De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 22 maart pagina 5

22 maart 1930 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

ATo. 2755 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 22 MAART 1930 Brabantsch dialect in de Hollandsche kunst door Herman Middendorp VERSCHILLENDE malen heb ik mijn groote waardeering uitgesproken voor het werk van den prozaschrijver Antoon Gooien. Ook in dit blad l). Ik geloof, dat ik een van de eersten ben geweest, die opmerkten, dat we hier te doen hadden met een schrijver, waarop gelet moest worden, omdat hij dingen presteerde, die in de prozakunst van onze dagen tot de zeldzaamheden behooreri. Een bijzonder critisch inzicht was overigens niet noodig om dit te constateeren. Het boek, waar Antoon Coolen mee debuteerde, De rauwe grond", had dadelijk zulke kwaliteiten, dat het ieder, die met eenig litterair oordeel las, moest opvallen, als iets nieuws, iets bijzonders, iets dat ons proza, sinds jaren decadent en geleid op paden van quasi moderne trivialiteit, zou kunnen op voeren tot nieuwe oorspronkelijkheid. Hun grond verwaait" was een tegenvaller, en ik heb eerlijk gezegd een oogenblik mijn hart vastge houden voor de toekomst van dezen proza-kunstenaar. Ik dacht: Daar gaat hij. Eén boek, dat goed is, en verder een slappe herhaling; voortwerken op hetzelfde thema met telkens zwakkere reminiscensies van eigen talent." De voorbeelden van kunstenaars, die op deze manier te werk, en te gronde, gingen, liggen voor 't grijpen. Maar het viel mee. Met zijn volgende werken wist de schrijver weer de hoogte te bereiken van zijn eerste boek; met Jantje den Schoenlapper," een van de subtielste en edelste prozastukken, die ik in onze moderne litteratuur weet aan te wijzen, ging hij er zelfs boven uit. Kinderen van ons volk" is niet sterk van samenstelling, maar het bevat fragmenten van groote schoonheid. Nu ligt er weer een nieuwe roman van Coolen voor mij : Het donkere licht." 2) Een boek dat mij aanleiding geeft om nog eens nadrukkelijk en wat uitvoerig op dezen schrijver terug te komen. Want in dezen roman komt het talent van dezen merkwaardigen auteur in zijn volle schoonheid aait 't licht. * * * Coolen schrijft geen gewoon Nederlandsch". Hier moet dadelijk opgemerkt worden dat er sedert '80 in onze litteratuur veel buitengewoon Nederlandsch" geschreven is. Tot de onverstaan baarste excessen toe is het recept van Van Deyssel gebruikt (en misbruikt): de taal der voorgangers stukslaan tot een berg van schitterend gruis en er dan uw nieuwe, uw eigen werk van bouwen." Antoon Coolen maakt van dit recept geen gebruik. Hij vervalt ook niet in buitensporigheden, zijn taal kenmerkt zich door den uitersten eenvoud, zijn zinsbouw is op het simpele af. Het ongewone in zijn taal en zijn stijl bestaat hierin, dat hij woorden en wendingen uit Brabantsche dialecten in zijn schrijftrant gebruikt. Niet alleen in de dialogen, maar ook in de beschrijvende gedeelten van zijn werk. Het bezigen van dialect als middel tot het be komen van letterkundig schoon is niet nieuw in onze litteratuur. Ik schakel de Middeleeuwen uit: immers, toen bestond er geen algemeen-geldend beschaafd Nederlandsch". Die menschen hadden niets anders dan hun streekspraak. Maar in de negentiende eeuw, en nu juist niet in een periode, waar wij met veel trots op terug kunnen zien, heeft men een poos van het dialect werk gemaakt. 1) Ik recenseerde van dezen schrijver in De Groene Amsterdammer achtereenvolgens .,Hun grond verwaait", Jantje d^n Schoenlapper en zijn Wcensch Tciendje" en ,.Kindrren van ons volle". 2) Rotterdam, Nijgh en van Ditmar's U.AI. Het tijdperk van den bloei der novelle. Cremer, Heering, Hollidee. Cremer begon er mee, oogstte enorme suc cessen, voor een groot deel toe te schrijven aan zijn persoonlijke voordracht. Hij had iets vandentooneelspeler in zich; hij was trouwens nog al veelzijdig in de kunst wereld georiënteerd; hij schilderde ook. In z'n soort was hij zoo kwaad nog niet; maar het soort heeft de eigenschappen van de duf heid der eeuw, waarin zijn werk ontstond. Spoedig ria zijn dood (1880) werd hij onleesbaar. En die hem nadeden ging het niet beter. Ik noemde Heering en Hol lidee; de eerste is nog iets verteerbaarder dan de twee de; Hollidee is heelemaal het type van den allernaarsten bourgeois, die ook eens wat schrijven wil. Maar de fout zat bij al die schrijvende hceren hier in : dat het het bezigen van dialectische vormen iets uiterlijks bleef, iets dat niet volkomen inhaerent werd met hun stijl; het bleef een aardigheid, een liefhebberij, en op deze manier volko men op z'n plaats in een tijd, toen de heele litteratuur een liefhebberij was. Hoe anders is het met het werk van Coolen. Men moet de boeken naast elkaar leggen om het ver schil te voelen. Om te be grijpen, hoe de dialectische aanzettingen in dit proza behooren tot het wezen, tot de kern van het werk, hoe ::^===::^== ze den stijl van den schrij ver doordringen, en de eenheid bevestigen van hetgeen hij als kunstenaar te /.eggen heeft. Coolen schrijft niet een bepaald dialect. 11 ij maakt gebruik van woorden en uitdrukkingen uit de taal van de l'eel, zonder nu juist de taal van de menschen uit die streek realistisch weer te geven. Hij noemt ei' zooveel van, als hij noodig heeft om den indruk te wekken dien hij noodig heeft. Hij doet dat met het begrip en de /.uivere intuïtie, die het bijzondere eigendom zijn van den kunstenaar. Hij bereikt er mee, dat, zijn werk een uiting van schoonheid wordt, behcorscht en wei geweten door den auteur, natuurlijk voor den lezer. Zijn werk is aan te sluiten aan dat, van sommi ge Westvlaamsche particularisten, aan dat van Stijn Strouvels vooral, en in zijn beste werk doet Coolen voor dezen grooten Vlaming naai' mijn stellige overtuiging, niet onder. Mij bereikt stilistisch, wat ook Streuvels, door het gebruik maken van dialectische oorspronkelijkheid, wist te vinden, dezelfde vernieuwing, vondsten van eenzelfde gehalte, en hij beschrijft de menschen van het land in hun simpele natuurlijkheid, met een scherpte van waarnemen on een liefde van mee leven als ook Streuvels dat doet. Natuurlijk-weg kom ik, al schrijvend, tot een vergelijking tusschen hot werk van ('ooien en dat van A. M. do Jong. Ook Do Jong maakt gebruik van .Brabantsch dialect, hoewel alleen in de gespro ken woorden. Maar dan. geeft hij n bepaald dialect uit hot Westen van Noord-lirabant ook realistisch weer, met phonetiseho naiiwke Het is een geheel andere werkwijze, en oe van schrijven die: zeker meer niet. den a,a den realist De Jong overeenkomt. De manier, waarop ('ooien te v,"1-!, u hoogere eischen. De/e la.a.lboiiw i- l.nr.-i ."?]?( ist ie k p v. i en. nierku a.i.rdiger. Kr ; ?? - ??:! . fijne int uit ie Mondig, i m bij dit -., : juiste m.-;:it t<- lioiiden. > n ';n 'r/.ell' .-?.. '; : l. Vooral in dit laatst,, b,,, k is d, -i : ? :; ?? . Primo's dood Teekening voor de Groene Amsterdammer' door Joh. Braakensiek Mussolini: Hij heeft 't nooit geleerd, een dictator sterft niet op zijn bed!" N.V. VAN DER HOOP'S Meubelbewaring en Transport Mij. Verhuizingen en Bewaarplaats voor inboedels AMSTERDAM AMSTELDIJK Tel. 22195 (na 6 u. 50511) geslaagd. Dr atmosfeer van dit verhaal is dan ook van begin tot einde van een eendere zuiverheid, klaar en stil als een beschaduwde vijver. De auteur duidt meer aan dan dat hij rechtstreeks noemt ; een realist is hij niet. Zijn werk is te vergelijken bij een schilderij met wazige conti uren en gedempt e kleuren; in x.ijn pro/a is stilte, a.andacht en be spiegeling. Met mist de luide prachten van de uiter lijke woordkunst, maar hel geeft daarvoor in de, plaats iets, dat verrast door een nieuw-verworven originaliteit. Ik plaats geen enkele aanhaling, al y.ou elke blad/.ijde. willekeurig gekozen, als vooi beeld kunnen dienen. Maai' ik hen verheugd, op deze plaats mijn landgenoot en te mogen aansporen otu het werk van ('ooien te gaan Ie/en. Hij heeft reeht op een plaats onder de prozaschrijvers van dezen lijd. en het uitblijven van herdrukken van /ij n \\ er k /,ou een ernst i'~ ver/, n i in van de geest el ijkvolwassen Nederlanders bel eekenen. | ;ORN VAN DER ÓLUY6. DEN M A AG i NOOQDEINDE 162 ?>--sUe

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl