ komen allen dagelijks in aanraking met
prijzen; het begint al 's morgens wanneer
armen zijn dubbeltje offert voor het trammetje.
De beursbezoeker krijgt dan op weg naar kantoor
al onmiddellijk een heele reeks van prijzen te
verwerken; zijn spiedend oog verslindt de
NewYorksche suiker- en koffienoteeringen, de
rubberprijzen, en via de metaalnoteeringen kan hij af
dalen tot reuzel en spek, wanneer hom dat zou
.interesseeren. En uit de tram gestapt kan hij
in zijn lijf-sigarenwinkel den prijs van nieuwste
Amerikaansche Importmerken vernemen. Wanneer
lig dan 's middags op weg naar de beurs bij zijn
kleermaker langs loopt moet hij zich al weer met
prijzen occupeeren. Om maar te zwijgen van de
prijzen op de modisterekening van zijn vrouw
<die hij 's avonds te savoureeren krijgt. Maar dat
zijn natuurlijk geen prijzen, dat zijn koopjes. En
de dames? Wel die brengt het huishoudboekje
dagelijks of althans wekelijks in contact met een
groot aantal prijzen. En in tijden van uitverkoop
-dan duizelt het haar van prijzen.
ft Het bezwaar van dat voortdurende contact
.met alle mogelijke prijzen is, dat men door de
boomen het bosch, door de prijzen het prijsniveau
?niet ziet. En toch is dat niveau en de wijzigingen
daarin veel interessanter dan de individueelo
prijzen en hun schommelingen. Want wat kan
het mij schelen of mijn jas een tientje goedkooper
wordt wanneer het jaarlijksche schoenenbudget
evenveel hooger is. En wat heeft de huisvrouw
aan een verlaging van den suikerprijs, wanneer
do koffie evenredig duurder wordt? Dat brengt
haar toch geen overschot op het huishoudbudget
-dat naar de speldenbegrooting" kan worden
overgeheveld.
Maar hoewel het heel moeilijk is zonder de statis
tieken te raadplegen een indruk te krijgen van de
lijn waarlangs het gemiddelde prijspeil zich beweegt
heeft toch iedereen wel de impressie, dat hij van
de beweging der prijzen van stapelgoederen en
grondstoffen maar bitter weinig bespeurt in zijn
dagelijksche uitgaven. En dat is ook heel begrijpe
lijk, want die dagelijksche uitgaven hebben alle
de tendens van onbewogonheid. Onze tramrit
kost al jarenlang een dubbeltje, al is intusschen
?de prijs van de kolen waarmee de electrischo
drijfkracht wordt opgewekt, al verscheidene malen
veranderd. De prijs van ons geliefkoosde
sigarenmerk trekt zich ook al bitter weinig aan van de
tabaksnoteeringen. En Mevrouw, die 's morgens
heeft hooren vloeken op die beroerde New-York
sche beurs, die nu weer gekelderd is op een nieuwe
prijsdaling van tarwe, speurt in het huishoudboek
tevergeefs naar een vermindering van den brood
prijs. Zoo bemerkt men over de heele linie een
inertie in de volgzaamheid der kleinhandelsprijzen.
Dat verschijnsel, dat ongetwijfeld iedereen in
een bepaald geval wel eens zal hebben gefrappeerd,
wordt inderdaad ook door do statistieken heel
duidelijk weergegeven, liet indexcijfer der
grootJhandelsprijzen in ons land, dat in 1928 ge
middeld 149 bedroeg is geleidelijk teruggeloopen
tot 135 in December 1929 en sedertdien nog verder
gedaald. Het indexcijfer der kleinhandelsprijzen
dat in 1928: 169 bedroeg, was in December 1929:
167. Hetzelfde verschijnsel valt in Engeland en in
de V. S. te constateeren. Het indexcijfer der
Engelsche groothandelsprijzen samengesteld door
de Economist was in 1928: 141, en in December
1929: 127; de kleinhandelsindex van het ministerie
van arbeid was ultimo 1929: 167, togen 166 in 1928.
Aan welke strijkstok blijft dan de marge tusschen
?groot- en kleinhandelsprijzen hangen, is men ge
neigd te vragen. Is het de meelgroothandelaar
of de bakker die het nuttig effect van de prijs
daling der tarwe voor ons inslikt? En het antwoord
is dat er inderdaad wel bakkers zullen zijn die niet
Schrijfmachinehandel
(Alle merken vanaf f 5». .)
COPIEERINRICHTING
| TEL. 334M
WolvenBtr.S8-4 - Am»tcr«l»««
aan een contractprijs vastzitten en nu van den
lagen inkoop profiteeren. Ook in andere gevallen
zal er hier en daar wel iets van do winst blijven
hangen. Maar ons bedrijfsleven is voldoende
toegespitst op vrije concurrentie, dat niet zoo
geruimen tijd een zoo belangrijke divergentie
tusschen het verloop van groot- en kleinhandels
prijzen zou kunnen bestaan wanneer daar niet
wat anders achter stak.
* *
*
Om de oplossing op het spoor te komen, zal men
zich natuurlijk in de eerste plaats moeten afvragen,
welke schakels er zitten tusschen de groot- en
kleinhandelsprijzen. Of juister uitgedrukt: wat
zijn de goederen waarvan mon de
groothandelsprijzeii in den index verwerkt, en van welke goederen
neemt men de prijzen voor de samenstelling van
den kleinhandelsindox ? Het is duidelijk dat de
prijzen van ijzer en staal niet in den kleinhandels
index zijn opgenomen. En even duidelijk is het
dat huishuur geen samenstellende factor voor den
groothandelsindex uitmaakt. De huiden komen
in den groothandelsindex, de schoenen in de
kleinhandelscurve.
En daarmee hebben wij meteen in groote trekken
de scheidslijn getrokken tusschen den aard der
groothandelsgoederen en die waarvan do
detailprijzen van belang zijn. Voor de eerste zijn hot ruwe,
grondstoffen, stapelgoederen, waarvan, men
beursnoteeringen kent. En voor den detaiandex dienen
fabrikaten, welke do consument verbruikt of
gebruikt, als basis. Van die fabrikaten noemt men
da.i niet don prijs dien de grossier betaalt, maar deu
winkelprijs", dien de koopor voor zijn schoenen,
voor zijn brood, moot neertellen.
En nu hebben wij tegelijk het antwoord op de
vraag welke schakels er zitten tusschen de
grooten de, kleinhandelsprijzen. Eenorzijds is do voor
naamste kostenfactor die tusschen do ruwe grond
stof en hot bewerkte product ligt: het arbeids
loon; on anderzijds liggen tusschen het bewerkte
product 011 don verkoop daarvan aan don consument:
do distributiekosten. Twee goederen dus: arbeid
en distributioapparaat, waarvan de prijs niet
begrepen is in deu groothandelsimk-x. En dat
verklaart al heel veel. Wanneer Ju-t de/.eü'de
goederen \\arou die in groot- on
kJcinlmndolsindex verwerkt waren, dan zou bij oen divirgentie
in de beide curven inderdaad do conclusie voor
de hand liggen dat er ergens iet s aan denstrijkstok
bleef hangen. Maar mi moet men eerst d.; beidt)
bedoelde kostenfactoren die groothandels- v au
kleiiihandelsgoederon scheidt onder do loupo
nomen
Om bij do loonoii te beginnen. De arbeidskosten
vormen inderdaad voor de fabrikaten, voor do
eindproducten, een zeer belangrijke factor. Kn de
loonen zijn in do laatste jaren zeker niet omlaag
gegaan. Daaruit volgt dvis al dat een daling van
don groothandelsindex in geen geval oen even
redige daling van de detailprijzen kan teweeg
brengen. Het achterblijven van don broodprijs
bij do daling dor tarvvonotoering is dus al ver
klaard. Daar zit de bakkersgezel tusschen ! Maar
dit houdt tevens in dat bij daling van de groot
handelsprijzen de reeelo loonon bij gelijkblijvend
goldloon omhoog gaan. Inderdaad kan de arbeider
zich geen succesvoller vakvereenigiiigslei<lor den
ken dan een lager staal- en ijzerprijs.
JL" "" i-* :? ,,- * * *
P En nu do distributiekosten. Kijkt eens om u
heen: kranten en tijdschriften met ellenlange
advertontiekolomrnon. Winkels on warenhuizen
waar het the customcr is king" in praotijk
wordt gebracht door steeds kostbaarder liet
wervingsapparaat te vervolmaken. De
beir/.ineproducten plaatsen ten gerieve van don automobi
list in alle mogelijke en onmogelijke dorpen pom
pon on dienst-halteplaatsen" (dit is oen
servicestation, o.Charivarius). De strijd om den afzet heeft
mét do voortschrijdende productie-in-het-groot
steeds groot er om vang aangenomen. Kn de distribu
tiekosten zijn hand over hand toegenomen. Daar
gaat het hoogore reëele loon van den arbi-idcv al
weer ! Do détailprijs blijft niet alleen achter, maar
gaat heelemaal niet omlaag.
Of dit een afdoende verklaring van hot ver
schijnsel is? In elk geval is er iets mee verklaard.
BEURSSPIEGEL
Donderdag, ZO Maart.
ZOO, plotseling als een donderslag uit helderen
hemel, hebben wij opeens nog een nagalmpje
te hooren gekregen vari het sombere geluid dat
de gewelven van de effectenbeurs in het najaar
veelvoudig hebben weerkaatst. Weliswaar was
sindsdien nog maar zelden een wat vroolijker
toon aangeslagen, maar wie was er nu voorbereid
op een koersbuiteling van 50 punten in II. V. A..
en van 30 in Philips. Wel heel duidelijk is nu weer
gebleken dat de nerveuze stemming van de toch
al weer bijna een half jaar achter ons liggende
crisis nog niet heelemaal overwonnen is. Het
publiek blijft nog zwartgallig, en de beroeps
baisse heeft dan ook een vrij dankbaar arbeids
veld gevonden. En typeerend voor de algemeene
stemming onder het publiek is dat een eenigszins
belangrijke koersval veeleer aanleiding is tot nog
meer verkoopen, hetgeen natuurlijk de koersen
nog verder omlaag forceert. Er schijnen nog maar
heel weinig beleggers te zijn die op do lage koersen
een stukje oppikken. Nu moet toegegeven worden
dat de algemeene toestand in cultures, handel,
verkeer, en industrie niet van dien aard is dat men
zich van do naaste toekomst gouden bergen kan
beloven. Alle producten zijn er nog oven beroerd
aan toe; de berichten uit Amerika kunnen naar
mate er meer tijd verstrijkt natuurlijk steeds
minder geflatteerd zijn, en worden dus ongunstiger.
Do groote olie-groepen zijn weer aan het bakke
leien geslagen en de scheepvaart ligt te zieltogen.
En toch moot men juist in den slappen tijd, als
de koersen laag zijn don slag slaan ! In de
hausseaandoelen verkoopen, in de baisse koopeii. Zijn
wij nu ;il op het laagste punt, of zullen de koersen,
indien de nionwo winstcijfers uit handel en industrie
bekend worden nog vorder reageeroii?
Vraagteeken. In de koersen is ui veel ongunstigs ver
disconteerd. Maar het publiek reageert toch weer
op elk ongunstig nieuws, ook al is dat objectief
beschouwd allang verdisconteerd. En hot
koersniveau kan dus nog heel goed lager gaan. Kans op
noeiiieiisxvaai'de stijging in de naaste toekomst
is er weinig. Zoodat niemand voel lust heeft om
? ?r nu al in te springen. Kdoch, wie hot onderste
uit do kan wil. . . . Kn wanneer men wacht tot do
?ipgaaiide lijn positief (o onderkennen is. mist men
al een heel stuk van <lo koersstijging. Daar staat
iogenover dat indien men over oen half jaar nog
??p dezelfde koersen als de thans geldende koopt,
in elk geval de rente is uitgespaard wanneer men
wacht. Knopen, niet knopen-' Pokeren mot
Mammon ! O. K.
Kn er is een belangrijk probleem moe aangeroerd
Wens. Ifoe /al de grondstoffenprodiicont op den.
duur bij do lage prijzen eenzelfde loon kunnen
blijven betalen:' Of is de prijsdaling misschien
in do eerste plaats een uit vloeiso] van verhoogde
efficiency, en. is het hocle proces dus slechts oen
middel om het i esultiUkt van betert' productie
methode tootfvooron aan de arbeiders? Jammer
dan alleen maar dat de winst weer opgeslokt
wordt door de hoogere, doch noodzakelijke
di.stributiek oston.
En nog oen probleem: wat zal de invloed van
dezen gang- van zaken zijn op die landen, welke
grondstoffen oxportoeren, en fabrikaten invoeren,
speciaal de zgn. agrarische landen dus. Zijn do
valutamooilijkheden. in Argentiniëal niet een
uitvloeisel van deze verhoudingen?
N, V. Nederlandsche
= Grondbrief bank =
van 1906
STELT VERKRIJGBAAR
5O/ Obligaties
/O a "°/o
AMSTERDAM-C.
= HEERENGRACHT 495 =