De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1930 29 maart pagina 18

29 maart 1930 – pagina 18

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER VAN 29 MAART 1930 No. 2756 Radio en Grammofoon Kan radiomuziek volmaakt zijn? door L. J. van Looi KWALITEIT van radiomuziek is een vraag stuk, waarover heel wat ingenieurs zich het hoofd breken. Want de vraag: hoe krijg ik de in de studio gemaakte muziek precies eender uit den luidspreker, is afhankelijk van zooveel invloeden, ?dat het haast onmogelijk schijnt, om te hopen, ?dat wij er ooit in zullen slagen om het theoretisch ideaal te bereiken. In het ontvangtoestel zitten, legio voetangels <3ii klemmen, waarin een stukje van de kwaliteit -achterblijft en het vergt een door bekwame technici berekend toestel, om een goed resultaat te krijgen. Een toestel, zooals dat vroeger vrijwel algemeen ?werd gebruikt, gebouwd door den luisteraar zelf ?of door een radiohandelaar wat vrijwel op hetzelfde neerkomt, want de handelaar beschikt over net zoo weinig controle-middelen als de ama teur ? bevat bijna zeker een aantal onderdeelen, die de muziek verminken. Daarbij komt in de eerste plaats de transformator in aanmerking, dan de lampen met de daarbij behoorende rooster spanningen en een aantal kleinigheidjes, die alle tezamen aan de muziek-kwaliteit sjorren en duwen, totdat eindelijk in den wellicht niet aan de eindlamp aangepasten luidspreker de laatste hand aan ?de vervorming wordt gelegd. Gelukkig zijn er bij &\ die faktoren eenige, die elkaar opheffen verder zijn een aantal overigens goede ooren heelemaal niet ontvankelijk voor een beetje verfom faaid geluid, zoodat, als het toestel niet al te slecht is, het practisch resultaat wel meevalt. Toch is van het allerbeste toestel de geluids weergave nog op geen stukken na zoo goed als het origineel. En dat ligt niet eens aan den ontvanger allén, maar voor een groot deel ook aan den zender. Juist daar ontmoeten wij eenige problemen, waar van het oplossen op de grootste moeilijkheden stuit. Van welke grootte die moeilijkheden zijn, kan men zich het beste voorstellen, wanneer men zich in gedachten even in de studio verplaatst. Daar staan wij dan en luisteren naar een kwartet het klinkt uitstekend ! Maar nu gaan de ingenieurs met allerlei ingewikkelde instrumenten nameten, "wat wij eigenlijk hooren. Dan blijkt, dat wij in de eerste plaats hooren het geluid, dat van de mu ziekinstrumenten direkt onze ooren treft. Maar ?aangezien wij een beetje schuin naar de muziek instrumenten gekeerd staan, vangt ons ne oor iets meer geluid direkt op, dan hot andere. Wij ondervinden dat als juist, want zóó en niet anders onoet de geluidvordeeling zijn, als wij ons een beetje van de instrumenten afwenden. De muur ?achter ons weerkaatst echter het geluid, en die weerkaatsing treft ons oor ook. Dat weer kaatste geluid treft ons gehoorvlies een ietsje later dan het onmiddellijke geluid en het oor dat naar dien achtermuur is gekeerd, krijgt er wat meer van dan het andere oor. Dat ondervinden ?wij ook als juist, want door al deze, nuances krijgen wij een indruk van lichting van het geluid, van den omvang van het lokaal en de accoustische kwaliteiten. Als alles goed is, wanneer er goed gespeeld wordt in een studio, die voor dat spel geschikt is, is de indruk ook goed. Doch nu plaatsen wij inplaats van onze beide ooren een microfoon in de studio. Onmiddellijk valt op, dat wij daardoor als het ware een toe hoorder met n oor in de studio hebben gezet. Met het plaatsen van twee microfoons komen wij er niet, omdat wij dan toch de stroom van beide microfonen bijeen aan den zender zouden moeten toevoeren. De fijne arbeid, die onze ooren verrich ten bij het verwerken van het gedeelde geluid tot een indruk van geluid en ruimte, kan de microfoon niet geheel vervangen. Want de microfoon is niet, zooals ons oor, y.elf-reguleerend. J let eenige, wat daaraan te doen zou zijn, is een splitsing in de uitzending, waarbij twee afzonderlijke microfoons twee zenders beïnvloeden, met natuurlijk dan ook twee ontvangtoestellen eri twee luidsprekers aan de ontvangstzijd»; ! Misschien komt het nog wel zoover, dat wij leeren om over ir draaggolf twee modulatiestroomen te zenden, die op een voudige manier in den ontvanger kunnen worden gesplitst en aan twee luidsprekers worden toegevoerd. Maar dan zijn wij helaas nog niet aan het einde van de theorethische volmaking ! Ken enkele opmerking zal dat onmiddellijk scherp kunnen belichten. Als wij er namelijk in zouden slagen om de muziek in de huiskamer te brengen met precies dezelfde kwaliteiten, die zij in de studio had, dan waren wij zeker vér, maar nog niet klaar. Want het komt er op neer, dat wij dan de muziek zouden weergeven zooals zij klinkt in bijv. een zaal van twintig meter lang en tien meter breed. Veel van deze groote huiskamers zullen wij in Holland niet bezitten en wanneer wij dus in de gewone; huis kamer muziek irit zulk een groote zaal brengen, moet zij onnatuurlijk klinken. D.w.z. voor de teergevoelige oorerr, die het kunnen merken.. Kn niet alleen, dat die onnatuurlijkheid er door ontstaat, er moet ook een vervorming van de muziek optreden. Want elke kamer heeft zijn eigen accoustiek. zijn eigen weerklank. Kn deze weer klank voegt zich bij den weerklank van de uitzendlokaliteit. Dit is eeri onoverkomelijke moeilijkheid, waar wij ons bij moeten neerleggen. (Jelukkig zijn de meeste ooren niet zoo hyper-geve>elig, dat, men het merkt hoewel de vervorming wel degelijk aangetoond zou kunnen worden. De vraag is nu, hoe men in de studio de eigen weerklank zooveel mogelijk uitschakelt, de in strumenten dus als het ware neutraal opneemt, teneinde kunstmatig de iioodige ..diepte" aan dn muziek te geven. Daarover is de technische wereld het nog niet eens. Ik heb prachtige muziek gehoord irit zwaargedrapeerde studio's, waaraan door een. zgn. echo-kamer eerr kunstmatige echo was toegevoegd en ik heb brillante muziek gehoord uit bijv. de Uerlijnsche studio voor klein, orkest, die het meeste op een opzettelijke klankkast lijkt. Persoonlijk lijkt mij de laatste methode de beste. Men behoeft natuurlijk niet opzettelijk een over maat van weerklank in een studio te veroorzaken, maar nren kan wel de studio zóó maken, dat de muziek niet van haar glans verliest en dus ook de spelers weten, wat zij voortbrengen. Dat vereischt echter, dat men voor eeri orkest een andere; studio heeft, dan voor een kwartet err voor een deklamator weer een andere. Dat vereischt ook opzet in den bouw en inrichting der studio's. .Met liet ,,dood"makerr der studio err het later bijvoegen van echo uit eerr klank-kamer kan men. zich be helpen, zoolang men werkt in toevallige lokalen, zooals helaas in oirs land nog altijd het geval is. De echokamer is bedrog. Men plaatst daartoe; in een ruimte met ste'erre-rr wanden een luidspreker, elie de in de strrelie) gespeelde muziek weergeeft, plus een micretfoem, eüe het geluid uit ele'ir luielspreker eri de doe>r de wanden, weerkaatste e'dre> opneemt. De m,icrofoonstre>e>m voert rne'n naar den zender tegelijk me't de stre>e>nr van. ele>rr micro foon in de stuelio. Natuurlijk bezit ele: echo ele ,,perioele>" (namelijk ele' tijd die liet geluid rroexlig heeft e>m van ele'n brem te>t den muur en vandaar te^t den microfe>on te komen.) elie ve>e>r ele'ze> ecliokamer geldt eir emveranderlijk is. Me-rr kan sle>chts door het roguleeren van het geluidsve>lume de; sterkte van de'n eoho, nimnieT de pe-rioele ve-raneleren. M.a.w. rrie'n kan nimmer ele'rr indruk geve'n elat ele muziek gespe-e'ld wordt in een ve'Hrek. elat grooter of kleiner is elan de> eche>-k,imer e-n het eenige, wat er mee gewonnen wordt, is de rnogelijkBOVENSTAAND MOTORJACHT L...u 16 M., GERIEFELIJK INGERICHT O.A. 6 SLAAPPL. VOOR PASSAGIERS IS TE HUUR TE BEVR. WERF NICOLAAS WITSEN" STOEL?ALKMAAR De biecht van den Senator .... Ik bat tenminste uil de Jlioscoopeontntissie tfel reden otndat ik vreesde onder de bek-oring vuil slechte films ie geraken. J'rofessor STKCKK in ele Kerste Kamer. IV int f/ij dot onder bef, baret en toga een mannenhart in al zijn zicakte staat. . . ? dat het gemoed van critischc censoren, van strenge hooggeleerde professoren voor 't lokken der sirenen openslaat. . . . 'i Hoor deze biecht, in 't openbaar beleden, en zie den man en prijs zijn heldenmoed. Oeeerd, geleerd, gedecoreerd, getiteld, legt hij ons bloot wat hem in 't duister kietelt, en hoog-verliit zijn simpel mannenbloed. Ifij vluchtte voor het lokken der sirenen bij 't eerste, onheilspellende symptoom van d'invloed van haar zangen, op zijn wezen, bij d'eerste zwoele beelden die hem rezen in 't dtir/elijksch verkeer en inden droom. . . . Hij repte zich uil de projectiezalen naai' 't licht dat in de Eerste Kamer straalt, en in de glans van 't openbare leren. Hij kan veer redevoeren en college gei'cn, en heeft hei eren wankelend hart geslaald. . . .J\Jaar in het duister van de kearingszalen, in 't voorportaal der hel, . . . ter gladden rand run het >noeras. t/aar strijden nog de helden, die lot het hei! der massa voonraaiis snelden. en in wier ziel.?ondanks de k'cnringsgeldcn -het ziroele lokken der verleiding brandt . . . M KLIS STOK !?: Kunstzaal van Lier Rokin 126 Amsterdam* Oostersche & Europeesche antiquiteiten Oude en Modarne schilderijen en plastieken Negerkunst & Ethnographlca Ju-iel om te spe;lerr in een kleine studio met een groot orkest, waarbij elan eloe>r ele; drapee-ring der waiulen ele; afzonderlijke geluiden minder door elkaar loopen, dan wanneer rne'n de wanden onbehangen hael gelaterr. Van elit systeem is men irr J?e'rlijrr afgestapt eLri ele inricht ing van de: nieuwe studio's itr het reus achtige e>mre>epge:be>u\v, elat te Witzl<;beii wejrdt gebe>uwd, ge'schie'dt e>p wetenschappelijker! grond slag en streng godifferemtie'erel. KIke; stuelio elie' irr elit gebouw kejjnt. heeft zijn e'ige'ir doel e'n ele; Duit.schei's beweren, elat zij precies in cijfers kurme:n uittlrukki-n. wat er' iri elke' studie) plaats vindt. Het is e>nget\vijfeld de> bejste' mcthexle eri als in elen ve>lgende'ii winter ele' uitze'.ndingeii uit elit nieuwe: ge'bemw zullen plaatsvinden, zullen wij kunnen l>eoe>rele>e'Ierr, e>f wij ei' werkelijk e>p vooruit gegaarr zijn. Wairne'e'r tenminste ele' vooruitgang niet ele>or andere fakteirerr wordt teniet geelaan ! VAM HELLES ? TABAK* IS rOJO/MJTEIT

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl