De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 22 maart pagina 7

22 maart 1930 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

«755 DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 22 MAART 1930 Wetenschappelijke Varia Inertie van den Geest door Dr. P. van Olst EBN der grond-eigenschappen vau alle stoffe lijke dingen is dat zij inertie hebben. Dit beteekent dat iets, dat in rust is ook in rust zal blij ven en zonder oorzaak niet in beweging zal komen, maar ook dat iets dat in beweging is, steeds in beweging zal blijven als er niet van buitenaf een oorzaak is, die de beweging in rust doet overgaan. Een. rijdende tram, na het verbreken van de electrisehe stroom, een fietser met freewheel na het ophouden met trappen, zouden steeds in beweging blij ven als de oorzaak van buitenaf, in dit geval hoofdzakelijk de wrijving over den weg, de beweging niet remde. Met onzen geesb is het evenzoo gesteld. Onder geestelijke inertie moet men dus niet alleen zoo als men gewoonlijk doet de gevallen verstaan waarbij de geest geheel werkeloos blijft, maar ook de gevallen waarin de werkende geest auto i.atiscb. door blijft' werken in het aangevangen rhythme of tempo. Een bekend voorbeeld is het gezelschapsspel alle vogels vliegen." Als men door arm-ophef f en aange geven heeft dat vogels, vleermuizen, vliegmachines, kogels, vlinders vliegen dan zijn er genoeg in den gezelligen kring die olifanten ook laten vliegen. Men heeft hier dan een psychologische proef ge nomen, een test" genomen; vermoedelijk zal men even verbaasd zijn over dit feit dat men reeds jaren lang met tests gewerkt heeft, als Molière's Burger-Edelman over het feit dat hij steeds proza had gesproken zonder dit te weten. Het woord test" wekt tegenwoordig bij veel menschen eigenaardige afkeer-reacties op en ik moet zeggen dat ik ook eens de verzuchting heb geuit: Spaar mijn test toch met die testen uur op uur, Anders wordt mijn test nog als een test vol vuur l Maar er kan toch heel veel met tests bereikt worden, en het voornaamste bezwaar dat ik nu alleen nog maar ertegen heb is de naam; waarom spreken we niet van toets"? * * * Een moderne test op gebied van geestelijke inertie kwam ik tegen in het Amerikaansche Journal of Comparative Psychology, waar P. C. Young zijn onderzoek publiceerde over dit onder werp, met blanke en negerkinderen als materiaal. De kinderen kregen een lijst met achttien op merkingen voor zich, waarna de eerste zes reeds op het papier door het goede antwoord gevolgd werd nml.: Wij behooren onze lessen te leeren ja Alle menschen zijn blind neen Zoete kinderen zijn op school ordelijk .... ja Alle dagen zijn Zondagen neen Men moet steeds de waarheid zeggen .... ja Alle menschen zijn wijs neen De volgende twaalf zinnen moeten door de kinderen met ja of neen aangevuld worden. Deze zinnen waren zoo gekozen dat de afwisseling van ja en neen geregeld doorging. Listiglijk had men de kinderen hierbij nog bewerkt door alle jazinnen te laten beginnen met behooren", of moeten" of zoete" of iets dergelijks, terwijl men alle «een-zinnen opzettelijk kort maakte en vooral met het woord alle liet beginnen. Door deze invuloefening zat het ja-neen-ja-neen" er goed in; de geest is op gang gebracht. Nu krijgen de kinderen weer zoo'n blad met 24 zinnen, waarvan echter alleen de eerste zes nog het ja-neen" rhythme eiscben. Dan komen 10 zinnen die ja" vereischen, al hebben de /.innen het bovenbeschreven misleidend uiterlijk en dan 7 niet neen" en een met ja". Is er geen geestelijke inertie, dan leest het kind de vraag zorgvuldig en zet het juiste woord erachter zonder zich ooit te vergissen. Is er wel geestelijke inertie, dan krijgt men in het ergste geval (zooals hier bij deze proeven zich herhaaldelijk voordeed) dat een kind zelfs zonder de vragen te lezen (!) vlug achter alle zinnen ji^-neeh-ja-neen" krabbelds tot het einde toe. : Ongeveer hetzelfde deed men met behulp van korte zinnen waarin als werkwoord alleen is" of zijn" moest ingevuld worden. Kerst kwamen weer een reeks zinnen met regelmatig.'1, afwisseling van ,,is-zi.jn-is-zijn", maar dan na nieuwe zinnen met dezelfde afwisseling, nog een aantal zonden' dit rhythme. Ook hier weer was bij een aantal kinderen de geestelijke inertie zoo groot dat zonder lezen de is-zijn-"-serie automatisch werd voortgekrabbeld. Om de eventueele inertie nog vrijer te laten werken werd er bij de toelichting niet gezegd: lees de zinnen," maar alleen zet nu zoo V'UK je kunt ja of neen achter de volgende zinnen." Het verschil tusschen het blanke en het zwarte ras was werkelijk zeer opvallend, Bij de blanke kinderen vertoonden twee percent de maximale geestelijke inertie (dus alles afraffelend in het eens verkregen rhythme), en bij de zwartjes bijna vijf en tuAntit) percent l De blanke kinderen ver toonden voor 27 percent in 't geheel geen geeste lijke inertie, dus lazen eerst goed en gaven dan het juiste antwoord; bij de negerkinderen was maar n percent hiertoe in stoat. Tegelijkertijd werd de algemeene intelligentie der gebruikte kinderen oüderzocht en daarbij bleek o.a. dat de intelligentie Wij de tien-iarige kinderen, vergeleken met de intelligentie der negen-jarigen, met 26 percent was verbeterd (zoowel bij de blanken als bij de negers) maar dat de geestelijke inertie ongeveer dezelfde ;was bij de tien jarigen als bij de negenjarigen. Bij deze tests zou men dus tot de meening komen, dat de neiging tot geestelijke inertie nog volstrekt niet behoeft te wijzen op geringe intelligentie. Als i selectie-middel voor onze scholieren zouden deze soort tests dus niet volwaar dig zijn of tenminste niet in de eerste plaats mogen komen, maar als selectie-middel voor allen, die naar onze Universiteiten gaan was het misschien zoo kwaad nog niet, als men er een gepast en vorm voor kon vinden. Nieuwe Uitgaven J. B. BENNER PIANOHANDEL DEN HAAG 97 & ZOON l GEVE8T1OH )8«1 n HOFLEVERANCIERS ? NOORDEINDE | Bij J. B. Wolters te Groningen verscheen: W. J. C. van Paassen en J. II. Ituygrok, Mtitlenatlas, behoorende bij het Leerboek 'J'e.rtielwarc-n, verzameld met medewerking van de Nederlandsche textielfabrikant en. J. II. F. Kohlbrugge, Praktische fjociotoyie. Dool VI, Sociale nooden, II. Sexueele en geestelijke problemen. J. van Ham en Dr. S. Hofker, Een Nieutre Nederlandsche Spraakkunst. Derde deel, met een taalkaart, 2e druk. D. I.angedijk, Leerboek der Vaderlandsrhe Ge schiedenis, ten f/ebruike van Gymnasia, floof/ero Burgerscholen, Kweek- en Normaalscholen. Eerste deel. Van de oudste tijden tot 1795, met illu straties en kaartjes, 2e, omgewerkte druk. Werkboekje bij het leerboek der V iiderlandsche Geschiedenis. Eerste deel, 2e, omgewerkte druk. G. M. W. Margadant en J. K. van Overboeke, Eindexamen H.B.»SY.-A. Verzameling van schrif telijke opgaven van de laatste jaren. Aug. C. J. Commissaris. Van toen wij ci'ij werden. Eenige hoofdstukken uit de geschiedenis dor Katholieke Kerk in Nederland sedert 1795. Korst c deel, Van schuilkerk tot kathedraal, 1795 tot 185:;, geïllustreerd, 3e druk. Ir. G. L. Ludolpli on Ir. A. P. Pot ma, Sterkte leer. Deel II van het Leerboek der Mechanica voor het technisch onderwijs en voor zelfstudie, met (i.'iO vraagstukken, 371 figuren en 35 tabellen 2e her ziene druk. Lyceum-herdrukken, voor inrichtingen van voort gezet onderwijs, voor studeerenden voor de hoofd akte en voor zelfstudie. II. Vondei's (lijsbreght van Aemstel en l.vemvendalers, in verkorten vorm uitgegeven on van illustraties, bespreking en aanleekeriirigeri voor zien door Dr. Ph. A. J>ansberg, gebonden, 3e druk. Dr. J. van Wageningen, Latijnsch-Nederltitulsch Woordenboek, bewerkt door Dr. F. Muller Jzn., gebonden, 4e druk. CHAMPAGNE KRUG&CO REIMS IN KWALITEIT AAN DE SPITS! KRONIEK 13e n Sfultatulï-standliccld HET was onvermijdelijk en fataal, dat op een kwaden dag die gedachte moest wortel schieten" of post vatten" in zekere hoofden. Het schrikkeli.jkst van alle dingen, zei Schiller al, das/, ist der Mensch in seinem Wahn". In zijn hopeloozen waan, dat een standbeeld iets is dat men schen eeren kon. Standbeelden echter zijn altijd malle dingen, behalve misschien waar het mili tairen geldt. Wie al niet gehomipileerd wordt bij het idee alleen van iemaiid-in-lood, grooter dan natuur, die, plots verstijfd in eenige handeling, wordt weggezet op een plein, ten prooi aan do origena van weer en wind en van de vogelen die kan practiscb van de standbeeldonwaardigheid zich overtuigen, als hij maar naar de bestaande dito's wil kijken, zooals zij thans in onze steden te prijk staan of zitten. Naar Tollens op zijn gevaar lijken stoel, naar Erasmus, die een blad omslaat, naar den miezerigen Rembrandt of de malle gekleede jas van Thorbecke. Zwaar gepluimde mili tairen alleen, als ze op hoogstappende paarden zitten, zijn eenigermate decoratief en natuurlijk, want zij zijn dan voorgesteld in het meest wezen lijke van hun zonderling bestaan. Maar overigens mogen wij vurig hopen, dat zij, die wij vereeren, onze Helden, hetzij van wetenschap of kunst, ge spaard blijven van die allerpijnlijkste hulde, die bestaat in hun zotte looden beeltenis in realistische actie op een benauwd voetstukje. Zoo mag men hopen, maar daarom wordt zoo'n hoop nog niet vervuld. De laatste echter, dien men meende dat dat noodlot zou achterhalen, was toch wel Multatuli, van wien men mocht verwachten, dat hij nog ganschelijk niet aan zulk een gerucht makender! roem toe was. En dat hij zich duidelijk genoeg over dit soort posthume huldiging had uitgelaten, om alle nageslachten er van af te schrikken hem zoo iets aan te doen. Helaas, wij hadden gerekend buiten dien Wahn voor-. genoemd. Kn dat vele menschen gaarne veel geraas en drukte maken, oC er een voordeeltje of een' ,,voorgrondje" in zien, of zoo maar, blindweg. graag iets op touw zetten. Of den grooten Mul"' vereeren op de wijze van een liefhebber, die een nieuw stuk aan zijn collectie toevoegt, of op de wijze van.... Kaminelslag. In elk geval: daar is het comitéal, dat weldra bijdragen'' verlangt en een ontwerp vraagt aan een beeld houwer in de mode. Kn dan zet men den kop (ik hoop met bezielden blik) overeind, ergens waar hij 't minst in den weg staat. ... Alles opdat vervuld zouden worden de woorden der Japanse/ie Genprekken. Men 7,011 kunnen. verdreven worden, als-i niet altijd y.orgde dood te zijn. begraven en vergeten vóór de nederlaag. Dan zijn er nieuwe men's in de plaats, en zcj mceneii dan met 'n paar duizend pond gegoten ijzer, in den vorm van 'n pop, die ze neerzetten op do een of andere markt, de schuld der oude wr/t's te betalen. Of liever, ze rneenen dit riief eens. .Po bedoeling is alleen zich uit te gevet» voor heter dan de vorigen. Do onoprechtheid van zoo'n jialmlde blijkt onder anderen hieruit dat zo, ijzer gevende voor eerloos onthouden goud, t er-/.clf der-tijd steenen werpen, op hen die later weer aanspraak zullen hebben op onnoodigijzer." /<»> is 't ori wij zouden moor piöteit toonea voor oti/.c Vaders on Ooines, als wij op minder geruchtmakende wijze vereerden, wat wij nu eoattuuil tor goeder trouw verfoeiden. Ku .Multa tuli, gelijk men ziet, zal er geenszins boos om. zijn. Hij woot wel wat hij in on/o late beschaving waard is geweest. Hij is een historisch feit'". geworden van do allerbeste soort. K. C.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl