De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 22 maart pagina 4

22 maart 1930 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

4 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 22 MAART 1930 No. 2755 Het oor wil ook wat door G. P. J. Zaalberg ALLEBWEGE ziet men thans de zakenmenschen zich uitsloven om alles wat van hun zaak uitgaat een dragelijk uiterlijk te geven. De beste sierkunstenaars worden aan het werk gezet of begapt om briefhoofden, affiches, ver pakking, advertenties, enz. te ontwerpen. Zaken brieven zijn door lettertype, vlakverdeeling en kleurengamma, meer nog dan door hun zakelijk Nederlandsch, een oogenstreeling. Het gaat je aan je hart om ze in de voddenmand neer te vleien. De etaleurs en etalagedecorateurs zijn do moderne nazaten onzer groote meesters en spreken al van een Rotterdamsche, een Bossche, een V. enD. of een C. en A.-school. Het uiterlijk en het optreden der winkeldames vormen een onderwij svak op de vakschool voor winkelpersoneel en men leert daar zelfs manicure aan en todnbankhollandsch af. Men vertelt, dat aan de personeelafdeeling van een der grootste tramwegondernemingen een schoonheidscommissie meespreekt bij het aanneinen van conducteurs. ? Dat alles bewijst niet zoozeer, dat onze zakenbnenschen overloopen van schoonheids- of van Imenschenmin, maar eenvoudig dat zij snuggere, jnuchtere kooplui zijn, die begrijpen hoe zij den Itoekomstigen klant in een vriendelijke stemming (moeten brengen en vertrouwen moeten geven in het hooge peil van hun zaak en haar leiding. ; Zoodoende wordt dagelijks min of meer gratis :ons oog getrakteerd en wij krijgen telkens een ongezochte gelegenheid om over een of andere iontstemming heen te komen. Vergelijk daar nu eens mede hoe voortdurend ons oor gemarteld wordt, doordat dezelfde menschen, die er zoo op uit zijn onze oogen te vleien, vergeten dat we even gevoelig zijn aan een ander zintuig. Het is onbegrijpelijk, dat die overigens zoo verstandige zakenleiders niet begrijpen, dat, als ze door de telefoon contact zoeken, het oor dezelfde eerbewijzen verdient als anders het oog. Dit belangrijk deel der commeroieele gestie laten zij over aan een willekeurig bediende met een stem om kriegel van te worden. ; Mijn ochtend is al bedorven als ik het nasale geluid van de telefoonjuffrouw van kantoor X of :het ultra-Haagsch dialect van den jongsten bediende van kantoor Y heb doorstaan om maar te zwijgen over het pummelachtige ,,met wie?" Dezelfde zaken zullen er niet aan denken om je een brief met een inktvlek te sturen of om de bestelauto niet halfjaarlijks te laten opknappen, of om een reiziger te nemen met een onwelriekende stern. Maar ze doen er zichzelf evenveel kwaad mee. Want als ik uit zoo'n zaak van die wanklanken te hooren krijg, dan is mijn diagnose al gauw klaar. Die directie weet in haar kantoor niet de rechte vrouw op de rechte plaats te zetten, dus deugt de leiding niet, dus worden er ook andere fouten gemaakt; ik zoek liever een knapper handelsvriend. Niet alleen de zakenleiders maken zich schuldig aan oorenmishandeling. Hoe onwaarschijnlijk het ook moge klinken, het zijn vele radio-uitzenders, die met hen een wedstrijd houden in het bederven van iemands humeur door sprekers en spreeksters uit te zoeken, die nooit een vermoeden hebben gehad van het bestaan van de schoonheid van de menschelijke stem. Het eerste waar een radio-distributie-ondernemer op behoorde te letten is toch wel, dat al wat hij aan duizenden laat hooren, dezen niet noodeloos onaangenaam aandoet. En wat krijgt nicii al niet te hooren? Een groot o gemeentelijke radiotelefoondistributie heeft als aankondiirster ecu dame met een stem zóó eentonig en zóó vervelend, dat, zoodru zij zich laat hooren, al mijn huisgeiiooten ''en gezicht zetten alsof ze een soort papegü:i..ien/ieMe krijgen met neiging <>m haar na te- b;ui\\en. Ken omroepvereeniging houdt er een manlijk alrocpei op na. Wiens stem klinkt ;ils<;f hij ecu ^eselieiirtlcii scheepsroeper van te dun Mik gebruikt, enz. Gelegenheids-leveranties door Melis Stoke Teekemng voor de Groene Amsterdammer" door Eelco ten Harmsen van Beek EEN nieuwe vordering op het gebied van de fotografische persberichtgeving dwingt ons een ernstige waarschuwing te richten tot diegenen onder onze lezers die geregeld of onregelma'. ig deelnemen aan feestmaaltijden. De dagbladlezer heeft reeds kennis genomen van die merkwaardig scherpe en heldere fotografieën welke bekende Nederlan ders afbeelden, terwijl zij aangezeten zijn bij een banket. De bekende Nederlanders zelf weten, dat die beelden afkomstig zijn van een klein fotografietoestel met een reusachtige lons dat, op de ongelegenste momenten, en geheel onverwacllt zijn angst aanjagend cyclopen-oog richt op iemand, die bijv. juist een glibberig stuk compote naar zijn mond tracht te bren gen of een lau we stroom as perge-nat in zijn mouw voelt loopen, of gaapt, of gaapt gedwongen lacht bij een vervelende redevoering. De resultaten nu van dit hatelijk toestel worden nog aangedikt door de onderschriften die daarbij worden afgedrukt. Zoo stelt bijvoorbeeld het beeld iemand voor die, allerfeestelijkstgekleeden versierd met ordeteekeiieri, een te volle lepel soep in zijn mond steekt zoodat een enkele droppel langs zijn kin glijdt. Op zichzelf is dat niet erg. Geroutineerde dinergangers weten zulk een vette droppel oribemerkt af te vegen met een punt van hun servet. en er kraait geen haan naar. Maar nu die foto. . l En daaronder: De Heer X. Consulgeneraal van Y, aan het fecstbanket ter gelegenheid van den tachtigsten verjaardag van den l'resident van de Z.Bepubliek. Onder zulke omstandigheden maakt het im posante onderschrift de bemorste kin en de krampachtige slurp-houding tot een aanflnitirig van eer en internationaal gezag. Een ander voorbeeld. Een uitgelezen gezelschap van verfijnde geesten was aan een maaltijd bijeen. Men leest de beschrijving van het feest, de tafel redevoeringen, tintelend van geest, om zoo te zeggen geheel verlost van de laag-bij-de-grondsche materie. Ach, denkt men, hier was het eten bijzaak, hier nam niemand een hap meer dan strikt noodig was om de kwellingen van honger te vermijden, hier was niet de keuze der spijzen hoofdzaak, maar die van tafelgezellen en van woorden.... Maar nu slaat men het blad om en deinst terug voor de projectie der indrukken van het nieedoogenloos glazen oog: daar zitten ze aan tafel.. De subtielste der geesten half verscholen achter een batterij wijnglazen en zoo-maar een buikige flesch. . . . de edelste der verfijnden niet een vork, in de volle vuist geklemd, verticaal, gericht naar de hoogten van waar hij zijne inspiratie afsmeekt, doch daaraan gespiest een lap rundvleesch. En daar. ... en daar. . . . aanbiddelijke, hoog verheven denkers, dichters, ongemakkelijk geperst in kelnerskleeding, achter bevlekt tafellinnen, besmeurd vaatwerk, betrapt bij eene averechtsehe hanteering van de triviale voorwerpen des eetgegebruiks in stede van de ganzenpen of vulpen houder. Het is jammer en trivialiteit, welke het glazen oog gevangen heeft. Dit was de inleiding. Nu komt de waarschuwing: (Üj allen, die feestmaal!ijden bezoekt en tot vreest het glazen oog dusverre gemeend hebt te mogen rekenen op het geschreven woord in de courant voor hetgeen betreft het reproduceeren van sfeer en toon in ruimeren kring, gij allen, vreest het glazen oog!! Want terwijl gij te boek wordt gesteld als ver tegenwoordiger van een staat of kaste, en waar tot dusverre slechts het relaas van uwe lippen de buiten hunkerende menigte bereikte, daar wordt ge thans ook te kijk gesteld bij de triviaalste aller verrichtingen, die van de voedering des buik*. En of ge 'daarbij al gekleed zijt in uw mooiste pak en behangen met sterren en kruisen. . . . dit alles, en uwe waardigheid, dragen slechts bij tot verhooging van de ellende, voortvloeiend uit uw por tret, terwijl ge gebogen zit over een taaie snip, dan wel uw nek verwringt om een aan uw hand bungelende asperge met uwe lippen te vangen, of eene krampachtige beweging maakt naar een hap smeltend ijs die onverhoeds aan het glijden ging. Het is nu eenmaal zoo dat de mensch de hoogstezijner vervoeM ringen: die van het samenzijn met gelijkge stemde geesten, verbindt aan de laagste der ver richtingen : de stilling van dier lijke honger en dorst. Hem te,betrappen op zulk een oogeiiblik en prijs te geven aan de menigte is de jongste taak deifotografische berichtgeving. Want wie is niet tot lachen geprikkeld door een groot magnaat met saus aan zijn kin, een minister die visch eet met een nies, of twee wei-eldberoemdhedeii die samen een lijntje trekken dwurs voor een dame heen.. . . . 'i Al deze dingen, als mede het ondeskundig haiiteeren van artichocceii het rul ken aan onwillige r-WijLJ'.. kreefteiischareii en ^ het uitzuigen v au '?' dorzelver pooten. , , T -. , de uitzuigers het modderen met puddingen en taarten, het bevuilen van glasrander, niet vette jus-lippen. . . . alles, alles vangt, mét grootkruisen en sterren, liet glazen oog. Nog is het wachten op de eiiormiteit die de maat zal doen overloopen en een ingrijpen van. hoogerhand ten gevolge zal hebben. Dit stel ik mij als volgt voor: Het onderschrift luidt: De Minister van Buitenlandsche Zaken aan het feestmaal aangeboden. door den Belgischen gezant ter gelegenheid var. België's ]()(I-jarige onafhankelijkheid.... En daaronder een foto, voorstellend het ongeluk kig moment waarop onze bewindsman, trachtend behoedzaam een beseheiden deel te .snijden van cent,ijspyramide, onverhoeds derzelver evenwicht ver storend het geheel over zijn rok krijgt. laagste der verrichtingen Een verademing is het als dan een klankrijke, (?enigszins Oostersch getinte stem aankondigt: ..Hier is het Persbureau Vas Dia/, te Amsterdam." A oora! die bolroiide a 's /eut liij mooi. Kn nuk het ..Iliei' is Hilversum de Avro" klinkt dikwijls uillokkend. Maar bovena-ni staa.t d.- man \a:i dr kantjes liarinu' uil Vla;, rdihv;cn. die- 'r. !ix irudis hij 't Illlt hij t l II l s Vi-ft l-l t \ :."! tic \ a IIU>t cl l cl l tic Mi 'j/ei. en tic vindplaatsen \,;', l,.?! l l o!la ad-di -/.cc h." M kei inc( een sleur »;i;; r.' i , j.- tic ?/.,;? ,-n d" b.'ü'im ruikt . l ij.' m.,.-t in h,.; ra,li, i;,-, h , l ! Het is heel best. mogelijk, dat die. spraak- en t aalgebrekkige telefoon- en radiojul'frouweu en -mijnhecren op ander gebied hoog Iiegajifd zijn. Misschien N die julïronw niet een stem a.lsot /., pveen u'eheinelte heeft nop; mooier dan Miss Kuropa e!L misschien is tlie Dl llhccr III de politiek li.'U knapper dan Mpr. Noleii- of Hor;-, \o>. maar /., ! die IH-.-I \c ine>i'-.,'hcn. dan n'c! jui-t op een plaats ua;hi een a i ii'j.e'i.'ei m cclind h,-! ,-,-nm n,,, ,,i i .;,> :H; l li.-.r'l al' c), i , ,c. d;.! ,,;,ii,,. Hjleei-t il ! .... .i/,,./,. .'.,, //,,.'/e, -/.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl